Oude (groot)ouder naar Nederland willen halen kan soms
DIT BELEID IS AFGESCHAFT. Tegenwoordig probeer ik het voor klanten op basis van artikel 8 EVRM of op basis van Richtlijn 2004/28 (in de volksmond de België-route genoemd). Neem gerust eens contact op wytzia@yahoo.com
Op http://www.vreemdelingenrecht.com/ werd mij gisteren een vraag gesteld door een mevrouw wiens oma hulpbehoevend was geworden en wiens enige kind in Nederland woonde en zelf nog werkte en dus niet goed kon zorgen voor haar ouder zo ver weg. Kan je dan die ouder of grootouder naar Nederland laten komen? In sommige gevallen kan dat. Hiervoor moet een mvv bij de Nederlandse ambassade in dat land worden aangevraagd en dan kan bij verlening het oudje naar Nederland reizen en hier een verblijfsvergunning aanvragen. De voorwaarden zijn aldus:
De verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in het kader van verruimde gezinshereniging kan op aanvraag worden verleend aan vreemdelingen van 65 jaar of ouder die in Nederland willen verblijven bij hun kind(eren). Artikel 3.25 Vb geeft het kader waarbinnen aan deze vreemdelingen een verblijfsvergunning kan worden verleend. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 3.25 Vb, wordt de verblijfsvergunning niet verleend.
In deze paragraaf wordt uiteengezet onder welke voorwaarden de verblijfsvergunning in het kader van verruimde gezinshereniging kan worden verleend aan vreemdelingen van 65 jaar of ouder. Daarnaast zijn de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw van toepassing. De verblijfsvergunning wordt derhalve niet verleend, indien niet wordt voldaan aan een of meer van die algemene voorwaarden. Verwezen wordt naar B1/4. Op deze algemene voorwaarden bestaan echter uitzonderingen wat betreft het middelenvereiste (zie artikel 3.25, tweede lid, Vb).
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien de vreemdeling de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt (zie artikel 3.25, eerste lid, Vb).
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien de vreemdeling in het land van herkomst niet alleenstaand is (zie artikel 3.25, eerste lid, Vb). Een vreemdeling wordt hier als alleenstaand aangemerkt, indien de vreemdeling ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar is, en geen duurzame en exclusieve partnerrelatie onderhoudt, tenzij er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de (huwelijks)relatie is beëindigd met het enkele oogmerk verblijfsrecht te verkrijgen.
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien in het land van herkomst een kind woont dat geacht kan worden in de opvang van de vreemdeling te kunnen voorzien. De vreemdeling die zich er op beroept dat het kind dat nog in het land van herkomst woont, niet kan voorzien in zijn opvang, onderbouwt dat met terzake relevante gegevens en bescheiden. De vreemdeling is daartoe de meest aangewezen partij.
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien niet vrijwel alle kinderen van de vreemdeling in Nederland verblijven (zie artikel 3.25, eerste lid, onder a, Vb).
Niet vereist is dat de vreemdeling bij deze kinderen gaat inwonen.
De verblijfsvergunning wordt verleend, indien de in Nederland verblijvende kinderen in Nederland verblijven als:
a. Nederlander;
b. houder van een verblijfsvergunning (asiel of regulier) voor onbepaalde tijd; of
c. houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Tenzij een van de uitzonderingen genoemd in B2/8 van toepassing is, wordt met officiële gelegaliseerde bescheiden in ieder geval aangetoond:
a. dat de vreemdeling alleenstaand is; in dat verband kan worden gedacht aan een overlijdensakte van de echtgeno(o)t(e) of de echtscheidingsakte;
b. het aantal kinderen van de vreemdeling; in dat verband kan worden gedacht aan een uittreksel uit het geboorteregister; en
c. de familierechtelijke relatie tot de in Nederland gevestigde kinderen.
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien de hoofdpersoon niet duurzaam en zelfstandig beschikt over een netto-inkomen dat ten minste gelijk is aan de bijstandsnorm voor de desbetreffende categorie echtparen/gezinnen of alleenstaande ouders vermeerderd met de bijstandsnorm voor alleenstaande (zie B1/4.3).
De in Nederland woonachtige kinderen moeten gezamenlijk duurzaam en zelfstandig beschikken over voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud en dat van de vreemdeling te kunnen voorzien. Dit betekent dat als de vreemdeling één kind heeft, dit kind moet beschikken over het toepasselijke normbedrag, plus de norm voor een alleenstaande. Indien er drie kinderen zijn, moet gezamenlijk worden beschikt over een inkomen dat gelijk is aan de som van de toepasselijke normbedragen (zie voor een overzicht van de geldende normbedragen de website van SZW), plus de norm voor een alleenstaande. Het gedeelte van het inkomen dat per gezin meer wordt verdiend dan de toepasselijke norm mag bij elkaar worden opgeteld (zie artikel 3.25, tweede lid, Vb).
Vrijstellingen
In afwijking van de voorgaande alinea wordt de aanvraag niet afgewezen wegens onvoldoende, niet duurzame of niet zelfstandige middelen van bestaan, indien de hoofdpersoon:
a. 65 jaar of ouder is;
b. naar het oordeel van de Minister blijvend en volledig arbeidsongeschikt is; of
c. blijvend niet in staat is aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen.
Ad b.
Voor de toepassing van deze vrijstellingsgrond wordt aangesloten bij B2/2.10 onder ad b.
Ad c.
Voor de toepassing van deze vrijstellingsgrond wordt aangesloten bij B2/2.10 onder ad c.
Wanneer de vreemdeling verblijf heeft bij meerdere kinderen en één van de kinderen is vrijgesteld wegens het ontbreken van middelen van bestaan op grond van één van de hierboven genoemde omstandigheden, kan geen vrijstelling van het middelenvereiste plaatsvinden. De overige kinderen die niet vrijgesteld zijn moeten aantonen dat zij gezamenlijk duurzaam en zelfstandig beschikken over een netto-inkomen gelijk aan de som van de bestaansminima, bedoeld in de Wwb, voor de desbetreffende categorie, aangevuld met het bestaansminimum voor alleenstaanden.
Meetellen gezinsinkomen
Indien de hoofdpersoon (het familielid bij wie de vreemdeling verblijf beoogt) een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk of een in Nederland geregistreerd partnerschap is aangegaan, dan wel een relatie onderhoudt in de zin van artikel 3.14, onder b, Vb met een persoon die rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw, dan wel Nederlander is, kan het duurzame, zelfstandig verworven netto-inkomen van die persoon worden meegeteld bij de berekening van de bestaansmiddelen.
In deze gevallen zijn de middelen van bestaan voldoende, indien het gezamenlijke netto-inkomen gelijk is aan de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 21, onder c, Wwb, voor de categorie echtparen en gezinnen, aangevuld met het bestaansminimum voor alleenstaanden.
Als aanvullende voorwaarde geldt dan dat ondertekening van de garantverklaring geschiedt door de hoofdpersoon en bedoelde (geregistreerde of huwelijks-)partner.
Opgemerkt zij nog, dat de omstandigheid dat de hoofdpersoon in gezinsverband leeft met een (geregistreerde of huwelijks-)partner, niet afdoet aan de omstandigheid dat de hoofdpersoon mogelijk aanspraak kan maken op de bovengenoemde vrijstellingen.
De verblijfsvergunning wordt verleend onder de beperking: ‘verblijf bij kind …… (naam van het kind dat voorziet in het levensonderhoud of van een van de kinderen die gezamenlijk in het levensonderhoud voorzien)’.
De beperking wordt aangevuld met de tekst: ‘Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’.
Aan de verblijfsvergunning wordt het voorschrift verbonden van het sluiten van een voldoende ziektekostenverzekering, met inbegrip van de kosten die zijn verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.
Bron: vreemdelingencirculaire
Vanuit Nederland kan eerst een advies worden aangevraagd. Dit gaat met dit formulier: http://www.ind.nl/nl/Images/form_6004_tcm5-597.pdf
Op http://www.vreemdelingenrecht.com/ werd mij gisteren een vraag gesteld door een mevrouw wiens oma hulpbehoevend was geworden en wiens enige kind in Nederland woonde en zelf nog werkte en dus niet goed kon zorgen voor haar ouder zo ver weg. Kan je dan die ouder of grootouder naar Nederland laten komen? In sommige gevallen kan dat. Hiervoor moet een mvv bij de Nederlandse ambassade in dat land worden aangevraagd en dan kan bij verlening het oudje naar Nederland reizen en hier een verblijfsvergunning aanvragen. De voorwaarden zijn aldus:
De verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd in het kader van verruimde gezinshereniging kan op aanvraag worden verleend aan vreemdelingen van 65 jaar of ouder die in Nederland willen verblijven bij hun kind(eren). Artikel 3.25 Vb geeft het kader waarbinnen aan deze vreemdelingen een verblijfsvergunning kan worden verleend. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 3.25 Vb, wordt de verblijfsvergunning niet verleend.
In deze paragraaf wordt uiteengezet onder welke voorwaarden de verblijfsvergunning in het kader van verruimde gezinshereniging kan worden verleend aan vreemdelingen van 65 jaar of ouder. Daarnaast zijn de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw van toepassing. De verblijfsvergunning wordt derhalve niet verleend, indien niet wordt voldaan aan een of meer van die algemene voorwaarden. Verwezen wordt naar B1/4. Op deze algemene voorwaarden bestaan echter uitzonderingen wat betreft het middelenvereiste (zie artikel 3.25, tweede lid, Vb).
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien de vreemdeling de vijfenzestigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt (zie artikel 3.25, eerste lid, Vb).
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien de vreemdeling in het land van herkomst niet alleenstaand is (zie artikel 3.25, eerste lid, Vb). Een vreemdeling wordt hier als alleenstaand aangemerkt, indien de vreemdeling ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar is, en geen duurzame en exclusieve partnerrelatie onderhoudt, tenzij er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de (huwelijks)relatie is beëindigd met het enkele oogmerk verblijfsrecht te verkrijgen.
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien in het land van herkomst een kind woont dat geacht kan worden in de opvang van de vreemdeling te kunnen voorzien. De vreemdeling die zich er op beroept dat het kind dat nog in het land van herkomst woont, niet kan voorzien in zijn opvang, onderbouwt dat met terzake relevante gegevens en bescheiden. De vreemdeling is daartoe de meest aangewezen partij.
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien niet vrijwel alle kinderen van de vreemdeling in Nederland verblijven (zie artikel 3.25, eerste lid, onder a, Vb).
Niet vereist is dat de vreemdeling bij deze kinderen gaat inwonen.
De verblijfsvergunning wordt verleend, indien de in Nederland verblijvende kinderen in Nederland verblijven als:
a. Nederlander;
b. houder van een verblijfsvergunning (asiel of regulier) voor onbepaalde tijd; of
c. houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Tenzij een van de uitzonderingen genoemd in B2/8 van toepassing is, wordt met officiële gelegaliseerde bescheiden in ieder geval aangetoond:
a. dat de vreemdeling alleenstaand is; in dat verband kan worden gedacht aan een overlijdensakte van de echtgeno(o)t(e) of de echtscheidingsakte;
b. het aantal kinderen van de vreemdeling; in dat verband kan worden gedacht aan een uittreksel uit het geboorteregister; en
c. de familierechtelijke relatie tot de in Nederland gevestigde kinderen.
De verblijfsvergunning wordt niet verleend, indien de hoofdpersoon niet duurzaam en zelfstandig beschikt over een netto-inkomen dat ten minste gelijk is aan de bijstandsnorm voor de desbetreffende categorie echtparen/gezinnen of alleenstaande ouders vermeerderd met de bijstandsnorm voor alleenstaande (zie B1/4.3).
De in Nederland woonachtige kinderen moeten gezamenlijk duurzaam en zelfstandig beschikken over voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud en dat van de vreemdeling te kunnen voorzien. Dit betekent dat als de vreemdeling één kind heeft, dit kind moet beschikken over het toepasselijke normbedrag, plus de norm voor een alleenstaande. Indien er drie kinderen zijn, moet gezamenlijk worden beschikt over een inkomen dat gelijk is aan de som van de toepasselijke normbedragen (zie voor een overzicht van de geldende normbedragen de website van SZW), plus de norm voor een alleenstaande. Het gedeelte van het inkomen dat per gezin meer wordt verdiend dan de toepasselijke norm mag bij elkaar worden opgeteld (zie artikel 3.25, tweede lid, Vb).
Vrijstellingen
In afwijking van de voorgaande alinea wordt de aanvraag niet afgewezen wegens onvoldoende, niet duurzame of niet zelfstandige middelen van bestaan, indien de hoofdpersoon:
a. 65 jaar of ouder is;
b. naar het oordeel van de Minister blijvend en volledig arbeidsongeschikt is; of
c. blijvend niet in staat is aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen.
Ad b.
Voor de toepassing van deze vrijstellingsgrond wordt aangesloten bij B2/2.10 onder ad b.
Ad c.
Voor de toepassing van deze vrijstellingsgrond wordt aangesloten bij B2/2.10 onder ad c.
Wanneer de vreemdeling verblijf heeft bij meerdere kinderen en één van de kinderen is vrijgesteld wegens het ontbreken van middelen van bestaan op grond van één van de hierboven genoemde omstandigheden, kan geen vrijstelling van het middelenvereiste plaatsvinden. De overige kinderen die niet vrijgesteld zijn moeten aantonen dat zij gezamenlijk duurzaam en zelfstandig beschikken over een netto-inkomen gelijk aan de som van de bestaansminima, bedoeld in de Wwb, voor de desbetreffende categorie, aangevuld met het bestaansminimum voor alleenstaanden.
Meetellen gezinsinkomen
Indien de hoofdpersoon (het familielid bij wie de vreemdeling verblijf beoogt) een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk of een in Nederland geregistreerd partnerschap is aangegaan, dan wel een relatie onderhoudt in de zin van artikel 3.14, onder b, Vb met een persoon die rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw, dan wel Nederlander is, kan het duurzame, zelfstandig verworven netto-inkomen van die persoon worden meegeteld bij de berekening van de bestaansmiddelen.
In deze gevallen zijn de middelen van bestaan voldoende, indien het gezamenlijke netto-inkomen gelijk is aan de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 21, onder c, Wwb, voor de categorie echtparen en gezinnen, aangevuld met het bestaansminimum voor alleenstaanden.
Als aanvullende voorwaarde geldt dan dat ondertekening van de garantverklaring geschiedt door de hoofdpersoon en bedoelde (geregistreerde of huwelijks-)partner.
Opgemerkt zij nog, dat de omstandigheid dat de hoofdpersoon in gezinsverband leeft met een (geregistreerde of huwelijks-)partner, niet afdoet aan de omstandigheid dat de hoofdpersoon mogelijk aanspraak kan maken op de bovengenoemde vrijstellingen.
De verblijfsvergunning wordt verleend onder de beperking: ‘verblijf bij kind …… (naam van het kind dat voorziet in het levensonderhoud of van een van de kinderen die gezamenlijk in het levensonderhoud voorzien)’.
De beperking wordt aangevuld met de tekst: ‘Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist’.
Aan de verblijfsvergunning wordt het voorschrift verbonden van het sluiten van een voldoende ziektekostenverzekering, met inbegrip van de kosten die zijn verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.
Bron: vreemdelingencirculaire
Vanuit Nederland kan eerst een advies worden aangevraagd. Dit gaat met dit formulier: http://www.ind.nl/nl/Images/form_6004_tcm5-597.pdf
Reacties
ik hoor het graag van u
Mvg
A
Mvrg P B
PB
Hier werd een pleidooi gedaan op het Art 8 EVRM , en is de rechtbank van mening dat het algemeen belang in dit geval zwaarder weegt. Zou het mogelijk zijn om zowel een bezwaar op basis art8 EVRM te doen, hetgeen een bezwaar is tegen de wet die nu eenmaal slechts bezoek via een toeristenvisum toelaat en een verzoek aan de minister op basis van een schrijnend geval . een verzoek en een bezwaar zijn 2 verschillende dingen. Ik vraag dit omdat ik niet de kans wil lopen dat er in afwachting van een uitspraak op het bezwaar er 3 maanden verloren gaan, waardoor een verzoek schrijnend geval dan sowieso wordt afgewezen omdat je je wel aan de max verblijfsduur moet houden.
U begrijpt ik wil voor 2 ankers gaan liggen. Kan dat?
Mvg
Mvr gr PB
mvrgr PB
MAAR: als mensen inhoudelijke vragen hebben raadt ik ze aan me direct te mailen. 1) Je wilt toch geen vertrouwelijke info hier op internet plaatsen;
2)"Anoniem" is leuk maar ik kan geen zinnig advies geven als ik geen vragen kan stellen.
