Samenwoningeis om aanspraak te kunnen doen op gezinshereniging op basis van EU-recht ihkv Richtlijn 2004/38 en Metock (uitspraak)
LJN: BL8962, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Arnhem , AWB 09/17913
Datum uitspraak: 04-12-2009
Datum publicatie: 25-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Metock-arrest / Richtlijn 2004/38 / samenwoningeis
In geschil is of eiser, als gezinslid, afkomstig uit een derde land, van een Nederlandse een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen. Uit de tekst van de artikelen 8.7, 8.11 en 8.12 van het Vb 2000 alsmede uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie volgt dat een onderdaan met de nationaliteit van een derde land, die een gezinslid is van een eigen onderdaan, uitsluitend een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen indien, voorafgaand aan vestiging in Nederland, sprake is geweest van een gezamenlijk verblijf in de andere lidstaat. Anders dan eiser betoogt heeft het Hof van Justitie dit uitgangspunt in het arrest van 25 juli 2008 in de zaak Metock (nr. C-127/08) niet verlaten. Hieruit volgt dat eiser, die ten tijde van het verblijf van referente in Spanje nog geen relatie met haar onderhield, niet kan worden aangemerkt als partner als bedoeld in artikel 8.7, vierde lid, van het Vb 2000. Dientengevolge heeft verweerder de afgifte van het in artikel 9 van de Vw 2000 bedoelde document terecht geweigerd
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 04-12-2009
Datum publicatie: 25-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Metock-arrest / Richtlijn 2004/38 / samenwoningeis
In geschil is of eiser, als gezinslid, afkomstig uit een derde land, van een Nederlandse een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen. Uit de tekst van de artikelen 8.7, 8.11 en 8.12 van het Vb 2000 alsmede uit vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie volgt dat een onderdaan met de nationaliteit van een derde land, die een gezinslid is van een eigen onderdaan, uitsluitend een verblijfsrecht aan het gemeenschapsrecht kan ontlenen indien, voorafgaand aan vestiging in Nederland, sprake is geweest van een gezamenlijk verblijf in de andere lidstaat. Anders dan eiser betoogt heeft het Hof van Justitie dit uitgangspunt in het arrest van 25 juli 2008 in de zaak Metock (nr. C-127/08) niet verlaten. Hieruit volgt dat eiser, die ten tijde van het verblijf van referente in Spanje nog geen relatie met haar onderhield, niet kan worden aangemerkt als partner als bedoeld in artikel 8.7, vierde lid, van het Vb 2000. Dientengevolge heeft verweerder de afgifte van het in artikel 9 van de Vw 2000 bedoelde document terecht geweigerd
Bron: rechtspraak.nl
Reacties
Hij heeft direct weer een aanvraag voor toetsing aan het gemeenschapsrecht ingediend. Die is wel ingewilligd. Op basis van monsterboekjes waaruit bleek dat beiden ook in het Middellandse Zeegebied hadden gevaren en gepassagierd. Die hadden ze bij de eerste aanvraag overigens ook al bij zich, maar daar had de IND toen geen belangstelling voor.