Finale geschillenbeslechting in zaak waarim vreemdelinge geen mvv kreeg omdat ze ooit een boete van 250 euro had gekregen (uitspraak)
LJN: BM7021, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/30801, 09/30802
Datum uitspraak: 19-04-2010
Datum publicatie: 09-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Artikel 8 EVRM / aard en ernst van het misdrijf
Verweerder heeft geweigerd aan eiseres een mvv te verlenen omdat zij veroordeeld is tot een boete van € 250,-- wegens een overtreding van artikel 300, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende gewicht heeft toegekend aan de ‘guiding principles’ uit het arrest Boultif van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De rechtbank acht hiertoe het volgende redengevend. Verweerder heeft onvoldoende gekeken naar de aard en de ernst van het misdrijf. Verweerder heeft slechts overwogen dat sprake is van een geweldsmisdrijf maar heeft bij de beoordeling niet de omstandigheden waaronder dat misdrijf is gepleegd betrokken. De rechtbank acht in dat verband ook van belang dat aan eiseres slechts een boete van € 250,-- is opgelegd. Hieruit kan worden afgeleid dat het slechts om een licht vergrijp gaat. Bovendien heeft verweerder aan de omstandigheid dat ook volgens verweerder geen aanleiding bestaat te veronderstellen dat eiseres zich in de toekomst opnieuw schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten onvoldoende gewicht toegekend. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte geen gewicht toegekend aan het feit dat eiseres rechtmatig verblijf heeft gehad in Nederland en dat zij procedureel rechtmatig verblijf had toen zij de relatie met referent aanging. Verweerder heeft ten onrechte niet bij de belangenafweging betrokken dat referent niet op de hoogte was van het plegen van een misdrijf door eiseres toen hij de relatie met haar aanging. Ook heeft verweerder niet bij de belangenafweging betrokken dat referent en eiseres inmiddels zijn getrouwd en dat gelet op de omstandigheid dat eiseres in Suriname verblijft het niet goed mogelijk is op een andere wijze dan door bellen en schrijven met elkaar invulling aan de relatie te geven. Verder heeft verweerder onvoldoende gewicht toegekend aan de omstandigheid dat indien referent eiseres naar Suriname volgt, hij zijn baan zal moeten opgeven en zijn familie en vrienden zal moeten achterlaten. Nu het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 8 van het EVRM en niet in geschil is dat eiseres voldoet aan de overige eisen voor afgifte van een mvv zal de rechtbank met het oog op finale geschillenbeslechting zelf in de zaak voorzien en bepalen dat verweerder de door eiseres verzochte mvv dient af te geven.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 19-04-2010
Datum publicatie: 09-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Artikel 8 EVRM / aard en ernst van het misdrijf
Verweerder heeft geweigerd aan eiseres een mvv te verlenen omdat zij veroordeeld is tot een boete van € 250,-- wegens een overtreding van artikel 300, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende gewicht heeft toegekend aan de ‘guiding principles’ uit het arrest Boultif van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De rechtbank acht hiertoe het volgende redengevend. Verweerder heeft onvoldoende gekeken naar de aard en de ernst van het misdrijf. Verweerder heeft slechts overwogen dat sprake is van een geweldsmisdrijf maar heeft bij de beoordeling niet de omstandigheden waaronder dat misdrijf is gepleegd betrokken. De rechtbank acht in dat verband ook van belang dat aan eiseres slechts een boete van € 250,-- is opgelegd. Hieruit kan worden afgeleid dat het slechts om een licht vergrijp gaat. Bovendien heeft verweerder aan de omstandigheid dat ook volgens verweerder geen aanleiding bestaat te veronderstellen dat eiseres zich in de toekomst opnieuw schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten onvoldoende gewicht toegekend. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte geen gewicht toegekend aan het feit dat eiseres rechtmatig verblijf heeft gehad in Nederland en dat zij procedureel rechtmatig verblijf had toen zij de relatie met referent aanging. Verweerder heeft ten onrechte niet bij de belangenafweging betrokken dat referent niet op de hoogte was van het plegen van een misdrijf door eiseres toen hij de relatie met haar aanging. Ook heeft verweerder niet bij de belangenafweging betrokken dat referent en eiseres inmiddels zijn getrouwd en dat gelet op de omstandigheid dat eiseres in Suriname verblijft het niet goed mogelijk is op een andere wijze dan door bellen en schrijven met elkaar invulling aan de relatie te geven. Verder heeft verweerder onvoldoende gewicht toegekend aan de omstandigheid dat indien referent eiseres naar Suriname volgt, hij zijn baan zal moeten opgeven en zijn familie en vrienden zal moeten achterlaten. Nu het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 8 van het EVRM en niet in geschil is dat eiseres voldoet aan de overige eisen voor afgifte van een mvv zal de rechtbank met het oog op finale geschillenbeslechting zelf in de zaak voorzien en bepalen dat verweerder de door eiseres verzochte mvv dient af te geven.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties