Inleiding
Met ingang van 1 juli 2010 is de asielprocedure ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen betreffen
twee hoofdpunten. Ten eerste wordt gepoogd het ‘hollen of stilstaan’-karakter van de asielprocedure
in te perken. De sneltreinvaart die kenmerkend was voor de procedure in de Aanmeldcentra
was niet geschikt voor serieuze zaken, die echter wel in deze procedure werden afgedaan. De
wetgever wil de sneltrein nu iets langzamer laten rijden, maar er wel meer mensen in zetten.
Dit wordt gedaan ‘vanuit een oogpunt van bescherming.’ 2 De verwachting is dat het afdoeningspercentage
in de Aanmeldcentra zal stijgen, 3 van ongeveer 25% naar rond de 40%.4 Ten
tweede poogt de wetgever, net als bij de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 in 2001, bij
de rechtbank een ex nunc-toetsing in te voeren. De eerste poging strandde omdat de Afdeling
bestuursrechtspraak meende dat de bedoeling van de wetgever op basis van de oude tekst niet
in praktijk gebracht kon worden. Daarom wordt de tekst van de wet aangepast. Naast deze twee
hoofdelementen wordt een aantal andere wijzigingen van beperktere strekking doorgevoerd.
In dit artikel worden de wijzigingen behandeld. Daarbij is geprobeerd telkens in te gaan op de
vraag of de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de
oude bepalingen zijn belang behoudt, of dat deze alleen de oude wettekst betrof en dus voor de
interpretatie van de nieuwe niet meer van belang is.
Lees de rest hier: http://www.arsaequi.nl/pdf/nieuwe%20asielprocedure.pdf
Informatie over het Nederlandse vreemdelingenrecht en nationaliteitsrecht, inburgering, diversiteit, expats, vluchtelingen en gezinshereniging enz. Maar ook vacatures voor juristen die bezig willen houden in een internationale setting of zich in het vreemdelingenrecht willen verdiepen.
- immigration law blog on Dutch visa, residence permits, citizenship, nationality etc. -
Redactie mevr. mr M.W.W. Raspe (berichten uit de media zijn niet altijd ook haar mening)
31 juli 2010
BOEK: Vluchtelingenrecht
T.P. Spijkerboer, B.P. Vermeulen
Het vluchtelingenrecht is een rechtsgebied dat volop in de aandacht staat, niet alleen van juristen maar ook van de politiek en het grote publiek. Dit boek geeft een grondige beschrijving en analyse van het Nederlandse vluchtelingenrecht. Het is bedoeld voor het onderwijs en de rechtswetenschap en -praktijk, voor beleidsmakers, en voor alle anderen die zich bij het onderwerp betrokken voelen.
Na een inleidend hoofdstuk, waarin de ontwikkeling van het vluchtelingenrecht in de twintigste eeuw wordt geschetst, wordt in de hoofdstukken 2 en 3 ingegaan op de vluchtelingendefinitie, en op andere regels uit het internationale recht die verwijdering van asielzoekers naar hun land van herkomst verbieden (zoals artikel 3 EVRM). Na deze in hoofdzaak internationaalrechtelijke hoofdstukken, komt in hoofdstuk 4 en 5 het Nederlandse systeem van de verblijfsvergunningen asiel aan de orde, inclusief de weigeringsgronden. In hoofdstuk 6 wordt een bijzondere weigeringsgrond besproken: de tegenwerping dat, als de asielzoeker al bescherming nodig zou hebben, die in een ander land geboden kan worden (een veilig derde land). In hoofdstuk 7 wordt de Nederlandse asielprocedure beschreven. Het afsluitende hoofdstuk 8 bevat een kritische analyse van de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de drie belangrijkste punten: bewijs, de intensiteit van de rechterlijke toetsing en het trechtermodel.
Dit is het enige boek over het Nederlandse vluchtelingenrecht. Het bevat een diepgaande beschrijving van het nationale vluchtelingenrecht en het Vluchtelingenverdrag, maar beschrijft ook het EG-asielrecht. Daarnaast wordt gedetailleerd ingegaan op de jurisprudentie en op de betekenis van deze jurisprudentie voor de Nederlandse asielprocedure.
De Nieuwe Asielprocedure
De asielprocedure is met ingang van 1 juli 2010 ingrijpend gewijzigd.
Bron: http://libri.arsaequi.nl/content.asp?section=printproductdetails&prdid=45
ISBN 9789069165370
Druk 1e druk
Pagina's 374
Prijs 21,50 euro
>> Bestellen
Het vluchtelingenrecht is een rechtsgebied dat volop in de aandacht staat, niet alleen van juristen maar ook van de politiek en het grote publiek. Dit boek geeft een grondige beschrijving en analyse van het Nederlandse vluchtelingenrecht. Het is bedoeld voor het onderwijs en de rechtswetenschap en -praktijk, voor beleidsmakers, en voor alle anderen die zich bij het onderwerp betrokken voelen.
Na een inleidend hoofdstuk, waarin de ontwikkeling van het vluchtelingenrecht in de twintigste eeuw wordt geschetst, wordt in de hoofdstukken 2 en 3 ingegaan op de vluchtelingendefinitie, en op andere regels uit het internationale recht die verwijdering van asielzoekers naar hun land van herkomst verbieden (zoals artikel 3 EVRM). Na deze in hoofdzaak internationaalrechtelijke hoofdstukken, komt in hoofdstuk 4 en 5 het Nederlandse systeem van de verblijfsvergunningen asiel aan de orde, inclusief de weigeringsgronden. In hoofdstuk 6 wordt een bijzondere weigeringsgrond besproken: de tegenwerping dat, als de asielzoeker al bescherming nodig zou hebben, die in een ander land geboden kan worden (een veilig derde land). In hoofdstuk 7 wordt de Nederlandse asielprocedure beschreven. Het afsluitende hoofdstuk 8 bevat een kritische analyse van de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de drie belangrijkste punten: bewijs, de intensiteit van de rechterlijke toetsing en het trechtermodel.
Dit is het enige boek over het Nederlandse vluchtelingenrecht. Het bevat een diepgaande beschrijving van het nationale vluchtelingenrecht en het Vluchtelingenverdrag, maar beschrijft ook het EG-asielrecht. Daarnaast wordt gedetailleerd ingegaan op de jurisprudentie en op de betekenis van deze jurisprudentie voor de Nederlandse asielprocedure.
De Nieuwe Asielprocedure
De asielprocedure is met ingang van 1 juli 2010 ingrijpend gewijzigd.
Bron: http://libri.arsaequi.nl/content.asp?section=printproductdetails&prdid=45
ISBN 9789069165370
Druk 1e druk
Pagina's 374
Prijs 21,50 euro
>> Bestellen
IND onderzoekt onregelmatigheden pardonregeling
(Novum) - De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is een onderzoek gestart naar onregelmatigheden rondom verblijfsvergunningen die zijn verleend wegens het generaal pardon. Een woordvoerder van het ministerie van Justitie bevestigt donderdag een verhaal hierover van de Wereldomroep.
reacties (0)printstuur artikel door
Waar het onderzoek zich precies op richt, wil de woordvoerder niet zeggen. "We vermoeden misstanden. De IND verricht standaard een onderzoek als wordt vermoed dat iets niet klopt."
De Wereldomroep meldt van bronnen binnen de IND te hebben gehoord dat is gefraudeerd met verblijfsvergunningen. In totaal zouden bij zo'n vijfhonderd vergunningen onregelmatigheden zijn geconstateerd. Zo zouden asielzoekers hun recht op een verblijfsvergunning hebben doorverkocht voor zo'n vijf- tot achtduizend euro. Anderen zouden hebben gesjoemeld met de foto, zodat anderen het document kunnen gebruiken.
Het onderzoek is enkele maanden geleden gestart. De resultaten worden binnen enkele maanden bekend.
De Tweede Kamer stemde enige jaren geleden in met een generaal pardon, dat in 2007 inging. Door de regeling kregen bijna 28 duizend asielzoekers een verblijfsvergunning.
Bron: http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article3129036.ece/IND_onderzoekt_onregelmatigheden_pardonregeling.html
Dat vind ik een relatief hoog percentage. Nou zaten er onder de Pardonners de mensen die schijt hebben aan de Nederlandse wet dus misschien is dit dan nog geen eens verwonderlijk. Wat mevrouw Verdonk misschien wel een goed gevoel zal geven is dat zo langzamerhand wel allerlei zaken boven komen waar zij voor waarschuwde: fraude, verstoppen van de woningmarkt, werkloosheid enzovoort. Een deel van Nederland keek heel negatief tegen de pardonregeling aan maar sommigen hadden echt een te roze bril op.
reacties (0)printstuur artikel door
Waar het onderzoek zich precies op richt, wil de woordvoerder niet zeggen. "We vermoeden misstanden. De IND verricht standaard een onderzoek als wordt vermoed dat iets niet klopt."
De Wereldomroep meldt van bronnen binnen de IND te hebben gehoord dat is gefraudeerd met verblijfsvergunningen. In totaal zouden bij zo'n vijfhonderd vergunningen onregelmatigheden zijn geconstateerd. Zo zouden asielzoekers hun recht op een verblijfsvergunning hebben doorverkocht voor zo'n vijf- tot achtduizend euro. Anderen zouden hebben gesjoemeld met de foto, zodat anderen het document kunnen gebruiken.
Het onderzoek is enkele maanden geleden gestart. De resultaten worden binnen enkele maanden bekend.
De Tweede Kamer stemde enige jaren geleden in met een generaal pardon, dat in 2007 inging. Door de regeling kregen bijna 28 duizend asielzoekers een verblijfsvergunning.
Bron: http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article3129036.ece/IND_onderzoekt_onregelmatigheden_pardonregeling.html
Dat vind ik een relatief hoog percentage. Nou zaten er onder de Pardonners de mensen die schijt hebben aan de Nederlandse wet dus misschien is dit dan nog geen eens verwonderlijk. Wat mevrouw Verdonk misschien wel een goed gevoel zal geven is dat zo langzamerhand wel allerlei zaken boven komen waar zij voor waarschuwde: fraude, verstoppen van de woningmarkt, werkloosheid enzovoort. Een deel van Nederland keek heel negatief tegen de pardonregeling aan maar sommigen hadden echt een te roze bril op.
Eindelijk bouwen aan toekomst
Mariyam Maniyan met haar oudste dochter Mina in het weiland bij hun huis in IJsselmuiden. Na jaren van onzekerheid hebben ze een verblijfsvergunning gekregen. Toekomstplannen hebben ze genoeg. foto Sacha Wunderink
Dertien jaar lang heeft de Iraanse familie Maniyan in onzekerheid gezeten of ze in Nederland mochten blijven. Nu breekt eindelijk een nieuw leven aan. De vierentwintigjarige Mina Maniyan uit IJsselmuiden was onderweg naar huis toen haar moeder belde. "Ik heb de brief van IND binnen.
En het is goed nieuws", liet moeder Maryiam weten.
Op 16 juli was het feest in huize Maniyan. Op die dag kreeg het gezin eindelijk een verblijfsvergunning. Het is nog steeds feest: voor het gezin uit Iran is een nieuw leven aangebroken. Er worden volop plannen gemaakt. Gewoond wordt momenteel in een boerderij - toegewezen gekregen van de gemeente - in IJsselmuiden die binnenkort wordt gesloopt. Nu de verblijfsvergunning er is, hebben de Maniyanszich kunnen inschrijven bij DeltaWonen voor een huurwoning. Stralend kijken Maryiam en Mina daar op terug. "Punten sparen en dan eindelijk een eigen huis", zegt Maryiam.
Mina heeft zich zelfstandig ingeschreven, want ze wil graag op zichzelf wonen. Ze heeft haar studie verzorging aan het Hoornbeeck College afgerond en werkt nu tot in ieder geval april in een verzorgingstehuis in Kampen. Daarna zou ze graag verder studeren, aan Landstede in Zwolle bijvoorbeeld. "Ik wil graag de verpleging in, maar hoe dat allemaal uitpakt moet ik nog zien", vertelt Mina. Ze kijkt uit naar haar eigen huisje.
"Ik wil mijn deur net zo openzetten voor mensen als mijn moeder dat altijd doet.Alleen dan voor jongere meiden." Mina hoopt meiden die in net zo'n situatie zitten zoals zij heeft gezeten, op te kunnen vangen. "Er voor elkaar zijn, de bijbel lezen. En kletsen natuurlijk, dat hoort er ook bij."
Ook haar broer en haar zusje maken volop plannen. Op het wensenlijstje van Amir staat het halen van een rijbewijs. "Ook dat kan pas als je een verblijfsvergunning hebt", zegt Mina.
Wanneer moeder Maryiam het inburgeringstraject heeft doorlopen, wil ze graag in een bakkerij werken. "Ik hou van lekker bakken", vertelt ze. Mina verklapt dat haar moeder prachtige taarten kan maken; zo heeft ze al twee bruidstaarten gemaakt voor vriendinnen van haar. Maryiams droom is een eigen bakkerij. En of dat dan Iraanse of Nederlandse gebakjes worden, komt niet ter sprake. Maryiam: "We eten hier Hollandse pot en koken ook Iraanse gerechten. Wij vinden het allebei lekker."
Het Iraanse gezin voelt zich zo vrij als een vogeltje en vindt het heerlijk dat ze plannen kunnen maken. "We kunnen nu een toekomst opbouwen." Het geloof heeft het gezin tijdens hun strijd gesterkt. Ze zeggen veel steun te hebben gehad aan God, maar ook aan de christelijke gemeenschap in Kampen en IJsselmuiden. Door vriendinnen maakte Maryiam kennis met het christendom. Oudste dochter Mina raakte ook geïnteresseerd en ging een bijbelstudie volgen. "Ik heb mijn plekje bij het christendom gevonden", zegt Mina. Vooral wanneer de asielstrijd uitzichtloos leek en er moeilijke tijden waren, was de Bijbel een grote steun voor moeder en dochters. Ze bezoeken diensten in verschillende kerkelijke gemeenten in Kampen en IJsselmuiden. Ook zijn ze zeer betrokken bij de internationale diensten die onder andere in de Bazuinkerk in Kampen wordt gehouden. "In tientallen talen wordt er dan gepredikt." Maryiam vertaalt regelmatig de Nederlandse diensten in het Farsi om maar zoveel mogelijk Iraniërs in contact te brengen met het geloof. Ze hopen dat Kampen nog heel lang hun thuis blijft.
Bron: http://www.destentor.nl/regio/kampen/7058742/Eindelijk-bouwen-aan-toekomst.ece
Dertien jaar lang heeft de Iraanse familie Maniyan in onzekerheid gezeten of ze in Nederland mochten blijven. Nu breekt eindelijk een nieuw leven aan. De vierentwintigjarige Mina Maniyan uit IJsselmuiden was onderweg naar huis toen haar moeder belde. "Ik heb de brief van IND binnen.
En het is goed nieuws", liet moeder Maryiam weten.
Op 16 juli was het feest in huize Maniyan. Op die dag kreeg het gezin eindelijk een verblijfsvergunning. Het is nog steeds feest: voor het gezin uit Iran is een nieuw leven aangebroken. Er worden volop plannen gemaakt. Gewoond wordt momenteel in een boerderij - toegewezen gekregen van de gemeente - in IJsselmuiden die binnenkort wordt gesloopt. Nu de verblijfsvergunning er is, hebben de Maniyanszich kunnen inschrijven bij DeltaWonen voor een huurwoning. Stralend kijken Maryiam en Mina daar op terug. "Punten sparen en dan eindelijk een eigen huis", zegt Maryiam.
Mina heeft zich zelfstandig ingeschreven, want ze wil graag op zichzelf wonen. Ze heeft haar studie verzorging aan het Hoornbeeck College afgerond en werkt nu tot in ieder geval april in een verzorgingstehuis in Kampen. Daarna zou ze graag verder studeren, aan Landstede in Zwolle bijvoorbeeld. "Ik wil graag de verpleging in, maar hoe dat allemaal uitpakt moet ik nog zien", vertelt Mina. Ze kijkt uit naar haar eigen huisje.
"Ik wil mijn deur net zo openzetten voor mensen als mijn moeder dat altijd doet.Alleen dan voor jongere meiden." Mina hoopt meiden die in net zo'n situatie zitten zoals zij heeft gezeten, op te kunnen vangen. "Er voor elkaar zijn, de bijbel lezen. En kletsen natuurlijk, dat hoort er ook bij."
Ook haar broer en haar zusje maken volop plannen. Op het wensenlijstje van Amir staat het halen van een rijbewijs. "Ook dat kan pas als je een verblijfsvergunning hebt", zegt Mina.
Wanneer moeder Maryiam het inburgeringstraject heeft doorlopen, wil ze graag in een bakkerij werken. "Ik hou van lekker bakken", vertelt ze. Mina verklapt dat haar moeder prachtige taarten kan maken; zo heeft ze al twee bruidstaarten gemaakt voor vriendinnen van haar. Maryiams droom is een eigen bakkerij. En of dat dan Iraanse of Nederlandse gebakjes worden, komt niet ter sprake. Maryiam: "We eten hier Hollandse pot en koken ook Iraanse gerechten. Wij vinden het allebei lekker."
Het Iraanse gezin voelt zich zo vrij als een vogeltje en vindt het heerlijk dat ze plannen kunnen maken. "We kunnen nu een toekomst opbouwen." Het geloof heeft het gezin tijdens hun strijd gesterkt. Ze zeggen veel steun te hebben gehad aan God, maar ook aan de christelijke gemeenschap in Kampen en IJsselmuiden. Door vriendinnen maakte Maryiam kennis met het christendom. Oudste dochter Mina raakte ook geïnteresseerd en ging een bijbelstudie volgen. "Ik heb mijn plekje bij het christendom gevonden", zegt Mina. Vooral wanneer de asielstrijd uitzichtloos leek en er moeilijke tijden waren, was de Bijbel een grote steun voor moeder en dochters. Ze bezoeken diensten in verschillende kerkelijke gemeenten in Kampen en IJsselmuiden. Ook zijn ze zeer betrokken bij de internationale diensten die onder andere in de Bazuinkerk in Kampen wordt gehouden. "In tientallen talen wordt er dan gepredikt." Maryiam vertaalt regelmatig de Nederlandse diensten in het Farsi om maar zoveel mogelijk Iraniërs in contact te brengen met het geloof. Ze hopen dat Kampen nog heel lang hun thuis blijft.
Bron: http://www.destentor.nl/regio/kampen/7058742/Eindelijk-bouwen-aan-toekomst.ece
Nieuwe meldingen automatisch over de mail ontvangen?
LET OP: U MOET EEN MAILTJE BEANTWOORDEN VOORDAT DIT WERKT!!!
U krijgt van Feedburner of Google een mailtje met de vraag of het klopt dat u zich op deze feed hebt geabonneerd. De tekst zal in het engels zijn en misschien plaats uw emailprogramma dit mailtje in de spambox. Dus let even goed op.