Verder is het raadzaam om te beseffen dat ik dit als een hobby doe (Door ziekte ben ik gestopt met mijn werk op een advocatenkantoor). Het zou dus zomaar kunnen dat ik u vervolgens doorverwijs naar een advocaat of jurist. Voorts ben ik op geen enkele manier aansprakelijk voor de gevolgen mocht u gaan procederen op basis van gegevens op dit weblog.
Ik heb een vraag. Mijn moeder is ziek en bijna 65 jaar. Ik heb voldoende inkomen en reis heel vaak voor mijn werk binnen Europa. De vraag aan u is:
Kan ik mijn moeder permanent naar Nederlands laten komen ?
Groeten,
M.S.
Nu wil ik mijn man naar Nederland halen maar dit mag niet van de IND omdat ik niet beschikt over voldoende middelen. Ik heb namelijk een wwb-uitkering. De redend dat ik niet kan werken is dat mijn zoon autistische is. Ik heb mijn man hulp hard nodig. Kan ik mijn man naar Nederland halen op grond van klemmende redenen van humanitaire aard.
Mijn moeder is 70, woont buiten Europa en gescheiden. Haar kinderen wonen in NL. 1 dochter in Belgie.
Kunnen we haar pernant naar NL halen. Financieel zijn haar kinderen in staat om voor haar te zorgen.
Ik hoor van u. Alvast bedankt.
Gr. M
Ik heb een Nederlands nationaliteit, woon in Nederland, mijn moeder is 84 jaar en is Brits. Kan zij een vergunning krijgen om in Nederland te komen wonen?
mvg Mars
Ik ben hier terecht omdat ik met hetzelfde vraag zit. Maar bij de IND hebben ze me aangegeven dat ik mijn oma niet naar Nederland kan brengen omdat de regels nu anders zijn.
Mijn oma is 72 jaar, dit jaar is ze ernstige ziek geweest, 2x in de ziekenhuis belang. Mijn moeder is haar enige kind. Ze is wel getrouwd maar wonen niet samen.
Mijn oma woon in een huis zonder vloer, zonder elektra, zonder riolering, zonder wc, zonder schone water. We maken ons veel zorgen en willen haar in NL laten blijven. We hebben haar hier meegenomen. Maar ze mocht tot 3 maanden blijven. Dus ze moet over 1 maand naar Colombia terug.Dat wil ik niet. Kan iemand me helpen? Wat moet ik doen? Mijn Oma is van Colombia. Ik ook, maar ik heb Nederlandse nationaliteit sinds 14 jaar geleden.
ook ik heb een geval nl: mijn moeder is 80 jaar en woont in Turkije.
Ze heeft in het verleden in Nederland gewerkt en heeft nu een uitkering uit Nederland. Maar helaas is het zo dat ik zelf in Nederland ben en door haar leeftijd zou ik graag willen dat ze terug in Nederland was en bleef en dat ze niet om de drie maanden Nederland en Turkije om en om moet blijven met haar 5 jarige visum.
Ik heb nog een broer maar hetzelfde geldt ook voor hem. Wij wonen en werken in Nederland , we hebben allebei de Nederlandse nationaliteit maar er is niemand die kan zorgen voor onze moeder in Turkije.
Bestaat er een mogelijkheid dat ze permanent naar Nederland kan komen ?
Graag uw advies.
Alvast hartelijk bedankt !
Ik ben zelf ook Brits van geboorte maar ben inmiddels al meer dan 20 jaar Nederlands
Mijn moeder wil nu naar Nederland komen om bij mij in de buurt te wonen. Ze heeft een spaarpotje en hoeft dus geen uitkering oid.
Wat zijn de beste stappen om nu te ondernemen?
graag wil ik weten waar moet ik beginnen.Mijn schoonmoeder woon in Servië alleen,wij willen haar naar NL halen zodat ze bij ons is en wij voor haar kunnen zorgen.Ze loopt moeilijk is ziek,in de buurt heeft ze niemand.Wat heb ik nodig en waar moet ik beginnen.Ze mag op dit moment 3 maanden bij ons zijn en dan moet ze terug.3 maanden daar en dan kan ze terug maar ons.Graag hoor ik tips
Mijn moeder heeft inmiddels inderdaad het proces van Belgisch worden ingezet, maar blijkbaar draaien de ambtelijke molens in België langzaam en kan dit wel 2 jaar duren.
Nogmaals dank.