Posts tonen met het label interstatelijk vertrouwensbeginsel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label interstatelijk vertrouwensbeginsel. Alle posts tonen

04 juni 2021

STIJNSKIJKOPASIEL: Kroatië, pushbacks en het interstatelijk vertrouwensbeginsel

by stino013

De reden waarom hierbij kort wordt stilgestaan is dat ik pas onlangs zag dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 maart 2021 heeft geantwoord op schriftelijke vragen, die op 23 februari 2021 (met kenmerk 2021Z03599) waren ingezonden door de Kamerleden Voordewind (ChristenUnie), Groothuizen (D66), Van Ojik (GroenLinks) en Jasper van Dijk (SP) over pushbacks van vluchtelingen door de Kroatische grensbewaking.[1]
Eén van die vragen was of het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Kroatië nog geldt en of de staatssecretaris het ermee eens is dat dit onmiddellijk opgeschort dient te worden ten aanzien van Kroatië als deze berichten (over pushbacks) blijken te kloppen.[2]

De staatssecretaris beantwoordt deze vraag als volgt:
Bij alle overdrachten van personen binnen de Europese Unie, van Dublinclaimanten tot personen die worden overgeleverd op basis van een Europees Aanhoudingsbevel, vindt overdracht plaats op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel tussen lidstaten. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel is gebaseerd op het feit dat alle lidstaten gebonden zijn aan internationale verplichtingen en het Unierecht. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel geldt totdat een rechter daarover anders oordeelt. Over Kroatië zijn in dezen geen rechterlijke uitspraken gedaan die tot gevolg hebben dat niet langer kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel.“

Het interstatelijk vertrouwensbeginsel geldt totdat een rechter anders oordeelt’, welnu…
Nog daargelaten dat ik niet goed begrijp waarom de staatssecretaris de bal uitsluitend lijkt neer te leggen bij de rechter omdat ik denk dat (juist) zij hierin een eigen verantwoordelijkheid heeft, was zij kennelijk op dat moment niet goed geïnformeerd over, of op de hoogte van de rechtspraak op dit punt.
Bij op rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraak van 17 december 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:12927) heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, namelijk in een Dublinzaak geoordeeld dat ten aanzien van Kroatië niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan.[3] De rechtbank kwam tot dit oordeel vanwege de meerjarige, grootschalige pushback-praktijk waarvan tot op het hoogste niveau in Kroatië de verantwoordelijkheid wordt ontkend. [4]

Lees hier verder: https://stijnskijkopasielrecht.wordpress.com/2021/06/04/kroatie-pushbacks-en-het-interstatelijk-vertrouwensbeginsel/

 

21 februari 2017

The Dublin system: the ECJ Squares the Circle Between Mutual Trust and Human Rights Protection

Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l

By Cecilia Rizcallah, Research Fellow at the Belgian National Fund for Scientific Research affiliated to the Centre of Interdisciplinary Research in Constitutional Law of Saint-Louis University (USL-B) and the Centre of European Law of the Free University Brussels (ULB). The author wishes to thank the Professors E. Bribosia and S. Van Drooghenbroeck for their valuable advice.
Introduction
On Thursday February 16th, the ECJ handed down a seminal judgment in the case of C.K. and others, C-578/16 PPU. This ruling was rendered on a reference for a preliminary ruling from the Supreme Court of Slovenia asking, in substance, whether the risk faced by an asylum seeker of being a victim of inhuman and degrading treatment because of his/her individual situation, shall prevent his/her transfer to another Member State to consider his/her asylum claim on the basis of the Dublin system.
The Dublin System: Cooperation between Member States based on Mutual Trust
The Dublin system, initiated by a Convention signed in 1990 in the city whose name it bears, allocates responsibility for examining asylum applications lodged by third country nationals (TCNs) in the EU, in such a manner that, in principle, only one State has the task of examining each asylum request lodged on the European Union’s territory.  Pursuing harmonisation of Member states’ asylum policies, the Treaty of Amsterdam introduced the competence of the European Community (Article 63 EC; now Article 78 TFEU) to adopt additional measures in order to achieve a Common European Asylum System (CEAS). On that basis, the Dublin Convention was replaced by the “Dublin II” Regulation (Regulation n°343/2003) and then the “Dublin III” Regulation (Regulation 604/2013). Also, a number of directives were adopted in order to set up minimum standards on the qualification and status of refugees and persons with subsidiarity protection (Directive 2011/95/UE), on asylum procedures (currently Directive 2013/32/UE) and on reception conditions for asylum-seekers (currently Directive 2013/33/UE). 
 

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

19 augustus 2016

Uitspraak; Interstatelijk vertrouwen en Litouwen - geen gevaar voor refoulement


ECLI:NL:RBDHA:2016:9763

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 16-08-2016
Datum publicatie 19-08-2016
Zaaknummer VK-16/16754 en 16/16755
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie Dublin-Litouwen, interstatelijk vertrouwensbeginsel, indirect refoulement, doorreisland
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

