Heeft u een Italiaanse Dublin-zaak en is uw client ongedocumenteerd? Gebruik dan deze uitspraak over ICJ rapport
ECLI:NL:RBDHA:2014:16312
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 30-12-2014
- Datum publicatie 06-01-2015
- Zaaknummer AWB 14/28101 en AWB 14/28100
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie Dublin; Iraanse asielzoekster heeft eerder asiel aangevraagd in Italië. De voorzieningenrechter acht het van belang dat verweerder een standpunt inneemt ten aanzien van de procedurele mogelijkheden die verzoekster als ongedocumenteerde Dublin-claimant in Italië heeft, bezien in het licht van het ICJ-rapport van oktober 2014. Motiveringsgebrek. Beroep gegrond.
- Vindplaatsen Rechtspraak.nl
In de zienswijze van 8 december 2014 heeft de gemachtigde van verzoekster onder meer het volgende opgemerkt:
“In elk geval hebt u ook geen rekening gehouden met het feit dat cliënte ongedocumenteerd is. Voor haar positie maakt dat in Italië erg veel uit, zie het rapport “Undocumented Justice for Migrants in ltaly d.d. oktober 2014 van ICJ. De conclusie in dit rapport is dat de Italiaanse vrederechters geen effective remedy zijn voor het behandelen van aanspraken van ongedocumenteerde asielzoekers, dat de Terugkeerrichtlijn onvoldoende wordt toegepast. De mogelijkheden voor cliënte om in Italië te klagen over haar omstandigheden is hierdoor ernstig beperkt en u hebt u daarvan onvoldoende vergewist.”
“In elk geval hebt u ook geen rekening gehouden met het feit dat cliënte ongedocumenteerd is. Voor haar positie maakt dat in Italië erg veel uit, zie het rapport “Undocumented Justice for Migrants in ltaly d.d. oktober 2014 van ICJ. De conclusie in dit rapport is dat de Italiaanse vrederechters geen effective remedy zijn voor het behandelen van aanspraken van ongedocumenteerde asielzoekers, dat de Terugkeerrichtlijn onvoldoende wordt toegepast. De mogelijkheden voor cliënte om in Italië te klagen over haar omstandigheden is hierdoor ernstig beperkt en u hebt u daarvan onvoldoende vergewist.”
- (......)
8.2.In reactie op de
zienswijze heeft verweerder in het bestreden besluit en ter zitting
opgemerkt dat verzoekster onvoldoende concreet heeft aangegeven op welk
onderdeel van het ICJ-rapport zij een beroep doet. Verweerder heeft zich
op het standpunt gesteld dat hij daarom niet kan reageren op dit
onderdeel van het betoog.
8.3.Ter
zitting heeft de voorzieningenrechter verweerder voorgehouden dat het
betoog van verzoekster kennelijk ziet op de zogenoemde vrederechters die
in het Italiaanse rechtssysteem een rol spelen in zaken van
ongedocumenteerde asielzoekers. Verweerder heeft daarop herhaald dat
verzoekster onvoldoende concreet heeft onderbouwd op welk onderdeel van
het ICJ-rapport het beroep ziet.
8.4.
8.5.Naar
het oordeel van de voorzieningenrechter is verweerder ten onrechte niet
inhoudelijk ingegaan op de stellingen van verzoekster. De
voorzieningenrechter acht het van belang dat verweerder een standpunt
inneemt ten aanzien van de procedurele mogelijkheden die verzoekster als
ongedocumenteerde Dublin-claimant in Italië heeft, bezien in het licht
van de hiervoor geciteerde passage uit het ICJ-rapport. Daarbij betrekt
de voorzieningenrechter dat het hier gaat om nieuwe informatie en dat
ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) de
procedurele aspecten van het Italiaanse rechtssysteem, zoals weergegeven
in het ICJ-rapport, tot op heden niet heeft betrokken bij de
beoordeling van vergelijkbare zaken.
De
voorzieningenrechter volgt verweerder hierin niet en is van oordeel dat
verzoekster met hetgeen zij in haar zienswijze naar voren heeft
gebracht summier, maar voldoende duidelijk, uiteen heeft gezet op welk
onderdeel van het ICJ-rapport zij zich beroept. De voorzieningenrechter
begrijpt uit het betoog van verzoekster dat zij met name doelt op pagina
63 van het rapport, waar onder meer het volgende is opgemerkt:
“The judge and the right to a remedy:
Law no. 271/2004, which transferred the supervision in relation to expulsion and detention from professional judges to the justices of the peace, was based on the assumption that there was a pressing need to decrease the workload of professional judges. While cognizant of the strains that heavy workloads can place on both individual judges and the administration of justice as a whole, the ICJ stresses that in no circumstances can the excessive workload of the judiciary be used as a justification for restricting the right to an effective remedy of human beings and access to justices for their rights protection. To the extent that the system is strained, this can be addressed through reform and resource allocation of the ordinary justice system and not by creating a second class tier of justice. In addition, the ICJ points to the fact that migration cases are only a minor part of the workload of the justices of the peace (see chart no. 7).
The argument that justices of the peace should now retain competences on expulsion and detention because, in the last ten years, they have acquired a unique expertise in the field, is flawed. Although many justices of the peace do have valuable experience and some are highly capable jurists, professional judges in tribunals have gathered similar experience covering a broader area because of their competence on judicial review of asylum decisions and have higher expertise in decisions concerning deprivation of liberty. In addition, an assignment of the overall migration and asylum competence to the professional judges should ensure that international, EU and national migration and asylum law is interpreted holistically, with the likely result of decreasing considerably the gaps in the respect of international human rights and refugee law and of the EU Common European Asylum System.”
“The judge and the right to a remedy:
Law no. 271/2004, which transferred the supervision in relation to expulsion and detention from professional judges to the justices of the peace, was based on the assumption that there was a pressing need to decrease the workload of professional judges. While cognizant of the strains that heavy workloads can place on both individual judges and the administration of justice as a whole, the ICJ stresses that in no circumstances can the excessive workload of the judiciary be used as a justification for restricting the right to an effective remedy of human beings and access to justices for their rights protection. To the extent that the system is strained, this can be addressed through reform and resource allocation of the ordinary justice system and not by creating a second class tier of justice. In addition, the ICJ points to the fact that migration cases are only a minor part of the workload of the justices of the peace (see chart no. 7).
The argument that justices of the peace should now retain competences on expulsion and detention because, in the last ten years, they have acquired a unique expertise in the field, is flawed. Although many justices of the peace do have valuable experience and some are highly capable jurists, professional judges in tribunals have gathered similar experience covering a broader area because of their competence on judicial review of asylum decisions and have higher expertise in decisions concerning deprivation of liberty. In addition, an assignment of the overall migration and asylum competence to the professional judges should ensure that international, EU and national migration and asylum law is interpreted holistically, with the likely result of decreasing considerably the gaps in the respect of international human rights and refugee law and of the EU Common European Asylum System.”
9. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen wegens schending van artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. De voorzieningenrechter ziet, gelet op de aard van het gebrek, onvoldoende mogelijkheden om het geschil finaal te beslechten. De voorzieningenrechter zal verweerder opdragen een nieuw besluit te nemen waarbij verweerder gemotiveerd zal dienen in te gaan op het door verzoekster aangehaalde ICJ-rapport. Hetgeen overigens is aangevoerd, behoeft geen bespreking meer.
De volledige uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2014:16312
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Reacties