Voorlichtingsbijeenkomsten
Het Loket Kennis- en Arbeidsmigratie (LKA) organiseert voorlichtingsbijeenkomsten voor bedrijven die geen of weinig ervaring hebben met aanvragen voor kennismigranten. Tijdens deze bijeenkomsten geven IND-medewerkers voorlichting over de procedure om een verblijfsvergunning als kennismigrant te krijgen. Uiteraard is er voldoende gelegenheid om vragen te stellen.
De data voor het eerste halfjaar van 2010 zijn:
– Dinsdag 11 mei 2010
– Dinsdag 6 juli 2010
De tijdstippen worden nader bekendgemaakt. De voorlichtingsbijeenkomsten vinden plaats in het IND-kantoor te Rijswijk.
Workshops
Het Loket Kennis- en Arbeidsmigratie organiseert ook workshops voor bedrijven die al ervaring hebben met aanvragen voor kennismigranten. Tijdens de workshops worden door u aangedragen onderwerpen verder uitgediept. Ook is het LKA benieuwd naar uw ervaringen met de kennismigrantenregeling. De workshops gaan alleen door bij minimaal 6 aanmeldingen. Op verzoek kan het LKA incidenteel ook een workshop in het Engels organiseren.
De data voor het eerste halfjaar van 2010 zijn:
– Dinsdag 20 april 2010
– Dinsdag 22 juni 2010
Tijdstippen worden nader bekendgemaakt. De workshops vinden plaats in het IND-kantoor te Rijswijk.
Inschrijven
Bij belangstelling voor één van deze bijeenkomsten stuurt u een e-mail naar arbeid@ind.minjus.nl. In het onderwerpenveld vermeldt u: "voorlichtingsbijeenkomst/workshop kennismigranten (datum vermelden)".
In de e-mail geeft u verder aan of u belangstelling hebt voor de voorlichtingsbijeenkomst of de workshop. Bij aanmelding voor de workshop kunt u bovendien aangeven over welke onderwerpen u meer wilt weten.
Tot slot vermeldt u:
- uw organisatienaam,
- uw organisatienummer,
- de deelnemers. Bij meerdere deelnemers namens uw bedrijf, dus graag ook hun namen vermelden.
Bron: www.ind.nl
Informatie over het Nederlandse vreemdelingenrecht en nationaliteitsrecht, inburgering, diversiteit, expats, vluchtelingen en gezinshereniging enz. Maar ook vacatures voor juristen die bezig willen houden in een internationale setting of zich in het vreemdelingenrecht willen verdiepen.
- immigration law blog on Dutch visa, residence permits, citizenship, nationality etc. -
Redactie mevr. mr M.W.W. Raspe (berichten uit de media zijn niet altijd ook haar mening)
31 maart 2010
Kortstondig verblijf buitenslands en de Pardonregeling (uitspraak)
LJN: BL8917, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Rotterdam , 09/26891
Datum uitspraak: 24-03-2010
Datum publicatie: 25-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Verweerder verwijst naar het verslag zoals neergelegd in TK 2007-2008, 31 018, nr. 41, pagina 7. Bladzijde 7 van voormeld verslag vermeldt dat verweerder de Tweede Kamer heeft medegedeeld dat, als mensen naar het buitenland reizen, de vraag van belang is wat hun intentie is om dat te doen. Ook de duur van het verblijf is belangrijk. In het geval van een kortstondig verblijf buiten Nederland zonder nadere indicatie in het IND-dossier omtrent de beweegredenen, wordt aangenomen dat niet de intentie van het verblijf is zich in dat land te vestigen.
Als het verblijf langer duurt dan twee weken, mag worden aangenomen dat de intentie is om zich in dat land te vestigen. Die termijn is vastgesteld door de rechter, aldus verweerder in voornoemd overleg. Uit deze gedragslijn van verweerder kan worden afgeleid dat de vreemdeling die de intentie heeft gehad Nederland definitief te verlaten, een verblijf in het buitenland, hoe kort van duur ook, wordt tegengeworpen. Hieruit volgt dat verweerder kennelijk de keuze heeft gemaakt om ook een vreemdeling zoals eiser, die Nederland heeft verlaten om aan zijn vertrekplicht te voldoen, maar die is teruggekeerd naar Nederland om dat hij zijn poging om wat voor reden dan ook gedwarsboomd zag, niet in aanmerking te laten komen voor een verblijfsvergunning. Naar het oordeel van de rechtbank staat die keuze niet in de weg aan een juiste uitvoering van de Pardonregeling en voert het te ver om die keuze als kennelijk onredelijk te aan te merken. Niet in geschil is dat eiser Nederland heeft verlaten en dat hij ook de intentie had Nederland definitief te verlaten. Volgens de gedragslijn wordt dus voor eiser geen uitzondering gemaakt op de beleidsregel dat sprake moet zijn van ononderbroken verblijf in Nederland. Beroep ongegrond.
www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 24-03-2010
Datum publicatie: 25-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Verweerder verwijst naar het verslag zoals neergelegd in TK 2007-2008, 31 018, nr. 41, pagina 7. Bladzijde 7 van voormeld verslag vermeldt dat verweerder de Tweede Kamer heeft medegedeeld dat, als mensen naar het buitenland reizen, de vraag van belang is wat hun intentie is om dat te doen. Ook de duur van het verblijf is belangrijk. In het geval van een kortstondig verblijf buiten Nederland zonder nadere indicatie in het IND-dossier omtrent de beweegredenen, wordt aangenomen dat niet de intentie van het verblijf is zich in dat land te vestigen.
Als het verblijf langer duurt dan twee weken, mag worden aangenomen dat de intentie is om zich in dat land te vestigen. Die termijn is vastgesteld door de rechter, aldus verweerder in voornoemd overleg. Uit deze gedragslijn van verweerder kan worden afgeleid dat de vreemdeling die de intentie heeft gehad Nederland definitief te verlaten, een verblijf in het buitenland, hoe kort van duur ook, wordt tegengeworpen. Hieruit volgt dat verweerder kennelijk de keuze heeft gemaakt om ook een vreemdeling zoals eiser, die Nederland heeft verlaten om aan zijn vertrekplicht te voldoen, maar die is teruggekeerd naar Nederland om dat hij zijn poging om wat voor reden dan ook gedwarsboomd zag, niet in aanmerking te laten komen voor een verblijfsvergunning. Naar het oordeel van de rechtbank staat die keuze niet in de weg aan een juiste uitvoering van de Pardonregeling en voert het te ver om die keuze als kennelijk onredelijk te aan te merken. Niet in geschil is dat eiser Nederland heeft verlaten en dat hij ook de intentie had Nederland definitief te verlaten. Volgens de gedragslijn wordt dus voor eiser geen uitzondering gemaakt op de beleidsregel dat sprake moet zijn van ononderbroken verblijf in Nederland. Beroep ongegrond.
www.rechtspraak.nl
Samenwoningeis om aanspraak te kunnen doen op gezinshereniging op basis van EU-recht ihkv Richtlijn 2004/38 en Metock (uitspraak)
LJN: BL8962, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Arnhem , AWB 09/17913
Datum uitspraak: 04-12-2009
Datum publicatie: 25-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Metock-arrest / Richtlijn 2004/38 / samenwoningeis
In geschil is of eiser, als gezinslid, afkomstig uit een derde land, van een Nederlandse een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen. Uit de tekst van de artikelen 8.7, 8.11 en 8.12 van het Vb 2000 alsmede uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie volgt dat een onderdaan met de nationaliteit van een derde land, die een gezinslid is van een eigen onderdaan, uitsluitend een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen indien, voorafgaand aan vestiging in Nederland, sprake is geweest van een gezamenlijk verblijf in de andere lidstaat. Anders dan eiser betoogt heeft het Hof van Justitie dit uitgangspunt in het arrest van 25 juli 2008 in de zaak Metock (nr. C-127/08) niet verlaten. Hieruit volgt dat eiser, die ten tijde van het verblijf van referente in Spanje nog geen relatie met haar onderhield, niet kan worden aangemerkt als partner als bedoeld in artikel 8.7, vierde lid, van het Vb 2000. Dientengevolge heeft verweerder de afgifte van het in artikel 9 van de Vw 2000 bedoelde document terecht geweigerd
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 04-12-2009
Datum publicatie: 25-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Metock-arrest / Richtlijn 2004/38 / samenwoningeis
In geschil is of eiser, als gezinslid, afkomstig uit een derde land, van een Nederlandse een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen. Uit de tekst van de artikelen 8.7, 8.11 en 8.12 van het Vb 2000 alsmede uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie volgt dat een onderdaan met de nationaliteit van een derde land, die een gezinslid is van een eigen onderdaan, uitsluitend een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen indien, voorafgaand aan vestiging in Nederland, sprake is geweest van een gezamenlijk verblijf in de andere lidstaat. Anders dan eiser betoogt heeft het Hof van Justitie dit uitgangspunt in het arrest van 25 juli 2008 in de zaak Metock (nr. C-127/08) niet verlaten. Hieruit volgt dat eiser, die ten tijde van het verblijf van referente in Spanje nog geen relatie met haar onderhield, niet kan worden aangemerkt als partner als bedoeld in artikel 8.7, vierde lid, van het Vb 2000. Dientengevolge heeft verweerder de afgifte van het in artikel 9 van de Vw 2000 bedoelde document terecht geweigerd
Bron: rechtspraak.nl
Toegewezen vovo in zaak Dublinclaimant die naar Griekenland zou worden gestuurd (uitspraak)
LJN: BL8073,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen , AWB 10/760 en AWB 10/756
Datum uitspraak: 02-03-2010
Datum publicatie: 24-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Dublin / Griekenland / interstatelijk vertrouwensbeginsel / UNHCR rapport december 2009
Verweerder heeft niet betwist dat uit voormelde passages van het UNHCR rapport volgt dat de Griekse autoriteiten handelen in strijd met het beginsel van non-refoulement. Hoewel verweerder ter zitting heeft benadrukt dat nog steeds geen concrete en gedocumenteerde gevallen bekend zijn van Dublin-claimanten die door de Griekse autoriteiten (naar Turkije) zijn uitgezet, overweegt de voorzieningenrechter dat uit de hierboven geciteerde passages van het UNHCR rapport en de hieronder volgende passages moet worden afgeleid dat dit op toeval berust. Zo het al lukt om een asielaanvraag in te dienen nadat de betreffende Dublin-claimant in Griekenland is teruggekeerd, blijken Dublin-claimanten door de Griekse autoriteiten niet als zodanig te worden geregistreerd, zodat niet in te zien valt waarom zij niet, net als de door de UNHCR beschreven personen, hetzelfde risico lopen (naar Turkije) te worden uitgezet. Uit het UNHCR rapport kan worden afgeleid dat allerminst valt uit sluiten dat een Dublin-claimant niet wordt gewezen op de mogelijkheid een beroepsprocedure in Griekenland te voeren dan wel een klacht in te dienen bij het EHRM en in strijd met het beginsel van non-refoulement door de Griekse autoriteiten (indirect) wordt verwijderd naar zijn land van herkomst, zonder dat hij de gelegenheid heeft gehad daartegen een effectief rechtsmiddel aan te wenden. De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat eiser, gelet op de informatie uit het UNHCR rapport, die strookt met de informatie uit de overige door eiser overgelegde stukken, aannemelijk heeft gemaakt dat zich in zijn zaak feiten en omstandigheden voordoen op basis waarvan de presumptie van eerbiediging door Griekenland van het Vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het EVRM wordt weerlegd. Anders dan verweerder kennelijk meent, is daarvoor niet noodzakelijk dat sprake dient te zijn van eiser persoonlijk betreffende omstandigheden die maken dat juist eiser een risico loopt om door de Griekse autoriteiten te worden gerefouleerd. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat verweerder niet zonder nader onderzoek en nadere motivering heeft mogen aannemen dat er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel van mag worden uitgegaan dat Griekenland zijn verdragsverplichtingen jegens eiser zal nakomen.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 02-03-2010
Datum publicatie: 24-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Dublin / Griekenland / interstatelijk vertrouwensbeginsel / UNHCR rapport december 2009
Verweerder heeft niet betwist dat uit voormelde passages van het UNHCR rapport volgt dat de Griekse autoriteiten handelen in strijd met het beginsel van non-refoulement. Hoewel verweerder ter zitting heeft benadrukt dat nog steeds geen concrete en gedocumenteerde gevallen bekend zijn van Dublin-claimanten die door de Griekse autoriteiten (naar Turkije) zijn uitgezet, overweegt de voorzieningenrechter dat uit de hierboven geciteerde passages van het UNHCR rapport en de hieronder volgende passages moet worden afgeleid dat dit op toeval berust. Zo het al lukt om een asielaanvraag in te dienen nadat de betreffende Dublin-claimant in Griekenland is teruggekeerd, blijken Dublin-claimanten door de Griekse autoriteiten niet als zodanig te worden geregistreerd, zodat niet in te zien valt waarom zij niet, net als de door de UNHCR beschreven personen, hetzelfde risico lopen (naar Turkije) te worden uitgezet. Uit het UNHCR rapport kan worden afgeleid dat allerminst valt uit sluiten dat een Dublin-claimant niet wordt gewezen op de mogelijkheid een beroepsprocedure in Griekenland te voeren dan wel een klacht in te dienen bij het EHRM en in strijd met het beginsel van non-refoulement door de Griekse autoriteiten (indirect) wordt verwijderd naar zijn land van herkomst, zonder dat hij de gelegenheid heeft gehad daartegen een effectief rechtsmiddel aan te wenden. De voorzieningenrechter concludeert dan ook dat eiser, gelet op de informatie uit het UNHCR rapport, die strookt met de informatie uit de overige door eiser overgelegde stukken, aannemelijk heeft gemaakt dat zich in zijn zaak feiten en omstandigheden voordoen op basis waarvan de presumptie van eerbiediging door Griekenland van het Vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het EVRM wordt weerlegd. Anders dan verweerder kennelijk meent, is daarvoor niet noodzakelijk dat sprake dient te zijn van eiser persoonlijk betreffende omstandigheden die maken dat juist eiser een risico loopt om door de Griekse autoriteiten te worden gerefouleerd. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat verweerder niet zonder nader onderzoek en nadere motivering heeft mogen aannemen dat er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel van mag worden uitgegaan dat Griekenland zijn verdragsverplichtingen jegens eiser zal nakomen.
Bron: rechtspraak.nl
Uitspraak over pleegkinderen en nareistermijn (uitspraak rechtbank)
LJN: BL5733, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 09/35242
Datum uitspraak: 24-02-2010
Datum publicatie: 24-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Pleegkinderen / hoofdpersoon / nareiscriterium artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 / mvv-aanvraag na een negatief advies.
De vraag wie als hoofdpersoon ten aanzien van de pleegkinderen moet worden aangemerkt, na het overlijden van hun ouders, dient in redelijkheid te worden uitgelegd aan de hand van de normale betekenis van het woord. Hierbij is de feitelijke situatie doorslaggevend. Zo is onder meer van belang hoe in het gezin de zorgtaken ten aanzien van de kinderen waren verdeeld, wie de belangrijke beslissingen ten aanzien van hen nam en wie (financieel) in hun onderhoud voorzag. Aan de eigendom van het familiehuis komt voor deze beoordeling geen doorslaggevende betekenis toe.
In het beleid van verweerder is geen bepaling opgenomen op grond waarvan aan het nareiscriterium niet zou zijn voldaan indien negatief is beslist op de tijdig ingediende adviesaanvraag. De achterliggende gedachte van de driemaandentermijn, neergelegd in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000, is dat de intentie van de in Nederland verblijvende hoofdpersoon om zijn achtergelaten gezinsleden zo snel mogelijk te laten overkomen, binnen een relatief korte periode kenbaar moet zijn gemaakt. Deze intentie blijkt uit het indienen van de adviesaanvraag en niet uit verweerders beslissing hierop, zodat niet valt in te zien dat bij een negatief advies niet langer zou zijn voldaan aan de ratio van de regeling. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder in dit geval van een onredelijke uitleg van het beleid is uitgegaan. Beroep gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Hoop dat Vluchtelingenwerk dit leest aangezien die de meeste van deze aanvragen doen.
Datum uitspraak: 24-02-2010
Datum publicatie: 24-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Pleegkinderen / hoofdpersoon / nareiscriterium artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000 / mvv-aanvraag na een negatief advies.
De vraag wie als hoofdpersoon ten aanzien van de pleegkinderen moet worden aangemerkt, na het overlijden van hun ouders, dient in redelijkheid te worden uitgelegd aan de hand van de normale betekenis van het woord. Hierbij is de feitelijke situatie doorslaggevend. Zo is onder meer van belang hoe in het gezin de zorgtaken ten aanzien van de kinderen waren verdeeld, wie de belangrijke beslissingen ten aanzien van hen nam en wie (financieel) in hun onderhoud voorzag. Aan de eigendom van het familiehuis komt voor deze beoordeling geen doorslaggevende betekenis toe.
In het beleid van verweerder is geen bepaling opgenomen op grond waarvan aan het nareiscriterium niet zou zijn voldaan indien negatief is beslist op de tijdig ingediende adviesaanvraag. De achterliggende gedachte van de driemaandentermijn, neergelegd in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw 2000, is dat de intentie van de in Nederland verblijvende hoofdpersoon om zijn achtergelaten gezinsleden zo snel mogelijk te laten overkomen, binnen een relatief korte periode kenbaar moet zijn gemaakt. Deze intentie blijkt uit het indienen van de adviesaanvraag en niet uit verweerders beslissing hierop, zodat niet valt in te zien dat bij een negatief advies niet langer zou zijn voldaan aan de ratio van de regeling. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder in dit geval van een onredelijke uitleg van het beleid is uitgegaan. Beroep gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Hoop dat Vluchtelingenwerk dit leest aangezien die de meeste van deze aanvragen doen.
VACATURE: Senior sociaalwetenschappelijk medewerker (integratie)
Sociaal en Cultureel Planbureau, onderzoeksgroep Educatie en Minderheden (Den Haag)
Functieomschrijving
Je houdt je bezig met projecten die gericht zijn op de beschrijving en analyse van de integratie van niet-westerse migranten en hun kinderen. Je verricht zelfstandig onderzoek en draagt bij aan rapportages zoals het Jaarrapport integratie en rapportages over de integratie van vluchtelingengroepen, Polen en Chinezen.
Functie-eisen
Je bent een sociaalwetenschappelijke onderzoeker met gedegen kennis van integratievraagstukken. Je hebt een wetenschappelijke promotie afgerond, bij voorkeur op het vakgebied. Je beschikt over ervaring met het werken met grootschalige databestanden, het gebruik van statistische pakketten en multivariate analysetechnieken. Verder bezit je goede redactionele vaardigheden en heb je affiniteit met beleid en beleidsonderzoek.
Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 12
Minimum salaris: € 3340 bruto per maand
Maximum salaris: € 4964 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Contractduur 4 jaar
Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaartrajectkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.
De organisatie
Sociaal en Cultureel Planbureau, onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
Het Sociaal en Cultureel Planbureau is een wetenschappelijk instituut dat zelfstandig onderzoek doet. Op basis van dit onderzoek brengt het, gevraagd en ongevraagd, rapporten uit aan de regering, de Eerste en Tweede Kamer, ministeries, maatschappelijke organisaties en andere overheidsorganisaties. De onderzoeksresultaten zijn ook voor het professionele en bestuurlijke kader in de quartaire sector en voor de wetenschap van belang. Het Sociaal en Cultureel Planbureau valt formeel onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Meer informatie over de organisatie
Onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
De onderzoeksgroep Educatie en Minderheden verricht empirisch onderzoek naar vraagstukken die betrekking hebben op het onderwijs en voert studies uit die ingaan op de positie van niet-westerse migranten in dit land. Belangrijke publicaties op het terrein van niet-westerse migranten zijn het Jaarrapport integratie en de Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de arbeidsmarkt. Voorts worden onder regie van de onderzoeksgroep grootschalige surveys onder de migrantengroepen voorbereid en uitgevoerd.
Bijzonderheden
In verband met het belang dat wij hechten aan een evenwichtige personeelssamenstelling worden kandidaten met een dubbele culturele achtergrond nadrukkelijk uitgenodigd te solliciteren. U kunt uw sollicitatie richten aan: Dr. R.V. Bijl (adj. directeur).
Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar vacatures@minvws.nl.
Functieomschrijving
Je houdt je bezig met projecten die gericht zijn op de beschrijving en analyse van de integratie van niet-westerse migranten en hun kinderen. Je verricht zelfstandig onderzoek en draagt bij aan rapportages zoals het Jaarrapport integratie en rapportages over de integratie van vluchtelingengroepen, Polen en Chinezen.
Functie-eisen
Je bent een sociaalwetenschappelijke onderzoeker met gedegen kennis van integratievraagstukken. Je hebt een wetenschappelijke promotie afgerond, bij voorkeur op het vakgebied. Je beschikt over ervaring met het werken met grootschalige databestanden, het gebruik van statistische pakketten en multivariate analysetechnieken. Verder bezit je goede redactionele vaardigheden en heb je affiniteit met beleid en beleidsonderzoek.
Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 12
Minimum salaris: € 3340 bruto per maand
Maximum salaris: € 4964 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Contractduur 4 jaar
Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaartrajectkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.
De organisatie
Sociaal en Cultureel Planbureau, onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
Het Sociaal en Cultureel Planbureau is een wetenschappelijk instituut dat zelfstandig onderzoek doet. Op basis van dit onderzoek brengt het, gevraagd en ongevraagd, rapporten uit aan de regering, de Eerste en Tweede Kamer, ministeries, maatschappelijke organisaties en andere overheidsorganisaties. De onderzoeksresultaten zijn ook voor het professionele en bestuurlijke kader in de quartaire sector en voor de wetenschap van belang. Het Sociaal en Cultureel Planbureau valt formeel onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Meer informatie over de organisatie
Onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
De onderzoeksgroep Educatie en Minderheden verricht empirisch onderzoek naar vraagstukken die betrekking hebben op het onderwijs en voert studies uit die ingaan op de positie van niet-westerse migranten in dit land. Belangrijke publicaties op het terrein van niet-westerse migranten zijn het Jaarrapport integratie en de Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de arbeidsmarkt. Voorts worden onder regie van de onderzoeksgroep grootschalige surveys onder de migrantengroepen voorbereid en uitgevoerd.
Bijzonderheden
In verband met het belang dat wij hechten aan een evenwichtige personeelssamenstelling worden kandidaten met een dubbele culturele achtergrond nadrukkelijk uitgenodigd te solliciteren. U kunt uw sollicitatie richten aan: Dr. R.V. Bijl (adj. directeur).
Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar vacatures@minvws.nl.
Vacature: Sociaalwetenschappelijk medewerker (integratie)
Sociaal en Cultureel Planbureau, onderzoeksgroep Educatie en Minderheden (Den Haag)
Functieomschrijving
Je bent verantwoordelijk voor de voorbereiding en begeleiding van grootschalig veldwerk onder personen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst. Je werkzaamheden maken deel uit van projecten die ten doel hebben de stand van zaken en ontwikkelingen rond de integratie van niet-westerse migranten in kaart te brengen. Je werkt mee aan de opzet van de vragenlijst, onderhoudt contacten met het bureau dat het veldwerk uitvoert en bent betrokken bij de rapportage over het verloop van het veldwerk.
Functie-eisen
Je hebt een sociaalwetenschappelijke, academische studie afgerond. Je hebt ervaring met het opzetten van grootschalig survey-onderzoek en beschikt over kennis van het opstellen van vragenlijsten, steekproeftrekking en non-respons. Als je gepromoveerd bent in de sociale wetenschappen, is dat een pre.
Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 11
Minimum salaris: € 2850 bruto per maand
Maximum salaris: € 4380 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Contractduur 1,5 jaar
Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaartrajcetkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.
De organisatie
Sociaal en Cultureel Planbureau, onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
Het Sociaal en Cultureel Planbureau is een wetenschappelijk instituut dat zelfstandig onderzoek doet. Op basis van dit onderzoek brengt het, gevraagd en ongevraagd, rapporten uit aan de regering, de Eerste en Tweede Kamer, ministeries, maatschappelijke organisaties en andere overheidsorganisaties. De onderzoeksresultaten zijn ook voor het professionele en bestuurlijke kader in de quartaire sector en voor de wetenschap van belang. Het Sociaal en Cultureel Planbureau valt formeel onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
De onderzoeksgroep Educatie en Minderheden verricht empirisch onderzoek naar vraagstukken die betrekking hebben op het onderwijs en voert studies uit die ingaan op de positie van niet-westerse migranten in dit land. Belangrijke publicaties op het terrein van niet-westerse migranten zijn het Jaarrapport integratie en de Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de arbeidsmarkt. Voorts worden onder regie van de onderzoeksgroep grootschalige surveys onder de migrantengroepen voorbereid en uitgevoerd.
Bijzonderheden
In verband met het belang dat wij hechten aan een evenwichtige personeelssamenstelling worden kandidaten met een dubbele culturele achtergrond nadrukkelijk uitgenodigd te solliciteren. U kunt uw sollicitatie richten aan: Dr. R.V. Bijl (adj. directeur).
Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar vacatures@minvws.nl.
Functieomschrijving
Je bent verantwoordelijk voor de voorbereiding en begeleiding van grootschalig veldwerk onder personen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse herkomst. Je werkzaamheden maken deel uit van projecten die ten doel hebben de stand van zaken en ontwikkelingen rond de integratie van niet-westerse migranten in kaart te brengen. Je werkt mee aan de opzet van de vragenlijst, onderhoudt contacten met het bureau dat het veldwerk uitvoert en bent betrokken bij de rapportage over het verloop van het veldwerk.
Functie-eisen
Je hebt een sociaalwetenschappelijke, academische studie afgerond. Je hebt ervaring met het opzetten van grootschalig survey-onderzoek en beschikt over kennis van het opstellen van vragenlijsten, steekproeftrekking en non-respons. Als je gepromoveerd bent in de sociale wetenschappen, is dat een pre.
Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 11
Minimum salaris: € 2850 bruto per maand
Maximum salaris: € 4380 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Contractduur 1,5 jaar
Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaartrajcetkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.
De organisatie
Sociaal en Cultureel Planbureau, onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
Het Sociaal en Cultureel Planbureau is een wetenschappelijk instituut dat zelfstandig onderzoek doet. Op basis van dit onderzoek brengt het, gevraagd en ongevraagd, rapporten uit aan de regering, de Eerste en Tweede Kamer, ministeries, maatschappelijke organisaties en andere overheidsorganisaties. De onderzoeksresultaten zijn ook voor het professionele en bestuurlijke kader in de quartaire sector en voor de wetenschap van belang. Het Sociaal en Cultureel Planbureau valt formeel onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onderzoeksgroep Educatie en Minderheden
De onderzoeksgroep Educatie en Minderheden verricht empirisch onderzoek naar vraagstukken die betrekking hebben op het onderwijs en voert studies uit die ingaan op de positie van niet-westerse migranten in dit land. Belangrijke publicaties op het terrein van niet-westerse migranten zijn het Jaarrapport integratie en de Discriminatiemonitor niet-westerse allochtonen op de arbeidsmarkt. Voorts worden onder regie van de onderzoeksgroep grootschalige surveys onder de migrantengroepen voorbereid en uitgevoerd.
Bijzonderheden
In verband met het belang dat wij hechten aan een evenwichtige personeelssamenstelling worden kandidaten met een dubbele culturele achtergrond nadrukkelijk uitgenodigd te solliciteren. U kunt uw sollicitatie richten aan: Dr. R.V. Bijl (adj. directeur).
Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar vacatures@minvws.nl.
Aantal onverzekerde allochtonen neemt toe
VOORBURG - Het aantal allochtone Nederlanders dat geen zorgverzekering heeft, is toegenomen.
Op 1 mei vorig jaar waren het er bijna 115.000, vijfduizend meer dan de kleine 110.000 van een jaar eerder. In mei 2009 was 3,5 procent van de allochtonen onverzekerd.
Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag heeft gepubliceerd.
Bron: http://www.nu.nl/economie/2216463/-aantal-onverzekerde-allochtonen-neemt-toe.html
En als je dan wel ziek wordt ga je met het pasje van een vriendin naar het ziekenhuis en raken patientendossiers in de war.
Rekenkamer betwijfelt deadline ICT-systeem IND
De Algemene Rekenkamer twijfelt of het ict-programma Indigo van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in 2011 operationeel is. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in een terugblik over 2010. De dienst verwacht dat de ingebruikname van een deel van het ict-systeem start voor 15 april 2010. ‘Maar de IND moet nog een grote inspanning leveren om Indigo door te voeren', aldus demissionair minister Hirsch Ballin van Justitie in een reactie op de terugblik.
Het ict-systeem Indigo moet de processen en informatie van de overheidsorganisatie structureren. Er zijn al delen van het systeem in gebruik. De IND hanteert een planning voor de invoering van de rest van het systeem. In de loop van 2011 moet het gehele systeem operationeel zijn. Tussentijds vinden deelopleveringen plaats. Volgens de Algemene Rekenkamer zijn geen harde data bekend waarop deze deeltrajecten worden opgeleverd.
ReëelDe deadline van het eerste deeltraject, waarbij het systeem voor de werkprocessen wordt opgeleverd, is op 15 april 2010. De Rekenkamer zegt niet te kunnen beoordelen of dit een reële opleverdatum is.
Eigenlijk zou de opleverdatum van dit deelproject in december 2009 zijn. Toen in augustus 2009 bleek dat deze deadline niet zou worden gehaald, nam cio Hans Blokpoel een aantal maatregelen. Onder meer werd de oplevering van een aantal deeltrajecten opgeschort. ‘Door deze maatregelen is het programma weliswaar meer onder controle, maar er is onder meer nog wel aandacht nodig voor het proces van documenteren', aldus de Algemene Rekenkamer.
BesparingDe IND denkt jaarlijks 45 miljoen euro te kunnen besparen door het ict-systeem. Volgens de Rekenkamer kan deze verbetering alleen worden gehaald als het systeem volledig is gerealiseerd.
Het programma werd in 2009 verkozen tot beste ict-architectuurprogramma door het Nederlands Architectuur Forum voor de digitale wereld (NAF). De overheidsorganisatie werd vooral geprezen om de wijze waarop de primaire bedrijfsprocessen opnieuw zijn ingericht en legacysystemen worden vervangen.
Read more: http://www.computable.nl/artikel/ict_topics/overheid/3303976/1277202/rekenkamer-betwijfelt-deadline-ictsysteem-ind.html#ixzz0jkerDdwU
Bron: http://www.computable.nl/artikel/ict_topics/overheid/3303976/1277202/rekenkamer-betwijfelt-deadline-ictsysteem-ind.html
Het ict-systeem Indigo moet de processen en informatie van de overheidsorganisatie structureren. Er zijn al delen van het systeem in gebruik. De IND hanteert een planning voor de invoering van de rest van het systeem. In de loop van 2011 moet het gehele systeem operationeel zijn. Tussentijds vinden deelopleveringen plaats. Volgens de Algemene Rekenkamer zijn geen harde data bekend waarop deze deeltrajecten worden opgeleverd.
ReëelDe deadline van het eerste deeltraject, waarbij het systeem voor de werkprocessen wordt opgeleverd, is op 15 april 2010. De Rekenkamer zegt niet te kunnen beoordelen of dit een reële opleverdatum is.
Eigenlijk zou de opleverdatum van dit deelproject in december 2009 zijn. Toen in augustus 2009 bleek dat deze deadline niet zou worden gehaald, nam cio Hans Blokpoel een aantal maatregelen. Onder meer werd de oplevering van een aantal deeltrajecten opgeschort. ‘Door deze maatregelen is het programma weliswaar meer onder controle, maar er is onder meer nog wel aandacht nodig voor het proces van documenteren', aldus de Algemene Rekenkamer.
BesparingDe IND denkt jaarlijks 45 miljoen euro te kunnen besparen door het ict-systeem. Volgens de Rekenkamer kan deze verbetering alleen worden gehaald als het systeem volledig is gerealiseerd.
Het programma werd in 2009 verkozen tot beste ict-architectuurprogramma door het Nederlands Architectuur Forum voor de digitale wereld (NAF). De overheidsorganisatie werd vooral geprezen om de wijze waarop de primaire bedrijfsprocessen opnieuw zijn ingericht en legacysystemen worden vervangen.
Read more: http://www.computable.nl/artikel/ict_topics/overheid/3303976/1277202/rekenkamer-betwijfelt-deadline-ictsysteem-ind.html#ixzz0jkerDdwU
Bron: http://www.computable.nl/artikel/ict_topics/overheid/3303976/1277202/rekenkamer-betwijfelt-deadline-ictsysteem-ind.html
VluchtelingenWerk zoekt vrijwilligers voor nieuw OIC in Ter Apel
In Ter Apel is recent een nieuw OIC gevestigd waar reeds 400 personen verblijven. Het betreft een asielzoekerscentrum waar mensen verblijven die onlangs asiel hebben aangevraagd bij de IND. Ze zijn in de opvang geplaatst in afwachting van het vervolg van hun procedure. VluchtelingenWerk Noord-Nederland (VWNN) start daarom een nieuw team en zoekt minimaal 10 vrijwilligers uit de regio die 1 à 2 dagen per week (op werkdagen) voor VluchtelingenWerk willen werken.
Activiteiten VluchtelingenWerk
VluchtelingenWerk geeft aan de asielzoekers in dit nieuwe centrum voorlichting over de stand van zaken in de individuele asielprocedure. Ook diverse vragen worden beantwoord. Verder is VluchtelingenWerk de schakel tussen advocaat en asielzoeker: uitleg over afspraken, post over zittingen in de rechtbank en ook het vertalen en bespreken van post waarin het ministerie van Justitie definitief antwoord geeft op de asielaanvraag.
Als dit antwoord positief is geeft VluchtelingenWerk de asielzoeker eventueel begeleiding bij het aanvragen van gezinshereniging. Indien men een negatieve beslissing ontvangt, geeft VluchtelingenWerk voorlichting over terugkeer.
We vragen
VluchtelingenWerk zoekt vrijwilligers die één of meer moderne talen beheersen, en beschikken over goede communicatieve vaardigheden.
We bieden
VluchtelingenWerk biedt de vrijwilliger gevarieerd werk, aangevuld met cursussen en trainingen afgestemd op de praktijk. Er is een beroepskracht die het werk coördineert en de vrijwilliger begeleidt. Vrijwilligers ontvangen een reiskostenvergoeding.
Als vrijwilliger doe je ruime kennis en werkervaring op met betrekking tot landen van herkomst, politiek en cultuur. Het werk voor VluchtelingenWerk is al vaak van waarde gebleken op een cv bij sollicitaties. VluchtelingenWerk heeft ook plaats voor stagiaires van HBO-opleidingen.
Doel VluchtelingenWerk
Doel van Vluchtelingenwerk in Ter Apel is het bevorderen van en bijdragen aan een correcte en eerlijke asielprocedure. In Ter Apel is VluchtelingenWerk ook actief in de Tijdelijke Noodvoorziening (TNV), het Aanmeldcentrum (AC) en de Verblijfsbeperkende Locatie (VBL).
Meer informatie of interesse?
Bel 0599-481063 of 0599-481334. Mailen mag ook: oicterapel@vwnn.nl Zie ook www.vluchtelingenwerk.nl en www.vwnn.nl.
Bron: www.vluchtelingenwerk.nl
Activiteiten VluchtelingenWerk
VluchtelingenWerk geeft aan de asielzoekers in dit nieuwe centrum voorlichting over de stand van zaken in de individuele asielprocedure. Ook diverse vragen worden beantwoord. Verder is VluchtelingenWerk de schakel tussen advocaat en asielzoeker: uitleg over afspraken, post over zittingen in de rechtbank en ook het vertalen en bespreken van post waarin het ministerie van Justitie definitief antwoord geeft op de asielaanvraag.
Als dit antwoord positief is geeft VluchtelingenWerk de asielzoeker eventueel begeleiding bij het aanvragen van gezinshereniging. Indien men een negatieve beslissing ontvangt, geeft VluchtelingenWerk voorlichting over terugkeer.
We vragen
VluchtelingenWerk zoekt vrijwilligers die één of meer moderne talen beheersen, en beschikken over goede communicatieve vaardigheden.
We bieden
VluchtelingenWerk biedt de vrijwilliger gevarieerd werk, aangevuld met cursussen en trainingen afgestemd op de praktijk. Er is een beroepskracht die het werk coördineert en de vrijwilliger begeleidt. Vrijwilligers ontvangen een reiskostenvergoeding.
Als vrijwilliger doe je ruime kennis en werkervaring op met betrekking tot landen van herkomst, politiek en cultuur. Het werk voor VluchtelingenWerk is al vaak van waarde gebleken op een cv bij sollicitaties. VluchtelingenWerk heeft ook plaats voor stagiaires van HBO-opleidingen.
Doel VluchtelingenWerk
Doel van Vluchtelingenwerk in Ter Apel is het bevorderen van en bijdragen aan een correcte en eerlijke asielprocedure. In Ter Apel is VluchtelingenWerk ook actief in de Tijdelijke Noodvoorziening (TNV), het Aanmeldcentrum (AC) en de Verblijfsbeperkende Locatie (VBL).
Meer informatie of interesse?
Bel 0599-481063 of 0599-481334. Mailen mag ook: oicterapel@vwnn.nl Zie ook www.vluchtelingenwerk.nl en www.vwnn.nl.
Bron: www.vluchtelingenwerk.nl
VACTURE: VluchtelingenWerk Midden Gelderland zoekt Consulent Integratie (betaalde baan)
Stichting VluchtelingenWerk Midden Gelderland zoekt per direct een Consulent Integratie voor 16 uur per week (met uitbreiding naar 20 uur per week, afhankelijk van het aantal nieuwe trajecten). Je reactie is welkom tot vrijdag 9 april 2010 10.00 uur.
De consulent integratie houdt zich met name bezig met organisatie en uitvoering van inburgerings- en taaltrajecten (taalmaatjes) en -activiteiten. Om tot een effectieve dienstverlening te komen dient de consulent integratie vrijwilligers te werven en aan te sturen. Acquisitie en het uitvoeren van re-integratie trajecten die toeleiden naar de arbeidsmarkt zijn daarnaast belangrijke aandachtsgebieden.
Aanstelling is in het werkgebied van SVMG; de consulent integratie is werkzaam in verschillende gemeenten en kantoorlocaties in de regio Noord, in eerste instantie op de locaties rondom Harderwijk en Nunspeet.
De consulent integratie ressorteert hiërarchisch onder de regiomanager Noord.
Wij vragen:
HBO werk- en denkniveau;
Prioriteit bij de organisatie en uitvoering van de trajecten door middel van het effectief werven van cliënten en aansturen van vrijwilligers;
Aantoonbare ervaring met de werving en aansturing van vrijwilligers;
Aantoonbare kennis van taaltrajecten en/of taalondersteunende activiteiten;
Ervaring met acquisitie en uitvoering van integratie trajecten (gewenst);
Het reeds beschikken over een bestaand netwerk inzake re-integratie activiteiten in de regio (pré);
Een flexibele instelling (van belang);
Beschikbaarheid eigen vervoer (noodzakelijk).
Wij bieden:
In eerste instantie een contract voor 1 jaar.
Arbeidsvoorwaarden op basis van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, schaal 8.
Meer informatie
Informatie over de inhoud van de functie kun je opvragen bij Christine Pans, regiomanager Noord, telefoon 06-55696291.
Informatie over de procedure kun je opvragen bij Marie-louise de Bie, telefoon (026) 370 27 77.
De volledige tekst van de vacature met beschrijving van de functie is te vinden op www.svmg.nl .
Solliciteren
Je kunt jouw sollicitatiebrief met curriculum vitae sturen naar:
SVMG
Roermondsplein 30
6811 JN ARNHEM
of per e-mail aan: mdebie@svmg.nl o.v.v. Vacature CI regio Noord.
Reacties moeten uiterlijk 9 april 2010, 10.00 uur binnen zijn. Gesprekken zullen zo spoedig mogelijk na de sluitingsdatum in week 15 plaatsvinden in Harderwijk.
Bron: vluchtelingenwerk.nl
De consulent integratie houdt zich met name bezig met organisatie en uitvoering van inburgerings- en taaltrajecten (taalmaatjes) en -activiteiten. Om tot een effectieve dienstverlening te komen dient de consulent integratie vrijwilligers te werven en aan te sturen. Acquisitie en het uitvoeren van re-integratie trajecten die toeleiden naar de arbeidsmarkt zijn daarnaast belangrijke aandachtsgebieden.
Aanstelling is in het werkgebied van SVMG; de consulent integratie is werkzaam in verschillende gemeenten en kantoorlocaties in de regio Noord, in eerste instantie op de locaties rondom Harderwijk en Nunspeet.
De consulent integratie ressorteert hiërarchisch onder de regiomanager Noord.
Wij vragen:
HBO werk- en denkniveau;
Prioriteit bij de organisatie en uitvoering van de trajecten door middel van het effectief werven van cliënten en aansturen van vrijwilligers;
Aantoonbare ervaring met de werving en aansturing van vrijwilligers;
Aantoonbare kennis van taaltrajecten en/of taalondersteunende activiteiten;
Ervaring met acquisitie en uitvoering van integratie trajecten (gewenst);
Het reeds beschikken over een bestaand netwerk inzake re-integratie activiteiten in de regio (pré);
Een flexibele instelling (van belang);
Beschikbaarheid eigen vervoer (noodzakelijk).
Wij bieden:
In eerste instantie een contract voor 1 jaar.
Arbeidsvoorwaarden op basis van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, schaal 8.
Meer informatie
Informatie over de inhoud van de functie kun je opvragen bij Christine Pans, regiomanager Noord, telefoon 06-55696291.
Informatie over de procedure kun je opvragen bij Marie-louise de Bie, telefoon (026) 370 27 77.
De volledige tekst van de vacature met beschrijving van de functie is te vinden op www.svmg.nl .
Solliciteren
Je kunt jouw sollicitatiebrief met curriculum vitae sturen naar:
SVMG
Roermondsplein 30
6811 JN ARNHEM
of per e-mail aan: mdebie@svmg.nl o.v.v. Vacature CI regio Noord.
Reacties moeten uiterlijk 9 april 2010, 10.00 uur binnen zijn. Gesprekken zullen zo spoedig mogelijk na de sluitingsdatum in week 15 plaatsvinden in Harderwijk.
Bron: vluchtelingenwerk.nl
Jonge asielzoekers moeten "terug naar Kaboel"
31 maart 2010 (MO) - Afghaanse asielzoekers zullen hun asielaanvraag eerder afgewezen dan erkend zien. De Belgische staat schrikt zelfs niet terug voor repatriëring naar Afghanistan, ook al woedt daar een uitzichtloze oorlog.
Sadiq Ahmady, een Afghaanse twintiger, vluchtte in 2006 uit Iran –waar hij opgroeide als een van de twee miljoen Afghaanse vluchtelingen– om een hels reisjaar later in het Brusselse Noordstation aan te komen. In Brussel hoopte hij te vinden wat hij zocht: een stad waar “mensenrechten” geen ijdel woord is.
Na twee negatieve asielaanvragen, een beroepsprocedure, een regularisatieaanvraag en een afgewezen aanvraag om als staatloze erkend te worden, heeft hij zijn zoektocht gestaakt. Hij kan zijn cynisme en ontgoocheling niet verbergen. ‘Ik ben geen jaar door al die ellende heen gegaan om dan dit te krijgen. België wil me niet, Iran wil me niet en het laatste wat ik wil, is naar een onbekend land als Afghanistan gestuurd te worden.’
‘In 2009 werden elf Afghanen naar Kaboel teruggestuurd en 87 Afghanen naar de Europese lidstaat waar ze een eerste aanvraag hadden gedaan, in het kader van de Europese afspraken’, zegt Katrien Jansseune van de Dienst Vreemdelingenzaken. De terugkeercijfers voor de maanden januari en februari waren ‘nog niet beschikbaar’. In het kader van de Dublin II-Verordening worden Afghanen ook naar Griekenland gerepatrieerd. Die repatriëringen naar Griekenland zijn controversieel, want Athene kent nauwelijks bescherming toe aan asielzoekers.
Nog meer ter discussie staat repatriëring naar Kaboel. Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) beschouwt de Afghaanse hoofdstad niet als een regio met een veralgemeend risico voor burgers, wat An Maes van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen niet begrijpt: ‘Bomaanslagen kunnen ook burgers treffen, bijvoorbeeld in bepaalde wijken waar mensen van dezelfde etnie of dezelfde politieke kleur wonen. En zelfmoordaanslagen kunnen wel degelijk een algemeen reëel risico voor burgers scheppen.’
Voorlopig heeft Sadiq Ahmady nog een bed in het opvangcentrum van Kapellen, wanneer hij uitgeprocedeerd zal zijn, belandt hij op straat. Maar hij kent jongens die er slechter voorstaan. Dawood, bijvoorbeeld, is zestien jaar of misschien ouder. Zijn dossier zit intussen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, om te vermijden dat hij gerepatrieerd wordt naar Griekenland. En bij de Raad van State heeft hij beroep aangetekend tegen de leeftijdstest die hem meerderjarig verklaarde. Intussen heeft hij geen recht op een voogd, opvang door Fedasil of financiële steun bij het OCMW. Naar school gaat hij niet. Of neem Seyedi, ook een Afghaanse vluchteling die in Iran is geboren. Omdat hij niet kan bewijzen dat zijn ouders twintig jaar geleden naar Iran vluchtten, vreest hij om naar Afghanistan gestuurd te worden. Hij zit psychisch aan de grond.
Het leven zoals het is
Ik ontmoet Sadiq Ahmady in het protestants sociaal centrum (PSC) De Terp, hartje Stuivenberg in Antwerpen. Hij is een van de veertig Afghaanse jongeren die steun krijgen van het PSC. ‘Het PSC vangt de jongeren op die door de mazen van het Belgische opvangnet vallen’, zegt Marijke D’Herde van de jongerendienst van het PSC. ‘Zodra die jongens meerderjarig worden of wanneer hun leeftijd betwist wordt, hebben ze geen recht meer op een voogd. Erkenning als vluchteling zit er zelden in, ook subsidiaire bescherming is moeilijk te verkrijgen.’
De meeste jongens kwamen alleen naar hier, zonder familie. Het maakt hen bijzonder kwetsbaar, want ze kunnen niet terugvallen op familiale netwerken. Ze hebben bovendien onvoldoende toegang tot medische en psychologische hulp, laat staan aangepaste scholing. Het vinden van huisvesting is een groot probleem. D’Herde: ‘De asielcentra zitten vol, ze krijgen de raad zelf een woning te zoeken. In dat geval hebben ze recht op financiële steun van het OCMW. Alleen, het woningaanbod in Antwerpen is heel klein en vaak onbetaalbaar, en de OCMW-steun voorziet niet in het betalen van een waarborg. Het komt ook voor dat het OCMW steun weigert, of onregelmatig betaalt, waardoor jongeren problemen krijgen met de huisbaas.’
Bescherming
Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) bracht recent een nota uit met daarin zijn beleidslijnen ten aanzien van Afghaanse asielzoekers. An Maes heeft bedenkingen bij de kloof tussen de theorie in de nota en de praktijk van de aanpak. ‘Het feit dat iemand al dan niet recent in zijn land van herkomst verbleven heeft, is geen criterium om als vluchteling erkend te worden of om subsidiaire bescherming te krijgen. Bovendien worden asielzoekers onderworpen aan een zeer moeilijke test met vragen over de streek van herkomst, die slaan op actualiteit, politiek, geografie, geschiedenis. Die vragen zijn soms niet aangepast aan het profiel van de mensen die ze moeten beantwoorden.’
Commissaris-generaal Dirk Van Den Bulck van het CGVS noemt die kritiek overdreven. ‘Hulpverleners staren zich blind op enkele aspecten in de motivatie van de beslissingen. De algemene vragen die gesteld worden zijn echt wel veel ruimer dan die enkele vragen die intellectualistisch overkomen. Bovendien is er altijd beroep mogelijk tegen onze beslissingen. We evalueren onze ondervraagmethoden ook voortdurend, juist om ze beter af te stemmen op de persoon die voor je zit. Dat is zeker zo voor de Afghaanse dossiers.’
België biedt Afghaanse asielzoekers een beschermingsgraad van veertig procent, inclusief het vluchtelingenstatuut en subsidiaire bescherming. ‘Dat is zeker hoger dan de ons omringende landen’, zegt Dirk Van Den Bulck. ‘Toch ben ik zelf verbaasd dat het cijfer niet hoger ligt. Voor Irak hanteren we dezelfde beleidslijnen en daar ligt het erkenningspercentage hoger dan zeventig procent. We stellen vast dat veel te veel Afghanen ongeloofwaardige verhalen opdissen, en dat is de kern van het probleem. Als dat tot gevolg heeft dat we totaal geen zicht meer hebben op de werkelijke achtergrond van iemand, dan leidt dat tot een negatieve beslissing.’
Repatriëring via Kaboel naar de streek van origine is voor het BCHV alleen aanvaardbaar als er voldaan wordt aan zeer strikte voorwaarden, èn als er sprake is van terugkeermonitoring. En die ontbreekt. ‘Wanneer iemand gerepatrieerd wordt, krijgt die zakgeld om vervoer tot thuis te nemen’, aldus Jansseune van de DVZ. ‘Maar nee, er is geen begeleiding tot aan de voordeur.’
Bron: http://www.mo.be/index.php?id=348&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=27998&cHash=49c9ecd10a
Sadiq Ahmady, een Afghaanse twintiger, vluchtte in 2006 uit Iran –waar hij opgroeide als een van de twee miljoen Afghaanse vluchtelingen– om een hels reisjaar later in het Brusselse Noordstation aan te komen. In Brussel hoopte hij te vinden wat hij zocht: een stad waar “mensenrechten” geen ijdel woord is.
Na twee negatieve asielaanvragen, een beroepsprocedure, een regularisatieaanvraag en een afgewezen aanvraag om als staatloze erkend te worden, heeft hij zijn zoektocht gestaakt. Hij kan zijn cynisme en ontgoocheling niet verbergen. ‘Ik ben geen jaar door al die ellende heen gegaan om dan dit te krijgen. België wil me niet, Iran wil me niet en het laatste wat ik wil, is naar een onbekend land als Afghanistan gestuurd te worden.’
‘In 2009 werden elf Afghanen naar Kaboel teruggestuurd en 87 Afghanen naar de Europese lidstaat waar ze een eerste aanvraag hadden gedaan, in het kader van de Europese afspraken’, zegt Katrien Jansseune van de Dienst Vreemdelingenzaken. De terugkeercijfers voor de maanden januari en februari waren ‘nog niet beschikbaar’. In het kader van de Dublin II-Verordening worden Afghanen ook naar Griekenland gerepatrieerd. Die repatriëringen naar Griekenland zijn controversieel, want Athene kent nauwelijks bescherming toe aan asielzoekers.
Nog meer ter discussie staat repatriëring naar Kaboel. Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) beschouwt de Afghaanse hoofdstad niet als een regio met een veralgemeend risico voor burgers, wat An Maes van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen niet begrijpt: ‘Bomaanslagen kunnen ook burgers treffen, bijvoorbeeld in bepaalde wijken waar mensen van dezelfde etnie of dezelfde politieke kleur wonen. En zelfmoordaanslagen kunnen wel degelijk een algemeen reëel risico voor burgers scheppen.’
Voorlopig heeft Sadiq Ahmady nog een bed in het opvangcentrum van Kapellen, wanneer hij uitgeprocedeerd zal zijn, belandt hij op straat. Maar hij kent jongens die er slechter voorstaan. Dawood, bijvoorbeeld, is zestien jaar of misschien ouder. Zijn dossier zit intussen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, om te vermijden dat hij gerepatrieerd wordt naar Griekenland. En bij de Raad van State heeft hij beroep aangetekend tegen de leeftijdstest die hem meerderjarig verklaarde. Intussen heeft hij geen recht op een voogd, opvang door Fedasil of financiële steun bij het OCMW. Naar school gaat hij niet. Of neem Seyedi, ook een Afghaanse vluchteling die in Iran is geboren. Omdat hij niet kan bewijzen dat zijn ouders twintig jaar geleden naar Iran vluchtten, vreest hij om naar Afghanistan gestuurd te worden. Hij zit psychisch aan de grond.
Het leven zoals het is
Ik ontmoet Sadiq Ahmady in het protestants sociaal centrum (PSC) De Terp, hartje Stuivenberg in Antwerpen. Hij is een van de veertig Afghaanse jongeren die steun krijgen van het PSC. ‘Het PSC vangt de jongeren op die door de mazen van het Belgische opvangnet vallen’, zegt Marijke D’Herde van de jongerendienst van het PSC. ‘Zodra die jongens meerderjarig worden of wanneer hun leeftijd betwist wordt, hebben ze geen recht meer op een voogd. Erkenning als vluchteling zit er zelden in, ook subsidiaire bescherming is moeilijk te verkrijgen.’
De meeste jongens kwamen alleen naar hier, zonder familie. Het maakt hen bijzonder kwetsbaar, want ze kunnen niet terugvallen op familiale netwerken. Ze hebben bovendien onvoldoende toegang tot medische en psychologische hulp, laat staan aangepaste scholing. Het vinden van huisvesting is een groot probleem. D’Herde: ‘De asielcentra zitten vol, ze krijgen de raad zelf een woning te zoeken. In dat geval hebben ze recht op financiële steun van het OCMW. Alleen, het woningaanbod in Antwerpen is heel klein en vaak onbetaalbaar, en de OCMW-steun voorziet niet in het betalen van een waarborg. Het komt ook voor dat het OCMW steun weigert, of onregelmatig betaalt, waardoor jongeren problemen krijgen met de huisbaas.’
Bescherming
Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) bracht recent een nota uit met daarin zijn beleidslijnen ten aanzien van Afghaanse asielzoekers. An Maes heeft bedenkingen bij de kloof tussen de theorie in de nota en de praktijk van de aanpak. ‘Het feit dat iemand al dan niet recent in zijn land van herkomst verbleven heeft, is geen criterium om als vluchteling erkend te worden of om subsidiaire bescherming te krijgen. Bovendien worden asielzoekers onderworpen aan een zeer moeilijke test met vragen over de streek van herkomst, die slaan op actualiteit, politiek, geografie, geschiedenis. Die vragen zijn soms niet aangepast aan het profiel van de mensen die ze moeten beantwoorden.’
Commissaris-generaal Dirk Van Den Bulck van het CGVS noemt die kritiek overdreven. ‘Hulpverleners staren zich blind op enkele aspecten in de motivatie van de beslissingen. De algemene vragen die gesteld worden zijn echt wel veel ruimer dan die enkele vragen die intellectualistisch overkomen. Bovendien is er altijd beroep mogelijk tegen onze beslissingen. We evalueren onze ondervraagmethoden ook voortdurend, juist om ze beter af te stemmen op de persoon die voor je zit. Dat is zeker zo voor de Afghaanse dossiers.’
België biedt Afghaanse asielzoekers een beschermingsgraad van veertig procent, inclusief het vluchtelingenstatuut en subsidiaire bescherming. ‘Dat is zeker hoger dan de ons omringende landen’, zegt Dirk Van Den Bulck. ‘Toch ben ik zelf verbaasd dat het cijfer niet hoger ligt. Voor Irak hanteren we dezelfde beleidslijnen en daar ligt het erkenningspercentage hoger dan zeventig procent. We stellen vast dat veel te veel Afghanen ongeloofwaardige verhalen opdissen, en dat is de kern van het probleem. Als dat tot gevolg heeft dat we totaal geen zicht meer hebben op de werkelijke achtergrond van iemand, dan leidt dat tot een negatieve beslissing.’
Repatriëring via Kaboel naar de streek van origine is voor het BCHV alleen aanvaardbaar als er voldaan wordt aan zeer strikte voorwaarden, èn als er sprake is van terugkeermonitoring. En die ontbreekt. ‘Wanneer iemand gerepatrieerd wordt, krijgt die zakgeld om vervoer tot thuis te nemen’, aldus Jansseune van de DVZ. ‘Maar nee, er is geen begeleiding tot aan de voordeur.’
Bron: http://www.mo.be/index.php?id=348&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=27998&cHash=49c9ecd10a
Geen speciaal beschermingsbeleid asielzoekers Somalië
Somaliërs die asiel aanvragen in Nederland, zullen per geval blijven worden beoordeeld. De Raad van State wil dat ze als groep worden beschermd, maar minister Hirsch Ballin (CDA, Justitie) geeft daar geen gehoor aan.
Ernst Hirsch Ballin ziet geen reden om Somalische asielzoekers weer als groep te beschermen tegen het geweld in hun land. Dat heeft hij dinsdag geschreven aan de Tweede Kamer.
Misbruik
Oud-staatssecretaris Nebahat Albayrak (PvdA, Justitie) maakte vorig jaar al een eind aan het zogeheten categoriale beschermingsbeleid voor asielzoekers uit Somalië. Er werd te veel misbruik van gemaakt.
De Raad van State oordeelde echter in januari dat justitie in het geval van een asielzoeker uit Mogadishu onvoldoende duidelijk had gemaakt waarom zij Nederland niet in mocht. Het geweld in de Somalische hoofdstad zou voldoende reden voor asiel kunnen zijn, aldus het adviesorgaan.
Zorgwekkend
Hirsch Ballin oordeelt nu dat het niet mogelijk is om een categoriaal beleid voor een klein gebied te gaan voeren. Hij houdt dus vast aan het beleid van de intussen vertrokken Albayrak.
De situatie in Centraal- en Zuid-Somalië is weliswaar zorgwekkend, maar niet voor elke asielzoeker die terugkeert bestaat het gevaar dat zijn mensenrechten worden geschonden, aldus Hirsch Ballin.
Bron: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Politiek/261853/Geen-speciaal-beschermingsbeleid-asielzoekers-Somalie.htm
Ernst Hirsch Ballin ziet geen reden om Somalische asielzoekers weer als groep te beschermen tegen het geweld in hun land. Dat heeft hij dinsdag geschreven aan de Tweede Kamer.
Misbruik
Oud-staatssecretaris Nebahat Albayrak (PvdA, Justitie) maakte vorig jaar al een eind aan het zogeheten categoriale beschermingsbeleid voor asielzoekers uit Somalië. Er werd te veel misbruik van gemaakt.
De Raad van State oordeelde echter in januari dat justitie in het geval van een asielzoeker uit Mogadishu onvoldoende duidelijk had gemaakt waarom zij Nederland niet in mocht. Het geweld in de Somalische hoofdstad zou voldoende reden voor asiel kunnen zijn, aldus het adviesorgaan.
Zorgwekkend
Hirsch Ballin oordeelt nu dat het niet mogelijk is om een categoriaal beleid voor een klein gebied te gaan voeren. Hij houdt dus vast aan het beleid van de intussen vertrokken Albayrak.
De situatie in Centraal- en Zuid-Somalië is weliswaar zorgwekkend, maar niet voor elke asielzoeker die terugkeert bestaat het gevaar dat zijn mensenrechten worden geschonden, aldus Hirsch Ballin.
Bron: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Politiek/261853/Geen-speciaal-beschermingsbeleid-asielzoekers-Somalie.htm
30 maart 2010
Meedenker: sponsormiddag vreemdelingenrecht en inburgering
Informatieverzamelen over verblijfsvergunningen en mvv-aanvragen kan moeilijk zijn voor iemand die niet juridisch geschoold is. Daarnaast kan de hulp inroepen van een jurist of advocaat een dusdanige hobbel zijn voor mensen (financieel of gewoon omdat men het eng vindt) dat mensen het eerst zelf maar eens proberen.
Daarbij komt dat door recente uitspraken er qua inkomenseisen een grote verandering is op het gebied van gezinshereniging.
Echter ook een verblijfsvergunning voor studie of als kennismigrant kan voor een buitenlandse partner de mogelijkheid zijn om in Nederland zich (tijdelijk) te vestigen.
Daarnaast hoor je vaak vragen worden gesteld over hoe iemand Nederlander kan worden.
Ook hebben expats vaak behoefte aan informatie over Nederlandse les of inburgeringscursussen.
Daarom ben ik op zoek naar
De plannen staan nog enorm in de kinderschoenen maar ik zit te denken aan een zaterdagmiddag ergens in mei in Leiden.
Wat zou er kunnen worden geboden?
Ik kan me zo voorstellen een paar kraampjes/tafeltjes met bijvoorbeeld organisatoren die cursussen Nederlands geven, een organisatie die Expats werft, advocatenkantoren, organisaties die bedrijven begeleiden, een tafeltje met stageplekken in het vreemdelingenrecht, Vluchtelingenwerk, de Ombudsman e.d. Daarnaast in een zaaltje de mogelijkheid om voor 5 euro een mvv-adviesformulier in te laten vullen of een vraag op het gebied van verblijfsvergunningen te stellen. En in een ander zaaltje een praatje over inkomstenvereisten, naturalisatie, buitenlandse werknemers, vreemdelingenbewaring etc.
Entree minimaal 2 euro.
Opbrengsten naar het kankeronderzoek van het Anthonie van Leeuwenhoek ziekenhuis.
Wat zou er gesponsord kunnen worden?
- U kunt de middag aankondigen op uw website en aan uw relaties toezenden en bijvoorbeeld flyers kopieren of de verzending van brieven aan organisaties verzorgen
- U kunt uw eigen tijd beschikbaar stellen door uw medewerking aan de middag te geven
- U kunt de sponsoromzet verhogen door zelf een donatie te doen
Wat wordt u er zelf beter van?
- Een gezellige middag met vakgenoten voor een goed doel;
- Naamsbekendheid voor uw organisatie of kantoor (ook middels deze site want daar zullen alle deelnemers en sponsoren op worden gezet);
- Eventueel houdt u er clienten aan over
Dit is maar een hersenspinsel van mij. Dus aanvullingen, toevoegingen, verbeteringen, briljante ideeen van uzelf zijn allemaal welkom. Laat me het weten op webmaster(apestaartje) vreemdelingenrecht.com. (Dit schrijf ik zo om SPAM tegen te gaan).
Daarbij komt dat door recente uitspraken er qua inkomenseisen een grote verandering is op het gebied van gezinshereniging.
Echter ook een verblijfsvergunning voor studie of als kennismigrant kan voor een buitenlandse partner de mogelijkheid zijn om in Nederland zich (tijdelijk) te vestigen.
Daarnaast hoor je vaak vragen worden gesteld over hoe iemand Nederlander kan worden.
Ook hebben expats vaak behoefte aan informatie over Nederlandse les of inburgeringscursussen.
Daarom ben ik op zoek naar
vrijwilligers of sponsoren voor
een informatiemarkt over
verblijf en inburgering
een informatiemarkt over
verblijf en inburgering
De plannen staan nog enorm in de kinderschoenen maar ik zit te denken aan een zaterdagmiddag ergens in mei in Leiden.
Wat zou er kunnen worden geboden?
Ik kan me zo voorstellen een paar kraampjes/tafeltjes met bijvoorbeeld organisatoren die cursussen Nederlands geven, een organisatie die Expats werft, advocatenkantoren, organisaties die bedrijven begeleiden, een tafeltje met stageplekken in het vreemdelingenrecht, Vluchtelingenwerk, de Ombudsman e.d. Daarnaast in een zaaltje de mogelijkheid om voor 5 euro een mvv-adviesformulier in te laten vullen of een vraag op het gebied van verblijfsvergunningen te stellen. En in een ander zaaltje een praatje over inkomstenvereisten, naturalisatie, buitenlandse werknemers, vreemdelingenbewaring etc.
Entree minimaal 2 euro.
Opbrengsten naar het kankeronderzoek van het Anthonie van Leeuwenhoek ziekenhuis.
Wat zou er gesponsord kunnen worden?
- U kunt de middag aankondigen op uw website en aan uw relaties toezenden en bijvoorbeeld flyers kopieren of de verzending van brieven aan organisaties verzorgen
- U kunt uw eigen tijd beschikbaar stellen door uw medewerking aan de middag te geven
- U kunt de sponsoromzet verhogen door zelf een donatie te doen
Wat wordt u er zelf beter van?
- Een gezellige middag met vakgenoten voor een goed doel;
- Naamsbekendheid voor uw organisatie of kantoor (ook middels deze site want daar zullen alle deelnemers en sponsoren op worden gezet);
- Eventueel houdt u er clienten aan over
Dit is maar een hersenspinsel van mij. Dus aanvullingen, toevoegingen, verbeteringen, briljante ideeen van uzelf zijn allemaal welkom. Laat me het weten op webmaster(apestaartje) vreemdelingenrecht.com. (Dit schrijf ik zo om SPAM tegen te gaan).
29 maart 2010
Vluchtelingenwerk Zuidvleugel zoekt Juridisch Medewerker
VluchtelingenWerk Zuidvleugel (VWZV) komt op voor de belangen van asielzoekers, vluchtelingen en andere migranten in de regio Zuid-Holland Zuid. Dit doen wij met behulp van meer dan 200 vrijwilligers. Voor onze werkzaamheden in 's Gravendeel zijn wij op zoek naar een juridisch medewerker.
Asielzoekerscentrum (AZC) 's Gravendeel:
In asielzoekerscentrum 's Gravendeel worden ongeveer 450 mensen opgevangen. De vrijwilligers van VluchtelingenWerk ondersteunen deze vluchtelingen door het geven van voorlichting over de asielprocedure en maatschappelijke begeleiding van de cliënt.
Taken van de Medewerker AZC zijn:
Het houden van spreekuur;
Volgen procesgang van de juridische procedure;
Uitleggen van juridische stukken aan de cliënt;
Versterken vluchtverhaal, hulp in verzamelen bewijzen en zoeken achtergrondinformatie;
Maatschappelijke begeleiding, psychosociale ondersteuning;
Bijhouden logboeken, dossiers, archivering juridische stukken;
Wij zoeken iemand die:
Affiniteit heeft met asielzoekers, vluchtelingen en migranten;
Minimaal MBO opleiding, zekere werkervaring en levenservaring bezit;
Sterk in zijn/ haar schoenen staat;
Interesse heeft in juridische kwesties, bereid is zich hierin te verdiepen;
Enthousiast, gedreven en geduldig is;
Flexibel en stressbestendig is;
Zelfstandig en in teamverband kan werken;
Minimaal 2 dagdelen per week beschikbaar is.
Wij bieden:
Een interessante werkervaring en verrijking van je CV en leven;
Een inwerkprogramma en een uitgebreid scholingsaanbod;
Professionele begeleiding op de werkvloer;
Een klein, hecht en gemotiveerd team van vrijwilligers;
Gezellige, open werkomgeving met veel ruimte voor eigen inbreng;
U krijgt een vrijwilligerscontract en bent op de werkvloer verzekerd;
Reiskosten of andere onkosten worden vergoed.
Meer informatie en reageren:
Wilt u graag meer informatie over deze vacature of wilt u zich aanmelden als vrijwilliger? Neem dan contact op met VluchtelingenWerk Zuidvleugel, locatie 's Gravendeel; tstuij@vioz.nl of tel. 078-6739641.
Bron: www.vluchtelingenwerk.nl
Erg goed voor je cv
Asielzoekerscentrum (AZC) 's Gravendeel:
In asielzoekerscentrum 's Gravendeel worden ongeveer 450 mensen opgevangen. De vrijwilligers van VluchtelingenWerk ondersteunen deze vluchtelingen door het geven van voorlichting over de asielprocedure en maatschappelijke begeleiding van de cliënt.
Taken van de Medewerker AZC zijn:
Het houden van spreekuur;
Volgen procesgang van de juridische procedure;
Uitleggen van juridische stukken aan de cliënt;
Versterken vluchtverhaal, hulp in verzamelen bewijzen en zoeken achtergrondinformatie;
Maatschappelijke begeleiding, psychosociale ondersteuning;
Bijhouden logboeken, dossiers, archivering juridische stukken;
Wij zoeken iemand die:
Affiniteit heeft met asielzoekers, vluchtelingen en migranten;
Minimaal MBO opleiding, zekere werkervaring en levenservaring bezit;
Sterk in zijn/ haar schoenen staat;
Interesse heeft in juridische kwesties, bereid is zich hierin te verdiepen;
Enthousiast, gedreven en geduldig is;
Flexibel en stressbestendig is;
Zelfstandig en in teamverband kan werken;
Minimaal 2 dagdelen per week beschikbaar is.
Wij bieden:
Een interessante werkervaring en verrijking van je CV en leven;
Een inwerkprogramma en een uitgebreid scholingsaanbod;
Professionele begeleiding op de werkvloer;
Een klein, hecht en gemotiveerd team van vrijwilligers;
Gezellige, open werkomgeving met veel ruimte voor eigen inbreng;
U krijgt een vrijwilligerscontract en bent op de werkvloer verzekerd;
Reiskosten of andere onkosten worden vergoed.
Meer informatie en reageren:
Wilt u graag meer informatie over deze vacature of wilt u zich aanmelden als vrijwilliger? Neem dan contact op met VluchtelingenWerk Zuidvleugel, locatie 's Gravendeel; tstuij@vioz.nl of tel. 078-6739641.
Bron: www.vluchtelingenwerk.nl
Erg goed voor je cv
Uitspraak Hof van Justitie inzake 120% bij gezinsvorming
Het Hof van Justitie heeft op 4 maart 2010 de prejudiciële vragen beantwoord van de Afdeling Bestuursrechtspraak vande Raad van State in de zaak Chakroun tegen de Minister van Buitenlandse Zaken. Kort gezegd ging het hierbij om de vraag of de inkomensnorm van 120% bij gezinsvorming toegestaan is en niet in strijd is met de Europese richtlijn. Op 12 maart jl. heeft de Minister van Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over de consequenties van dit arrest voor het toetsingskader bij gezinshereniging. In deze brief staat onder meer dat het door Nederland gemaakte onderscheid tussen gezinshereniging en gezinsvorming niet toegestaan is. Ook is de norm van 120% bij gezinsvorming te hoog. Om uitvoering te geven aan het oordeel van het Hof zal het normbedrag waaraan moet worden voldaan bij gezinsvorming en gezinshereniging gelijkluidend moeten zijn. Hiertoe dient het Vreemdelingenbesluit 2000 te worden aangepast. Het wettelijk minimumloon (WML) zal bij de inkomenstoets als uitgangspunt gelden en niet langer het normbedrag voor echtparen en gezinnen in de zin van de Wet werk en bijstand (WWB). Het bijstandsbedrag voor echtparen en gezinnen op grond van de WWB komt grosso modo overeen met 100% WML.
Momenteel wordt bekeken hoe de regelgeving moet worden aangepast. Zolang dat niet duidelijk is zal de IND op lopende aanvragen in het kader van gezinsvorming in ieder geval geen besluit nemen als niet wordt voldaan aan de 120% norm. Zodra meer duidelijkheid bestaat over de wijze waarop de IND de lopende aanvragen zal afdoen, wordt hierover gecommuniceerd.
In de brief aan de Kamer heeft de Minister aangegeven dat herziening van zaken die op moment van de uitspraak van het Europees Hof op 4 maart 2010 in rechte onaantastbaar waren geworden (dat wil zeggen: er stond geen procedure, bezwaar of (hoger) beroep meer open en de termijn daarvoor was verstreken) niet mogelijk is. Het staat betrokkenen wel altijd vrij een nieuwe aanvraag in te dienen, waarbij aan de daarvoor geldende voorwaarden (o.a. leges) moet zijn voldaan.
Bron: http://www.ind.nl/nl/inbedrijf/actueel/Uitspraak_Hof_van_Justitie_inzake_120_bij_gezinsvorming.asp
Momenteel wordt bekeken hoe de regelgeving moet worden aangepast. Zolang dat niet duidelijk is zal de IND op lopende aanvragen in het kader van gezinsvorming in ieder geval geen besluit nemen als niet wordt voldaan aan de 120% norm. Zodra meer duidelijkheid bestaat over de wijze waarop de IND de lopende aanvragen zal afdoen, wordt hierover gecommuniceerd.
In de brief aan de Kamer heeft de Minister aangegeven dat herziening van zaken die op moment van de uitspraak van het Europees Hof op 4 maart 2010 in rechte onaantastbaar waren geworden (dat wil zeggen: er stond geen procedure, bezwaar of (hoger) beroep meer open en de termijn daarvoor was verstreken) niet mogelijk is. Het staat betrokkenen wel altijd vrij een nieuwe aanvraag in te dienen, waarbij aan de daarvoor geldende voorwaarden (o.a. leges) moet zijn voldaan.
Bron: http://www.ind.nl/nl/inbedrijf/actueel/Uitspraak_Hof_van_Justitie_inzake_120_bij_gezinsvorming.asp
Taakstraf waarbij subsidiair vervangende hechtenis is opgelegd is genoeg om pardon verblijfsvergunning te weigeren (uitspraak Raad van State)
LJN: BL9297, Raad van State , 200907388/1/V1
Datum uitspraak: 18-03-2010
Datum publicatie: 29-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Ranov / openbare orde / bij taakstraf subsidiair opgelegde jeugddetentie van ten minste een maand is contra-indicatie
Het beleid inzake ongewenstverklaring zoals weergegeven in 2.3.2 is als uitgangspunt genomen voor het in de Regeling opgenomen openbare orde criterium. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 24 december 2009 in zaak nr. 200906810/1/V1, www.raadvanstate.nl) kan in het voetspoor van dat beleid bij de toepassing van de Regeling jeugddetentie gelijk worden gesteld met gevangenisstraf. Volgens het beleid inzake ongewenstverklaring wordt een taakstraf, waarbij subsidiair vervangende hechtenis is opgelegd van ten minste één maand, gelijkgesteld met een gevangenisstraf, waaronder jeugddetentie, waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte ten minste één maand bedraagt. Hieruit volgt dat voor de toepassing van het beleid inzake ongewenstverklaring een door de kinderrechter bij een taakstraf subsidiair opgelegde jeugddetentie van ten minste één maand gelijk kan worden gesteld met een door de rechter bij een taakstraf subsidiair opgelegde vervangende hechtenis van ten minste één maand. Gelet hierop bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat, waar in de Regeling de door de rechter bepaalde vervangende hechtenis van ten minste één maand geldt als contra indicatie voor het doen van een aanbod, voor de toepassing van de Regeling een door de kinderrechter bij een taakstraf subsidiair opgelegde jeugddetentie van ten minste één maand wegens het plegen van een geweldsmisdrijf evenzeer geldt als contra indicatie. De grief faalt.
Bron: www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 18-03-2010
Datum publicatie: 29-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Ranov / openbare orde / bij taakstraf subsidiair opgelegde jeugddetentie van ten minste een maand is contra-indicatie
Het beleid inzake ongewenstverklaring zoals weergegeven in 2.3.2 is als uitgangspunt genomen voor het in de Regeling opgenomen openbare orde criterium. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 24 december 2009 in zaak nr. 200906810/1/V1, www.raadvanstate.nl) kan in het voetspoor van dat beleid bij de toepassing van de Regeling jeugddetentie gelijk worden gesteld met gevangenisstraf. Volgens het beleid inzake ongewenstverklaring wordt een taakstraf, waarbij subsidiair vervangende hechtenis is opgelegd van ten minste één maand, gelijkgesteld met een gevangenisstraf, waaronder jeugddetentie, waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte ten minste één maand bedraagt. Hieruit volgt dat voor de toepassing van het beleid inzake ongewenstverklaring een door de kinderrechter bij een taakstraf subsidiair opgelegde jeugddetentie van ten minste één maand gelijk kan worden gesteld met een door de rechter bij een taakstraf subsidiair opgelegde vervangende hechtenis van ten minste één maand. Gelet hierop bestaat geen grond voor het oordeel dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat, waar in de Regeling de door de rechter bepaalde vervangende hechtenis van ten minste één maand geldt als contra indicatie voor het doen van een aanbod, voor de toepassing van de Regeling een door de kinderrechter bij een taakstraf subsidiair opgelegde jeugddetentie van ten minste één maand wegens het plegen van een geweldsmisdrijf evenzeer geldt als contra indicatie. De grief faalt.
Bron: www.rechtspraak.nl
Ook een Europeaan mag niet in Nederland zijn als hij ongewenst is verklaard en mag daarom in bewaring worden gesteld (Uitspraak Raad van State)
LJN: BL9331, Raad van State , 201001428/1/V3
Datum uitspraak: 23-03-2010
Datum publicatie: 29-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / gemeenschapsonderdaan / ongewenstverklaring / toegang
Vaststaat dat de vreemdeling, die de Britse nationaliteit heeft, bij besluit van 25 april 2002 ongewenst is verklaard. Zolang de ongewenstverklaring niet is opgeheven, kan hij, gelet op artikel 67, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan krachtens artikel 8, aanhef en onder e, van die wet hebben. Voor zover aan de vreemdeling niet krachtens artikel 8.8, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vb 2000 de toegang zou mogen worden geweigerd, betekent dat derhalve niet dat hij niet in bewaring kon worden gesteld. Overigens staat vast dat weigering van toegang in dit geval niet aan de orde is, omdat de vreemdeling in Vlaardingen is staandegehouden, nadat hij zich reeds toegang tot Nederland had verschaft.
Bron: www.rechspraak.nl
Datum uitspraak: 23-03-2010
Datum publicatie: 29-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / gemeenschapsonderdaan / ongewenstverklaring / toegang
Vaststaat dat de vreemdeling, die de Britse nationaliteit heeft, bij besluit van 25 april 2002 ongewenst is verklaard. Zolang de ongewenstverklaring niet is opgeheven, kan hij, gelet op artikel 67, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000, geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan krachtens artikel 8, aanhef en onder e, van die wet hebben. Voor zover aan de vreemdeling niet krachtens artikel 8.8, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vb 2000 de toegang zou mogen worden geweigerd, betekent dat derhalve niet dat hij niet in bewaring kon worden gesteld. Overigens staat vast dat weigering van toegang in dit geval niet aan de orde is, omdat de vreemdeling in Vlaardingen is staandegehouden, nadat hij zich reeds toegang tot Nederland had verschaft.
Bron: www.rechspraak.nl
Vacature: Advocaat Vreemdelingenrecht
Medewerker (vreemdelingenrecht)
Company description :
Ons kantoor behandelt bij uitstek, voor de Belgische Staat, de procedures voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, de Raad van State, de burgerlijke en strafrechtelijke rechtbanken, Het Hof van Justitie te Luxemburg en het Hof voor de rechten van de mens te Straatsburg, die worden Ingeleid door vreemdelingen tegen de Belgische Staat.
Function :
MEDEWERKER – AL DAN NIET STAGIAIR – in de nieuwe locatie te 1000 BRUSSEL aan de LAKENSESTRAAT,123 vanaf APRIL 2010
Searched profile :
Gezien de specificiteit van de materies en de procedures is ervaring geen voorwaarde. Wij organiseren zelf de opleiding.
Wel is vereist dat de kandidaat medewerker in Brussel verblijft, minstens van maandag tot en met vrijdag.
Offer :
De nieuwe kantoren zullen op wandelafstand gelegen zijn van de meest bezochte rechtbanken.
Contact :
Edda Matterne,
advocaat - avocat
Louizalaan, 391 b 11-12 av. Louise
B 1050 BRUSSELS
+ 32 (0) 02.644.59.59
edda.matterne@matterne.net
Your ref. :
ML182
Bron: http://www.lexgo.be/en/jobs/Matterne%20and%20Partners/Medewerker%20%28vreemdelingenrecht%29,43427,NL2211.html
Company description :
Ons kantoor behandelt bij uitstek, voor de Belgische Staat, de procedures voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, de Raad van State, de burgerlijke en strafrechtelijke rechtbanken, Het Hof van Justitie te Luxemburg en het Hof voor de rechten van de mens te Straatsburg, die worden Ingeleid door vreemdelingen tegen de Belgische Staat.
Function :
MEDEWERKER – AL DAN NIET STAGIAIR – in de nieuwe locatie te 1000 BRUSSEL aan de LAKENSESTRAAT,123 vanaf APRIL 2010
Searched profile :
Gezien de specificiteit van de materies en de procedures is ervaring geen voorwaarde. Wij organiseren zelf de opleiding.
Wel is vereist dat de kandidaat medewerker in Brussel verblijft, minstens van maandag tot en met vrijdag.
Offer :
De nieuwe kantoren zullen op wandelafstand gelegen zijn van de meest bezochte rechtbanken.
Contact :
Edda Matterne,
advocaat - avocat
Louizalaan, 391 b 11-12 av. Louise
B 1050 BRUSSELS
+ 32 (0) 02.644.59.59
edda.matterne@matterne.net
Your ref. :
ML182
Bron: http://www.lexgo.be/en/jobs/Matterne%20and%20Partners/Medewerker%20%28vreemdelingenrecht%29,43427,NL2211.html
Geen gelijke kansen op asiel in EU
Voor mensen die in de Europese Unie asiel aanvragen, zou de kans op bescherming in elk land even groot moeten zijn. Dat is echter niet het geval, blijkt uit een rapport van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR.
Volgens VluchtelingenWerk Nederland is het uiterst verontrustend dat asielzoekers binnen de EU geen gelijke kansen op een eerlijke en zorgvuldige procedure hebben. Sommige landen – zo blijkt uit het rapport – lijken zelfs te handelen in strijd met het internationaal vluchtelingenrecht.
Interpretaties van de Richtlijn
Het onderzoek van UNHCR, uitgevoerd in twaalf lidstaten van de Europese Unie (waaronder Nederland), constateert dat in Europa geen sprake is van “harmonisatie van wet of praktijk” op het gebied van asiel. Die zou er wel moeten zijn: in 2005 werd een gemeenschappelijke Asielprocedure Richtlijn van kracht. Deze brengt consistentie aan in de procedures die landen hanteren om te bepalen of iemand wel of geen recht heeft op de vluchtelingenstatus. UNHCR concludeert nu dat EU-lidstaten de Richtlijn op uiteenlopende wijzen interpreteren en toepassen.
Geconstateerde gebreken
Zo kregen asielaanvragers niet altijd of overal persoonlijke gehoren: gesprekken waarin ze hun vluchtverhaal kunnen doen. Terwijl ze daarop wel recht hebben. Ook kregen mensen soms te weinig tijd om zich op zulke gehoren voor te bereiden of hun asielaanvraag te onderbouwen. Tolken bleken in voorkomende gevallen niet beschikbaar of onvoldoende gekwalificeerd. Redenen om asielverzoeken af te wijzen werden niet altijd gegeven, en lijsten van zogenaamd veilige landen van herkomst varieerden enorm.
"Onacceptabel"
“Het gevaar van dit soort praktijken is dat mensen hun behoefte aan bescherming niet voldoende duidelijk kunnen maken, zelfs wanneer die behoefte levensgroot aanwezig is”, zegt directeur Edwin Huizing van VluchtelingenWerk. “Dus lopen mensen het risico te worden teruggestuurd naar landen waar ze vervolging en geweld moeten vrezen. En dat is onacceptabel.”
Hoe doet Nederland het?
Het rapport van UNHCR doet geen uitlatingen over het functioneren van specifieke lidstaten. Hoe goed of slecht Nederland het doet, komt dus niet aan de orde. Eerder tikte de Europees Commissaris voor de Rechten van de Mens Thomas Hammarberg ons land echter onomwonden op de vingers. Hij stelde dat de rechtsbescherming van asielzoekers in Nederland onvoldoende is doordat rechters in beroepszaken niet inhoudelijk naar een asielrelaas mogen kijken. Ze mogen alleen toetsen of de Immigratie- en Naturalisatiedienst, die de verzoeken beoordeelt, zich bij die beoordeling aan de geldende procedurele regels heeft gehouden.
Wijzigingen voorgesteld
Naar aanleiding van de bevindingen in Europa stelt UNHCR wijzigingen voor in de Asielprocedure Richtlijn. Daarnaast doet ze diverse aanbevelingen voor verbetering van de praktijk, zoals het trainen van personeel dat gehoren afneemt en asielaanvragen beoordeelt. VluchtelingenWerk Nederland onderschrijft de suggesties.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=739%3Aactueel&catid=28%3Afrontpage&Itemid=1
Volgens VluchtelingenWerk Nederland is het uiterst verontrustend dat asielzoekers binnen de EU geen gelijke kansen op een eerlijke en zorgvuldige procedure hebben. Sommige landen – zo blijkt uit het rapport – lijken zelfs te handelen in strijd met het internationaal vluchtelingenrecht.
Interpretaties van de Richtlijn
Het onderzoek van UNHCR, uitgevoerd in twaalf lidstaten van de Europese Unie (waaronder Nederland), constateert dat in Europa geen sprake is van “harmonisatie van wet of praktijk” op het gebied van asiel. Die zou er wel moeten zijn: in 2005 werd een gemeenschappelijke Asielprocedure Richtlijn van kracht. Deze brengt consistentie aan in de procedures die landen hanteren om te bepalen of iemand wel of geen recht heeft op de vluchtelingenstatus. UNHCR concludeert nu dat EU-lidstaten de Richtlijn op uiteenlopende wijzen interpreteren en toepassen.
Geconstateerde gebreken
Zo kregen asielaanvragers niet altijd of overal persoonlijke gehoren: gesprekken waarin ze hun vluchtverhaal kunnen doen. Terwijl ze daarop wel recht hebben. Ook kregen mensen soms te weinig tijd om zich op zulke gehoren voor te bereiden of hun asielaanvraag te onderbouwen. Tolken bleken in voorkomende gevallen niet beschikbaar of onvoldoende gekwalificeerd. Redenen om asielverzoeken af te wijzen werden niet altijd gegeven, en lijsten van zogenaamd veilige landen van herkomst varieerden enorm.
"Onacceptabel"
“Het gevaar van dit soort praktijken is dat mensen hun behoefte aan bescherming niet voldoende duidelijk kunnen maken, zelfs wanneer die behoefte levensgroot aanwezig is”, zegt directeur Edwin Huizing van VluchtelingenWerk. “Dus lopen mensen het risico te worden teruggestuurd naar landen waar ze vervolging en geweld moeten vrezen. En dat is onacceptabel.”
Hoe doet Nederland het?
Het rapport van UNHCR doet geen uitlatingen over het functioneren van specifieke lidstaten. Hoe goed of slecht Nederland het doet, komt dus niet aan de orde. Eerder tikte de Europees Commissaris voor de Rechten van de Mens Thomas Hammarberg ons land echter onomwonden op de vingers. Hij stelde dat de rechtsbescherming van asielzoekers in Nederland onvoldoende is doordat rechters in beroepszaken niet inhoudelijk naar een asielrelaas mogen kijken. Ze mogen alleen toetsen of de Immigratie- en Naturalisatiedienst, die de verzoeken beoordeelt, zich bij die beoordeling aan de geldende procedurele regels heeft gehouden.
Wijzigingen voorgesteld
Naar aanleiding van de bevindingen in Europa stelt UNHCR wijzigingen voor in de Asielprocedure Richtlijn. Daarnaast doet ze diverse aanbevelingen voor verbetering van de praktijk, zoals het trainen van personeel dat gehoren afneemt en asielaanvragen beoordeelt. VluchtelingenWerk Nederland onderschrijft de suggesties.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=739%3Aactueel&catid=28%3Afrontpage&Itemid=1
Neem een abonnement op dit weblog!
Lekker makkelijk hooguit een mailtje per dag met de nieuwe berichten op het weblog. Wat moet u doen? Hieronder uw naam invullen:
Enter your email address:
Delivered by FeedBurner
LET OP: U krijgt vervolgens een mailtje van Feedburner of Google dat u moet bevestigen want anders krijgt u geen mail omdat de boel niet werkt!
Enter your email address:
Delivered by FeedBurner
LET OP: U krijgt vervolgens een mailtje van Feedburner of Google dat u moet bevestigen want anders krijgt u geen mail omdat de boel niet werkt!
Toename asielzoekers is een mythe, maar niet voor België
maandag 29 mrt 2010 Het aantal asielzoekers in de industriële wereld is in 2009 stabiel gebleven. Volgens Antonio Guterres, VN-Hoge Commissaris voor de vluchtelingen, is de indruk dat de rijke landen overspoeld worden door asielzoekers, een mythe. ‘In tegenstelling tot wat sommige populistische stemmen beweren, tonen onze gegevens aan dat de aantallen stabiel gebleven zijn', zei hij.
In vergelijking met 2008 bleef het totaal aantal asielzoekers ongeveer gelijk op 377.000 aanvragen, ondanks grote regionale verschillen.
België kende vorig jaar in vergelijking met 2008 de grootste procentuele stijging van het aantal asielzoekers van de tien landen die wereldwijd de meeste vluchtelingen opnemen. Dat blijkt uit een rapport van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties waarin 44 Europese en geïndustrialiseerde landen werden bekeken.
Ons land kreeg vorig jaar 17,190 aanvragen van asielzoekers, een stijging van 40% in vergelijking met 2008 en het negende hoogste aantal ter wereld. Enkel Polen, met een toename van 47% noteerde een nog grotere procentuele stijging, al ontving het land ‘slechts’ 10.590 asielaanvragen. Dan volgen Duitsland (+25%), Frankrijk en Noorwegen (elk +19%).
De grootste dalingen werden gerealiseerd in Italië (-42%), Ierland (-30%) en Griekenland (-20%).
Volgens de Hoge Commisaris voor Vluchtelingen van de VN zochten vorig jaar in totaal 377.160 mensen asiel, waarvan het gros naar de VS (49.020 aanvragen), Frankrijk (41.980), Canada (33.250), Groot Brittannië (29.840) en Duitsland (27.650) trok.
Het peleton van asielzoekers wordt aangevoerd door Afghanen (26.803), Irakezen (24.341), Somaliërs (22.558), Russen (20.367), Chinezen (20.100) en Serviërs (18.597).
Bron: http://www.express.be/joker/nl/brainflame/toename-asielzoekers-is-een-mythe-maar-niet-voor-belgi/124012.htm
In vergelijking met 2008 bleef het totaal aantal asielzoekers ongeveer gelijk op 377.000 aanvragen, ondanks grote regionale verschillen.
België kende vorig jaar in vergelijking met 2008 de grootste procentuele stijging van het aantal asielzoekers van de tien landen die wereldwijd de meeste vluchtelingen opnemen. Dat blijkt uit een rapport van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties waarin 44 Europese en geïndustrialiseerde landen werden bekeken.
Ons land kreeg vorig jaar 17,190 aanvragen van asielzoekers, een stijging van 40% in vergelijking met 2008 en het negende hoogste aantal ter wereld. Enkel Polen, met een toename van 47% noteerde een nog grotere procentuele stijging, al ontving het land ‘slechts’ 10.590 asielaanvragen. Dan volgen Duitsland (+25%), Frankrijk en Noorwegen (elk +19%).
De grootste dalingen werden gerealiseerd in Italië (-42%), Ierland (-30%) en Griekenland (-20%).
Volgens de Hoge Commisaris voor Vluchtelingen van de VN zochten vorig jaar in totaal 377.160 mensen asiel, waarvan het gros naar de VS (49.020 aanvragen), Frankrijk (41.980), Canada (33.250), Groot Brittannië (29.840) en Duitsland (27.650) trok.
Het peleton van asielzoekers wordt aangevoerd door Afghanen (26.803), Irakezen (24.341), Somaliërs (22.558), Russen (20.367), Chinezen (20.100) en Serviërs (18.597).
Bron: http://www.express.be/joker/nl/brainflame/toename-asielzoekers-is-een-mythe-maar-niet-voor-belgi/124012.htm
20 maart 2010
Bijna drieduizend 'pardonners' aan werk geholpen
(Novum) - Bijna drieduizend vluchtelingen die onder de pardonregeling vallen zijn via een project aan werk gekomen. Het zogenoemde Pardonproject hielp 2950 pardonvluchtelingen aan een baan, leerwerkplek of een stage.
In het project werkten onder meer het UWV Werkbedrijf en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) samen. Zij spreken van een succes, maar het is niet te meten of de 'opbrengst' veel hoger of veel lager had kunnen zijn.
Vorig jaar bleek dat 27 duizend asielzoekers door de pardonregeling een verblijfsvergunning krijgen. Een deel daarvan is te jong of te oud om te werken. Ook werden veel mensen via de gemeente aan een baan geholpen. "We gaan in het vervolg beter samenwerken met gemeenten om daar ook zicht op te hebben", zegt een woordvoerder van het UWV.
Ook is niet te zeggen of het project veel heeft opgeleverd als naar de kosten wordt gekeken. Het is namelijk niet bekend hoeveel het per asielzoeker heeft gekost om werk te vinden. "Omdat we met veel verschillende organisaties samenwerken is dat niet bij te houden", zegt een woordvoerder van het COA. Hij vindt het interessanter dat veel mensen weer aan het werk zijn.
Ruim de helft van de vluchtelingen die bij het UWV staan ingeschreven is middelbaar of hoog opgeleid. Directeur van het UWV Werkbedrijf André Timmermans is trots 'dat we samen zoveel vluchtelingen een steun in de rug hebben
Bron: http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article3018254.ece/Bijna_drieduizend__pardonners__aan_werk_geholpen.html
Is dit niet slechts 10 %? En er bakken geld aan uitgegeven. En Vluchtelingen????? Dat waren ze nu juist niet want het waren afgewezen asielzoekers die niet terug waren gegaan naar hun eigen land.
In het project werkten onder meer het UWV Werkbedrijf en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) samen. Zij spreken van een succes, maar het is niet te meten of de 'opbrengst' veel hoger of veel lager had kunnen zijn.
Vorig jaar bleek dat 27 duizend asielzoekers door de pardonregeling een verblijfsvergunning krijgen. Een deel daarvan is te jong of te oud om te werken. Ook werden veel mensen via de gemeente aan een baan geholpen. "We gaan in het vervolg beter samenwerken met gemeenten om daar ook zicht op te hebben", zegt een woordvoerder van het UWV.
Ook is niet te zeggen of het project veel heeft opgeleverd als naar de kosten wordt gekeken. Het is namelijk niet bekend hoeveel het per asielzoeker heeft gekost om werk te vinden. "Omdat we met veel verschillende organisaties samenwerken is dat niet bij te houden", zegt een woordvoerder van het COA. Hij vindt het interessanter dat veel mensen weer aan het werk zijn.
Ruim de helft van de vluchtelingen die bij het UWV staan ingeschreven is middelbaar of hoog opgeleid. Directeur van het UWV Werkbedrijf André Timmermans is trots 'dat we samen zoveel vluchtelingen een steun in de rug hebben
Bron: http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article3018254.ece/Bijna_drieduizend__pardonners__aan_werk_geholpen.html
Is dit niet slechts 10 %? En er bakken geld aan uitgegeven. En Vluchtelingen????? Dat waren ze nu juist niet want het waren afgewezen asielzoekers die niet terug waren gegaan naar hun eigen land.
vrijstelling van het mvv-vereiste vragen omdat Frankrijk geen verklaring van "langdurig ingezetene " zou afgeven zinloos (uitspraak rechtbank)
LJN: BL7925, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Middelburg , Awb 09/17730
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 18-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Richtlijn 2003/109/EG / EG-langdurig ingezetene / vluchtelingenstatus / mvv-plicht
Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
nevenzittingsplaats Middelburg
Procedurenummer: AWB 09/17730
V-271.037.3489
Uitspraakdatum: 1 maart 2010
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht
inzake
[Naam],
eiseres,
gemachtigde mr. J.J. Bronsveld,
advocaat te Bergen op Zoom,
tegen
de Minister van Justitie,
(voorheen de Staatssecretaris van Justitie),
verweerder,
gemachtigde mr. Y.E.A.M. van Hal,
medewerkster bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Het bestreden besluit
Het besluit van verweerder van 7 mei 2009, waarbij het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking “verblijf bij echtgenoot [Naam]” ongegrond is verklaard.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 maart 2010.
Eiseres is ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. M.S. Yap, kantoorgenoot van haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Tevens was aanwezig T. Bhawhany, tolk in de Tamil taal. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan. Daarbij is vermeld welk rechtsmiddel kan worden aangewend.
1. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2. Overwegingen
1. Eiseres, geboren op [geboortedatum] en van Sri Lankaanse nationaliteit, heeft verklaard dat zij in Frankrijk is toegelaten als vluchteling en heeft daartoe een verblijfskaart (“titre de sejour”) en een Frans reisdocument overgelegd.
2. De vraag is of eiseres kan worden aangemerkt als langdurig ingezetene in de zin van Richtlijn 2003/109/EG van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (richtlijn).
3. Eiseres is in Frankrijk is toegelaten als vluchteling. Zij stelt dat haar Franse verblijfskaart tevens als bewijs geldt voor verblijf als langdurig ingezetene in de zin van de richtlijn. De Franse autoriteiten plaatsen in een dergelijk geval geen aantekening “EG-langdurig ingezetene” op een verblijfskaart, aldus eiseres. Zij heeft deze stelling niet met bewijsmateriaal onderbouwd.
4. Gelet op het bepaalde in artikel 3, tweede lid en onder d, van de richtlijn, kan eiseres niet reeds op basis van haar vluchtelingenstatus worden aangemerkt als langdurig ingezetene. Zij had daarvoor een verzoek als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de richtlijn moeten indienen.
5. Het voorgaande heeft tot gevolg dat eiseres op grond van artikel 17, eerste lid en onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 niet kan worden vrijgesteld van het mvv-vereiste. De rechtbank komt tot de slotsom dat verweerder terecht het mvv-vereiste heeft tegengeworpen en in redelijkheid de toepassing van de hardheidsclausule achterwege heeft kunnen laten. Van schending van het recht op eerbiediging van het familie- of gezinsleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM is geen sprake. Verweerder heeft eiseres niet hoeven horen in bezwaar nu uit het bezwaarschrift bleek dat het ongegrond was en redelijkerwijs geen twijfel over die conclusie mogelijk was.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 18-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Richtlijn 2003/109/EG / EG-langdurig ingezetene / vluchtelingenstatus / mvv-plicht
Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
nevenzittingsplaats Middelburg
Procedurenummer: AWB 09/17730
V-271.037.3489
Uitspraakdatum: 1 maart 2010
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken
ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht
inzake
[Naam],
eiseres,
gemachtigde mr. J.J. Bronsveld,
advocaat te Bergen op Zoom,
tegen
de Minister van Justitie,
(voorheen de Staatssecretaris van Justitie),
verweerder,
gemachtigde mr. Y.E.A.M. van Hal,
medewerkster bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
Het bestreden besluit
Het besluit van verweerder van 7 mei 2009, waarbij het bezwaar van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking “verblijf bij echtgenoot [Naam]” ongegrond is verklaard.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 maart 2010.
Eiseres is ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. M.S. Yap, kantoorgenoot van haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Tevens was aanwezig T. Bhawhany, tolk in de Tamil taal. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank mondeling uitspraak gedaan. Daarbij is vermeld welk rechtsmiddel kan worden aangewend.
1. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2. Overwegingen
1. Eiseres, geboren op [geboortedatum] en van Sri Lankaanse nationaliteit, heeft verklaard dat zij in Frankrijk is toegelaten als vluchteling en heeft daartoe een verblijfskaart (“titre de sejour”) en een Frans reisdocument overgelegd.
2. De vraag is of eiseres kan worden aangemerkt als langdurig ingezetene in de zin van Richtlijn 2003/109/EG van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (richtlijn).
3. Eiseres is in Frankrijk is toegelaten als vluchteling. Zij stelt dat haar Franse verblijfskaart tevens als bewijs geldt voor verblijf als langdurig ingezetene in de zin van de richtlijn. De Franse autoriteiten plaatsen in een dergelijk geval geen aantekening “EG-langdurig ingezetene” op een verblijfskaart, aldus eiseres. Zij heeft deze stelling niet met bewijsmateriaal onderbouwd.
4. Gelet op het bepaalde in artikel 3, tweede lid en onder d, van de richtlijn, kan eiseres niet reeds op basis van haar vluchtelingenstatus worden aangemerkt als langdurig ingezetene. Zij had daarvoor een verzoek als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de richtlijn moeten indienen.
5. Het voorgaande heeft tot gevolg dat eiseres op grond van artikel 17, eerste lid en onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 niet kan worden vrijgesteld van het mvv-vereiste. De rechtbank komt tot de slotsom dat verweerder terecht het mvv-vereiste heeft tegengeworpen en in redelijkheid de toepassing van de hardheidsclausule achterwege heeft kunnen laten. Van schending van het recht op eerbiediging van het familie- of gezinsleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM is geen sprake. Verweerder heeft eiseres niet hoeven horen in bezwaar nu uit het bezwaarschrift bleek dat het ongegrond was en redelijkerwijs geen twijfel over die conclusie mogelijk was.
Bron: rechtspraak.nl
Verblijf moeder bij kind op basis van de Europese richtlijn 2004/38/EG - financiële afhankelijkkheid (uitspraak rechter)
LJN: BL7327,President Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/28693
Datum uitspraak: 11-02-2010
Datum publicatie: 17-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Richtlijn 2004/38/EG / afhankelijkheid van het familielid als bedoeld in artikel 8.7, eerste en tweede lid van het Vb 2000 / toepasselijkheid van de verblijfsrichtlijn op een familielid dat zich in Nederland bij een EU-burger voegt
Op grond van de overgelegde documenten is de rechtbank, anders dan verweerder, van oordeel dat is gebleken dat eiseres structureel financiële steun ontvangt van haar dochter en referent. Daarom heeft verweerder onvoldoende inzichtelijk gemaakt op grond van welke feiten en/of omstandigheden hij tot het oordeel is gekomen dat uit de stukken niet blijkt dat eiseres ten laste is van haar dochter en referent. Er is sprake van een motiveringsgebrek, op grond waarvan het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking komt. Eiseres ontleent rechten aan de verblijfsrichtlijn, nu haar dochter en referent daar rechten aan ontlenen. Eiseres is een familielid zoals bedoeld in artikel 8.7, eerste lid en tweede lid van het Vb 2000. Verweerder stelt dat, nu eiseres niet bij referent in Duitsland heeft verbleven er geen aanknopingspunten met de verblijfsrichtlijn zijn, waardoor eiseres niet in aanmerking komt voor een visum. De rechtbank overweegt in dit verband dat in bovenvermeld beleid zoals neergelegd in paragraaf A2/6.2.2.2 van de Vc 2000 dit niet als vereiste wordt vermeld, waarbij de rechtbank er nogmaals op wijst dat niet in geschil is dat referent en zijn echtgenote in Nederland rechten ontlenen aan de verblijfsrichtlijn. De rechtbank is van oordeel dat verweerder, gelet op het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb, onvoldoende heeft gemotiveerd dat eerder genoemd vereiste aan eiseres kan worden tegengeworpen.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 11-02-2010
Datum publicatie: 17-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Richtlijn 2004/38/EG / afhankelijkheid van het familielid als bedoeld in artikel 8.7, eerste en tweede lid van het Vb 2000 / toepasselijkheid van de verblijfsrichtlijn op een familielid dat zich in Nederland bij een EU-burger voegt
Op grond van de overgelegde documenten is de rechtbank, anders dan verweerder, van oordeel dat is gebleken dat eiseres structureel financiële steun ontvangt van haar dochter en referent. Daarom heeft verweerder onvoldoende inzichtelijk gemaakt op grond van welke feiten en/of omstandigheden hij tot het oordeel is gekomen dat uit de stukken niet blijkt dat eiseres ten laste is van haar dochter en referent. Er is sprake van een motiveringsgebrek, op grond waarvan het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking komt. Eiseres ontleent rechten aan de verblijfsrichtlijn, nu haar dochter en referent daar rechten aan ontlenen. Eiseres is een familielid zoals bedoeld in artikel 8.7, eerste lid en tweede lid van het Vb 2000. Verweerder stelt dat, nu eiseres niet bij referent in Duitsland heeft verbleven er geen aanknopingspunten met de verblijfsrichtlijn zijn, waardoor eiseres niet in aanmerking komt voor een visum. De rechtbank overweegt in dit verband dat in bovenvermeld beleid zoals neergelegd in paragraaf A2/6.2.2.2 van de Vc 2000 dit niet als vereiste wordt vermeld, waarbij de rechtbank er nogmaals op wijst dat niet in geschil is dat referent en zijn echtgenote in Nederland rechten ontlenen aan de verblijfsrichtlijn. De rechtbank is van oordeel dat verweerder, gelet op het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb, onvoldoende heeft gemotiveerd dat eerder genoemd vereiste aan eiseres kan worden tegengeworpen.
Bron: rechtspraak.nl
Chinezen zonder papieren kunnen terug naar China (uitspraak)
LJN: BL7995, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Rotterdam , AWB 09/36220 & AWB 09/45753
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 18-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Ter zitting van 4 maart 2010 heeft verweerder bovenvermelde informatie aangevuld. Het IOM houdt niet systematisch bij welke door haar gefaciliteerde vreemdelingen met een door de Chinese autoriteiten afgegeven LP zijn teruggekeerd. Wel kan blijkens de informatie verkregen van het IOM, met zekerheid worden aangenomen dat van het aantal van 80 teruggekeerde Chinezen in 2008 tenminste twintig personen zijn uitgereisd met een door de Chinese autoriteiten afgegeven LP op basis van een door de vreemdeling ingevuld aanvraagformulier met betrekking tot zijn personalia. Over 2009 zijn geen aantallen bekend, maar er is- aldus verweerder- geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de informatie dat er LP’s worden afgegeven indien de vreemdeling zijn juiste personalia opgeeft. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder met bovenstaande brief en de ter zitting van 4 maart 2010 gegeven aanvullende informatie onderbouwd dat voor (ongedocumenteerde) vrijwillig vertrekkenden door de Chinese autoriteiten documenten worden afgegeven indien de betrokken vreemdeling naar waarheid zijn persoonsgegevens in China vermeldt, inclusief het unieke Chinese persoonsnummer. Nu het afgeven van documenten voor de terugreis mogelijk is, bestaat geen grond voor het oordeel dat het beleid als weergegeven onder rechtsoverweging 1.6 kennelijk onredelijk is op grond dat gebleken is dat aan (ongedocumenteerde) vrijwillig vertrekkenden door de Chinese autoriteiten nimmer documenten worden afgegeven.
www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 09-03-2010
Datum publicatie: 18-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Ter zitting van 4 maart 2010 heeft verweerder bovenvermelde informatie aangevuld. Het IOM houdt niet systematisch bij welke door haar gefaciliteerde vreemdelingen met een door de Chinese autoriteiten afgegeven LP zijn teruggekeerd. Wel kan blijkens de informatie verkregen van het IOM, met zekerheid worden aangenomen dat van het aantal van 80 teruggekeerde Chinezen in 2008 tenminste twintig personen zijn uitgereisd met een door de Chinese autoriteiten afgegeven LP op basis van een door de vreemdeling ingevuld aanvraagformulier met betrekking tot zijn personalia. Over 2009 zijn geen aantallen bekend, maar er is- aldus verweerder- geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de informatie dat er LP’s worden afgegeven indien de vreemdeling zijn juiste personalia opgeeft. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder met bovenstaande brief en de ter zitting van 4 maart 2010 gegeven aanvullende informatie onderbouwd dat voor (ongedocumenteerde) vrijwillig vertrekkenden door de Chinese autoriteiten documenten worden afgegeven indien de betrokken vreemdeling naar waarheid zijn persoonsgegevens in China vermeldt, inclusief het unieke Chinese persoonsnummer. Nu het afgeven van documenten voor de terugreis mogelijk is, bestaat geen grond voor het oordeel dat het beleid als weergegeven onder rechtsoverweging 1.6 kennelijk onredelijk is op grond dat gebleken is dat aan (ongedocumenteerde) vrijwillig vertrekkenden door de Chinese autoriteiten nimmer documenten worden afgegeven.
www.rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en uitzetting naar Somaliland (uitspraak rechter)
LJN: BL8014, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Dordrecht , AWB 10/6325
Datum uitspraak: 04-03-2010
Datum publicatie: 18-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: bewaring / Somaliland / zicht op uitzetting / openbaarmaking Memorandum of Understanding / opstelling autoriteiten Somaliland tot aan de presidentsverkiezingen
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Nevenzittingsplaats Dordrecht
Sector Bestuursrecht
Vreemdelingenkamer
procedurenummer: AWB 10/6325, V-nummer: 802.641.6821,
uitspraak van de enkelvoudige kamer
inzake
[eiser], eiser,
gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels, advocaat te Dordrecht,
tegen
de Staatssecretaris van Justitie, thans de Minister van Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Op 18 februari 2010 is de rechtbank, door middel van een namens eiser ingediend beroepschrift, ervan in kennis gesteld dat verweerder eiser op 16 februari 2010 in bewaring heeft gesteld.
1.2. De zaak is op 25 februari 2010 behandeld ter zitting van een enkelvoudige kamer.
Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. S. Kandemir, kantoorgenoot van zijn gemachtigde.
Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. Krachtens artikel 94, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) staat ter beoordeling of het besluit tot oplegging van de onderwerpelijke vrijheidsontnemende maatregel in strijd is met deze wet, dan wel bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is te achten. Gelet op het bepaalde in artikel 94, eerste lid, laatsdat hhte volzin, van de Vw 2000 staat tevens ter beoordeling of er aanleiding is eiser schadevergoeding toe te kennen.
2.2. Eiser voert aan dat hij een asielrechtelijk verleden in Nederland heeft, waarover informatie bij verweerder is opgevraagd. Zolang verweerder hierover geen duidelijkheid verschaft, ontbreekt zicht op uitzetting.
Bij uitspraak van 7 januari 2010 (LJN BK9644) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) zicht op uitzetting naar Somaliland aangenomen op grond van het bestaan van een Memorandum of Understanding (hierna: MoU). Het MoU is in strijd met artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties (hierna: VN) en artikel 18 van het Convenant of the League of Nations niet openbaar gemaakt. Dit betekent dat het MoU geen rechtskracht heeft en niet kan bijdragen tot de slotsom dat zicht op uitzetting naar Somaliland niet ontbreekt. Door beperking van de kennisneming van het MoU gerechtvaardigd te achten, heeft de Afdeling gehandeld in strijd met genoemde bepalingen van internationaal recht.
Uit een brief van 7 januari 2010 van verweerder aan de rechtbank blijkt dat de autoriteiten van Somaliland tot aan de presidentsverkiezingen, voorzien in april 2010, niet willen meewerken aan gedwongen uitzetting, het MoU ten spijt. Gelet hierop en omdat de presidentsverkiezingen al herhaaldelijk zijn uitgesteld, moet ook gezien deze brief worden geconcludeerd dat zicht op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn ontbreekt.
2.3. Verweerder brengt naar voren dat de klachtbrief waarbij eiser informatie heeft gevraagd over zijn asielrechtelijke verleden is doorgezonden en op 23 februari 2010 is aangekomen bij de behandelende afdeling, die thans onderzoek verricht naar het verblijfsrechtelijke verleden van eiser. Vooralsnog is slechts bekend dat verzoeken om naturalisatie van eiser, ingediend in 1991 en 1992, buiten behandeling zijn gesteld en houdt verweerder vast aan zijn standpunt dat eiser geen rechtmatig verblijf (meer) heeft.
Gelet op de uitspraak van 7 januari 2010 van de Afdeling ontbreekt zicht op uitzetting van eiser niet. De brief van dezelfde datum maakt dit niet anders. De bewaring is in de betreffende zaak niet opgeheven wegens het ontbreken van zicht op uitzetting, maar op grond van een belangenafweging. De feiten en omstandigheden in de zaak van eiser liggen anders.
2.4. De rechtbank acht het beroep ongegrond en komt daartoe op grond van de navolgende overwegingen.
2.4.1. De rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat zicht op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn ontbreekt en overweegt hiertoe het volgende.
2.4.1.1. Naar de rechtbank begrijpt, stelt eiser zich op het standpunt dat hij in de jaren tachtig hier te lande is toegelaten als vluchteling. Gelet op zijn verzoeken om naturalisatie acht de rechtbank niet onaannemelijk dat eiser in het verleden rechtmatig verblijf heeft gehad en valt evenmin op voorhand uit te sluiten dat hij nog steeds rechtmatig verblijf heeft. Dit neemt niet weg dat het primair op de weg van eiser ligt om eventueel rechtmatig verblijf aan te tonen, bijvoorbeeld met behulp van een verblijfsdocument. Over een dergelijk document beschikt eiser naar eigen zeggen niet meer. De (computer)bestanden van verweerder geven geen uitsluitsel over het verblijfsrechtelijke verleden van eiser. Onder deze omstandigheden moet verweerder naar het oordeel van de rechtbank enige tijd worden gegund om hier nader onderzoek naar te doen. Vooralsnog is niet gebleken dat eiser rechtmatig verblijf heeft en dat zicht op uitzetting op die grond ontbreekt. Over de voortvarendheid waarmee verweerder het onderzoek naar het verblijfsrechtelijke verleden van eiser ter hand heeft genomen, heeft eiser geen opmerkingen gemaakt.
2.4.1.2. Bij uitspraak van 1 juli 2009 (LJN BJ1600) heeft de Afdeling geoordeeld dat zicht op uitzetting van de desbetreffende vreemdeling naar Somalië ontbrak, omdat de dwang die kenmerkend is voor een uitzetting in het geval van Somalische vreemdelingen niet werd uitgeoefend. De op Somalië vliegende luchtvaartmaatschappij waarmee verweerder afspraken had gemaakt over de terugkeer van Somalische vreemdelingen weigerde vreemdelingen tegen hun wil mee te nemen.
In de zaak die heeft geleid tot de door partijen genoemde uitspraak van 7 januari 2010 van de Afdeling heeft verweerder erop gewezen dat op 1 juli 2009 een MoU met de autoriteiten van Somaliland tot stand is gekomen. Vreemdelingen die niet beschikken over eigen documenten kunnen na vaststelling van hun identiteit en nationaliteit (desnoods gedwongen) terugkeren naar Somaliland op basis van een EU-staat. Voorts hebben twee luchtvaartmaatschappijen te kennen gegeven dat zij zullen meewerken aan gedwongen terugkeer op basis van het MoU, aldus verweerder. Verweerder heeft het MoU met een beroep op artikel 8:29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aan de Afdeling verstrekt en de Afdeling heeft beperking van de kennisneming van het MoU gerechtvaardigd geoordeeld. De vreemdeling weigerde vervolgens de toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb. De Afdeling kwam tot de conclusie dat zicht op uitzetting van de vreemdeling naar Somaliland niet ontbrak.
2.4.1.3. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat verweerder verplicht is het MoU openbaar te maken. Daargelaten of Somaliland een staat is en of Somalië dan wel Somalië lid is van de League of Nations, zijn de door eiser genoemde bepalingen van internationaal recht geschreven voor het interstatelijk verkeer dan wel het verkeer tussen lidstaten en organen van de VN. Deze bepalingen bevatten naar het oordeel van de rechtbank geen aanspraak van individuen op openbaarmaking van verdragen of internationale overeenkomsten. Zo bepaalt artikel 102, tweede lid, van het Handvest van de VN dat een lidstaat die een verdrag niet openbaar maakt dit verdrag niet kan inroepen tegenover organen van de VN. Over individuen wordt in dit verband niet gerept. Ook als hierover anders moet worden geoordeeld en eiser wordt gevolgd in zijn standpunt dat het MoU op grond van bepalingen van internationaal recht openbaar moet worden gemaakt, neemt dit het zicht op uitzetting naar het oordeel van de rechtbank niet weg als de autoriteiten van Somaliland feitelijk bereid zijn eiser op basis van het MoU terug te nemen.
Ter zitting heeft de rechtbank eiser gewezen op de mogelijkheid dat de rechtbank het MoU bij verweerder opvraagt. In dat geval kan de rechtbank al dan niet beperkt kennis nemen van het MoU en daar een oordeel over geven. De (waarnemend) gemachtigde van eiser heeft geantwoord dat eiser een principiële opstelling kiest: het MoU moet openbaar zijn en anders heeft het geen rechtskracht. Eiser wenst een uitspraak van de rechtbank zonder dat zij het MoU opvraagt. Hoewel deze opvatting van eiser de rechtbank niet bindt, heeft zij geen aanleiding gezien het MoU bij verweerder op te vragen. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan het bestaan van de door verweerder gestelde afspraken met de autoriteiten van Somaliland. Uitgaande van het bestaan van deze afspraken kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezegd dat zicht op uitzetting van eiser naar Somaliland binnen een redelijke termijn ontbreekt.
2.4.1.4. Het beroep van eiser op de brief van 7 januari 2010 van verweerder aan deze rechtbank kan niet leiden tot het daarmee beoogde doel. Voor zover op grond van deze brief moet worden aangenomen dat, ondanks het MoU, tot aan de presidentsverkiezingen in Somaliland de in de uitspraak van 1 juli 2009 van de Afdeling genoemde uitspraak opnieuw aan de orde is, wettigt dit niet de conclusie dat zicht op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn ontbreekt. Niet op voorhand valt uit te sluiten dat de presidentsverkiezingen thans doorgang vinden en dat eiser daarna binnen een redelijke termijn kan worden uitgezet, daargelaten de mogelijkheid van nieuwe tussentijdse contacten op diplomatiek niveau met de autoriteiten van Somaliland.
2.4.3. Voor zover eiser een beroep heeft willen doen op het gelijkheidsbeginsel en heeft willen betogen dat de maatregel van bewaring gelet op de brief van 7 januari 2010 ook in zijn geval niet in redelijkheid gerechtvaardigd is, faalt dit beroep. In de brief van 7 januari 2010 is vermeld dat de belangenafweging mede gezien de duur van de maatregel in het voordeel van de vreemdeling uitviel. Uit deze brief valt af te leiden dat eiser op of voor 28 november 2009 in bewaring is gesteld, zodat de bewaring van de betreffende vreemdeling langer heeft voortgeduurd dan de bewaring van eiser voortduurt. Bovendien is in de brief van 7 januari 2010 vermeld dat nog niet bekend is wanneer de presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden, terwijl eiser naar voren heeft gebracht dat deze verkiezingen thans zijn voorzien voor april 2010, zij het dat eiser betoogt dat de kans op hernieuwd uitstel zeer groot is. Dit betoog kan bezien in het licht van 2.4.1.4. van deze uitspraak niet leiden tot het daarmee beoogde doel.
2.5. Ook overigens is niet gebleken dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de bewaring ten aanzien van eiser in strijd is met de Vw 2000 dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is te achten. Er bestaat derhalve geen grond voor het toekennen van schadevergoeding, zodat het verzoek daartoe wordt afgewezen.
2.6. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75, eerste lid, van de Awb.
2.7. Gezien het voorgaande beslist de rechtbank als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank 's-Gravenhage:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus gegeven door mr. B. van Velzen, rechter, en door deze en B. Simi, griffier, ondertekend.
Bron: rechtpraak.nl
Datum uitspraak: 04-03-2010
Datum publicatie: 18-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: bewaring / Somaliland / zicht op uitzetting / openbaarmaking Memorandum of Understanding / opstelling autoriteiten Somaliland tot aan de presidentsverkiezingen
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Nevenzittingsplaats Dordrecht
Sector Bestuursrecht
Vreemdelingenkamer
procedurenummer: AWB 10/6325, V-nummer: 802.641.6821,
uitspraak van de enkelvoudige kamer
inzake
[eiser], eiser,
gemachtigde: mr. H.C.Ch. Kneuvels, advocaat te Dordrecht,
tegen
de Staatssecretaris van Justitie, thans de Minister van Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. N.H.T. Jansen, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Op 18 februari 2010 is de rechtbank, door middel van een namens eiser ingediend beroepschrift, ervan in kennis gesteld dat verweerder eiser op 16 februari 2010 in bewaring heeft gesteld.
1.2. De zaak is op 25 februari 2010 behandeld ter zitting van een enkelvoudige kamer.
Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. S. Kandemir, kantoorgenoot van zijn gemachtigde.
Verweerder is verschenen bij gemachtigde.
2. Overwegingen
2.1. Krachtens artikel 94, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) staat ter beoordeling of het besluit tot oplegging van de onderwerpelijke vrijheidsontnemende maatregel in strijd is met deze wet, dan wel bij afweging van alle betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is te achten. Gelet op het bepaalde in artikel 94, eerste lid, laatsdat hhte volzin, van de Vw 2000 staat tevens ter beoordeling of er aanleiding is eiser schadevergoeding toe te kennen.
2.2. Eiser voert aan dat hij een asielrechtelijk verleden in Nederland heeft, waarover informatie bij verweerder is opgevraagd. Zolang verweerder hierover geen duidelijkheid verschaft, ontbreekt zicht op uitzetting.
Bij uitspraak van 7 januari 2010 (LJN BK9644) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) zicht op uitzetting naar Somaliland aangenomen op grond van het bestaan van een Memorandum of Understanding (hierna: MoU). Het MoU is in strijd met artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties (hierna: VN) en artikel 18 van het Convenant of the League of Nations niet openbaar gemaakt. Dit betekent dat het MoU geen rechtskracht heeft en niet kan bijdragen tot de slotsom dat zicht op uitzetting naar Somaliland niet ontbreekt. Door beperking van de kennisneming van het MoU gerechtvaardigd te achten, heeft de Afdeling gehandeld in strijd met genoemde bepalingen van internationaal recht.
Uit een brief van 7 januari 2010 van verweerder aan de rechtbank blijkt dat de autoriteiten van Somaliland tot aan de presidentsverkiezingen, voorzien in april 2010, niet willen meewerken aan gedwongen uitzetting, het MoU ten spijt. Gelet hierop en omdat de presidentsverkiezingen al herhaaldelijk zijn uitgesteld, moet ook gezien deze brief worden geconcludeerd dat zicht op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn ontbreekt.
2.3. Verweerder brengt naar voren dat de klachtbrief waarbij eiser informatie heeft gevraagd over zijn asielrechtelijke verleden is doorgezonden en op 23 februari 2010 is aangekomen bij de behandelende afdeling, die thans onderzoek verricht naar het verblijfsrechtelijke verleden van eiser. Vooralsnog is slechts bekend dat verzoeken om naturalisatie van eiser, ingediend in 1991 en 1992, buiten behandeling zijn gesteld en houdt verweerder vast aan zijn standpunt dat eiser geen rechtmatig verblijf (meer) heeft.
Gelet op de uitspraak van 7 januari 2010 van de Afdeling ontbreekt zicht op uitzetting van eiser niet. De brief van dezelfde datum maakt dit niet anders. De bewaring is in de betreffende zaak niet opgeheven wegens het ontbreken van zicht op uitzetting, maar op grond van een belangenafweging. De feiten en omstandigheden in de zaak van eiser liggen anders.
2.4. De rechtbank acht het beroep ongegrond en komt daartoe op grond van de navolgende overwegingen.
2.4.1. De rechtbank ziet geen grond voor het oordeel dat zicht op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn ontbreekt en overweegt hiertoe het volgende.
2.4.1.1. Naar de rechtbank begrijpt, stelt eiser zich op het standpunt dat hij in de jaren tachtig hier te lande is toegelaten als vluchteling. Gelet op zijn verzoeken om naturalisatie acht de rechtbank niet onaannemelijk dat eiser in het verleden rechtmatig verblijf heeft gehad en valt evenmin op voorhand uit te sluiten dat hij nog steeds rechtmatig verblijf heeft. Dit neemt niet weg dat het primair op de weg van eiser ligt om eventueel rechtmatig verblijf aan te tonen, bijvoorbeeld met behulp van een verblijfsdocument. Over een dergelijk document beschikt eiser naar eigen zeggen niet meer. De (computer)bestanden van verweerder geven geen uitsluitsel over het verblijfsrechtelijke verleden van eiser. Onder deze omstandigheden moet verweerder naar het oordeel van de rechtbank enige tijd worden gegund om hier nader onderzoek naar te doen. Vooralsnog is niet gebleken dat eiser rechtmatig verblijf heeft en dat zicht op uitzetting op die grond ontbreekt. Over de voortvarendheid waarmee verweerder het onderzoek naar het verblijfsrechtelijke verleden van eiser ter hand heeft genomen, heeft eiser geen opmerkingen gemaakt.
2.4.1.2. Bij uitspraak van 1 juli 2009 (LJN BJ1600) heeft de Afdeling geoordeeld dat zicht op uitzetting van de desbetreffende vreemdeling naar Somalië ontbrak, omdat de dwang die kenmerkend is voor een uitzetting in het geval van Somalische vreemdelingen niet werd uitgeoefend. De op Somalië vliegende luchtvaartmaatschappij waarmee verweerder afspraken had gemaakt over de terugkeer van Somalische vreemdelingen weigerde vreemdelingen tegen hun wil mee te nemen.
In de zaak die heeft geleid tot de door partijen genoemde uitspraak van 7 januari 2010 van de Afdeling heeft verweerder erop gewezen dat op 1 juli 2009 een MoU met de autoriteiten van Somaliland tot stand is gekomen. Vreemdelingen die niet beschikken over eigen documenten kunnen na vaststelling van hun identiteit en nationaliteit (desnoods gedwongen) terugkeren naar Somaliland op basis van een EU-staat. Voorts hebben twee luchtvaartmaatschappijen te kennen gegeven dat zij zullen meewerken aan gedwongen terugkeer op basis van het MoU, aldus verweerder. Verweerder heeft het MoU met een beroep op artikel 8:29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) aan de Afdeling verstrekt en de Afdeling heeft beperking van de kennisneming van het MoU gerechtvaardigd geoordeeld. De vreemdeling weigerde vervolgens de toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb. De Afdeling kwam tot de conclusie dat zicht op uitzetting van de vreemdeling naar Somaliland niet ontbrak.
2.4.1.3. De rechtbank volgt eiser niet in zijn standpunt dat verweerder verplicht is het MoU openbaar te maken. Daargelaten of Somaliland een staat is en of Somalië dan wel Somalië lid is van de League of Nations, zijn de door eiser genoemde bepalingen van internationaal recht geschreven voor het interstatelijk verkeer dan wel het verkeer tussen lidstaten en organen van de VN. Deze bepalingen bevatten naar het oordeel van de rechtbank geen aanspraak van individuen op openbaarmaking van verdragen of internationale overeenkomsten. Zo bepaalt artikel 102, tweede lid, van het Handvest van de VN dat een lidstaat die een verdrag niet openbaar maakt dit verdrag niet kan inroepen tegenover organen van de VN. Over individuen wordt in dit verband niet gerept. Ook als hierover anders moet worden geoordeeld en eiser wordt gevolgd in zijn standpunt dat het MoU op grond van bepalingen van internationaal recht openbaar moet worden gemaakt, neemt dit het zicht op uitzetting naar het oordeel van de rechtbank niet weg als de autoriteiten van Somaliland feitelijk bereid zijn eiser op basis van het MoU terug te nemen.
Ter zitting heeft de rechtbank eiser gewezen op de mogelijkheid dat de rechtbank het MoU bij verweerder opvraagt. In dat geval kan de rechtbank al dan niet beperkt kennis nemen van het MoU en daar een oordeel over geven. De (waarnemend) gemachtigde van eiser heeft geantwoord dat eiser een principiële opstelling kiest: het MoU moet openbaar zijn en anders heeft het geen rechtskracht. Eiser wenst een uitspraak van de rechtbank zonder dat zij het MoU opvraagt. Hoewel deze opvatting van eiser de rechtbank niet bindt, heeft zij geen aanleiding gezien het MoU bij verweerder op te vragen. De rechtbank ziet geen reden om te twijfelen aan het bestaan van de door verweerder gestelde afspraken met de autoriteiten van Somaliland. Uitgaande van het bestaan van deze afspraken kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezegd dat zicht op uitzetting van eiser naar Somaliland binnen een redelijke termijn ontbreekt.
2.4.1.4. Het beroep van eiser op de brief van 7 januari 2010 van verweerder aan deze rechtbank kan niet leiden tot het daarmee beoogde doel. Voor zover op grond van deze brief moet worden aangenomen dat, ondanks het MoU, tot aan de presidentsverkiezingen in Somaliland de in de uitspraak van 1 juli 2009 van de Afdeling genoemde uitspraak opnieuw aan de orde is, wettigt dit niet de conclusie dat zicht op uitzetting van eiser binnen een redelijke termijn ontbreekt. Niet op voorhand valt uit te sluiten dat de presidentsverkiezingen thans doorgang vinden en dat eiser daarna binnen een redelijke termijn kan worden uitgezet, daargelaten de mogelijkheid van nieuwe tussentijdse contacten op diplomatiek niveau met de autoriteiten van Somaliland.
2.4.3. Voor zover eiser een beroep heeft willen doen op het gelijkheidsbeginsel en heeft willen betogen dat de maatregel van bewaring gelet op de brief van 7 januari 2010 ook in zijn geval niet in redelijkheid gerechtvaardigd is, faalt dit beroep. In de brief van 7 januari 2010 is vermeld dat de belangenafweging mede gezien de duur van de maatregel in het voordeel van de vreemdeling uitviel. Uit deze brief valt af te leiden dat eiser op of voor 28 november 2009 in bewaring is gesteld, zodat de bewaring van de betreffende vreemdeling langer heeft voortgeduurd dan de bewaring van eiser voortduurt. Bovendien is in de brief van 7 januari 2010 vermeld dat nog niet bekend is wanneer de presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden, terwijl eiser naar voren heeft gebracht dat deze verkiezingen thans zijn voorzien voor april 2010, zij het dat eiser betoogt dat de kans op hernieuwd uitstel zeer groot is. Dit betoog kan bezien in het licht van 2.4.1.4. van deze uitspraak niet leiden tot het daarmee beoogde doel.
2.5. Ook overigens is niet gebleken dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de bewaring ten aanzien van eiser in strijd is met de Vw 2000 dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is te achten. Er bestaat derhalve geen grond voor het toekennen van schadevergoeding, zodat het verzoek daartoe wordt afgewezen.
2.6. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling als bedoeld in artikel 8:75, eerste lid, van de Awb.
2.7. Gezien het voorgaande beslist de rechtbank als volgt.
3. Beslissing
De rechtbank 's-Gravenhage:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Aldus gegeven door mr. B. van Velzen, rechter, en door deze en B. Simi, griffier, ondertekend.
Bron: rechtpraak.nl
Georgiërs ineens op derde plek asielzoekers
Grote aantallen Georgiërs vragen sinds de afgelopen maanden asiel aan in Nederland. In de cijfers vanaf januari staan ze zelfs op de derde plek op de ranglijst van asielaanvragers. Dat meldt het radio 1-programma Dit Is De Dag (EO) op basis van gegevens die de IND aan het programma heeft verstrekt.
Door Matthea Vrij
Uit cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst blijkt dat sinds november gemiddeld 120 Georgiërs per maand asiel aanvragen. Dat is meer dan tien keer zoveel als in eerdere jaren. De omvang van de Georgische asielaanvragen is nu vergelijkbaar met die van Afghanen en Irakezen.
Het lijkt daarbij vooral te gaan om uit Georgië afkomstige Jeziden, een minderheid die verwant is aan de Koerden. De Jeziden zeggen in Georgië gediscrimineerd te worden. Voorheen lukte het ze niet om een paspoort te bemachtigen, maar sinds kort lukt dat wel tegen betaling van duizenden euro’s aan corrupte Georgische ambtenaren, aldus de Jeziden die in Dit Is De Dag aan het woord komen.
Verbaasd
CDA-kamerlid Van Haersma Buma laat in een reactie weten verbaasd te zijn: "Georgie is een land dat graag bij Europa wil horen. Dat betekent dat je ook op een normale manier met je minderheden moet omgaan. De bal ligt wat dat betreft bij Georgie." Hij adviseert Jeziden die zich gediscrimineert voelen een klacht in te dienen bij Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Terug
De meeste van deze asielzoekers maken in Nederland geen kans, omdat het Dublin-claimanten zijn. Ze vroegen eerder asiel aan in Polen, maar voelden zich daar onveilig en hun aanvragen werden veelal afgewezen. Volgens Van Haersma Buma betekent dat niet dat ze daarom automatisch asiel in Nederland kunnen krijgen. "Als deze mensen al in Polen asiel hebbben aangevraagd en daar zijn afgewezen, dan moeten ze terug naar Georgie", aldus het kamerlid.
De slechte situatie in Poolse asielzoekerscentra kwam in december even in het nieuws toen honderden asielzoekers, waaronder Georgiërs, in Polen bij wijze van protest een trein naar Straatsburg bezetten. Uit IND-cijfers is af te leiden dat grofweg een derde van de Georgiërs inmiddels opgesloten of teruggestuurd is.
Bron: http://www.eo.nl/programma/ditisdedag/2008-2009/page/Georgi_rs_ineens_op_derde_plek_asielzoekers_/articles/article.esp?article=11457029
Door Matthea Vrij
Uit cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst blijkt dat sinds november gemiddeld 120 Georgiërs per maand asiel aanvragen. Dat is meer dan tien keer zoveel als in eerdere jaren. De omvang van de Georgische asielaanvragen is nu vergelijkbaar met die van Afghanen en Irakezen.
Het lijkt daarbij vooral te gaan om uit Georgië afkomstige Jeziden, een minderheid die verwant is aan de Koerden. De Jeziden zeggen in Georgië gediscrimineerd te worden. Voorheen lukte het ze niet om een paspoort te bemachtigen, maar sinds kort lukt dat wel tegen betaling van duizenden euro’s aan corrupte Georgische ambtenaren, aldus de Jeziden die in Dit Is De Dag aan het woord komen.
Verbaasd
CDA-kamerlid Van Haersma Buma laat in een reactie weten verbaasd te zijn: "Georgie is een land dat graag bij Europa wil horen. Dat betekent dat je ook op een normale manier met je minderheden moet omgaan. De bal ligt wat dat betreft bij Georgie." Hij adviseert Jeziden die zich gediscrimineert voelen een klacht in te dienen bij Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Terug
De meeste van deze asielzoekers maken in Nederland geen kans, omdat het Dublin-claimanten zijn. Ze vroegen eerder asiel aan in Polen, maar voelden zich daar onveilig en hun aanvragen werden veelal afgewezen. Volgens Van Haersma Buma betekent dat niet dat ze daarom automatisch asiel in Nederland kunnen krijgen. "Als deze mensen al in Polen asiel hebbben aangevraagd en daar zijn afgewezen, dan moeten ze terug naar Georgie", aldus het kamerlid.
De slechte situatie in Poolse asielzoekerscentra kwam in december even in het nieuws toen honderden asielzoekers, waaronder Georgiërs, in Polen bij wijze van protest een trein naar Straatsburg bezetten. Uit IND-cijfers is af te leiden dat grofweg een derde van de Georgiërs inmiddels opgesloten of teruggestuurd is.
Bron: http://www.eo.nl/programma/ditisdedag/2008-2009/page/Georgi_rs_ineens_op_derde_plek_asielzoekers_/articles/article.esp?article=11457029
CPB-directeur Teulings: Immigratieverdragen omzeilen
Nederland moet 'paal en perk stellen' aan verdragen die het lastig maken om een eigen restrictief immigratiebeleid te voeren. Dat zegt Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau. 'Dat wij de slechte immigranten krijgen is objectief waar'.
De prominente PvdA'er Teulings bekritiseert het vluchtelingenvedrag
Coen Teulings, directeur van het Centraal Planbureau, wil dat Nederland ‘creatief’ omgaat met internationale verdragen die ons land in de weg zitten bij het beperken van gezinsmigratie. ‘Juist veel laagopgeleiden komen bij gezinshereniging,’ zegt Teulings. ‘Ik weet niet waar dat juridisch in vastgebeiteld zit, maar daar moeten wij zo veel mogelijk paal en perk aan stellen. De meeste landen vinden om dat soort verdragen altijd redelijk creatieve oplossingen en ik denk dat wij dat ook moeten doen.’
Teulings is als directeur van het Centraal Planbureau een van de belangrijkste regeringsadviseurs. Hij is ook prominent PvdA’er.
Halfstatus
Teulings wil verder immigranten niet meteen recht geven op sociale zekerheid, zodra ze een permanente verblijfsvergunning hebben. Hij wil alleen uitkeringen verstrekken aan wie Nederlands staatsburger is. Hij denkt aan de introductie van ‘een soort B-burgerstatus’ dan wel ‘een halfstatus’ voor wie niet aan die eis voldoet en dus geen (volledige) uitkeringsrechten geniet. ‘Als er allemaal mensen komen die wel een bijstandsuitkering krijgen en verder niets bijdragen, dat is wel een probleem, dat hou je niet lang vol.’
De Nederlandse verzorgingsstaat en de egalitaire loonstructuur (relatief goed betaald laagwaardig werk, fiscaal aftoppen van hoger loon) fungeren als een magneet voor laagopgeleide immigranten, zo zegt Teulings. ‘Dat wij de slechte immigranten krijgen dat is natuurlijk gewoon objectief waar.’
Economische effecten
Teulings doet zijn uitlatingen in een binnenkort te verschijnen proefschrift van de wiskundige en cultureel antropoloog Jan van de Beek, waarin wordt nagegaan waarom er de afgelopen halve eeuw zo weinig onderzoek is gedaan naar de economische effecten van immigratie.
In dat boek komt ook Teulings’ voormalige collega aan de Universiteit van Amsterdam, econoom Joop Hartog, aan het woord. Die is het met Teulings eens dat Nederland internationale verdragen moet heroverwegen. Hartog noemt het bijvoorbeeld ‘onzin’ en ‘absurd’ dat Nederland ‘met het Vluchtelingenverdrag de verplichting op zich heeft genomen in principe iedere vervolgde wereldburger op te nemen’.
Kritisch
Coen Teulings liet zich, als hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam, midden jaren negentig al kritisch uit over het Nederlandse immigratiebeleid. Zo sympathiseerde hij met suggesties om het minimumloon en de uitkeringen te verlagen om laagopgeleide migranten te laten werken, in plaats van een uitkering te bezorgen. Hij zegt dat ‘nog steeds een verstandige lijn’ te vinden.
Teulings staat niet alleen in zijn kritiek op de verdragen die Nederland verplichten om migranten op te nemen. De VVD en de PVV willen al langer dat Nederland dergelijke verdragen (gedeeltelijk) opzegt. Het CDA kwam in februari met een soortgelijk pleidooi. De afgelopen jaren blijkt Nederland met name door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en binnen de Europese Unie verplichtingen te zijn aangegaan die het moeilijk maken asielzoekers en familiemigranten buiten de deur te houden.
Coen Teulings was binnen de PvdA onder meer actief als lid van de commissie die in 2004 het nieuwe PvdA-beginselprogramma schreef. Hij geldt als vertrouweling van de vertrokken PvdA-leider Wouter Bos.
Bron: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Politiek/260970/CPBdirecteur-Teulings-Immigratieverdragen-omzeilen.htm
Geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn in Herat en Diyala (uitspraak Raad van State)
LJN: BL8125, Raad van State , 200909294/1/V2
Datum uitspraak: 04-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Irak / provincie Diyala / geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn
In voormeld arrest van 20 januari 2009 heeft het EHRM geoordeeld dat de algemene veiligheidssituatie in Irak niet zodanig is dat er substantiële gronden zijn om aan te nemen dat burgers die naar dit land worden teruggestuurd louter vanwege hun aanwezigheid aldaar een reëel risico lopen op schending van artikel 3 van het EVRM. Uit de door de vreemdeling overgelegde stukken, in onderlinge samenhang bezien, blijkt niet dat sindsdien een zodanige verslechtering van de veiligheidssituatie in de provincie Diyala heeft plaatsgevonden dat ten aanzien van de situatie in die provincie ten tijde van de totstandkoming van voormeld besluit tot een ander oordeel zou moeten worden gekomen. De rechtbank heeft onder die omstandigheden in het door de vreemdeling aangevoerde, waaronder het rapport van de UNHCR, ten onrechte aanleiding gezien het standpunt van de staatssecretaris dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zich ten tijde van belang in de provincie Diyala de situatie voordeed, beschreven in artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn, en hij op die grond niet in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 ontoereikend gemotiveerd te achten. De grief slaagt.
2. LJN: BL8114, Raad van State , 200909252/1/V2
Datum uitspraak: 12-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Afghanistan / provincie Herat / geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn
Alhoewel uit de door de vreemdeling overgelegde documenten naar voren komt dat in Afghanistan sprake is van een verslechtering van de algemene veiligheidssituatie, een toename van het aantal veiligheidsincidenten en conflictgerelateerde slachtoffers en dat het conflict is geïntensiveerd en zich heeft verspreid naar voorheen stabiele gebieden, kan daaruit niet worden afgeleid dat de mate van het willekeurig geweld in het kader van het door de vreemdeling gestelde gewapend conflict ten tijde van de totstandkoming van het besluit van 1 november 2009 dermate hoog was dat zwaarwegende gronden bestonden om aan te nemen dat een burger in de provincie Herat, louter door zijn aanwezigheid in die provincie, op dat moment een reëel risico liep op ernstige schade, als vorenbedoeld. De staatssecretaris heeft zich derhalve terecht op het standpunt gesteld dat de vreemdeling aldus niet aannemelijk heeft gemaakt dat zich op dat moment aldaar de situatie voordeed, beschreven in artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn, zodat hij ook op die grond geen aanspraak op bescherming kan ontlenen aan artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. De voorzieningenrechter heeft het besluit van 1 november 2009 in zoverre ten onrechte ontoereikend gemotiveerd geacht. De tweede grief slaagt eveneens.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 04-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Irak / provincie Diyala / geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn
In voormeld arrest van 20 januari 2009 heeft het EHRM geoordeeld dat de algemene veiligheidssituatie in Irak niet zodanig is dat er substantiële gronden zijn om aan te nemen dat burgers die naar dit land worden teruggestuurd louter vanwege hun aanwezigheid aldaar een reëel risico lopen op schending van artikel 3 van het EVRM. Uit de door de vreemdeling overgelegde stukken, in onderlinge samenhang bezien, blijkt niet dat sindsdien een zodanige verslechtering van de veiligheidssituatie in de provincie Diyala heeft plaatsgevonden dat ten aanzien van de situatie in die provincie ten tijde van de totstandkoming van voormeld besluit tot een ander oordeel zou moeten worden gekomen. De rechtbank heeft onder die omstandigheden in het door de vreemdeling aangevoerde, waaronder het rapport van de UNHCR, ten onrechte aanleiding gezien het standpunt van de staatssecretaris dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zich ten tijde van belang in de provincie Diyala de situatie voordeed, beschreven in artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn, en hij op die grond niet in aanmerking komt voor verlening van een verblijfsvergunning krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 ontoereikend gemotiveerd te achten. De grief slaagt.
2. LJN: BL8114, Raad van State , 200909252/1/V2
Datum uitspraak: 12-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Afghanistan / provincie Herat / geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn
Alhoewel uit de door de vreemdeling overgelegde documenten naar voren komt dat in Afghanistan sprake is van een verslechtering van de algemene veiligheidssituatie, een toename van het aantal veiligheidsincidenten en conflictgerelateerde slachtoffers en dat het conflict is geïntensiveerd en zich heeft verspreid naar voorheen stabiele gebieden, kan daaruit niet worden afgeleid dat de mate van het willekeurig geweld in het kader van het door de vreemdeling gestelde gewapend conflict ten tijde van de totstandkoming van het besluit van 1 november 2009 dermate hoog was dat zwaarwegende gronden bestonden om aan te nemen dat een burger in de provincie Herat, louter door zijn aanwezigheid in die provincie, op dat moment een reëel risico liep op ernstige schade, als vorenbedoeld. De staatssecretaris heeft zich derhalve terecht op het standpunt gesteld dat de vreemdeling aldus niet aannemelijk heeft gemaakt dat zich op dat moment aldaar de situatie voordeed, beschreven in artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn, zodat hij ook op die grond geen aanspraak op bescherming kan ontlenen aan artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. De voorzieningenrechter heeft het besluit van 1 november 2009 in zoverre ten onrechte ontoereikend gemotiveerd geacht. De tweede grief slaagt eveneens.
Bron: rechtspraak.nl
Ook taakstraf staat verblijfsvergunning in de weg en de omstandigheden van het delict tellen alleen bij de strafrechter mee (uitspraak)
LJN: BL8102, Raad van State , 200901523/1/V3
Datum uitspraak: 11-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Afwijzing verblijfsvergunning regulier / gevaar voor openbare orde / toetsing bijzondere omstandigheden
Niet in geschil is dat de vreemdeling wegens een door hem gepleegd misdrijf bij vonnis van 8 maart 2005 door de rechtbank te Leeuwarden is veroordeeld tot een taakstraf. Gelet op het ter zake gevoerde beleid, weergegeven in rechtsoverweging 2.3.1., wordt in dat geval de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De formulering van paragraaf B1/4.4.1 biedt de staatssecretaris behoudens in geval van omstandigheden die daarin niet zijn verdisconteerd geen ruimte voor een nadere belangenafweging. De door de rechtbank vermelde omstandigheden, verband houdend met het gepleegde misdrijf, moeten geacht worden bij de vaststelling van het beleid te zijn betrokken in die zin dat ervan moet worden uitgegaan dat deze omstandigheden reeds door de strafrechter zijn beoordeeld. Bij de toepassing van het beleid door de staatssecretaris geldt een veroordeling tot een taakstraf zoals hier aan de orde voor hem als een vaststaand gegeven in verband waarmee een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000, moet worden afgewezen. De bedoelde omstandigheden vormen om die reden evenmin bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb die de staatssecretaris tot een nadere belangenafweging noopten. Nu er voorts geen andere relevante omstandigheden naar voren zijn gebracht, is de door de staatssecretaris verrichte belangenafweging niet in strijd met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen. De grief slaagt
Bron: rechtspraak.nl
DUS is het zaak dat strafrechtadvocaten rechters in de strafzaak al op de verblijfsrechtelijke consequenties wijzen!
Datum uitspraak: 11-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Afwijzing verblijfsvergunning regulier / gevaar voor openbare orde / toetsing bijzondere omstandigheden
Niet in geschil is dat de vreemdeling wegens een door hem gepleegd misdrijf bij vonnis van 8 maart 2005 door de rechtbank te Leeuwarden is veroordeeld tot een taakstraf. Gelet op het ter zake gevoerde beleid, weergegeven in rechtsoverweging 2.3.1., wordt in dat geval de aanvraag van de vreemdeling afgewezen. De formulering van paragraaf B1/4.4.1 biedt de staatssecretaris behoudens in geval van omstandigheden die daarin niet zijn verdisconteerd geen ruimte voor een nadere belangenafweging. De door de rechtbank vermelde omstandigheden, verband houdend met het gepleegde misdrijf, moeten geacht worden bij de vaststelling van het beleid te zijn betrokken in die zin dat ervan moet worden uitgegaan dat deze omstandigheden reeds door de strafrechter zijn beoordeeld. Bij de toepassing van het beleid door de staatssecretaris geldt een veroordeling tot een taakstraf zoals hier aan de orde voor hem als een vaststaand gegeven in verband waarmee een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000, moet worden afgewezen. De bedoelde omstandigheden vormen om die reden evenmin bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 van de Awb die de staatssecretaris tot een nadere belangenafweging noopten. Nu er voorts geen andere relevante omstandigheden naar voren zijn gebracht, is de door de staatssecretaris verrichte belangenafweging niet in strijd met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen. De grief slaagt
Bron: rechtspraak.nl
DUS is het zaak dat strafrechtadvocaten rechters in de strafzaak al op de verblijfsrechtelijke consequenties wijzen!
Turk hoeft voor verlenging verblijfsvergunning maar 30 euro te betalen (uitspraak Raad van State)
LJN: BL8074, Raad van State , 200505721/1/V3-A
Datum uitspraak: 17-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bedrag leges onevenredig / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / artikel 13 van besluit 1/80 / standstill-bepaling / verboden beperking / arrest Sahin
Uit hetgeen het Hof, met name in de punten 51 en 59, heeft overwogen, hiervoor onder 2.2. weergegeven, dient te worden afgeleid dat artikel 13 van besluit nr. 1/80 van toepassing is op een Turkse onderdaan, zoals de vreemdeling, aan wie een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd is verleend en die eerst na afloop van de geldigheidsduur van deze verblijfsvergunning, maar binnen de daartoe naar nationaal recht gestelde termijn van zes maanden, zoals deze gold ten tijde van belang, een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning heeft ingediend. De minister heeft in de reactie op voormeld arrest niet bestreden dat het door de vreemdeling aan leges verschuldigde bedrag van € 169,00 voor de afdoening van de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onevenredig is aan het door een gemeenschapsonderdaan aan leges verschuldigde bedrag van € 30,00 voor de afdoening van een aanvraag om toetsing aan het gemeenschapsrecht en afgifte van het daaraan verbonden verblijfsdocument. Derhalve is, gelet op hetgeen het Hof in punt 74 heeft overwogen sprake van een bij artikel 13 van besluit nr. 1/80 verboden beperking.
Bron: rechtspraak.nl
Een Turk mag dus ook na 6 maanden nog verlengen en hoeft maar 30 euro te betalen.
Datum uitspraak: 17-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bedrag leges onevenredig / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / artikel 13 van besluit 1/80 / standstill-bepaling / verboden beperking / arrest Sahin
Uit hetgeen het Hof, met name in de punten 51 en 59, heeft overwogen, hiervoor onder 2.2. weergegeven, dient te worden afgeleid dat artikel 13 van besluit nr. 1/80 van toepassing is op een Turkse onderdaan, zoals de vreemdeling, aan wie een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd is verleend en die eerst na afloop van de geldigheidsduur van deze verblijfsvergunning, maar binnen de daartoe naar nationaal recht gestelde termijn van zes maanden, zoals deze gold ten tijde van belang, een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning heeft ingediend. De minister heeft in de reactie op voormeld arrest niet bestreden dat het door de vreemdeling aan leges verschuldigde bedrag van € 169,00 voor de afdoening van de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onevenredig is aan het door een gemeenschapsonderdaan aan leges verschuldigde bedrag van € 30,00 voor de afdoening van een aanvraag om toetsing aan het gemeenschapsrecht en afgifte van het daaraan verbonden verblijfsdocument. Derhalve is, gelet op hetgeen het Hof in punt 74 heeft overwogen sprake van een bij artikel 13 van besluit nr. 1/80 verboden beperking.
Bron: rechtspraak.nl
Een Turk mag dus ook na 6 maanden nog verlengen en hoeft maar 30 euro te betalen.
19 maart 2010
Zomercursus Europees Immigratie- en Asielrecht in Brussel
Ingezonden door mr Adang:
Ladies and Gentlemen,
Dear Friends,
I have the honour, on behalf of the Odysseus Academic Network and our members coming from all the States of the European Union, to inform you about the 10th edition of our Summer School on Immigration and Asylum Policy of the European Union, which we have organised for the last nine years and will again take place in Brussels University (U.L.B.) from 28 June to 9 July 2010.
I have also the pleasure to inform you of the 5th edition of our one-year programme that we have launched in September 2006. The continued success since 2001 of our Summer School which each year attracts more than 120 persons coming from the whole of the European Union and beyond and the growing demand for education on this subject, have indeed encouraged us to propose a Certificate course aimed at the acquisition of an in-depth knowledge of European Law on Immigration and Asylum in order to train genuine specialists in this developing branch of Community law.
You will find all the information about these two programmes in annex and on our website http://www.ulb.ac.be/assoc/odysseus/
As our Summer School, the Certificate is entirely self-financed and so we would be very grateful if you could help us promote its existence. All you need to do therefore is just to forward the present message to any persons who might be interested in these programmes or to send us their details or a file to odysseus@ulb.ac.be
On behalf of the Odysseus Academic Network, I hope to have the pleasure to meet you at the Summer School or Certificate or to have the possibility to rely upon your kind support for the promotion of both programmes as largely as possible.
Yours sincerely,
Prof. Philippe DE BRUYCKER
Coordinator of the Odysseus Academic Network
Ladies and Gentlemen,
Dear Friends,
I have the honour, on behalf of the Odysseus Academic Network and our members coming from all the States of the European Union, to inform you about the 10th edition of our Summer School on Immigration and Asylum Policy of the European Union, which we have organised for the last nine years and will again take place in Brussels University (U.L.B.) from 28 June to 9 July 2010.
I have also the pleasure to inform you of the 5th edition of our one-year programme that we have launched in September 2006. The continued success since 2001 of our Summer School which each year attracts more than 120 persons coming from the whole of the European Union and beyond and the growing demand for education on this subject, have indeed encouraged us to propose a Certificate course aimed at the acquisition of an in-depth knowledge of European Law on Immigration and Asylum in order to train genuine specialists in this developing branch of Community law.
You will find all the information about these two programmes in annex and on our website http://www.ulb.ac.be/assoc/odysseus/
As our Summer School, the Certificate is entirely self-financed and so we would be very grateful if you could help us promote its existence. All you need to do therefore is just to forward the present message to any persons who might be interested in these programmes or to send us their details or a file to odysseus@ulb.ac.be
On behalf of the Odysseus Academic Network, I hope to have the pleasure to meet you at the Summer School or Certificate or to have the possibility to rely upon your kind support for the promotion of both programmes as largely as possible.
Yours sincerely,
Prof. Philippe DE BRUYCKER
Coordinator of the Odysseus Academic Network
18 maart 2010
Jungle World over arbeidsmigranten in Europa | Recensies enzo | GLOBALINFO
Het Duitse linkse weekblad Jungle World heeft een themanummer gemaakt over de strijd van migranten in Europa rond met name arbeid en verblijfsvergunningen. Dat levert een indringend plaatje op, en een vergelijking tussen de situatie in de verschillende landen en de houding van reguliere vakbonden daar.. Alle artikelen zijn ook online te lezen.
Aanleiding voor de special was de eerste arbeidsmigrantenstaking in Europa. Op 1 maart was in Frankrijk en Italië de 'Dag Zonder Ons' uitgeroepen, waarop migranten het werk neerlegden om te laten zien hoezeer de rest van de maatschappij afhankelijk is van hun arbeid. Er waren in de beide landen op die dag grote manifestaties (2500 mensen in Parijs, 10.000 in Bologna, 2000 in Napels etc.). In Brescia werd in 50 bedrijven gestaakt. Hoewel hier en daar grote menigtes op de been kwamen, was de staking volgens het tijdschrift vooral symbolisch.
Informatie over de achtergrond van deze opmerkelijke staking en over het arbeidsmigratiebeleid van de EU is in het artikel Ausgrenzen und Ausbeuten te lezen. Het beleid van de EU is nogal gespleten. Aan de ene kant een hard anti-migratiebeleid waarbij tegenwoordig militaire verdragen met de landen van herkomst van de migranten gesloten worden, zodat met steun van de EU het tegengaan van illegale migratie daar al begonnen wordt. Maar daarnaast erkent de EU dat ze de goedkope arbeidskracht van de migranten nodig heeft, en wordt geprobeerd de migratie zo te sturen dat alleen de arbeiders die nodig zijn binnengelaten worden, en dan nog vaak op tijdelijke contracten.
Opvallend in de berichtgeving van Jungle World is de belangrijke rol die toegedicht wordt aan zelforganisatie van (ongedocumenteerde) migranten. Tot voor kort konden zij ook niet of nauwelijks terecht bij reguliere vakbonden, die in hen eerder een gevaar voor de bestaande verhoudingen zagen. In 2002 begonnen ongedocumenteerde schoonmakers een staking bij de hotelketen Accor in Frankrijk (waarvoor jaren later ook in Nederland solidariteit werd betoond). De radicale vakbond SUD verklaarde zich uiteindelijk solidair en zette de stakingskas voor hen open. Ook in Andalusië in Spanje strijdt een vakbond, SOC-SAT voor de rechten van ongedocumenteerden die in de groenteplantages werken. Volgens het tijdschrift zijn dat nog uitzonderingen en zien de meeste vakbonden ongedocumenteerden
vooral als een gevaar voor de uitonderhandelde loontarieven. Een triest voorbeeld in Duitsland was een kliklijn die de Duitse bouwbond IG Bau in 2004 instelde, waarmee anoniem informatie over ongedocumenteerde arbeiders in de bouw doorgegeven kon worden. Hoewel er - mede onder druk van migranten en steungroepen - wat verandering te zien is, zijn de meeste vakbonden nog niet zover dat ze inzien dat de ongedocumenteerde arbeiders juist het hardst getroffen worden en daarom alle steun nodig hebben.
Andere artikelen beschrijven de situatie in Italië waar naar schatting zelfs 20 procent van de pizzabakkers van buitenlandse afkomst is en de regering een snoeihard beleid jegens ongedocumenteerde migranten hanteert. Verblijfsvergunningen verkrijgen kan alleen bij het hebben van een contract voor vast werk, wat natuurlijk meestal onmogelijk te krijgen is en de mogelijkheden tot uitbuiting door de werkgever vergroot. Ook is er een soort inburgeringsprogramma ingesteld waarbij de migrant 30 'integratiepunten' moet verdienen om toegelaten te worden. Daaronder vallen zaken als huurcontract en ziekenkostenverzekering en als je ontslagen wordt moet je binnen een half jaar een nieuwe baan gevonden hebben anders wordt je tot 'irregulier' bestempeld en kun je uitgewezen worden. Geen wonder dat het gelukt is om 13 uitzetcentra vol te krijgen in het land. Maar kort nadat de aangescherpte wet Bossi-Fini vorige zomer ingesteld werd, werd ook duidelijk dat daarmee het hele systeem voor sociale hulp in duigen kwam te liggen: De zorg voor kinderen, zieken en ouderen is in Italië bijna geheel geprivatiseerd en het zijn precies de migranten die dat werk tegen slechte betaling doen. Om te voorkomen dat het zorgsysteem volledig crashte, heeft de regering toe moeten staan dat het repressieve beleid wat bijgesteld werd.
In Groot-Brittannië is de minister van Justitie Baronesse Scotland onverwacht pleitbezorger van legalisatie van ongedocumenteerde migrantenarbeiders geworden toen afgelopen herfst onthuld werd dat ze zelf zo iemand als huishoudster had werken. Dat terwijl de labour-baronesse en hogerhuislid in 2006 hoofdarchitect was van de aangescherpte 'wet op immigratie, nationaliteit en asiel'. Volgens die wet werd het een misdrijf om mensen voor werk aan te nemen die niet over de benodigde papieren beschikken. De barones en haar baas Gordon Brown redden zich eruit door te beweren dat de huishoudster haar voor de gek gehouden zou hebben met vervalste papieren. Ondertussen wordt ook in Groot-Brittannië steeds duidelijker hoeveel werk er door (ongedocumenteerde) migranten verzet wordt en dat er wat aan de rechten van de volgens de London School of Economics minsten 600.000 papierloze arbeiders moet gebeuren. Een campagne voor een soort generaal pardon is steeds sterker aan het worden en wederom mede door zelforganisatie. De campagne heet 'Stranger into Citizens' (www.strangersintocitizens.org. uk) en hele gemeentes en steden hebben zich inmiddels voorstander verklaard.
Vergelijkbare overzichten zijn er van Griekenland waar een regelrechte schaduweconomie bestaat en de strijd van migrantenarbeiders voor hun rechten een dramatisch nieuwe wending kreeg toen in 2008 Konstantina Kouneva een aanslag te verduren kreeg met zuur, die waarschijnlijk gericht was tegen haar rol als organisatrice van schoonmakers. In tegenstelling tot wat racisten beweren, zou de crisis in Griekenland verder verergeren als de arbeidsmigranten het land zouden verlaten. Onderzoeksinstelling E.M.ME.DIA heeft berekend dat 'buitenlandse' arbeiders per dag 6,5 miljoen euro in de economie brengen en doordat ze veelal de goedkoopste arbeid verrichten 2 a 5 procent van het bbp produceren.
In Frankrijk zou de economie ook in elkaar klappen als migranten er niet meer zouden werken. Daar hebben migrantenorganisaties onder meer een 'ministerie voor regularisatie' opgericht (http://ministere-de-la-regularisation-de-tous-les-sans-papiers.net), een reactie op de instelling van een 'ministerie voor migratie en nationale identiteit' door Sarkozy (mooie foto's manifestatie voor opheffing ministerie). Ook in Frankrijk is de schizofrene situatie dat aan de ene kant illegalen op hun werk gejaagd worden, maar dat aan de andere kant beseft wordt dat ze onmisbare arbeid verrichten die dan vaak oogluikend toegestaan wordt. Jungle World merkt op dat de staking in Frankrijk niet erg effectief was en slecht georganiseerd werd zonder veel binding met migrantengroep. Ook was er een merkwaardige poging tot humor van extreemrechtse zijde die op 1 maart een bijeenkomst organiseerde onder het motto: "Een dag zonder migranten, hoera!".
In een apart artikel wordt ingezoomed op het beleid van de Duitse vakbond DGB, vergelijkbaar met de FNV in Nederland. Papierloze migrantenarbeiders eisen al jaren dat de vakbond ook voor hen opkomt, en ook in Duitsland zit daar nu enige schot in. Dienstenbond Verdi geeft nu (in Berlijn en Bremen ook aan loket) advies aan ongedocumenteerden. Tegelijkertijd wordt echter ook nog steeds campagne gevoerd tegen 'zwartwerkers' in de horeca of de bouw.
Schrijnend voorbeeld dat opgevoerd wordt is de Chileense Ana S. Ze werkte als huishoudster bij een gezin in Hamburg zonder duidelijke afspraken over haar rechten, en moest zeven dagen per week paraat zijn en kreeg nog geen euro per uur als loon. Toen haar visum afgelopen was. werd ze op straat geknikkerd terwijl ze nog maanden loon tegoed had. Via een speciaal bureau voor ongedocumenteerden van Verdi, dat door activisten in Hamburg opgezet is (MigrAr) werd ze lid van de vakbond en stapte naar de arbeidsrechter. Ze won, maar kreeg maar een deel van het achterstallige loon waar ze recht op had. Maar in veel gevallen bestaat er niet zo'n loket, of laten ongedocumenteerden het erbij zitten omdat ze zich laten intimideren.Toch is het loket in Hamburg belangrijk, dat sinds begin dit jaar officieel door de DGB gesteund wordt, die ook twee mensen betaalt om er te werken. De hoop is dan ook dat dit de trend zet in de rest van de vakbeweging. De woorvoerder van de eveneens bij de DGB aangesloten politiebond, vindt het maar niks.
Uitsmijter van de special is een interview met de Italiaanse journalist Fabrizio Gatti van tijdschrift L'Espresso. Hij heeft onder maar reportages geschreven door met migranten mee te reizen die ongedocumenteerd Europa binnen probeerden te komen, en de ongelofelijke taferelen onderweg te beschrijven.
Italië is helemaal een land met een schaduweconomie die volgens Gatti 23 procent van het bbp beslaat. Daarin zijn natuurlijk vel ongedocumenteerden werkzaam die officieel rechteloos zijn en uitgebuit worden, maar zich ook organiseren en terugvechten. De rellen die afgelopen januari in Rosarno uitbraken in het uiterste zuiden van het land (zie eerder bericht) zijn er een goed voorbeeld van. Volgens Gatti was de maffia er daarbij op uit om de Afrikaanse arbeiders te verjagen zodat ze vervangen zouden kunnen worden door Roemeense en Bulgaarse arbeiders. Minister van Binnenlandse Zaken Maroni gaf vervolgens de migranten de schuld en liet ze wegvoeren.
Jungle World over arbeidsmigranten in Europa Recensies enzo GLOBALINFO
Aanleiding voor de special was de eerste arbeidsmigrantenstaking in Europa. Op 1 maart was in Frankrijk en Italië de 'Dag Zonder Ons' uitgeroepen, waarop migranten het werk neerlegden om te laten zien hoezeer de rest van de maatschappij afhankelijk is van hun arbeid. Er waren in de beide landen op die dag grote manifestaties (2500 mensen in Parijs, 10.000 in Bologna, 2000 in Napels etc.). In Brescia werd in 50 bedrijven gestaakt. Hoewel hier en daar grote menigtes op de been kwamen, was de staking volgens het tijdschrift vooral symbolisch.
Informatie over de achtergrond van deze opmerkelijke staking en over het arbeidsmigratiebeleid van de EU is in het artikel Ausgrenzen und Ausbeuten te lezen. Het beleid van de EU is nogal gespleten. Aan de ene kant een hard anti-migratiebeleid waarbij tegenwoordig militaire verdragen met de landen van herkomst van de migranten gesloten worden, zodat met steun van de EU het tegengaan van illegale migratie daar al begonnen wordt. Maar daarnaast erkent de EU dat ze de goedkope arbeidskracht van de migranten nodig heeft, en wordt geprobeerd de migratie zo te sturen dat alleen de arbeiders die nodig zijn binnengelaten worden, en dan nog vaak op tijdelijke contracten.
Opvallend in de berichtgeving van Jungle World is de belangrijke rol die toegedicht wordt aan zelforganisatie van (ongedocumenteerde) migranten. Tot voor kort konden zij ook niet of nauwelijks terecht bij reguliere vakbonden, die in hen eerder een gevaar voor de bestaande verhoudingen zagen. In 2002 begonnen ongedocumenteerde schoonmakers een staking bij de hotelketen Accor in Frankrijk (waarvoor jaren later ook in Nederland solidariteit werd betoond). De radicale vakbond SUD verklaarde zich uiteindelijk solidair en zette de stakingskas voor hen open. Ook in Andalusië in Spanje strijdt een vakbond, SOC-SAT voor de rechten van ongedocumenteerden die in de groenteplantages werken. Volgens het tijdschrift zijn dat nog uitzonderingen en zien de meeste vakbonden ongedocumenteerden
vooral als een gevaar voor de uitonderhandelde loontarieven. Een triest voorbeeld in Duitsland was een kliklijn die de Duitse bouwbond IG Bau in 2004 instelde, waarmee anoniem informatie over ongedocumenteerde arbeiders in de bouw doorgegeven kon worden. Hoewel er - mede onder druk van migranten en steungroepen - wat verandering te zien is, zijn de meeste vakbonden nog niet zover dat ze inzien dat de ongedocumenteerde arbeiders juist het hardst getroffen worden en daarom alle steun nodig hebben.
Andere artikelen beschrijven de situatie in Italië waar naar schatting zelfs 20 procent van de pizzabakkers van buitenlandse afkomst is en de regering een snoeihard beleid jegens ongedocumenteerde migranten hanteert. Verblijfsvergunningen verkrijgen kan alleen bij het hebben van een contract voor vast werk, wat natuurlijk meestal onmogelijk te krijgen is en de mogelijkheden tot uitbuiting door de werkgever vergroot. Ook is er een soort inburgeringsprogramma ingesteld waarbij de migrant 30 'integratiepunten' moet verdienen om toegelaten te worden. Daaronder vallen zaken als huurcontract en ziekenkostenverzekering en als je ontslagen wordt moet je binnen een half jaar een nieuwe baan gevonden hebben anders wordt je tot 'irregulier' bestempeld en kun je uitgewezen worden. Geen wonder dat het gelukt is om 13 uitzetcentra vol te krijgen in het land. Maar kort nadat de aangescherpte wet Bossi-Fini vorige zomer ingesteld werd, werd ook duidelijk dat daarmee het hele systeem voor sociale hulp in duigen kwam te liggen: De zorg voor kinderen, zieken en ouderen is in Italië bijna geheel geprivatiseerd en het zijn precies de migranten die dat werk tegen slechte betaling doen. Om te voorkomen dat het zorgsysteem volledig crashte, heeft de regering toe moeten staan dat het repressieve beleid wat bijgesteld werd.
In Groot-Brittannië is de minister van Justitie Baronesse Scotland onverwacht pleitbezorger van legalisatie van ongedocumenteerde migrantenarbeiders geworden toen afgelopen herfst onthuld werd dat ze zelf zo iemand als huishoudster had werken. Dat terwijl de labour-baronesse en hogerhuislid in 2006 hoofdarchitect was van de aangescherpte 'wet op immigratie, nationaliteit en asiel'. Volgens die wet werd het een misdrijf om mensen voor werk aan te nemen die niet over de benodigde papieren beschikken. De barones en haar baas Gordon Brown redden zich eruit door te beweren dat de huishoudster haar voor de gek gehouden zou hebben met vervalste papieren. Ondertussen wordt ook in Groot-Brittannië steeds duidelijker hoeveel werk er door (ongedocumenteerde) migranten verzet wordt en dat er wat aan de rechten van de volgens de London School of Economics minsten 600.000 papierloze arbeiders moet gebeuren. Een campagne voor een soort generaal pardon is steeds sterker aan het worden en wederom mede door zelforganisatie. De campagne heet 'Stranger into Citizens' (www.strangersintocitizens.org. uk) en hele gemeentes en steden hebben zich inmiddels voorstander verklaard.
Vergelijkbare overzichten zijn er van Griekenland waar een regelrechte schaduweconomie bestaat en de strijd van migrantenarbeiders voor hun rechten een dramatisch nieuwe wending kreeg toen in 2008 Konstantina Kouneva een aanslag te verduren kreeg met zuur, die waarschijnlijk gericht was tegen haar rol als organisatrice van schoonmakers. In tegenstelling tot wat racisten beweren, zou de crisis in Griekenland verder verergeren als de arbeidsmigranten het land zouden verlaten. Onderzoeksinstelling E.M.ME.DIA heeft berekend dat 'buitenlandse' arbeiders per dag 6,5 miljoen euro in de economie brengen en doordat ze veelal de goedkoopste arbeid verrichten 2 a 5 procent van het bbp produceren.
In Frankrijk zou de economie ook in elkaar klappen als migranten er niet meer zouden werken. Daar hebben migrantenorganisaties onder meer een 'ministerie voor regularisatie' opgericht (http://ministere-de-la-regularisation-de-tous-les-sans-papiers.net), een reactie op de instelling van een 'ministerie voor migratie en nationale identiteit' door Sarkozy (mooie foto's manifestatie voor opheffing ministerie). Ook in Frankrijk is de schizofrene situatie dat aan de ene kant illegalen op hun werk gejaagd worden, maar dat aan de andere kant beseft wordt dat ze onmisbare arbeid verrichten die dan vaak oogluikend toegestaan wordt. Jungle World merkt op dat de staking in Frankrijk niet erg effectief was en slecht georganiseerd werd zonder veel binding met migrantengroep. Ook was er een merkwaardige poging tot humor van extreemrechtse zijde die op 1 maart een bijeenkomst organiseerde onder het motto: "Een dag zonder migranten, hoera!".
In een apart artikel wordt ingezoomed op het beleid van de Duitse vakbond DGB, vergelijkbaar met de FNV in Nederland. Papierloze migrantenarbeiders eisen al jaren dat de vakbond ook voor hen opkomt, en ook in Duitsland zit daar nu enige schot in. Dienstenbond Verdi geeft nu (in Berlijn en Bremen ook aan loket) advies aan ongedocumenteerden. Tegelijkertijd wordt echter ook nog steeds campagne gevoerd tegen 'zwartwerkers' in de horeca of de bouw.
Schrijnend voorbeeld dat opgevoerd wordt is de Chileense Ana S. Ze werkte als huishoudster bij een gezin in Hamburg zonder duidelijke afspraken over haar rechten, en moest zeven dagen per week paraat zijn en kreeg nog geen euro per uur als loon. Toen haar visum afgelopen was. werd ze op straat geknikkerd terwijl ze nog maanden loon tegoed had. Via een speciaal bureau voor ongedocumenteerden van Verdi, dat door activisten in Hamburg opgezet is (MigrAr) werd ze lid van de vakbond en stapte naar de arbeidsrechter. Ze won, maar kreeg maar een deel van het achterstallige loon waar ze recht op had. Maar in veel gevallen bestaat er niet zo'n loket, of laten ongedocumenteerden het erbij zitten omdat ze zich laten intimideren.Toch is het loket in Hamburg belangrijk, dat sinds begin dit jaar officieel door de DGB gesteund wordt, die ook twee mensen betaalt om er te werken. De hoop is dan ook dat dit de trend zet in de rest van de vakbeweging. De woorvoerder van de eveneens bij de DGB aangesloten politiebond, vindt het maar niks.
Uitsmijter van de special is een interview met de Italiaanse journalist Fabrizio Gatti van tijdschrift L'Espresso. Hij heeft onder maar reportages geschreven door met migranten mee te reizen die ongedocumenteerd Europa binnen probeerden te komen, en de ongelofelijke taferelen onderweg te beschrijven.
Italië is helemaal een land met een schaduweconomie die volgens Gatti 23 procent van het bbp beslaat. Daarin zijn natuurlijk vel ongedocumenteerden werkzaam die officieel rechteloos zijn en uitgebuit worden, maar zich ook organiseren en terugvechten. De rellen die afgelopen januari in Rosarno uitbraken in het uiterste zuiden van het land (zie eerder bericht) zijn er een goed voorbeeld van. Volgens Gatti was de maffia er daarbij op uit om de Afrikaanse arbeiders te verjagen zodat ze vervangen zouden kunnen worden door Roemeense en Bulgaarse arbeiders. Minister van Binnenlandse Zaken Maroni gaf vervolgens de migranten de schuld en liet ze wegvoeren.
Jungle World over arbeidsmigranten in Europa Recensies enzo GLOBALINFO
Abonneren op:
Posts (Atom)
Aanbevolen post
Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars
Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...
-
Amice Advocaten Vacatures Vacatures Amice Advocaten te Utrecht Vacature m/v jurist migratierecht bij Amice Advocaten Utrecht Amice Advocat...
-
RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Amsterdam Bestuursrecht zaaknummer: NL...
-
Op zoek naar interessante jurisprudentie voor op mijn blog moet ik me eerst door lijsten vol uitspraken heen worstelen waar de minister veel...
-
Asiel, Syrië, beleid teruggekeerde Syriërs, onvoldoende blijk van zorgvuldige beoordeling omstandigheden, geslaagd beroep op gelijkheidsbe...
-
Iemand vertelde op de Linkedingroep Vreemdelingenrecht dat hij bij zijn verhuizing naar België daar werd ingeschreven in het Wachtregister. ...
-
Wilt u naturaliseren of een verblijfsvergunning? Dit vraagt u aan bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) . Hebt u voor uw aa...
-
Professor Rodrigues heeft me gevraagd de volgende studiemiddag onder uw aandacht te brengen: Datum 14 juni 2017 Tijd 14:00 - 17:00 ...
-
Leraar Saad in het zonnetje gezet door Maassluise wethouders: 'Voorbeeld voor anderen' Saad Alkassoum uit Maassluis is geëerd vanweg...
-
Een van mijn eerste visa clienten werd tot in bezwaar geweigerd want hij zou natuurlijk niet terugkeren naar #Pakistan en omdat hij de mogel...
-
DIT BELEID IS AFGESCHAFT. Tegenwoordig probeer ik het voor klanten op basis van artikel 8 EVRM of op basis van Richtlijn 2004/28 (in de vol...