U krijgt van Feedburner of Google een mailtje met de vraag of het klopt dat u zich op deze feed hebt geabonneerd. De tekst zal in het engels zijn en misschien plaats uw emailprogramma dit mailtje in de spambox. Dus let even goed op.
30 juli 2010
Nieuwsbrief Ik wil naar Nederland
- Nieuw lesmateriaal
Er is nieuw lesmateriaal om te slagen voor de Toets Gesproken Nederlands van het Inburgeringsexamen!
Een boek en ook online lesmateriaal. Audio-bestanden, vertalingen en oefenexamens! Alles wat u nodig heeft om te slagen voor de TGN!
- Verhoging norm examen vertraagd
Op 1 juli 2010 zou de norm voor het inburgeringsexamen buitenland verhoogd worden naar A1. Ook zal het examen worden uitgebreid met een leestoets. De streefdatum voor de verhoging van het niveau van de Toets Gesproken Nederlands is 1 december 2010. De schriftelijke toets wordt naar verwachting 1 maart 2011 ingevoerd.
Voor meer info: http://www.web-tools.be/nieuwsbrief/read.php?nb=142404195&statid=12557343
Er is nieuw lesmateriaal om te slagen voor de Toets Gesproken Nederlands van het Inburgeringsexamen!
Een boek en ook online lesmateriaal. Audio-bestanden, vertalingen en oefenexamens! Alles wat u nodig heeft om te slagen voor de TGN!
- Verhoging norm examen vertraagd
Op 1 juli 2010 zou de norm voor het inburgeringsexamen buitenland verhoogd worden naar A1. Ook zal het examen worden uitgebreid met een leestoets. De streefdatum voor de verhoging van het niveau van de Toets Gesproken Nederlands is 1 december 2010. De schriftelijke toets wordt naar verwachting 1 maart 2011 ingevoerd.
Voor meer info: http://www.web-tools.be/nieuwsbrief/read.php?nb=142404195&statid=12557343
Inhoudsopgave Update van Vluchtelingenwerk
▼ EHRM, 20 juli 2010, uitzetting alleenstaande gescheiden vrouw naar Afghanistan is schending art. 3 EVRM
▼ EHRM, 20 juli 2010, uitzetting naar Libië is schending art. 3 EVRM
▼ EHRM, 15 juni 2010: geen bewijs dat situatie van Nepalese minderheid in Bhutan is verbeterd
▼ ABRvS, 9 juni 2010 over vreemdelingenbewaring (Georgische) Dublinclaimanten
▼ Ombudsman, 6 juli 2010, over handelwijze KMar/IND als VWN en Amnesty transitdeportee aanmelden voor asielaanvraag
▼ MAPP in de nieuwe asielprocedure
▼ Serie ‘De nieuwe asielprocedur Deel 5: beroep
▼ Ambtsbericht Afghanistan, 21 juli 2010: uitbreiding geweld naar rustige provincies
▼ Ontwikkelingen uitzetting Somalië
▼ Signaleringen Landeninformatie
▼ Nieuw op VluchtWeb
▼ Naar het UPdate-archief
Gratis UPdate per e-mail?
Stuur een mail naar: update@vluchtelingenwerk.nl
U ontvangt de UPdate vervolgens elke woensdagmiddag.
Redactie: drs. Hiske van den Bergh (HB), drs. Bernadette Hoekstra (BH), mr. Geert Lamers (GL), drs. Laurence Verkooyen (LV), drs. Frank van der Meer (FM, eindredactie).
Vragen of suggesties: (020) 346 72 50 of helpdesk@vluchtelingenwerk.nl.
▼ EHRM, 20 juli 2010, uitzetting naar Libië is schending art. 3 EVRM
▼ EHRM, 15 juni 2010: geen bewijs dat situatie van Nepalese minderheid in Bhutan is verbeterd
▼ ABRvS, 9 juni 2010 over vreemdelingenbewaring (Georgische) Dublinclaimanten
▼ Ombudsman, 6 juli 2010, over handelwijze KMar/IND als VWN en Amnesty transitdeportee aanmelden voor asielaanvraag
▼ MAPP in de nieuwe asielprocedure
▼ Serie ‘De nieuwe asielprocedur Deel 5: beroep
▼ Ambtsbericht Afghanistan, 21 juli 2010: uitbreiding geweld naar rustige provincies
▼ Ontwikkelingen uitzetting Somalië
▼ Signaleringen Landeninformatie
▼ Nieuw op VluchtWeb
▼ Naar het UPdate-archief
Gratis UPdate per e-mail?
Stuur een mail naar: update@vluchtelingenwerk.nl
U ontvangt de UPdate vervolgens elke woensdagmiddag.
Redactie: drs. Hiske van den Bergh (HB), drs. Bernadette Hoekstra (BH), mr. Geert Lamers (GL), drs. Laurence Verkooyen (LV), drs. Frank van der Meer (FM, eindredactie).
Vragen of suggesties: (020) 346 72 50 of helpdesk@vluchtelingenwerk.nl.
VACATURE: Landelijk Bureau zoekt (Eind)redacteur
VluchtelingenWerk Nederland komt op voor de rechten van vluchtelingen en helpt hen bij het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland.
Naar schatting ruim 5.000 vrijwilligers en enkele honderden betaalde medewerkers in het land en op het Landelijk Bureau in Amsterdam zetten zich hier dagelijks vol overgave voor in.
De afdeling Vereniging en Organisatie heeft een coördinerende rol en is ondersteunend voor de vereniging en het Landelijk Bureau. De eenheid Communicatie & Fondsenwerving valt hieronder en is verantwoordelijk voor het communicatiebeleid voor de vereniging, de donateurs en fondsenwerving.
De eenheid Communicatie & Fondsenwerving van het Landelijk Bureau van VluchtelingenWerk zoekt per direct een
(Eind)redacteur voor 32 uur p/w, 88,88%.
Wat worden uw hoofdtaken?
Het voeren van de bureau- en eindredactie van het kwartaalblad VluchtelingenWerk Magazine. Ook schrijft en redigeert u overige communicatiemiddelen en adviseert u bij de ontwikkeling en uitvoering van het redactiebeleid voor alle uitingen van VluchtelingenWerk Nederland. U voert communicatieprojecten, activiteiten en overige werkzaamheden uit.
Wat vragen wij van u?
Opleiding op het gebied van communicatie of journalistiek op HBO/HBO+ niveau;
3 jaar ervaring in het vakgebied communicatie/redactie;
Zeer goede redactionele vaardigheden;
Kennis van communicatieprocessen en -middelen;
Strategisch inzicht;
Betrokkenheid bij het vluchtelingenvraagstuk;
Flexibiliteit, klantgerichte attitude;
Adviesvaardig.
Meer informatie over de functie vindt u hier.
Wat bieden wij u?
Een prettige werkplek in een organisatie die idealisme en professionaliteit combineert. VluchtelingenWerk kent goede secundaire arbeidsvoorwaarden volgens de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Wij bieden een salaris van maximaal € 3.622,00 bruto per maand, op basis van een 36-urige werkweek.
Uw schriftelijke sollicitatie kunt u vóór 16 augustus a.s. richten aan VluchtelingenWerk Nederland, eenheid P&O, t.a.v. Maureen Dijkman, Postbus 2894, 1000 CW Amsterdam, onder vermelding van de functie waarop u reageert. U kunt uw sollicitatie ook e-mailen naar vacatures@vluchtelingenwerk.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
Informatie over de functie kunt u verkrijgen bij Jolan van den Broek, hoofd eenheid Communicatie & Fondsenwerving, tel. 020- 3467204.
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/betaalde-medewerkers/landelijk-bureau-zoekt-eindredacteur.php
Naar schatting ruim 5.000 vrijwilligers en enkele honderden betaalde medewerkers in het land en op het Landelijk Bureau in Amsterdam zetten zich hier dagelijks vol overgave voor in.
De afdeling Vereniging en Organisatie heeft een coördinerende rol en is ondersteunend voor de vereniging en het Landelijk Bureau. De eenheid Communicatie & Fondsenwerving valt hieronder en is verantwoordelijk voor het communicatiebeleid voor de vereniging, de donateurs en fondsenwerving.
De eenheid Communicatie & Fondsenwerving van het Landelijk Bureau van VluchtelingenWerk zoekt per direct een
(Eind)redacteur voor 32 uur p/w, 88,88%.
Wat worden uw hoofdtaken?
Het voeren van de bureau- en eindredactie van het kwartaalblad VluchtelingenWerk Magazine. Ook schrijft en redigeert u overige communicatiemiddelen en adviseert u bij de ontwikkeling en uitvoering van het redactiebeleid voor alle uitingen van VluchtelingenWerk Nederland. U voert communicatieprojecten, activiteiten en overige werkzaamheden uit.
Wat vragen wij van u?
Opleiding op het gebied van communicatie of journalistiek op HBO/HBO+ niveau;
3 jaar ervaring in het vakgebied communicatie/redactie;
Zeer goede redactionele vaardigheden;
Kennis van communicatieprocessen en -middelen;
Strategisch inzicht;
Betrokkenheid bij het vluchtelingenvraagstuk;
Flexibiliteit, klantgerichte attitude;
Adviesvaardig.
Meer informatie over de functie vindt u hier.
Wat bieden wij u?
Een prettige werkplek in een organisatie die idealisme en professionaliteit combineert. VluchtelingenWerk kent goede secundaire arbeidsvoorwaarden volgens de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Wij bieden een salaris van maximaal € 3.622,00 bruto per maand, op basis van een 36-urige werkweek.
Uw schriftelijke sollicitatie kunt u vóór 16 augustus a.s. richten aan VluchtelingenWerk Nederland, eenheid P&O, t.a.v. Maureen Dijkman, Postbus 2894, 1000 CW Amsterdam, onder vermelding van de functie waarop u reageert. U kunt uw sollicitatie ook e-mailen naar vacatures@vluchtelingenwerk.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
Informatie over de functie kunt u verkrijgen bij Jolan van den Broek, hoofd eenheid Communicatie & Fondsenwerving, tel. 020- 3467204.
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/betaalde-medewerkers/landelijk-bureau-zoekt-eindredacteur.php
VACATURE: Landelijk Bureau zoekt Productontwikkelaar Jongerenactiviteiten
VluchtelingenWerk Nederland komt op voor de rechten van vluchtelingen en helpt hen bij het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland.
Naar schatting ruim 5.000 vrijwilligers en enkele honderden betaalde medewerkers in het land en op het Landelijk Bureau in Amsterdam zetten zich hier dagelijks vol overgave voor in.
De afdeling Integratie, eenheid Participatie van het Landelijk Bureau van VluchtelingenWerk Nederland in Amsterdam zoekt, voorlopig voor de periode van één jaar, per direct een
Productontwikkelaar Jongerenactiviteiten (m/v) voor 18 uur per week, 50%.
Wat worden uw hoofdtaken?
De productontwikkelaar inventariseert ontwikkelingen en behoeften bij de regionale stichtingen VluchtelingenWerk op het terrein van activiteiten voor vluchtelingenjongeren. Na analyse vertaalt de productontwikkelaar de conclusies naar een, voor de regio's bruikbaar, nieuw aanbod voor vluchtelingenjongeren dat kan bestaan uit gerichte activiteiten, een methodiek of instructies. Of past een bestaand aanbod aan. Ook zorgt de productontwikkelaar voor kennisoverdracht tussen de regionale organisaties van bestaande producten voor vluchtelingenjongeren en begeleidt, op verzoek van de regio's, de implementatie van producten voor vluchtelingenjongeren. Daarnaast levert de productontwikkelaar een bijdrage aan de fondsenwerving om de activiteiten voor vluchtelingenjongeren te kunnen financieren.
Informatie over de afdeling/eenheid
De afdeling Integratie biedt de regionale organisaties van VluchtelingenWerk ondersteuning bij hun activiteiten gericht op het vinden van een volwaardige plek in de Nederlandse samenleving voor vluchtelingen. De eenheid Participatie ontwikkelt samen met de regio's projecten en faciliteert hen om de kwaliteit van het begeleidingsaanbod op het gebied van Sociale en Arbeidsparticipatie van vluchtelingen te borgen en te verbeteren.
Wat vragen wij van u?
HBO werk- en denkniveau;
Brede kennis en ervaring op het terrein van de werkzaamheden van (vluchtelingen)jongeren;
Uitstekende mondelinge en contactuele vaardigheden;
Analytisch vermogen;
Pro-actief.
Meer informatie over de functie in de functiebeschrijving.
(per abuis wordt in de vacatureadvertentie in de dagbladen vermeld dat u hier ook een competentieprofiel zou aantreffen. Een competentieprofiel voor de functie is echter nog niet opgesteld.)
Wat bieden wij u?
Wij bieden goede secundaire arbeidsvoorwaarden volgens CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening en een salaris van maximaal € 4.016,- bruto per maand, op basis van een 36-urige werkweek.
Uw schriftelijke sollicitatie kunt u vóór 23 augustus a.s. richten aan VluchtelingenWerk Nederland, eenheid P&O, t.a.v. Maureen Dijkman, Postbus 2894, 1000 CW Amsterdam, onder vermelding van de functie waarop u reageert. U kunt uw sollicitatie ook e-mailen naar vacatures@Vluchtelingenwerk.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .
Mondelinge informatie over de functie kunt u verkrijgen bij Jeanette den Hartogh, Hoofd eenheid Participatie, tel. 020 346 73 93 of mobiel 06 525 76 043.
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/betaalde-medewerkers/landelijk-bureau-zoekt-productontwikkelaar-jongerenactiviteiten.php
Naar schatting ruim 5.000 vrijwilligers en enkele honderden betaalde medewerkers in het land en op het Landelijk Bureau in Amsterdam zetten zich hier dagelijks vol overgave voor in.
De afdeling Integratie, eenheid Participatie van het Landelijk Bureau van VluchtelingenWerk Nederland in Amsterdam zoekt, voorlopig voor de periode van één jaar, per direct een
Productontwikkelaar Jongerenactiviteiten (m/v) voor 18 uur per week, 50%.
Wat worden uw hoofdtaken?
De productontwikkelaar inventariseert ontwikkelingen en behoeften bij de regionale stichtingen VluchtelingenWerk op het terrein van activiteiten voor vluchtelingenjongeren. Na analyse vertaalt de productontwikkelaar de conclusies naar een, voor de regio's bruikbaar, nieuw aanbod voor vluchtelingenjongeren dat kan bestaan uit gerichte activiteiten, een methodiek of instructies. Of past een bestaand aanbod aan. Ook zorgt de productontwikkelaar voor kennisoverdracht tussen de regionale organisaties van bestaande producten voor vluchtelingenjongeren en begeleidt, op verzoek van de regio's, de implementatie van producten voor vluchtelingenjongeren. Daarnaast levert de productontwikkelaar een bijdrage aan de fondsenwerving om de activiteiten voor vluchtelingenjongeren te kunnen financieren.
Informatie over de afdeling/eenheid
De afdeling Integratie biedt de regionale organisaties van VluchtelingenWerk ondersteuning bij hun activiteiten gericht op het vinden van een volwaardige plek in de Nederlandse samenleving voor vluchtelingen. De eenheid Participatie ontwikkelt samen met de regio's projecten en faciliteert hen om de kwaliteit van het begeleidingsaanbod op het gebied van Sociale en Arbeidsparticipatie van vluchtelingen te borgen en te verbeteren.
Wat vragen wij van u?
HBO werk- en denkniveau;
Brede kennis en ervaring op het terrein van de werkzaamheden van (vluchtelingen)jongeren;
Uitstekende mondelinge en contactuele vaardigheden;
Analytisch vermogen;
Pro-actief.
Meer informatie over de functie in de functiebeschrijving.
(per abuis wordt in de vacatureadvertentie in de dagbladen vermeld dat u hier ook een competentieprofiel zou aantreffen. Een competentieprofiel voor de functie is echter nog niet opgesteld.)
Wat bieden wij u?
Wij bieden goede secundaire arbeidsvoorwaarden volgens CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening en een salaris van maximaal € 4.016,- bruto per maand, op basis van een 36-urige werkweek.
Uw schriftelijke sollicitatie kunt u vóór 23 augustus a.s. richten aan VluchtelingenWerk Nederland, eenheid P&O, t.a.v. Maureen Dijkman, Postbus 2894, 1000 CW Amsterdam, onder vermelding van de functie waarop u reageert. U kunt uw sollicitatie ook e-mailen naar vacatures@Vluchtelingenwerk.nl Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien. .
Mondelinge informatie over de functie kunt u verkrijgen bij Jeanette den Hartogh, Hoofd eenheid Participatie, tel. 020 346 73 93 of mobiel 06 525 76 043.
Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/betaalde-medewerkers/landelijk-bureau-zoekt-productontwikkelaar-jongerenactiviteiten.php
VACATURE: Het Landelijk Bureau is voor het Kenniscentrum Integratie op zoek naar een stagiair(e)
(ex)studenten met kennis van bestuursrecht en vreemdelingenrecht
voor uitzoekvragen en het samenvatten van jurisprudentie
minimaal 16 uur per week
Kenniscentrum Integratie
Het Kenniscentrum bestaat uit een een enthousiast team van ervaren juristen, die werken op het gebied van rechtsbescherming en integratie. Zij adviseren en beantwoorden vragen van medewerkers van de lokale afdelingen van VluchtelingenWerk en advocaten op het gebied van verblijf (o.a. rechtspositie, gezinshereniging, medische vergunnningen en naturalisatie). Ook schrijven zij voor het tijdschrift Asiel & Migrantenrecht (A&MR), de UPdate en Compact. En leveren ze een belangrijke bijdrage aan VluchtWeb, de digitale kennisdatabank van VluchtelingenWerk.
De Functie
Jurisprudentie samenvatten
Je houdt je met name bezig met het samenvatten van jurisprudentie op het gebied van integratie en verblijf in Nederland (rechtspositie, gezinshereniging, reguliere vergunningen, inburgering, naturalisatie). Door gebruik te maken van VluchtWeb onderzoek je wat de jurisprudentielijn is en of de betreffende uitspraak nieuw dan wel belangrijk is. Daarnaast kun je gebruik maken van de eigen bibliotheek van VluchtelingenWerk.
Uitzoekvragen
Op verzoek van consulenten zoek je vragen uit op het gebied van rechtsbescherming en integratie. Ook dit gebeurt door gebruik te maken van VluchtWeb en de eigen bibliotheek van VluchtelingenWerk.
Wat wij zoeken
(ex-) Studenten met kennis over het Nederlands recht (bij voorkeur kennis van het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht) die het Kenniscentrum willen komen versterken.
Functie-eisen
· Kennis van het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht;
· minimaal tweedejaars rechtenstudent;
· academisch denk- en werkniveau;
· bereidheid om je voor een jaar te verbinden, voor minimaal 2 dagen in de week;
· goed kunnen analyseren;
· precies kunnen werken;
· zowel zelfstandig als in teamverband kunnen werken;
· sociaal vaardig, enthousiast, flexibel en stressbestendig;
· goede beheersing van de Nederlandse en Engelse taal;
· gemotiveerd om voor vluchtelingen / (uitgeprocedeerde) asielzoekers te werken;
· zorgvuldig kunnen omgaan met vertrouwelijk materiaal en je kunnen houden aan de geheimhoudingsplicht;
· bereid zijn tot het ontvangen van begeleiding en deelname aan scholing of deskundigheidsbevordering.