4. Het geschil beperkt zich tot de vraag of ten aanzien van Litouwen van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Hiervoor geldt dat het aan eiser is om aannemelijk te maken dat Litouwen niet aan zijn verdragsverplichtingen voldoet jegens hem.
5. Het deel van het USDOS-rapport waarnaar eiser verwijst, luidt als volgt:
‘Safe Country of Origin/Transit: As a matter of policy, authorities barred asylum seekers coming from ‘safe’ countries of transit and returned them to such countries without reviewing the substantive merits of their applications. The government’s participation in the EU’s effort to address high levels of migration into Europe was an exception to this policy.’
6. De rechtbank deelt de conclusies die eiser aan deze passage verbindt niet. Uit deze passage valt niet af te leiden dat een risico op indirect refoulement bestaat bij overdracht aan Litouwen. De omstandigheid dat de Litouwse autoriteiten beleidsmatig de asielprocedures van vreemdelingen afkomstig uit door hen aangemerkte veilige landen van doorreis verkort afdoen, is niet zonder meer in strijd met de bepalingen van internationale verdragen, de Verordening EU 604/2013 (de Dublinverordening) of Richtlijn 2013/32/EU (de Procedurerichtlijn). Daarnaast is in het geheel niet gebleken dat tegen een dergelijke afdoening geen effectief rechtsmiddel zou openstaan in Litouwen.
7. Daar komt bij dat verweerder zich ter zitting terecht op het standpunt heeft gesteld dat niet aannemelijk is gemaakt dat voormelde passage van toepassing is op eiser. De Litouwse autoriteiten hebben immers met het akkoord van 20 juli 2016 expliciet gegarandeerd eisers asielaanvraag in behandeling te nemen conform artikel 2 van de Dublinverordening. Bovendien blijkt uit eisers verklaringen tijdens het gehoor dat hij van 2003 tot aan zijn vertrek op 4 mei 2016 in [woonplaats] woonachtig was en in het bezit was van een permanente verblijfsvergunning voor Oekraïne. Eiser is met gebruikmaking van het aan hem verleende visum met een rechtstreekse vlucht van [woonplaats] naar Vilnius gereisd. Eiser heeft aldus bij zijn reis naar Litouwen geen gebruik gemaakt van een ‘doorreisland’ noch is hij Litouwen illegaal ingereisd. Ook om die reden kan niet worden gevolgd dat de passage in het USDOS-rapport op hem van toepassing is.
8. Gelet op het voorgaande kon verweerder zonder nader onderzoek onverminderd uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Litouwen. Het beroep is ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening komt om die reden niet voor toewijzing in aanmerking.

Hier staat de hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2016:9763


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

11 juni 2016

Recente artikelen over vreemdelingenrecht








Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

20 mei 2015

Vovo: Dublinoverdracht kwestbare asielzoekers aan Bulgarije


ECLI:NL:RBDHA:2015:5597

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 12-05-2015
Datum publicatie 18-05-2015
Zaaknummer VK-15_8402 -15_8376 -15_8401 -15_8373
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Proceskostenveroordeling
Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie Dublin-Bulgarije, interstatelijke vertrouwensbeginsel, bijzondere aandacht kwetsbare asielzoekers. Strijd met onderzoeks- en motiveringsplicht. Beroep gegrond, besluiten vernietigen.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

6. De voorzieningenrechter stelt voorop dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielverzoeken van zowel eiseres 1 als die van eiseres 2, gelet op de door eiseres 1 aldaar ingediende asielaanvraag en het fictieve akkoord. Immers, eiseres 2 is een minderjarig gezinslid van eiseres 1 en het bijeenhouden van het gezin dient voorop te staan bij de toepassing van Dublin III. De ratio van het bijeenhouden van de gezinsleden als bedoeld in Dublin III is mede gelegen in de mogelijkheid dat zij gezamenlijk voor verlening van een verblijfsvergunning in aanmerking komen, dan wel - als is vastgesteld dat zij geen status dienen te krijgen - gezamenlijk kunnen worden uitgezet.
7. Ter beoordeling staat of verweerder de behandeling van de asielaanvragen van eisers aan zich had moeten trekken op grond van artikel 17, eerste lid, van Dublin III omdat ten aanzien van Bulgarije niet langer kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Uitgangspunt is dat verweerder er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel van mag uitgaan dat Bulgarije zijn verdragsverplichtingen zal nakomen. Het is aan eisers om aannemelijk te maken dat dit uitgangspunt voor Bulgarije moet worden verlaten. Verweerder heeft zich, onder verwijzing naar een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Den Haag van 3 februari 2015 (AWB 14/25709), het rapport van de UNHCR van 15 april 2014 en het in de hierboven genoemde uitspraak van 3 februari 2015 genoemde rapport van de European Union: European Asylum Support Office (EASO) van 5 december 2014, terecht op het standpunt gesteld dat eisers bij terugkeer naar Bulgarije geen risico lopen op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Uit voornoemde rapporten blijkt dat de omstandigheden in de asielcentra en de leefomstandigheden voor asielzoekers in Bulgarije de laatste maanden duidelijk zijn verbeterd. Uit de door eisers overgelegde stukken blijkt niet dat de situatie in Bulgarije sindsdien is verslechterd.
8. De voorzieningenrechter neemt hierbij in aanmerking dat de bij de zienswijze en de in de gronden van beroep overgelegde informatie ziet op (onderzoeksperioden in) de eerste helft van 2014 en daarmee op een periode van vóór de verbeteringen. De overige door eisers overgelegde documenten laten weliswaar zien dat de algemene situatie in Bulgarije van asielzoekers tekortkomingen kent, maar geen aan het systeem gerelateerde tekortkomingen. Het rapport van Pro Asyl van april 2015 ziet ook op de situatie tijdens de onderzoeksperiode in 2014, die ook is geschetst in het rapport van AESO van 5 december 2014 en waar sprake was van verbeteringen.
9. Gelet op het vorenstaande hebben eisers niet aannemelijk gemaakt dat ten aanzien van Bulgarije niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Verweerder heeft op deze grond geen aanleiding hoeven te zien om toepassing te geven aan artikel 17, eerste lid, van Dublin III.
10. Eisers hebben voorts een beroep gedaan op de brief van de staatssecretaris van 15 mei 2014. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat de inhoud van deze beleidsbrief nog steeds geldt. Uit de brief komt naar voren dat gelet op de verbeteringen van het Bulgaarse asiel- en opvangstelsel een ruimhartige toepassing van de soevereiniteitsclausule niet langer als uitgangspunt geldt. Op bladzijde twee wordt echter wel vermeld:
“ (…). Uiteraard kan in individuele zaken nog wel worden afgezien van een overdracht aan Bulgarije als de individuele omstandigheden van de vreemdeling daartoe aanleiding geven. Bijzondere aandacht zal daarbij zijn voor kwetsbare asielzoekers, zoals zwangere vrouwen, gezinnen met zeer jonge kinderen en personen met ernstige ziekten. Onder andere de duur van het verblijf in Bulgarije, de daar ontvangen voorzieningen en de stand van de asielprocedure zal de IND betrekken bij de beslissing om ten aanzien van een vreemdeling met een dergelijke kwetsbare achtergrond al dan niet af te zien van een overdracht aan Bulgarije.”
11. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder niet op een kenbare manier bijzondere aandacht getoond voor het feit dat hier sprake is van een alleenstaande vrouw met 5 minderjarige kinderen, waarvan twee kinderen beneden de 5 jaar zijn. Eiseres 1 heeft verklaard in Bulgarije papieren te hebben moeten ondertekenen maar geen gesprek te hebben gehad. Ook heeft zij verklaard dat zij niet op de hoogte werd gesteld van haar asielaanvraag en dat zij als een gevangene enkele dagen opgesloten heeft gezeten alvorens zij naar een opvanglocatie werd overgebracht, waarvandaan zij is doorgereisd. Verweerder heeft deze omstandigheden niet bij zijn besluitvorming betrokken. De voorzieningenrechter overweegt bij deze stand van zaken dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd.
12. De beroepen van eisers zullen gegrond worden verklaard en de bestreden besluiten worden vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 (onderzoeksplicht) en 3:46 (motiveringsplicht) van de Awb.
13. De voorzieningenrechter ziet gelet hierop geen aanleiding voor het treffen van voorlopige voorzieningen.
14. De voorzieningenrechter ziet in dit geval aanleiding verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte kosten en gaat daarbij uit van samenhangende zaken. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.470,- (1 punt voor de verzoekschriften, 1 punt voor de beroepen en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde van € 490,- en een wegingsfactor 1).

