Ongewenstverklaring voor een Turk (uitspraak Raad van State)
LJN: BM6855, Raad van State , 200906729/1/V1
Datum uitspraak: 27-05-2010
Datum publicatie: 07-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Associatiebesluit 1/80 / standstill bepaling / norm ongewenstverklaring
De staatssecretaris heeft in de grief terecht aangevoerd dat de rechtbank niet heeft onderkend dat toepassing van de norm die gold op 1 april 2001 in dit geval eveneens tot ongewenstverklaring leidt, zodat de door de rechtbank bedoelde aanscherping voor de beoordeling van het besluit van 9 september 2008 reeds hierom geen betekenis heeft. Uit onder meer het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 17 september 2009, C-242/06, Sahin (punten 62 tot en met 65; www.curia.europa.eu), volgt dat voor de vraag of sprake is van een nieuwe beperking in de zin van artikel 13 van Besluit nr. 1/80 in ieder geval van belang is of de ten tijde van het besluit van 9 september 2008 geldende norm voor ongewenstverklaring ongunstiger is dan de op 1 december 1980 geldende norm. Dit betekent dat de rechtbank hoe dan ook had dienen te toetsen of de ten tijde van voormeld besluit geldende norm voor ongewenstverklaring in dit geval een aanscherping behelst ten opzichte van de op 1 december 1980 geldende norm. De grief slaagt.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 27-05-2010
Datum publicatie: 07-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Associatiebesluit 1/80 / standstill bepaling / norm ongewenstverklaring
De staatssecretaris heeft in de grief terecht aangevoerd dat de rechtbank niet heeft onderkend dat toepassing van de norm die gold op 1 april 2001 in dit geval eveneens tot ongewenstverklaring leidt, zodat de door de rechtbank bedoelde aanscherping voor de beoordeling van het besluit van 9 september 2008 reeds hierom geen betekenis heeft. Uit onder meer het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 17 september 2009, C-242/06, Sahin (punten 62 tot en met 65; www.curia.europa.eu), volgt dat voor de vraag of sprake is van een nieuwe beperking in de zin van artikel 13 van Besluit nr. 1/80 in ieder geval van belang is of de ten tijde van het besluit van 9 september 2008 geldende norm voor ongewenstverklaring ongunstiger is dan de op 1 december 1980 geldende norm. Dit betekent dat de rechtbank hoe dan ook had dienen te toetsen of de ten tijde van voormeld besluit geldende norm voor ongewenstverklaring in dit geval een aanscherping behelst ten opzichte van de op 1 december 1980 geldende norm. De grief slaagt.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties