Turk hoeft voor verlenging verblijfsvergunning maar 30 euro te betalen (uitspraak Raad van State)
LJN: BL8074, Raad van State , 200505721/1/V3-A
Datum uitspraak: 17-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bedrag leges onevenredig / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / artikel 13 van besluit 1/80 / standstill-bepaling / verboden beperking / arrest Sahin
Uit hetgeen het Hof, met name in de punten 51 en 59, heeft overwogen, hiervoor onder 2.2. weergegeven, dient te worden afgeleid dat artikel 13 van besluit nr. 1/80 van toepassing is op een Turkse onderdaan, zoals de vreemdeling, aan wie een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd is verleend en die eerst na afloop van de geldigheidsduur van deze verblijfsvergunning, maar binnen de daartoe naar nationaal recht gestelde termijn van zes maanden, zoals deze gold ten tijde van belang, een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning heeft ingediend. De minister heeft in de reactie op voormeld arrest niet bestreden dat het door de vreemdeling aan leges verschuldigde bedrag van € 169,00 voor de afdoening van de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onevenredig is aan het door een gemeenschapsonderdaan aan leges verschuldigde bedrag van € 30,00 voor de afdoening van een aanvraag om toetsing aan het gemeenschapsrecht en afgifte van het daaraan verbonden verblijfsdocument. Derhalve is, gelet op hetgeen het Hof in punt 74 heeft overwogen sprake van een bij artikel 13 van besluit nr. 1/80 verboden beperking.
Bron: rechtspraak.nl
Een Turk mag dus ook na 6 maanden nog verlengen en hoeft maar 30 euro te betalen.
Datum uitspraak: 17-03-2010
Datum publicatie: 19-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bedrag leges onevenredig / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / artikel 13 van besluit 1/80 / standstill-bepaling / verboden beperking / arrest Sahin
Uit hetgeen het Hof, met name in de punten 51 en 59, heeft overwogen, hiervoor onder 2.2. weergegeven, dient te worden afgeleid dat artikel 13 van besluit nr. 1/80 van toepassing is op een Turkse onderdaan, zoals de vreemdeling, aan wie een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd is verleend en die eerst na afloop van de geldigheidsduur van deze verblijfsvergunning, maar binnen de daartoe naar nationaal recht gestelde termijn van zes maanden, zoals deze gold ten tijde van belang, een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning heeft ingediend. De minister heeft in de reactie op voormeld arrest niet bestreden dat het door de vreemdeling aan leges verschuldigde bedrag van € 169,00 voor de afdoening van de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onevenredig is aan het door een gemeenschapsonderdaan aan leges verschuldigde bedrag van € 30,00 voor de afdoening van een aanvraag om toetsing aan het gemeenschapsrecht en afgifte van het daaraan verbonden verblijfsdocument. Derhalve is, gelet op hetgeen het Hof in punt 74 heeft overwogen sprake van een bij artikel 13 van besluit nr. 1/80 verboden beperking.
Bron: rechtspraak.nl
Een Turk mag dus ook na 6 maanden nog verlengen en hoeft maar 30 euro te betalen.
Reacties