Jonge asielzoekers moeten "terug naar Kaboel"
31 maart 2010 (MO) - Afghaanse asielzoekers zullen hun asielaanvraag eerder afgewezen dan erkend zien. De Belgische staat schrikt zelfs niet terug voor repatriëring naar Afghanistan, ook al woedt daar een uitzichtloze oorlog.
Sadiq Ahmady, een Afghaanse twintiger, vluchtte in 2006 uit Iran –waar hij opgroeide als een van de twee miljoen Afghaanse vluchtelingen– om een hels reisjaar later in het Brusselse Noordstation aan te komen. In Brussel hoopte hij te vinden wat hij zocht: een stad waar “mensenrechten” geen ijdel woord is.
Na twee negatieve asielaanvragen, een beroepsprocedure, een regularisatieaanvraag en een afgewezen aanvraag om als staatloze erkend te worden, heeft hij zijn zoektocht gestaakt. Hij kan zijn cynisme en ontgoocheling niet verbergen. ‘Ik ben geen jaar door al die ellende heen gegaan om dan dit te krijgen. België wil me niet, Iran wil me niet en het laatste wat ik wil, is naar een onbekend land als Afghanistan gestuurd te worden.’
‘In 2009 werden elf Afghanen naar Kaboel teruggestuurd en 87 Afghanen naar de Europese lidstaat waar ze een eerste aanvraag hadden gedaan, in het kader van de Europese afspraken’, zegt Katrien Jansseune van de Dienst Vreemdelingenzaken. De terugkeercijfers voor de maanden januari en februari waren ‘nog niet beschikbaar’. In het kader van de Dublin II-Verordening worden Afghanen ook naar Griekenland gerepatrieerd. Die repatriëringen naar Griekenland zijn controversieel, want Athene kent nauwelijks bescherming toe aan asielzoekers.
Nog meer ter discussie staat repatriëring naar Kaboel. Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) beschouwt de Afghaanse hoofdstad niet als een regio met een veralgemeend risico voor burgers, wat An Maes van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen niet begrijpt: ‘Bomaanslagen kunnen ook burgers treffen, bijvoorbeeld in bepaalde wijken waar mensen van dezelfde etnie of dezelfde politieke kleur wonen. En zelfmoordaanslagen kunnen wel degelijk een algemeen reëel risico voor burgers scheppen.’
Voorlopig heeft Sadiq Ahmady nog een bed in het opvangcentrum van Kapellen, wanneer hij uitgeprocedeerd zal zijn, belandt hij op straat. Maar hij kent jongens die er slechter voorstaan. Dawood, bijvoorbeeld, is zestien jaar of misschien ouder. Zijn dossier zit intussen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, om te vermijden dat hij gerepatrieerd wordt naar Griekenland. En bij de Raad van State heeft hij beroep aangetekend tegen de leeftijdstest die hem meerderjarig verklaarde. Intussen heeft hij geen recht op een voogd, opvang door Fedasil of financiële steun bij het OCMW. Naar school gaat hij niet. Of neem Seyedi, ook een Afghaanse vluchteling die in Iran is geboren. Omdat hij niet kan bewijzen dat zijn ouders twintig jaar geleden naar Iran vluchtten, vreest hij om naar Afghanistan gestuurd te worden. Hij zit psychisch aan de grond.
Het leven zoals het is
Ik ontmoet Sadiq Ahmady in het protestants sociaal centrum (PSC) De Terp, hartje Stuivenberg in Antwerpen. Hij is een van de veertig Afghaanse jongeren die steun krijgen van het PSC. ‘Het PSC vangt de jongeren op die door de mazen van het Belgische opvangnet vallen’, zegt Marijke D’Herde van de jongerendienst van het PSC. ‘Zodra die jongens meerderjarig worden of wanneer hun leeftijd betwist wordt, hebben ze geen recht meer op een voogd. Erkenning als vluchteling zit er zelden in, ook subsidiaire bescherming is moeilijk te verkrijgen.’
De meeste jongens kwamen alleen naar hier, zonder familie. Het maakt hen bijzonder kwetsbaar, want ze kunnen niet terugvallen op familiale netwerken. Ze hebben bovendien onvoldoende toegang tot medische en psychologische hulp, laat staan aangepaste scholing. Het vinden van huisvesting is een groot probleem. D’Herde: ‘De asielcentra zitten vol, ze krijgen de raad zelf een woning te zoeken. In dat geval hebben ze recht op financiële steun van het OCMW. Alleen, het woningaanbod in Antwerpen is heel klein en vaak onbetaalbaar, en de OCMW-steun voorziet niet in het betalen van een waarborg. Het komt ook voor dat het OCMW steun weigert, of onregelmatig betaalt, waardoor jongeren problemen krijgen met de huisbaas.’
Bescherming
Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) bracht recent een nota uit met daarin zijn beleidslijnen ten aanzien van Afghaanse asielzoekers. An Maes heeft bedenkingen bij de kloof tussen de theorie in de nota en de praktijk van de aanpak. ‘Het feit dat iemand al dan niet recent in zijn land van herkomst verbleven heeft, is geen criterium om als vluchteling erkend te worden of om subsidiaire bescherming te krijgen. Bovendien worden asielzoekers onderworpen aan een zeer moeilijke test met vragen over de streek van herkomst, die slaan op actualiteit, politiek, geografie, geschiedenis. Die vragen zijn soms niet aangepast aan het profiel van de mensen die ze moeten beantwoorden.’
Commissaris-generaal Dirk Van Den Bulck van het CGVS noemt die kritiek overdreven. ‘Hulpverleners staren zich blind op enkele aspecten in de motivatie van de beslissingen. De algemene vragen die gesteld worden zijn echt wel veel ruimer dan die enkele vragen die intellectualistisch overkomen. Bovendien is er altijd beroep mogelijk tegen onze beslissingen. We evalueren onze ondervraagmethoden ook voortdurend, juist om ze beter af te stemmen op de persoon die voor je zit. Dat is zeker zo voor de Afghaanse dossiers.’
België biedt Afghaanse asielzoekers een beschermingsgraad van veertig procent, inclusief het vluchtelingenstatuut en subsidiaire bescherming. ‘Dat is zeker hoger dan de ons omringende landen’, zegt Dirk Van Den Bulck. ‘Toch ben ik zelf verbaasd dat het cijfer niet hoger ligt. Voor Irak hanteren we dezelfde beleidslijnen en daar ligt het erkenningspercentage hoger dan zeventig procent. We stellen vast dat veel te veel Afghanen ongeloofwaardige verhalen opdissen, en dat is de kern van het probleem. Als dat tot gevolg heeft dat we totaal geen zicht meer hebben op de werkelijke achtergrond van iemand, dan leidt dat tot een negatieve beslissing.’
Repatriëring via Kaboel naar de streek van origine is voor het BCHV alleen aanvaardbaar als er voldaan wordt aan zeer strikte voorwaarden, èn als er sprake is van terugkeermonitoring. En die ontbreekt. ‘Wanneer iemand gerepatrieerd wordt, krijgt die zakgeld om vervoer tot thuis te nemen’, aldus Jansseune van de DVZ. ‘Maar nee, er is geen begeleiding tot aan de voordeur.’
Bron: http://www.mo.be/index.php?id=348&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=27998&cHash=49c9ecd10a
Sadiq Ahmady, een Afghaanse twintiger, vluchtte in 2006 uit Iran –waar hij opgroeide als een van de twee miljoen Afghaanse vluchtelingen– om een hels reisjaar later in het Brusselse Noordstation aan te komen. In Brussel hoopte hij te vinden wat hij zocht: een stad waar “mensenrechten” geen ijdel woord is.
Na twee negatieve asielaanvragen, een beroepsprocedure, een regularisatieaanvraag en een afgewezen aanvraag om als staatloze erkend te worden, heeft hij zijn zoektocht gestaakt. Hij kan zijn cynisme en ontgoocheling niet verbergen. ‘Ik ben geen jaar door al die ellende heen gegaan om dan dit te krijgen. België wil me niet, Iran wil me niet en het laatste wat ik wil, is naar een onbekend land als Afghanistan gestuurd te worden.’
‘In 2009 werden elf Afghanen naar Kaboel teruggestuurd en 87 Afghanen naar de Europese lidstaat waar ze een eerste aanvraag hadden gedaan, in het kader van de Europese afspraken’, zegt Katrien Jansseune van de Dienst Vreemdelingenzaken. De terugkeercijfers voor de maanden januari en februari waren ‘nog niet beschikbaar’. In het kader van de Dublin II-Verordening worden Afghanen ook naar Griekenland gerepatrieerd. Die repatriëringen naar Griekenland zijn controversieel, want Athene kent nauwelijks bescherming toe aan asielzoekers.
Nog meer ter discussie staat repatriëring naar Kaboel. Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) beschouwt de Afghaanse hoofdstad niet als een regio met een veralgemeend risico voor burgers, wat An Maes van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen niet begrijpt: ‘Bomaanslagen kunnen ook burgers treffen, bijvoorbeeld in bepaalde wijken waar mensen van dezelfde etnie of dezelfde politieke kleur wonen. En zelfmoordaanslagen kunnen wel degelijk een algemeen reëel risico voor burgers scheppen.’
Voorlopig heeft Sadiq Ahmady nog een bed in het opvangcentrum van Kapellen, wanneer hij uitgeprocedeerd zal zijn, belandt hij op straat. Maar hij kent jongens die er slechter voorstaan. Dawood, bijvoorbeeld, is zestien jaar of misschien ouder. Zijn dossier zit intussen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, om te vermijden dat hij gerepatrieerd wordt naar Griekenland. En bij de Raad van State heeft hij beroep aangetekend tegen de leeftijdstest die hem meerderjarig verklaarde. Intussen heeft hij geen recht op een voogd, opvang door Fedasil of financiële steun bij het OCMW. Naar school gaat hij niet. Of neem Seyedi, ook een Afghaanse vluchteling die in Iran is geboren. Omdat hij niet kan bewijzen dat zijn ouders twintig jaar geleden naar Iran vluchtten, vreest hij om naar Afghanistan gestuurd te worden. Hij zit psychisch aan de grond.
Het leven zoals het is
Ik ontmoet Sadiq Ahmady in het protestants sociaal centrum (PSC) De Terp, hartje Stuivenberg in Antwerpen. Hij is een van de veertig Afghaanse jongeren die steun krijgen van het PSC. ‘Het PSC vangt de jongeren op die door de mazen van het Belgische opvangnet vallen’, zegt Marijke D’Herde van de jongerendienst van het PSC. ‘Zodra die jongens meerderjarig worden of wanneer hun leeftijd betwist wordt, hebben ze geen recht meer op een voogd. Erkenning als vluchteling zit er zelden in, ook subsidiaire bescherming is moeilijk te verkrijgen.’
De meeste jongens kwamen alleen naar hier, zonder familie. Het maakt hen bijzonder kwetsbaar, want ze kunnen niet terugvallen op familiale netwerken. Ze hebben bovendien onvoldoende toegang tot medische en psychologische hulp, laat staan aangepaste scholing. Het vinden van huisvesting is een groot probleem. D’Herde: ‘De asielcentra zitten vol, ze krijgen de raad zelf een woning te zoeken. In dat geval hebben ze recht op financiële steun van het OCMW. Alleen, het woningaanbod in Antwerpen is heel klein en vaak onbetaalbaar, en de OCMW-steun voorziet niet in het betalen van een waarborg. Het komt ook voor dat het OCMW steun weigert, of onregelmatig betaalt, waardoor jongeren problemen krijgen met de huisbaas.’
Bescherming
Het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) bracht recent een nota uit met daarin zijn beleidslijnen ten aanzien van Afghaanse asielzoekers. An Maes heeft bedenkingen bij de kloof tussen de theorie in de nota en de praktijk van de aanpak. ‘Het feit dat iemand al dan niet recent in zijn land van herkomst verbleven heeft, is geen criterium om als vluchteling erkend te worden of om subsidiaire bescherming te krijgen. Bovendien worden asielzoekers onderworpen aan een zeer moeilijke test met vragen over de streek van herkomst, die slaan op actualiteit, politiek, geografie, geschiedenis. Die vragen zijn soms niet aangepast aan het profiel van de mensen die ze moeten beantwoorden.’
Commissaris-generaal Dirk Van Den Bulck van het CGVS noemt die kritiek overdreven. ‘Hulpverleners staren zich blind op enkele aspecten in de motivatie van de beslissingen. De algemene vragen die gesteld worden zijn echt wel veel ruimer dan die enkele vragen die intellectualistisch overkomen. Bovendien is er altijd beroep mogelijk tegen onze beslissingen. We evalueren onze ondervraagmethoden ook voortdurend, juist om ze beter af te stemmen op de persoon die voor je zit. Dat is zeker zo voor de Afghaanse dossiers.’
België biedt Afghaanse asielzoekers een beschermingsgraad van veertig procent, inclusief het vluchtelingenstatuut en subsidiaire bescherming. ‘Dat is zeker hoger dan de ons omringende landen’, zegt Dirk Van Den Bulck. ‘Toch ben ik zelf verbaasd dat het cijfer niet hoger ligt. Voor Irak hanteren we dezelfde beleidslijnen en daar ligt het erkenningspercentage hoger dan zeventig procent. We stellen vast dat veel te veel Afghanen ongeloofwaardige verhalen opdissen, en dat is de kern van het probleem. Als dat tot gevolg heeft dat we totaal geen zicht meer hebben op de werkelijke achtergrond van iemand, dan leidt dat tot een negatieve beslissing.’
Repatriëring via Kaboel naar de streek van origine is voor het BCHV alleen aanvaardbaar als er voldaan wordt aan zeer strikte voorwaarden, èn als er sprake is van terugkeermonitoring. En die ontbreekt. ‘Wanneer iemand gerepatrieerd wordt, krijgt die zakgeld om vervoer tot thuis te nemen’, aldus Jansseune van de DVZ. ‘Maar nee, er is geen begeleiding tot aan de voordeur.’
Bron: http://www.mo.be/index.php?id=348&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=27998&cHash=49c9ecd10a
Reacties