Wat wij bieden
· Boeiend en inhoudelijk werk waarbij kennis over jurisprudentie gebruikt wordt voor het ondersteunen van integratie van vluchtelingen in Nederland
· de mogelijkheid om je deskundigheid te vergroten op het gebied van het Nederlandse en internationale vreemdelingenrecht;
· een degelijke inwerkperiode en deskundige werkbegeleiding;
· een vergoeding van € 250,- bruto per maand;
· als je geen OV-jaarkaart hebt is de regeling woon-werkverkeer van VluchtelingenWerk op je van toepassing (zie art. 7.2, lid 1 en art. 7.19 van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening);
· de mogelijkheid om interne alsmede (in overleg) externe scholingsmogelijkheden te volgen;
· elke werkdag een uitgebreide gratis lunch in onze kantine.
Solliciteren en meer informatie
Sollicitaties kunnen gestuurd worden aan / Voor meer informatie, neem contact op met:
David Engelhard
Hoofd Kenniscentrum
Tel: (020) 346 73 91 / 06 52 57 54 69 (niet op maandag)
E-mail: dengelhard@vluchtelingenwerk.nl
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/vrijwilligers/stagiaires-kenniscentrum.php
voor uitzoekvragen en het samenvatten van jurisprudentie
minimaal 16 uur per week
Kenniscentrum Integratie
Het Kenniscentrum bestaat uit een een enthousiast team van ervaren juristen, die werken op het gebied van rechtsbescherming en integratie. Zij adviseren en beantwoorden vragen van medewerkers van de lokale afdelingen van VluchtelingenWerk en advocaten op het gebied van verblijf (o.a. rechtspositie, gezinshereniging, medische vergunnningen en naturalisatie). Ook schrijven zij voor het tijdschrift Asiel & Migrantenrecht (A&MR), de UPdate en Compact. En leveren ze een belangrijke bijdrage aan VluchtWeb, de digitale kennisdatabank van VluchtelingenWerk.
De Functie
Jurisprudentie samenvatten
Je houdt je met name bezig met het samenvatten van jurisprudentie op het gebied van integratie en verblijf in Nederland (rechtspositie, gezinshereniging, reguliere vergunningen, inburgering, naturalisatie). Door gebruik te maken van VluchtWeb onderzoek je wat de jurisprudentielijn is en of de betreffende uitspraak nieuw dan wel belangrijk is. Daarnaast kun je gebruik maken van de eigen bibliotheek van VluchtelingenWerk.
Uitzoekvragen
Op verzoek van consulenten zoek je vragen uit op het gebied van rechtsbescherming en integratie. Ook dit gebeurt door gebruik te maken van VluchtWeb en de eigen bibliotheek van VluchtelingenWerk.
Wat wij zoeken
(ex-) Studenten met kennis over het Nederlands recht (bij voorkeur kennis van het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht) die het Kenniscentrum willen komen versterken.
Functie-eisen
· Kennis van het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht;
· minimaal tweedejaars rechtenstudent;
· academisch denk- en werkniveau;
· bereidheid om je voor een jaar te verbinden, voor minimaal 2 dagen in de week;
· goed kunnen analyseren;
· precies kunnen werken;
· zowel zelfstandig als in teamverband kunnen werken;
· sociaal vaardig, enthousiast, flexibel en stressbestendig;
· goede beheersing van de Nederlandse en Engelse taal;
· gemotiveerd om voor vluchtelingen / (uitgeprocedeerde) asielzoekers te werken;
· zorgvuldig kunnen omgaan met vertrouwelijk materiaal en je kunnen houden aan de geheimhoudingsplicht;
· bereid zijn tot het ontvangen van begeleiding en deelname aan scholing of deskundigheidsbevordering.
Wat wij bieden
· Boeiend en inhoudelijk werk waarbij kennis over jurisprudentie gebruikt wordt voor het ondersteunen van integratie van vluchtelingen in Nederland
· de mogelijkheid om je deskundigheid te vergroten op het gebied van het Nederlandse en internationale vreemdelingenrecht;
· een degelijke inwerkperiode en deskundige werkbegeleiding;
· een vergoeding van € 250,- bruto per maand;
· als je geen OV-jaarkaart hebt is de regeling woon-werkverkeer van VluchtelingenWerk op je van toepassing (zie art. 7.2, lid 1 en art. 7.19 van de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening);
· de mogelijkheid om interne alsmede (in overleg) externe scholingsmogelijkheden te volgen;
· elke werkdag een uitgebreide gratis lunch in onze kantine.
Solliciteren en meer informatie
Sollicitaties kunnen gestuurd worden aan / Voor meer informatie, neem contact op met:
David Engelhard
Hoofd Kenniscentrum
Tel: (020) 346 73 91 / 06 52 57 54 69 (niet op maandag)
E-mail: dengelhard@vluchtelingenwerk.nl
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/vrijwilligers/stagiaires-kenniscentrum.php
Uitzettingen Somalië van de baan
Amsterdam, 30 juli 2010 - Gedwongen uitzettingen van Somalische ex-asielzoekers lijken voorlopig van de baan. VluchtelingenWerk Nederland heeft van een van de Somalische ministers vernomen dat de Somalische regering voorlopig niet van plan is zich aan de gemaakte terugkeerafspraken met Nederland te houden. Als reden hiervoor geeft de Somalische minister de verslechterde veiligheidssituatie in Mogadishu en de politiek instabiele situatie daar.
Onenigheid over afspraken
De Somalische minister gaf aan dat de rebellen de laatste tijd weer zeer actief zijn en dat de veiligheidssituatie in Mogadishu slechter is geworden. Ook is er binnen de Somalische regering onenigheid over de gemaakte afspraken met Nederland (de zogenaamde Memorandum of Understanding - MoU). Beide regeringen zullen nieuwe afspraken moeten maken als de situatie stabieler is.
Wachten op duurzame verbetering
''Dat zelfs een van de ministers van Somalië aangeeft dat de veiligheidssituatie in Mogadishu zo verslechterd is en terugkeer nu gewoon echt niet kan, bevestigt wat wij en vele andere organisaties al tijden tegen minister Hirsch Ballin zeggen; mensen nu terugsturen naar Somalië is absoluut onverantwoord'', zegt Trees Wijn, manager Asiel van VluchtelingenWerk. VluchtelingenWerk hoopt dat Nederlandse regering nu ook gaat inzien dat terugkeer naar het door oorlog verscheurde Somalië pas aan de orde kan zijn als de situatie in Zuid en Centraal Somalië duurzaam is verbeterd
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/actueel/uitzettingen-somalie-van-de-baan.php
Onenigheid over afspraken
De Somalische minister gaf aan dat de rebellen de laatste tijd weer zeer actief zijn en dat de veiligheidssituatie in Mogadishu slechter is geworden. Ook is er binnen de Somalische regering onenigheid over de gemaakte afspraken met Nederland (de zogenaamde Memorandum of Understanding - MoU). Beide regeringen zullen nieuwe afspraken moeten maken als de situatie stabieler is.
Wachten op duurzame verbetering
''Dat zelfs een van de ministers van Somalië aangeeft dat de veiligheidssituatie in Mogadishu zo verslechterd is en terugkeer nu gewoon echt niet kan, bevestigt wat wij en vele andere organisaties al tijden tegen minister Hirsch Ballin zeggen; mensen nu terugsturen naar Somalië is absoluut onverantwoord'', zegt Trees Wijn, manager Asiel van VluchtelingenWerk. VluchtelingenWerk hoopt dat Nederlandse regering nu ook gaat inzien dat terugkeer naar het door oorlog verscheurde Somalië pas aan de orde kan zijn als de situatie in Zuid en Centraal Somalië duurzaam is verbeterd
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/actueel/uitzettingen-somalie-van-de-baan.php
VACATURE: Medewerker ondersteuning IND ZWOLLE
Verantwoordelijk voor het verwerken van de digitale poststukken. De digitaal ontvangen post wordt geaccepteerd, bewerkt en vervolgens gereed gemaakt om doorgezet te worden voor de verdere inhoudelijke behandeling ervan door medewerkers in de beslisunits.
Aanbod
Werken in een verantwoordelijke functie binnen de Rijksoverheid. Naast een goede sfeer en plezierige collega's zijn de arbeidsvoorwaarden meer dan marktconform.
Vaardigheden
* heel handig zijn met een pc en automatisering
* data entry-taken
* aanmaken nieuwe personen / klanten
* metadateren
* beoordelen scandocumenten en verwerken
* accuraat werken is dus belangrijk, nadenken en doordenken
* mbo niveau
Scholing: MBO, MEAO ..
Over de werkgever
Migratie stelt onze samenleving voor steeds veranderende en complexe vraag-stukken. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is in dit dynamische krachtenveld verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het terrein van toelating, naturalisatie, toezicht, terugkeer en grensbewaking. De IND is een open, vakkundige en betrouwbare organisatie en wil zorgvuldig en tijdig beslissen. Hiertoe investeert zij in deskundige, gemotiveerde en betrokken medewerkers die voor de kwaliteit van het IND-werk onmisbaar zijn. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is een agentschap van het ministerie van Justitie. De IND beslist namens de staatssecretaris wie in Nederland wordt toegelaten. Daarnaast behandelt de IND verzoeken van vreemdelingen die Nederlander willen worden. Samen met de politie, de Koninklijke marechaussee en de douane is de IND verantwoordelijk voor grensbewaking, de controle op legaal verblijf van vreemdelingen en het verwijderen van illegalen.
Uren per week: Fulltime
Contract: Tijdelijk dienstverband
Plaatsingsdatum: 27 juli 2010
Contactpersoon: Olga Akpinar
Telefoon: 0570-613560
E-mail: personalmatch@startpeople.nl
Start People Deventer
Leeuwenbrug 5
7411TE Deventer
Aanbod
Werken in een verantwoordelijke functie binnen de Rijksoverheid. Naast een goede sfeer en plezierige collega's zijn de arbeidsvoorwaarden meer dan marktconform.
Vaardigheden
* heel handig zijn met een pc en automatisering
* data entry-taken
* aanmaken nieuwe personen / klanten
* metadateren
* beoordelen scandocumenten en verwerken
* accuraat werken is dus belangrijk, nadenken en doordenken
* mbo niveau
Scholing: MBO, MEAO ..
Over de werkgever
Migratie stelt onze samenleving voor steeds veranderende en complexe vraag-stukken. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is in dit dynamische krachtenveld verantwoordelijk voor de uitvoering van taken op het terrein van toelating, naturalisatie, toezicht, terugkeer en grensbewaking. De IND is een open, vakkundige en betrouwbare organisatie en wil zorgvuldig en tijdig beslissen. Hiertoe investeert zij in deskundige, gemotiveerde en betrokken medewerkers die voor de kwaliteit van het IND-werk onmisbaar zijn. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is een agentschap van het ministerie van Justitie. De IND beslist namens de staatssecretaris wie in Nederland wordt toegelaten. Daarnaast behandelt de IND verzoeken van vreemdelingen die Nederlander willen worden. Samen met de politie, de Koninklijke marechaussee en de douane is de IND verantwoordelijk voor grensbewaking, de controle op legaal verblijf van vreemdelingen en het verwijderen van illegalen.
Uren per week: Fulltime
Contract: Tijdelijk dienstverband
Plaatsingsdatum: 27 juli 2010
Contactpersoon: Olga Akpinar
Telefoon: 0570-613560
E-mail: personalmatch@startpeople.nl
Start People Deventer
Leeuwenbrug 5
7411TE Deventer
Niet ontvankelijk bezwaar tegen inburgeringsplicht (rechtbank)
LJN: BN2442, Rechtbank Arnhem , AWB 07/5035
Datum uitspraak: 24-06-2010
Datum publicatie: 27-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: verweerder doet een mededeling dat eiser inburgeringsplichtig is en een inburgeringsexamen moet halen. Het in de Wet inburgering neergelegde overgangsrecht is niet op eiser van toepassing. Ze kan zich ook niet met succes beroepen op de standstill bepaling in het kader van Besluit 1/80. Tevens is eiser geen oudkomer in de zin van de Wet inburgering. Dit heeft tot gevolg dat de door verweerder in het schrijven van 11 mei 2007 omschreven rechtstreeks uit de WI voortvloeiende verplichtingen op eiser van toepassing zijn. Dat schrijven is dan ook niet gericht op rechtsgevolg en geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Verweerder heeft het tegen dat schrijven ingediende bezwaarschrift op goede gronden niet-ontvankelijk verklaard.
Bron: rechtspraak.nl
De Vreemdelingenwet kent een uitzondering op deze regels van algemeen bestuursrecht. In de Vreemdelingenwet is een artikel (72 uit mijn hoofd) opgenomen dat ook tegen een feitelijke handeling bezwaar op staat.
Datum uitspraak: 24-06-2010
Datum publicatie: 27-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: verweerder doet een mededeling dat eiser inburgeringsplichtig is en een inburgeringsexamen moet halen. Het in de Wet inburgering neergelegde overgangsrecht is niet op eiser van toepassing. Ze kan zich ook niet met succes beroepen op de standstill bepaling in het kader van Besluit 1/80. Tevens is eiser geen oudkomer in de zin van de Wet inburgering. Dit heeft tot gevolg dat de door verweerder in het schrijven van 11 mei 2007 omschreven rechtstreeks uit de WI voortvloeiende verplichtingen op eiser van toepassing zijn. Dat schrijven is dan ook niet gericht op rechtsgevolg en geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Verweerder heeft het tegen dat schrijven ingediende bezwaarschrift op goede gronden niet-ontvankelijk verklaard.
Bron: rechtspraak.nl
De Vreemdelingenwet kent een uitzondering op deze regels van algemeen bestuursrecht. In de Vreemdelingenwet is een artikel (72 uit mijn hoofd) opgenomen dat ook tegen een feitelijke handeling bezwaar op staat.
Opvang in speciale gevallen: hier moeder met Aids en baby (uitspraak rechtbank)
LJN: BN2753, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 10 / 12456 en Awb 10 / 12455
Datum uitspraak: 01-06-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Besluit tot beëindiging verstrekkingen door het COA. Verhouding tussen de Wet COA en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het COA heeft zich niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als bedoeld in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 maart 2007, LJN BA 4652. Beroep gegrond.
15. De rechtbank is met partijen van oordeel dat eiseres ook buiten de in artikel 3 van de Rva geregelde gevallen recht op opvang door verweerder kan hebben. Dit is het geval indien zich zeer bijzondere omstandigheden voordoen die tot feitelijke opvang nopen. De rechtbank verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 28 maart 2007, LJN BA4652 en van
17 juli 2007, LJN BB1431.
16. Eiseres heeft gesteld dat dergelijke zeer bijzondere omstandigheden in dit geval aanwezig zijn en daartoe gewezen op de medische situatie van eiseres, welke is onderbouwd met een medische informatie van dr. P.P. Koopmans en M. Bosch van 20 december 2009. Voorts heeft eiseres gewezen op de zorg die zij heeft voor een jong kind, van thans ongeveer zeven maanden. Zij dient haar kind voldoende voeding en onderdak te bieden, hetgeen buiten de verstrekkingen van het COA niet mogelijk is. Eiseres is voorts emotioneel en psychisch verre van stabiel, de kans dat eiseres decompenseert is groot. Voorts behoeft ook het kind regelmatig medische controle. Voorts betrekt de rechtbank bij de beoordeling dat, zo is niet in geschil, eiseres in Nederland nog een lopende vreemdelingrechtelijke procedure heeft, strekkende tot verlening van een reguliere verblijfsvergunning op medische gronden.
17. De rechtbank stelt bij de beantwoording van de vraag of sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als hier bedoeld voorop dat de vraag of eiseres bij of krachtens het gestelde in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wellicht aanspraak kan maken op opvang buiten beschouwing dient te blijven. De rechtbank verwijst daartoe naar het bepaalde in artikel 2 van de Wmo, waarin is bepaald dat geen aanspraak op maatschappelijke ondersteuning bestaat voor zover met betrekking tot de problematiek die in het gegeven geval aanleiding geeft voor de noodzaak tot ondersteuning een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat. Uit deze bepaling leidt de rechtbank af dat niet eerder wordt bezien of in het kader van de Wmo opvang wordt geboden dan nadat vaststaat dat niet krachtens enige andere wettelijke regeling, in dit geval het gestelde bij en krachtens de Wet COA, aanspraak op opvang bestaat. De rechtbank ziet zich in deze opvatting gesterkt door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 april 2010, LJN BM0956, in het bijzonder rechtsoverwegingen 4.8.4 en 4.8.5. Voor het overige is niet gesteld of anderszins aannemelijk geworden dat eiseres aanspraak kan maken op alternatieve vormen van opvang.
18. Van zeer bijzondere omstandigheden in de hier bedoelde zin kan volgens genoemde uitspraak van de Afdeling van 17 juli 2007 sprake zijn in geval van een acute medische noodsituatie. Ter beoordeling of sprake is van een acute medische noodsituatie die tot opvang noopt, dient verweerder te beoordelen of de vreemdeling lijdt aan een stoornis, waarvan op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten vaststaat dat het achterwege blijven van onmiddellijke behandeling in deze fase van de stoornis zal leiden tot overlijden, invaliditeit of een andere vorm van ernstige geestelijke en/of lichamelijke schade. Dat hiervan sprake is, behoeft niet aan beëindiging van de verstrekkingen in de weg te staan, indien een beroep van de vreemdeling op artikel 10 van de Vw 2000 het intreden van de gevolgen van het achterwege laten van medische behandeling voorkomt.
19. Uit de medische informatie van het BMA van 24 maart 2010 en van dr. P.P. Koopmans en M. Bosch van 20 december 2009 kan worden afgeleid dat eiseres, gedurende de rest van haar leven, medische zorg behoeft. Ook haar kind behoeft regelmatig medische controle. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee genoegzaam komen vast te staan dat zowel eiseres als haar kind medisch noodzakelijke zorg behoeven. Op deze zorg kunnen zij op grond van het bepaalde in artikel 10 van de Vw 2000, zo valt derhalve aan te nemen, aanspraak maken. Daarmee kan de behoefte aan medische zorg bij eiseres en haar kind op zichzelf genomen niet als zeer bijzondere omstandigheid in de hier bedoelde zin gelden. Deze omstandigheid kan echter als bijkomende omstandigheid wel bijdragen aan de conclusie dat van zeer bijzondere omstandigheden sprake is.
20. Naar het oordeel van de rechtbank heeft, alle door eiseres gestelde feiten en omstandigheden tezamen genomen, verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als bedoeld in voormelde uitspraak van de Afdeling van 28 maart 2007. De rechtbank heeft hierbij - in navolging van de Centrale Raad van Beroep in meergenoemde uitspraak van 19 april 2010 - betrokken dat het EHRM als “the very essence” van het EVRM aanmerkt respect voor menselijke waardigheid en menselijke vrijheid. Het in artikel 8 van het EVRM besloten liggende recht op respect voor het privéleven van een persoon omvat mede de fysieke en psychische integriteit van die persoon en is er primair op gericht, zonder inmenging van buitenaf, de ontwikkeling van de persoonlijkheid van elke persoon in zijn betrekkingen tot anderen te waarborgen. Dit artikel beoogt niet alleen de staten tot onthouding van inmenging in het privéleven te dwingen, maar kan onder omstandigheden ook aan het recht op eerbiediging van het privéleven inherente positieve verplichtingen meebrengen die noodzakelijk zijn voor een effectieve waarborging ervan. Daarbij hebben kinderen en andere kwetsbare personen in het bijzonder recht op bescherming. Het EHRM heeft meerdere malen geoordeeld dat artikel 8 van het EVRM ook relevant is in zaken die betrekking hebben op de besteding van publieke middelen. Daarbij is wel van belang dat in een dergelijk geval aan de Staat een extra ruime “margin of appreciation” toekomt. Eiseres is reeds gelet op haar medische situatie aan te merken als een kwetsbare persoon als hier bedoeld en heeft voorts, zoals eerder vastgesteld, de zorg over een (jong) kind. Daarbij komt nog dat eiseres weliswaar thans niet legaal in Nederland verblijft, maar dat uit de medische informatie over eiseres in het kader van dit geding genoegzaam is komen vast te staan dat terugkeer van eiseres naar Sierra Leone of Senegal om medische redenen thans niet als een reële mogelijkheid kan worden aangemerkt. De stelling van verweerder dat thans de ontruiming van de door eiseres in gebruik zijnde woonruimte niet aan de orde is kan aan dit oordeel voorts niet afdoen, nu de rechtbank gelet op de uitspraak van de Afdeling van
28 mei 2007 reeds thans is gehouden te beoordelen wat de gevolgen zijn van beëindiging van de opvang door verweerder.
21. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard en zal het bestreden besluit worden vernietigd. Verweerder zal worden gelast een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Nu als gevolg van de vernietiging van het bestreden besluit, welk besluit immers mede ertoe strekt de verlening van opvang aan eiseres te beëindigen, eiseres weer in de situatie wordt gebracht dat aan haar opvang wordt geboden, bestaat geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening zal daarom worden afgewezen.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 01-06-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Besluit tot beëindiging verstrekkingen door het COA. Verhouding tussen de Wet COA en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het COA heeft zich niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als bedoeld in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 maart 2007, LJN BA 4652. Beroep gegrond.
15. De rechtbank is met partijen van oordeel dat eiseres ook buiten de in artikel 3 van de Rva geregelde gevallen recht op opvang door verweerder kan hebben. Dit is het geval indien zich zeer bijzondere omstandigheden voordoen die tot feitelijke opvang nopen. De rechtbank verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 28 maart 2007, LJN BA4652 en van
17 juli 2007, LJN BB1431.
16. Eiseres heeft gesteld dat dergelijke zeer bijzondere omstandigheden in dit geval aanwezig zijn en daartoe gewezen op de medische situatie van eiseres, welke is onderbouwd met een medische informatie van dr. P.P. Koopmans en M. Bosch van 20 december 2009. Voorts heeft eiseres gewezen op de zorg die zij heeft voor een jong kind, van thans ongeveer zeven maanden. Zij dient haar kind voldoende voeding en onderdak te bieden, hetgeen buiten de verstrekkingen van het COA niet mogelijk is. Eiseres is voorts emotioneel en psychisch verre van stabiel, de kans dat eiseres decompenseert is groot. Voorts behoeft ook het kind regelmatig medische controle. Voorts betrekt de rechtbank bij de beoordeling dat, zo is niet in geschil, eiseres in Nederland nog een lopende vreemdelingrechtelijke procedure heeft, strekkende tot verlening van een reguliere verblijfsvergunning op medische gronden.
17. De rechtbank stelt bij de beantwoording van de vraag of sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als hier bedoeld voorop dat de vraag of eiseres bij of krachtens het gestelde in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wellicht aanspraak kan maken op opvang buiten beschouwing dient te blijven. De rechtbank verwijst daartoe naar het bepaalde in artikel 2 van de Wmo, waarin is bepaald dat geen aanspraak op maatschappelijke ondersteuning bestaat voor zover met betrekking tot de problematiek die in het gegeven geval aanleiding geeft voor de noodzaak tot ondersteuning een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat. Uit deze bepaling leidt de rechtbank af dat niet eerder wordt bezien of in het kader van de Wmo opvang wordt geboden dan nadat vaststaat dat niet krachtens enige andere wettelijke regeling, in dit geval het gestelde bij en krachtens de Wet COA, aanspraak op opvang bestaat. De rechtbank ziet zich in deze opvatting gesterkt door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 april 2010, LJN BM0956, in het bijzonder rechtsoverwegingen 4.8.4 en 4.8.5. Voor het overige is niet gesteld of anderszins aannemelijk geworden dat eiseres aanspraak kan maken op alternatieve vormen van opvang.
18. Van zeer bijzondere omstandigheden in de hier bedoelde zin kan volgens genoemde uitspraak van de Afdeling van 17 juli 2007 sprake zijn in geval van een acute medische noodsituatie. Ter beoordeling of sprake is van een acute medische noodsituatie die tot opvang noopt, dient verweerder te beoordelen of de vreemdeling lijdt aan een stoornis, waarvan op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten vaststaat dat het achterwege blijven van onmiddellijke behandeling in deze fase van de stoornis zal leiden tot overlijden, invaliditeit of een andere vorm van ernstige geestelijke en/of lichamelijke schade. Dat hiervan sprake is, behoeft niet aan beëindiging van de verstrekkingen in de weg te staan, indien een beroep van de vreemdeling op artikel 10 van de Vw 2000 het intreden van de gevolgen van het achterwege laten van medische behandeling voorkomt.
19. Uit de medische informatie van het BMA van 24 maart 2010 en van dr. P.P. Koopmans en M. Bosch van 20 december 2009 kan worden afgeleid dat eiseres, gedurende de rest van haar leven, medische zorg behoeft. Ook haar kind behoeft regelmatig medische controle. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee genoegzaam komen vast te staan dat zowel eiseres als haar kind medisch noodzakelijke zorg behoeven. Op deze zorg kunnen zij op grond van het bepaalde in artikel 10 van de Vw 2000, zo valt derhalve aan te nemen, aanspraak maken. Daarmee kan de behoefte aan medische zorg bij eiseres en haar kind op zichzelf genomen niet als zeer bijzondere omstandigheid in de hier bedoelde zin gelden. Deze omstandigheid kan echter als bijkomende omstandigheid wel bijdragen aan de conclusie dat van zeer bijzondere omstandigheden sprake is.
20. Naar het oordeel van de rechtbank heeft, alle door eiseres gestelde feiten en omstandigheden tezamen genomen, verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als bedoeld in voormelde uitspraak van de Afdeling van 28 maart 2007. De rechtbank heeft hierbij - in navolging van de Centrale Raad van Beroep in meergenoemde uitspraak van 19 april 2010 - betrokken dat het EHRM als “the very essence” van het EVRM aanmerkt respect voor menselijke waardigheid en menselijke vrijheid. Het in artikel 8 van het EVRM besloten liggende recht op respect voor het privéleven van een persoon omvat mede de fysieke en psychische integriteit van die persoon en is er primair op gericht, zonder inmenging van buitenaf, de ontwikkeling van de persoonlijkheid van elke persoon in zijn betrekkingen tot anderen te waarborgen. Dit artikel beoogt niet alleen de staten tot onthouding van inmenging in het privéleven te dwingen, maar kan onder omstandigheden ook aan het recht op eerbiediging van het privéleven inherente positieve verplichtingen meebrengen die noodzakelijk zijn voor een effectieve waarborging ervan. Daarbij hebben kinderen en andere kwetsbare personen in het bijzonder recht op bescherming. Het EHRM heeft meerdere malen geoordeeld dat artikel 8 van het EVRM ook relevant is in zaken die betrekking hebben op de besteding van publieke middelen. Daarbij is wel van belang dat in een dergelijk geval aan de Staat een extra ruime “margin of appreciation” toekomt. Eiseres is reeds gelet op haar medische situatie aan te merken als een kwetsbare persoon als hier bedoeld en heeft voorts, zoals eerder vastgesteld, de zorg over een (jong) kind. Daarbij komt nog dat eiseres weliswaar thans niet legaal in Nederland verblijft, maar dat uit de medische informatie over eiseres in het kader van dit geding genoegzaam is komen vast te staan dat terugkeer van eiseres naar Sierra Leone of Senegal om medische redenen thans niet als een reële mogelijkheid kan worden aangemerkt. De stelling van verweerder dat thans de ontruiming van de door eiseres in gebruik zijnde woonruimte niet aan de orde is kan aan dit oordeel voorts niet afdoen, nu de rechtbank gelet op de uitspraak van de Afdeling van
28 mei 2007 reeds thans is gehouden te beoordelen wat de gevolgen zijn van beëindiging van de opvang door verweerder.
21. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard en zal het bestreden besluit worden vernietigd. Verweerder zal worden gelast een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Nu als gevolg van de vernietiging van het bestreden besluit, welk besluit immers mede ertoe strekt de verlening van opvang aan eiseres te beëindigen, eiseres weer in de situatie wordt gebracht dat aan haar opvang wordt geboden, bestaat geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening zal daarom worden afgewezen.