De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:5597

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

16 april 2015

Asiel: Dublinzaak - Terugsturen naar Hongarije mag

 ECLI:NL:RBDHA:2015:4075

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 09-04-2015
Datum publicatie 13-04-2015
Zaaknummer AWB-15_5647 en AWB-15_5648uvv
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening+bodemzaak
InhoudsindicatieDe voorzieningenrechter heeft, na bestudering van de stukken waar eiser naar heeft verwezen, geoordeeld dat door de overdracht van eiser aan de Hongaarse autoriteiten geen situatie zal ontstaan die strijdig is met het Vluchtelingenverdrag of artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. Verweerder heeft zich met een beroep op het interstatelijk vertrouwensbeginsel op het standpunt kunnen stellen dat ervan kan worden uitgegaan dat Hongarije de refoulementverboden niet zal schenden.

Lees hier de hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:4075


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

13 maart 2015

UITSPRAAK: Dublin overdrachten van gezinnen naar Italië moet wel kunnen

 ECLI:NL:RBDHA:2015:2739

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 13-03-2015
Datum publicatie 13-03-2015
Zaaknummer AWB 14/17830 en AWB 14/17832
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
InhoudsindicatieVw 2000, Italië, interstatelijk vertrouwensbeginsel, opvangvoorzieningen voor asielzoekers, overdracht, artikel 3 EVRM, EHRM, Tarakhel tegen Zwitserland, nr. 29217/12, JV 2014/384, extreem kwetsbaar, kinderen, geschikte opvangfaciliteiten, bijeenblijven van het gezin, voldoende waarborgen, individuele garanties, leefomstandigheden, kwetsbare asielzoekers, grote toename van het aantal vluchtelingen dat in Italië binnenkomt, Vo 604/2013, vergewissen, maatwerk, 15 dagen, feitelijke overdracht, medische situatie, specifieke kwetsbaarheden) van eisers, AIDA, rechtsbijstand, (gespecialiseerde) advocaat, tolken, IVRK, psychische problematiek
 
 
Samenvatting:
De rechtbank overweegt dat de thans afgegeven garanties van 20 januari 2015 nog niet volledig zijn om het vereiste maatwerk voldoende te waarborgen. Zo valt uit de garanties af te leiden dat verweerder tenminste 15 dagen voor de datum van de feitelijke overdracht nadere gegevens aan de Italiaanse autoriteiten dient te verstrekken, zodat zij op dat moment op de hoogte zijn van de specifieke situatie van eisers en zij de precieze opvang kunnen aanwijzen. Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat deze garanties voldoende zijn voor het oordeel dat overdracht aan de Italiaanse autoriteiten geen reëel risico op schending van artikel 3 EVRM met zich brengt, zodat de asielaanvragen van eisers konden worden afgewezen. De rechtbank overweegt daartoe dat uit de afgegeven garantie weliswaar niet blijkt in welke opvangvoorziening en waar eisers na overdracht zullen worden ondergebracht, maar dat de Italiaanse autoriteiten zich wel hebben vastgelegd op het bieden van opvang, dat eisers bijeen zullen worden gehouden en dat de faciliteiten van de opvang zullen zijn afgestemd op de specifieke behoeften van eisers. Overigens is, gelet op de bij uitspraak van 21 augustus 2014 getroffen voorzieningen, de feitelijke overdracht op dit moment nog niet aan de orde, terwijl verweerder pas bij de feitelijke overdracht moet voldoen aan de vereisten uit het Tarakhel-arrest. Daartoe zal verweerder de Italiaanse autoriteiten, in overeenstemming met het bepaalde in Vo 604/2013, zo veel mogelijk op de hoogte moeten stellen van de bijzondere belangen (medische situatie, specifieke kwetsbaarheden) van eisers, zodat Italië de vereiste garanties onmiddellijk voorafgaand aan de overdracht nader kan invullen. Bij het voorgaande neemt de rechtbank in aanmerking dat uit de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, van 5 februari 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:1193) in een vergelijkbare zaak kan worden opgemaakt dat de Italiaanse autoriteiten in staat zijn om in overeenstemming met de vereisten uit het arrest Tarakhel voldoende specifieke garanties te verstrekken. Door eisers zijn geen concrete aanknopingspunten zijn aangedragen dat in hun geval op het moment van de feitelijke overdracht dergelijke garanties zullen ontbreken.
Het voorgaande neemt niet weg dat verweerder niet zal hebben voldaan aan de vereisten uit het arrest Tarakhel, indien (voldoende) garanties, die zien op de specifieke situatie van eisers, uitblijven. Dat doet echter aan het voorgaande niet af, nu verweerder ter zitting heeft toegezegd dat in zo’n geval niet tot overdracht zal worden overgegaan en eisers desnoods de mogelijkheid hebben om tegen de feitelijke overdracht rechtsmiddelen aan te wenden.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de afgegeven garanties voldoende waarborgen dat eisers bij overdracht opvang zullen krijgen en bijeen zullen worden gehouden. Daarvan uitgaande, kunnen de door eisers overgelegde stukken die zien op de grote instroom van asielzoekers en het gestelde tekort aan opvangplaatsen, niet leiden tot de conclusie dat eisers bij overdracht een reëel risico lopen op een schending van artikel 3 EVRM, omdat zij in Italië geen opvang zouden (dreigen te) krijgen.
Voor zover eisers met de overgelegde stukken hebben betoogd dat de opvang, voor zover eisers die krijgen, kwalitatief tekort zal schieten, is de rechtbank van oordeel dat eisers niet hebben aangetoond dat daarom ten aanzien van Italië niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgaan. Eisers hebben niet aannemelijk gemaakt dat er in Italië sprake is van algemeen falend systeem voor asielzoekers wat betreft toegang tot de asielprocedure en het verschaffen van (juridische) ondersteuning en opvang aan asielzoekers. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in de uitspraken van de Afdeling van 26 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:799, ECLI:NL:RVS:2014:803 en ECLI:NL:RVS:2014:805) en van 1 juli 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2578). Niet is gebleken dat de kwaliteit van de opvangvoorzieningen voor terugkerende Dublinclaimanten sinds voormelde uitspraken zodanig is verslechterd dat ten aanzien van Italië niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl
 
De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:2739 
Toch hoorde ik gisteren van een aantal ervaren asieladvocaten dat ze tegen iedere overdracht naar Italië in beroep gaan omdat de situatie qua jurisprudentie zo fluide is.




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

08 januari 2015

Heeft u een Italiaanse Dublin-zaak en is uw client ongedocumenteerd? Gebruik dan deze uitspraak over ICJ rapport


ECLI:NL:RBDHA:2014:16312

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 30-12-2014
Datum publicatie 06-01-2015
Zaaknummer AWB 14/28101 en AWB 14/28100
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie Dublin; Iraanse asielzoekster heeft eerder asiel aangevraagd in Italië. De voorzieningenrechter acht het van belang dat verweerder een standpunt inneemt ten aanzien van de procedurele mogelijkheden die verzoekster als ongedocumenteerde Dublin-claimant in Italië heeft, bezien in het licht van het ICJ-rapport van oktober 2014. Motiveringsgebrek. Beroep gegrond.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl
 
In de zienswijze van 8 december 2014 heeft de gemachtigde van verzoekster onder meer het volgende opgemerkt:
“In elk geval hebt u ook geen rekening gehouden met het feit dat cliënte ongedocumenteerd is. Voor haar positie maakt dat in Italië erg veel uit, zie het rapport “Undocumented Justice for Migrants in ltaly d.d. oktober 2014 van ICJ. De conclusie in dit rapport is dat de Italiaanse vrederechters geen effective remedy zijn voor het behandelen van aanspraken van ongedocumenteerde asielzoekers, dat de Terugkeerrichtlijn onvoldoende wordt toegepast. De mogelijkheden voor cliënte om in Italië te klagen over haar omstandigheden is hierdoor ernstig beperkt en u hebt u daarvan onvoldoende vergewist.”
 (......)

8.2.In reactie op de zienswijze heeft verweerder in het bestreden besluit en ter zitting opgemerkt dat verzoekster onvoldoende concreet heeft aangegeven op welk onderdeel van het ICJ-rapport zij een beroep doet. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat hij daarom niet kan reageren op dit onderdeel van het betoog.
8.3.Ter zitting heeft de voorzieningenrechter verweerder voorgehouden dat het betoog van verzoekster kennelijk ziet op de zogenoemde vrederechters die in het Italiaanse rechtssysteem een rol spelen in zaken van ongedocumenteerde asielzoekers. Verweerder heeft daarop herhaald dat verzoekster onvoldoende concreet heeft onderbouwd op welk onderdeel van het ICJ-rapport het beroep ziet.
8.4.
De voorzieningenrechter volgt verweerder hierin niet en is van oordeel dat verzoekster met hetgeen zij in haar zienswijze naar voren heeft gebracht summier, maar voldoende duidelijk, uiteen heeft gezet op welk onderdeel van het ICJ-rapport zij zich beroept. De voorzieningenrechter begrijpt uit het betoog van verzoekster dat zij met name doelt op pagina 63 van het rapport, waar onder meer het volgende is opgemerkt:
“The judge and the right to a remedy:
Law no. 271/2004, which transferred the supervision in relation to expulsion and detention from professional judges to the justices of the peace, was based on the assumption that there was a pressing need to decrease the workload of professional judges. While cognizant of the strains that heavy workloads can place on both individual judges and the administration of justice as a whole, the ICJ stresses that in no circumstances can the excessive workload of the judiciary be used as a justification for restricting the right to an effective remedy of human beings and access to justices for their rights protection. To the extent that the system is strained, this can be addressed through reform and resource allocation of the ordinary justice system and not by creating a second class tier of justice. In addition, the ICJ points to the fact that migration cases are only a minor part of the workload of the justices of the peace (see chart no. 7).
The argument that justices of the peace should now retain competences on expulsion and detention because, in the last ten years, they have acquired a unique expertise in the field, is flawed. Although many justices of the peace do have valuable experience and some are highly capable jurists, professional judges in tribunals have gathered similar experience covering a broader area because of their competence on judicial review of asylum decisions and have higher expertise in decisions concerning deprivation of liberty. In addition, an assignment of the overall migration and asylum competence to the professional judges should ensure that international, EU and national migration and asylum law is interpreted holistically, with the likely result of decreasing considerably the gaps in the respect of international human rights and refugee law and of the EU Common European Asylum System.”
8.5.Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is verweerder ten onrechte niet inhoudelijk ingegaan op de stellingen van verzoekster. De voorzieningenrechter acht het van belang dat verweerder een standpunt inneemt ten aanzien van de procedurele mogelijkheden die verzoekster als ongedocumenteerde Dublin-claimant in Italië heeft, bezien in het licht van de hiervoor geciteerde passage uit het ICJ-rapport. Daarbij betrekt de voorzieningenrechter dat het hier gaat om nieuwe informatie en dat ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) de procedurele aspecten van het Italiaanse rechtssysteem, zoals weergegeven in het ICJ-rapport, tot op heden niet heeft betrokken bij de beoordeling van vergelijkbare zaken.
9. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen wegens schending van artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. De voorzieningenrechter ziet, gelet op de aard van het gebrek, onvoldoende mogelijkheden om het geschil finaal te beslechten. De voorzieningenrechter zal verweerder opdragen een nieuw besluit te nemen waarbij verweerder gemotiveerd zal dienen in te gaan op het door verzoekster aangehaalde ICJ-rapport. Hetgeen overigens is aangevoerd, behoeft geen bespreking meer.

De volledige uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:16312


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

05 november 2013

Het terugsturen van asielzoekers naar Polen ihkv de Dublinovereenkomst kan (uitspraak rechtbank)

ECLI:NL:RBDHA:2013:14702

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 28-10-2013
Datum publicatie 04-11-2013
Zaaknummer AWB 13/26185 en AWB 13/26182
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie Asielaanvraag. Toepassing artikel 3, tweede lid, van Verordening 343/2003/EG (de Dublinverordening). Polen. Rapporten van de UNHCR van 7 juni 2013 getiteld “Where is my home” en van de Helsinki Foundation for Human Rights van 29 augustus 2013 getiteld “Migration is not a crime”. Beroep ongegrond.
Wetsverwijzingen Vreemdelingenwet 2000, geldigheid: 2013-11-04
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

(...)
10.Subsidiair is verzoekster van mening, zo begrijpt de voorzieningenrechter, dat Nederland haar asielaanvraag onverplicht aan zich had moeten trekken, omdat ten aanzien van Polen niet langer kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Ter onderbouwing heeft verzoekster overgelegd bladzijde 19 uit een rapport van de UNHCR van 7 juni 2013, getiteld “Where is my home”, waaruit volgens verzoekster valt af te leiden dat er een groot risico voor dakloosheid van asielzoekers in Polen bestaat. Gelet op dit grote risico op dakloosheid dreigt ook de daadwerkelijke beschikbaarheid van medische voorzieningen een illusie te zijn. Voorts heeft verzoekster in dit verband overgelegd pagina’s 1 tot en met 6 van een rapport van de Helsinki Foundation for Human Rights (HFHR) van 29 augustus 2013, getiteld “Migration is not a crime”, waaruit volgens verzoekster is af te leiden dat het asielsysteem in Polen geen ‘effective remedy’ en een eerlijk proces biedt, nu er na een negatief besluit op een asielaanvraag aan het aanwenden van een rechtsmiddel geen schorsende werking wordt verbonden.
11.Met betrekking tot de stelling van verzoekster dat ten aanzien van Polen niet langer kan worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
12.Ingevolge artikel 3, tweede lid, van Vo 343/2003, voor zover thans van belang, kan, in afwijking van het eerste lid, verweerder een bij hem ingediend asielverzoek van een onderdaan van een derde land behandelen, ook al is hij daartoe op grond van de in deze verordening neergelegde criteria niet verplicht.
13.Volgens vaste jurisprudentie wordt er in beginsel op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ervan uitgegaan dat de lidstaten van de Europese Unie de verplichtingen uit hoofde van het Vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) naleven, tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat het land waaraan de betrokkene wordt overgedragen zijn internationale verplichtingen niet nakomt. Indien er concrete aanwijzingen bestaan dat de verantwoordelijke lidstaat zijn internationale verplichtingen niet nakomt, bestaat de mogelijkheid voor Nederland om het asielverzoek aan zich te trekken op basis van artikel 3, tweede lid, van Vo 343/2003. Het ligt op de weg van de asielzoeker om aannemelijk te maken dat zich in zijn zaak feiten en omstandigheden voordoen op basis waarvan de presumptie van eerbiediging door verdragspartijen van het Vluchtelingenverdrag en van artikel 3 van het EVRM wordt weerlegd.
14.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dan verzoekster hierin niet is geslaagd. Voor wat betreft de door verzoekster overgelegde pagina’s uit voornoemd rapport van de HFHR overweegt de voorzieningenrechter dat in de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle, van 11 september 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:11917, is geoordeeld dat uit een eerder rapport van de HFHR niet blijkt dat het Poolse rechtssysteem onvoldoende bescherming biedt tegen refoulement. De pagina’s uit het rapport van de HFHR waar verzoekster zicht thans op heeft beroepen hebben, gelezen voormelde uitspraak van 11 september 2013, in wezen dezelfde strekking als de in de uitspraak van
11 september 2013 beoordeelde inhoud van het eerdere rapport van de HFHR. Verweerder heeft daarom in hetgeen verzoekster heeft aangevoerd met betrekking tot de pagina’s van het rapport van de HFHR van 29 augustus 2013 geen aanleiding hoeven zien om aan te nemen dat Polen niet (langer) aan zijn verdragsverplichtingen voldoet.
15.Met betrekking tot de overgelegde pagina uit voornoemd rapport van de UNHCR overweegt de voorzieningenrechter voorts dat daaruit niet valt af te leiden dat personen overgedragen in het kader van Vo 343/2003 of asielzoekers in het algemeen in Polen geen onderdak wordt geboden of dat het risico daarop reëel te noemen is. De voortbouwende stelling van verzoekster dat gelet op het grote risico op dakloosheid de daadwerkelijke beschikbaarheid van medische voorzieningen een illusie dreigt te worden kan daarmee evenzeer niet tot het door verzoekster beoogde doel leiden. Daarnaast overweegt de voorzieningenrechter dat als uitgangspunt geldt dat de medische voorzieningen in Polen vergelijkbaar worden verondersteld met de medische voorzieningen in Nederland. Verzoekster heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen algemene informatie of informatie over haar persoonlijke situatie of die van haar kinderen naar voren gebracht die specifiek betrekking heeft op de medische voorzieningen in Polen. Daarmee heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om van voormeld uitgangspunt af te wijken en aan te nemen dat Polen op het punt van medische voorzieningen zijn verdragsverplichtingen niet zal nakomen.
16.Voor zover verzoekster voorts heeft willen wijzen op de gebrekkigheid van de geboden opvang overweegt de voorzieningenrechter dat uit hetgeen door verzoekster in dit verband naar voren is gebracht niet kan worden afgeleid dat sprake is van een structureel zodanig gebrekkige opvang dat op grond daarvan ten aanzien van Polen niet langer zou mogen worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel.
17.Daarnaast dient verzoekster over gebreken in de opvang of de medische voorzieningen te klagen bij de Poolse autoriteiten en daarna eventueel bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Niet gesteld is dat het klagen hierover in het algemeen of voor verzoekster in het bijzonder niet mogelijk is.
18.Met betrekking tot het betoog van verzoekster dat in het bestreden besluit verzoekster is aangezegd Nederland onmiddellijk te verlaten en in de begeleidende brief bij het bestreden besluit is gesteld dat verzoekster op grond van artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek is verleend, overweegt de voorzieningenrechter voorts dat, zoals verweerder in het verweerschrift ook heeft betoogd, de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat de vermelding in de begeleidende brief met de strekking dat uitstel van vertrek is verleend dient te worden aangemerkt als een kennelijke verschrijving. Ook los van het bestreden besluit bieden de overige gedingstukken ook geen aanknopingspunten om aan te nemen dat verweerder aan verzoekster uitstel van vertrek in de hier bedoelde zin heeft willen verlenen. De voorzieningenrechter merkt ten overvloede nog op dat bij verschil tussen de inhoud van een besluit en een dat besluit begeleidend schrijven in zijn algemeenheid de inhoud van het besluit prevaleert. Ook hierom zou de gestelde tegenstrijdigheid verzoekster naar alle waarschijnlijkheid niet hebben kunnen baten.
19.De voorzieningenrechter is op grond van het vorenstaande van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat Polen formeel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoekster en dat geen feiten en omstandigheden aanwezig zijn om de behandeling van deze aanvraag onverplicht aan zich te trekken.
Hele uitspraak hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2013:14702

Kunnen jullie je nog die zaak herinneren van dat meisje dat in Nederland niet naar de dokter mocht en bij aankomst in Polen direct in een ziekenhuis werd opgenomen en leukemie bleek te hebben?

In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

16 mei 2013

Overdracht aan Italië in Dublinzaak (uitspraak)

LJN: CA0125, Raad van State , 201301190/1/V4
Datum uitspraak: 08-05-2013
Datum publicatie: 15-05-2013
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bij onderscheiden besluiten van 17 december 2012 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Deze besluiten zijn aangehecht.
Vindplaats(en): Rechtspraak.nl

-----------------------

3. Bij uitspraak van 14 juli 2011 in zaak nr. 201009278/1/V3, heeft de Afdeling, samengevat weergegeven, overwogen dat uit het arrest van 21 januari 2011 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak M.S.S. tegen België en Griekenland, zaak nr. 30696/09, JV 2011/68 (hierna: het arrest in de zaak M.S.S.) voortvloeit dat ook in een situatie waarin een vreemdeling zijn stelling dat overdracht strijdig is met artikel 3 van het EVRM, louter onderbouwt met een beroep op algemene documentatie die informatie bevat over één of meer van de blijkens het arrest relevante aspecten, een zorgvuldige beoordeling daarvan geboden is.

3.1. In de onderhavige zaak hebben de vreemdelingen zich reeds in de besluitvormingsfase en in beroep bij de rechtbank op documenten beroepen, waaronder de brief van Vluchtelingenwerk Nederland van 10 oktober 2011, waarvan niet op voorhand kan worden gezegd dat ze niet relevant zijn voor de beoordeling van de vraag of de in het arrest in de zaak M.S.S. genoemde aspecten aan overdracht in de weg staan. Nu in de besluiten een op deze documenten toegespitste standpuntbepaling ten aanzien van de volgens het arrest in de zaak M.S.S. relevante aspecten ontbreekt, zijn deze niet beoordeeld op de in het arrest in de zaak M.S.S. omschreven wijze. De voorzieningenrechter kon de staatssecretaris dan ook niet zonder meer volgen in zijn standpunt dat in zijn algemeenheid ten opzichte van Italië mag worden uitgegaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De grief slaagt.

3.2. Het hoger beroep is reeds daarom kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling, gezien het vooroverwogene, de beroepen tegen de besluiten van 17 december 2012 alsnog gegrond verklaren en die besluiten wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb vernietigen.

4. De Afdeling ziet echter aanleiding met toepassing van artikel 8:72, derde lid, van de Awb te bepalen dat de rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten in stand blijven.

4.1. Daartoe wordt in de eerste plaats verwezen naar voormelde uitspraak van 14 juli 2011 waarin reeds is overwogen dat er, gelet op de beoordeling waartoe het arrest in de zaak M.S.S. noopt, vanuit kan worden gegaan dat eventuele schendingen van het Unierecht in het land waaraan de vreemdeling wordt overgedragen die buiten het kader van de door het EHRM in de zaak M.S.S. bij de beoordeling betrokken aspecten vallen en derhalve niet leiden tot de conclusie dat bij overdracht aan een andere lidstaat sprake is van een dreigende schending van artikel 3 van het EVRM, niet tot het oordeel leiden dat een lidstaat vanwege dergelijke schendingen de behandeling van een asielverzoek met toepassing van artikel 3, tweede lid, van de Verordening aan zich moet trekken. Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 21 december 2011 in de gevoegde zaken C-411/10 en C-493/10 (www.curia.europa.eu) blijkt dat zo op de juiste wijze is beoordeeld of wordt voldaan aan de eisen die voortvloeien uit het Unierecht.

4.2. Voorts heeft de Afdeling in de uitspraak van 14 juli 2011 overwogen dat ook indien de voorhanden documenten over de situatie in Italië worden beoordeeld op de wijze waarop dat in het arrest in de zaak M.S.S. is gepreciseerd, geen grond bestaat voor het oordeel dat de documenten waar de vreemdeling zich in die zaak op heeft beroepen, tot het oordeel moeten leiden dat hij niet aan Italië mag worden overgedragen.

De documenten waar de vreemdelingen zich in deze zaak op hebben beroepen geven geen aanleiding voor een ander oordeel.

Daarbij is van belang dat de vreemdelingen niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare vreemdelingen als bedoeld in het rapport van Th. Hammarberg van 7 september 2011.

Ook het persoonlijk relaas van de vreemdelingen biedt geen indicaties voor het oordeel dat de Italiaanse asielprocedure niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. De vreemdelingen hebben immers in Italië een asielaanvraag kunnen indienen, naar aanleiding waarvan zij een verblijfsvergunning hebben gekregen. De vreemdelingen werden in het verleden in Italië dan ook niet bedreigd met uitzetting naar hun land van herkomst. Evenmin kan uit hun verklaringen worden afgeleid dat zij eerder in dat land het slachtoffer zijn geworden van een door artikel 3 van het EVRM verboden behandeling.

Uit de uitspraak van de Afdeling van 5 september 2012, in zaak nr. 201201024/1/V4, volgt dat door de staatssecretaris voorafgaand aan iedere overdracht van een vreemdeling aan Italië contact wordt opgenomen met de Italiaanse autoriteiten en daarbij ook de persoonlijke omstandigheden en, voor zover van belang, de hulpbehoefte van de over te dragen vreemdeling onder de aandacht worden gebracht. Gelet hierop en hetgeen de staatssecretaris ter zitting bij de rechtbank heeft verklaard, wordt aangenomen dat de staatssecretaris ook in het geval van de vreemdelingen de Italiaanse autoriteiten voorafgaand aan hun overdracht op de hoogte zal stellen van hun persoonlijke omstandigheden, zodat in Italië in hun bijzondere behoeften kan worden voorzien.

