25 januari 2015

UITSPRAAK: 8 EVRM en het uitoefenen van het gezinsleven elders of via Skype -rechter geeft eiseres gelijk


ECLI:NL:RBDHA:2015:399

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 15-01-2015
Datum publicatie 23-01-2015
Zaaknummer 14/9778
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Bodemzaak
Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie Somalië, uitoefening gezinsleven conform artikel 8 EVRM, geen mvv,
objectieve belemmering voor gezinsleven in het land van herkomst dan wel
in een derde land.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl 
 
 
 
7. Niet in geschil is dat tussen eiseres, referent en hun kind, dat ten tijde van het bestreden besluit ruim één jaar oud was, familie- en gezinsleven bestaat als bedoeld in artikel 8 van het EVRM. Evenmin is in geschil dat eiseres met de weigering van de door haar gevraagde verblijfsvergunning geen verblijfstitel wordt ontnomen die haar in staat stelde tot het uitoefenen van het familie- en gezinsleven.
8. De rechtbank dient in dit kader te beoordelen of verweerder alle relevante feiten en omstandigheden in zijn belangenafweging heeft betrokken en, indien dit het geval is, of verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat die afweging heeft geresulteerd in een “fair balance” tussen enerzijds het belang van eiseres bij de uitoefening van het familie- en gezinsleven hier te lande en anderzijds het algemeen belang van de Nederlandse samenleving bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid. Deze maatstaf impliceert dat de toetsing door de rechter enigszins terughoudend dient te zijn.
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet alle relevante feiten en omstandigheden kenbaar in zijn belangenafweging heeft betrokken en zij overweegt daartoe als volgt.
10. Volgens verweerder bestaat er weliswaar, gelet op de asielvergunning van referent, een objectieve belemmering om het gezinsleven in Somalië uit te oefenen, maar niet gebleken is dat het gezinsleven niet in Soedan of in Koeweit kan worden uitgeoefend. De enkele stelling van referent dat zijn verblijfsvergunning in Koeweit is verlopen, is volgens verweerder onvoldoende om aan te nemen dat hij niet opnieuw een verblijfsvergunning kan verkrijgen, aldus verweerder in het bestreden besluit.
11. Naar het oordeel van de rechtbank is het, gelet op de door verweerder vanwege de asielvergunning van referent aangenomen objectieve belemmering om het gezinsleven in Somalië uit te oefenen, wel degelijk aan verweerder om te onderzoeken en nader te onderbouwen of eiseres met referent het gezinsleven in een derde land kan voortzetten. Het feit dat het om gezinsvorming gaat en niet om gezinshereniging, doet immers niet af aan de aan referent verleende asielbescherming, in welk kader geborgd moet zijn dat referent in een derde land geen gevaar loopt op bijvoorbeeld refoulement.
Het enkele feit dat referent in het verleden in Soedan en Koeweit heeft gewoond en in dat laatste land een verblijfsvergunning heeft gehad, is daartoe onvoldoende. Daarnaast is in het bestreden besluit noch in het verweerschrift ingegaan op de door eiseres en referent tijdens de hoorzitting aangevoerde redenen waarom het gezinsleven niet in een derde land kan worden uitgeoefend. Zo blijkt uit het verslag van de hoorzitting, gehouden op 25 februari 2014, dat de voorzitter van de commissie aan eiseres en referent heeft gevraagd of zij in Soedan of in Koeweit hun gezinsleven zouden kunnen uitoefenen. Eiseres en referent hebben beiden ontkennend geantwoord. Eiseres heeft nimmer in een derde land gewoond en heeft geen enkele band met Koeweit of Soedan. Referent heeft desgevraagd nader toegelicht dat hij van 1993 tot 2002 in Koeweit bij zijn moeder woonde en daar een verblijfsvergunning kreeg om zijn middelbare school af te maken. Toen de geldigheidsduur van zijn vergunning verliep is hij naar Soedan vertrokken om daar tot 2008 te studeren. Vervolgens is eiser naar Somalië teruggekeerd omdat zijn hele familie daar inmiddels naar was teruggekeerd.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder dan ook ondeugdelijk gemotiveerd dat het uitoefenen van het gezinsleven in Koeweit dan wel Soedan mogelijk is, alsmede onvoldoende gemotiveerd waarom aan de aangenomen objectieve belemmering om het gezinsleven in Somalië uit te oefenen geen doorslaggevend gewicht is toegekend.
Dat eiseres vanuit Somalië met gebruikmaking van moderne communicatiemiddelen contact kan onderhouden met haar kinderen en hen kan bezoeken, kan in het licht van het arrest Udeh tegen Zwitserland van 16 april 2013 evenmin als een deugdelijke motivering worden aangemerkt.
Hier staat de hele uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:399



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...