Met de door hun overgelegde stukken hebben de vreemdelingen evenmin aannemelijk gemaakt dat zij in Italië, indien nodig, niet de benodigde medische zorg kunnen krijgen.

Onder deze omstandigheden bestaat geen grond voor het oordeel dat door de overdracht van de vreemdelingen aan Italië een situatie zal ontstaan die met artikel 3 van het EVRM strijdig is en de staatssecretaris om die reden niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uit heeft mogen gaan.





-------------------------- Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

18 februari 2013

10 jaar Dublin


The Dublin Regulation: Ten years on, no protection in sight

 
An African refugee drinks a cup of coffee in a Budapest homeless shelter while pondering his future. © UNHCR/B.Szandelszky


Brussels, 18 February 2013 -- Today is the 10-year anniversary of the Dublin Regulation, an EU law that determines EU member state responsibility for assessing asylum applications.  For EU and national government policymakers, it may seem appropriate to commemorate the birthday of an EU law that that has become, in their eyes, the cornerstone of the Common European Asylum System.

But the Dublin Regulation has also drawn the ire of NGO and refugees alike. Countless reports have shown that ‘the Dublin system’, which mostly transfers asylum seekers to the first EU country they arrived to, is at odds with refugee protection.  

The European Council on Refugees and Exiles (ECRE) and Forum Réfugiés are marking the Dublin Regulation’s birthday by releasing their own report entitled, Lives on Hold. It reveals the harsh consequences asylum seekers face as a consequence of the Dublin system: families are separated, people are left destitute or detained, and many cannot even access an asylum procedure.

Perhaps we are now reaching a tipping point in which it is obvious that the Dublin system does not work for asylum seekers; that to continue it defies both good sense and logic. It now seems so clear that the Dublin system is not a cornerstone of protection, but rather a cornerstone of confusion and adversity for most of these asylum seekers who experience it.

Worthy goal, unworthy implementation. The original intention of the Dublin system, to prevent asylum seekers in orbit, was and remains a worthy aspiration. There ought to be a system that ensures that asylum seekers are not ignored by governments.

But this worthy ideal went wrong in the implementation. It has made life extremely difficult for asylum seekers. In some instances the Dublin system has seriously violated their fundamental rights. Three examples show this.

First, despite the worthy goal, asylum seekers are still ‘in orbit’. Against all opposition they are trying to get to the EU member state they want to be in, or they are trying to escape from a member state where they do not feel protected. Our current research project on the Dublin Regulation is showing that, on average, people are making three to four journeys between EU countries. It is as if the more people are forced to be in a particular member state, the more likely they will try to go elsewhere.

Second, because of the Dublin system asylum seekers are not where they need to be. Many asylum seekers are forcibly separated from their families because of the Dublin Regulation, which is a gross violation of their fundamental rights.

To asylum seekers, ‘protection’ is not only a legal entitlement connected to the 1951 Refugee Convention. It is also about stability in the form of being with family and having access to appropriate housing and basic services. Asylum seekers go wherever they think they will feel the safest: where they know the language, or where they can find people of their nationality. Safety is where their family is, where they can live under a roof and be self-sufficient. Accessing this kind of safety is their central aspiration.

Third, most asylum seekers do not know about the one aspect of the Dublin Regulation that could improve their situation. These are articles 3 and 15 in the current regulation, known as the ‘humanitarian’ and ‘sovereignty’ clauses, respectively. Member states rarely use these clauses, even if families become separated as a result.

Even worse, member states are not providing information about these clauses to asylum seekers. To be ignorant of such an important piece of the regulation means that asylum seekers are fundamentally unable to fully participate in the Dublin process because they lack knowledge about aspects of the law that can guarantee and safeguard their fundamental rights. For member states, not informing asylum seekers of these clauses means that they cannot fully apprise themselves of the facts and circumstances of a person’s case that would warrant their usage.

Are there changes in sight? The ECRE/Forum Réfugiés report notes that asylum seekers in the Dublin system are “frequently treated as a secondary category of people subject to fewer entitlements.” Sadly, this is a very true statement.

For years, Dublin asylum seekers have told JRS Europe that they feel like ‘banana crates’. They are tossed between EU countries with little to no care for their personal aspirations. They have become objectified.

The most alarming aspect of the Dublin system is that the confusion and adversity experienced by asylum seekers is caused for no discernible reason. The EU asylum system experiences no improvement. In any other sector, such a poorly performing policy would be scrapped.

However this year the European Parliament and Council of the EU will adopt a new Dublin Regulation. It contains many provisions that might reduce the adversities faced by asylum seekers. There will be a new ‘right to information’, obliging member states to more thoroughly inform asylum seekers and to give them leaflets. Asylum seekers will have better access to legal remedies, including opportunities to suspend a transfer if an asylum seeker appeals against it. Though JRS still worries that member states will continue detaining asylum seekers, at least the new regulation will contain clearer legal grounds for the use of detention. Importantly, member states will only be able to detain unless ‘other less coercive measures’ do not work. This means that detention cannot be a knee-jerk response to Dublin asylum seekers.

Notwithstanding these important changes, unless member states improve their asylum systems and the Dublin system better addresses people’s motivations and aspirations, then we will not have achieved a better protection system for those who need it.

-- Philip Amaral, Advocacy and Communications Coordinator, JRS Europe


Bron: http://www.jrseurope.org/news_releases/TheDublinRegulationTenYearsOnNoProtectionInSight_NEWS18022013.htm



Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...