Bron: rechtspraak.nl
Migrant blijft ongewenst op de Belgische arbeidsmarkt
De werkloosheid bij arbeidskrachten die in het buitenland geboren zijn ligt in België 2,5 keer hoger dan bij de geboren Belgen. Dat schrijft econoom Geert Noels op zijn blog Econoshock op basis van cijfers die de OESO eerder deze week vrijgaf. Met die verhouding van 2,45 scoort België het slechtst van de veertien onderzochte industrielanden. Nederland komt uit op 2,34, Duitsland op 1,87 en Frankrijk op 1,68.In de VS is die ratio 1 op 1.
Het povere resultaat voor België kan verklaard worden door een zeer sterke groei van de immigratie sinds 2000 en de relatief lage werkloosheid bij de in eigen land geboren bevolking", schrijft Noels. "Verder is de economische integratie van de ingeweken arbeidskrachten zeer zwak, deels door een zwak opleidingsniveau, onaangepaste vaardigheden en de hoge loonkosten in activiteiten van lage toegevoegde waarde."
Volgens Noels groeit stilaan een globaal werkloosheidsprobleem en wordt zelfs China vandaag getroffen door werkloosheid. Hij raadt economen aan wat meer aandacht aan het probleem te besteden; in dezelfde mate bijvoorbeeld als ze zich bekommeren om aandelenmarkten, begrotingstekorten en banken.
Bron: http://www.beursduivel.be/nieuws/90461/migrant_blijft_ongewenst_op_de_belgische_arbeidsmarkt
Het povere resultaat voor België kan verklaard worden door een zeer sterke groei van de immigratie sinds 2000 en de relatief lage werkloosheid bij de in eigen land geboren bevolking", schrijft Noels. "Verder is de economische integratie van de ingeweken arbeidskrachten zeer zwak, deels door een zwak opleidingsniveau, onaangepaste vaardigheden en de hoge loonkosten in activiteiten van lage toegevoegde waarde."
Volgens Noels groeit stilaan een globaal werkloosheidsprobleem en wordt zelfs China vandaag getroffen door werkloosheid. Hij raadt economen aan wat meer aandacht aan het probleem te besteden; in dezelfde mate bijvoorbeeld als ze zich bekommeren om aandelenmarkten, begrotingstekorten en banken.
Bron: http://www.beursduivel.be/nieuws/90461/migrant_blijft_ongewenst_op_de_belgische_arbeidsmarkt
Geen banen voor afgestudeerde allochtonen
Zelfs als je goed opgeleid bent, kom je als allochtoon moeilijker aan werk dan je autochtone studiegenoten. Van alle autochtone hoger opgeleiden is nog geen drie procent werkloos, onder allochtonen is dat acht procent.
Hoe dat komt? "Alle grote bedrijven zijn op zoek naar de beste studenten, die bovendien lid zijn van Minerva-achtige studentenverenigingen. Maar daartoe voelen allochtone studenten zich per definitie niet aangetrokken. Ze zitten niet op hockey, ze roeien niet, ze komen niet uit Laren", zegt Melvin Tjoe Nij, directeur van Young Global People. Dat is een werving- en selectiebureau dat zich speciaal richt op hoog opgeleide allochtonen.
Introductieweek
Onder meer vers afgestudeerde allochtone juristen raken niet makkelijk aan de slag. Ze komen niet automatisch binnen bij de grote advocatenkantoren. "Normaal stuur je je cv op, maar je kunt jezelf niet presenteren", zegt Kiran Besant, die graag advocate wil worden.
Ze heeft van haar allochtone studiegenoten vooral negatieve verhalen gehoord over hoe moeilijk het is om aan werk te komen, ook als je hoge cijfers hebt en ook nog eens twee studies hebt gedaan.
Om de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, hield Young Global People deze zomer voor afgestudeerde allochtonen voor het eerst een introductieweek. Tijdens die week werden twaalf getalenteerde allochtone juristen, geselecteerd uit zo'n 160 belangstellenden, voorgesteld aan zeven grote advocatenkantoren. Een buitenkans.
Met resultaat
De advocatenkantoren zijn er blij mee. "We merken dat we als groot advocatenkantoor heel moeilijk met allochtone studenten in aanraking komen", zegt Monique Toorenburg van advocatenkantoor AKD.
Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat de recruiters, mensen die kandidaten werven onder de meest getalenteerde studenten, zelf vrijwel altijd autochtonen zijn die lid waren, of nog steeds zijn, van een studentenvereniging.
De allochtone juristen die aan de introductieweek deelnamen, kregen wel de kans om zich te presenteren. Met resultaat. Ed Wagenmakers, partner bij AKD, is onder de indruk van hun kwaliteit. "Toen het afgelopen was, zei ik tegen mijn linker- en rechterbuurman: die en die zou je zo kunnen aannemen. Ik vond ze namelijk echt heel goed."
Bron: http://nos.nl/artikel/175200-geen-banen-voor-afgestudeerde-allochtonen.html
Hoe dat komt? "Alle grote bedrijven zijn op zoek naar de beste studenten, die bovendien lid zijn van Minerva-achtige studentenverenigingen. Maar daartoe voelen allochtone studenten zich per definitie niet aangetrokken. Ze zitten niet op hockey, ze roeien niet, ze komen niet uit Laren", zegt Melvin Tjoe Nij, directeur van Young Global People. Dat is een werving- en selectiebureau dat zich speciaal richt op hoog opgeleide allochtonen.
Introductieweek
Onder meer vers afgestudeerde allochtone juristen raken niet makkelijk aan de slag. Ze komen niet automatisch binnen bij de grote advocatenkantoren. "Normaal stuur je je cv op, maar je kunt jezelf niet presenteren", zegt Kiran Besant, die graag advocate wil worden.
Ze heeft van haar allochtone studiegenoten vooral negatieve verhalen gehoord over hoe moeilijk het is om aan werk te komen, ook als je hoge cijfers hebt en ook nog eens twee studies hebt gedaan.
Om de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, hield Young Global People deze zomer voor afgestudeerde allochtonen voor het eerst een introductieweek. Tijdens die week werden twaalf getalenteerde allochtone juristen, geselecteerd uit zo'n 160 belangstellenden, voorgesteld aan zeven grote advocatenkantoren. Een buitenkans.
Met resultaat
De advocatenkantoren zijn er blij mee. "We merken dat we als groot advocatenkantoor heel moeilijk met allochtone studenten in aanraking komen", zegt Monique Toorenburg van advocatenkantoor AKD.
Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat de recruiters, mensen die kandidaten werven onder de meest getalenteerde studenten, zelf vrijwel altijd autochtonen zijn die lid waren, of nog steeds zijn, van een studentenvereniging.
De allochtone juristen die aan de introductieweek deelnamen, kregen wel de kans om zich te presenteren. Met resultaat. Ed Wagenmakers, partner bij AKD, is onder de indruk van hun kwaliteit. "Toen het afgelopen was, zei ik tegen mijn linker- en rechterbuurman: die en die zou je zo kunnen aannemen. Ik vond ze namelijk echt heel goed."
Bron: http://nos.nl/artikel/175200-geen-banen-voor-afgestudeerde-allochtonen.html
Bewaring van gezinnen met minderjarige kinderen mag slechts veertien dagen duren. Alleen als ze gaan knokken en daardoor niet kunnen worden uitgezet mag de bewaring langer duren (rechtbank)
LJN: BN2770, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 10 / 22403
Datum uitspraak: 06-07-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Bewaring; ism A6/5.3.3.8 Vc 2000; geen sprake van fysiek verzet; uitzetting niet binnen 14 dagen na ibs; gegrond. Paragraaf A6/5.3.3.8 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000) luidt: Bewaring op grond van artikel 59 Vw kan slechts aan gezinnen met minderjarige kinderen worden opgelegd wanneer gedwongen vertrek op korte termijn gerealiseerd kan worden. Hierbij gaat het om de situatie dat de voor het vertrek noodzakelijke reisdocumenten voorhanden zijn of binnen korte termijn voorhanden zullen zijn. (…) De bewaring die op grond van artikel 59, eerste of tweede lid, van de Vw is opgelegd aan een gezin met minderjarige kinderen zal niet langer dan veertien dagen duren. Deze termijn kan slechts worden overschreden indien de binnen de hier bedoelde termijn geplande uitzetting geen doorgang kan vinden vanwege: - fysiek verzet van (één van) de gezinsleden; - (…) Verweerder was voornemens om eiseres op 1 juli 2010 uit te zetten naar Zwitserland. De vlucht is evenwel geannuleerd en gepland voor 8 juli 2010. Verweerder is blijkbaar niet voornemens om eiseres uit te zetten binnen de bewaringstermijn van 14 dagen die daarvoor geldt op basis van het beleid van verweerder. Voor zover hier van belang kent het beleid op deze situatie slechts een uitzondering indien er sprake is geweest van fysiek verzet door eiseres tegen haar uitzetting. De rechtbank is niet gebleken van daadwerkelijk fysiek verzet tegen de uitzetting door eiseres. Verweerders beleid biedt geen ruimte om eiseres langer dan 14 dagen in bewaring te houden. Verweerder wist op 1 juli 2010 dat de uitzetting van eiseres niet binnen 14 dagen na aanvang van de bewaring kon plaatsvinden. De bewaring dient mitsdien sinds 1 juli 2010 niet meer ter fine van uitzetting en is dus met ingang van die datum onrechtmatig. Schadevergoeding vanaf 1 juli 2010.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 06-07-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Bewaring; ism A6/5.3.3.8 Vc 2000; geen sprake van fysiek verzet; uitzetting niet binnen 14 dagen na ibs; gegrond. Paragraaf A6/5.3.3.8 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000) luidt: Bewaring op grond van artikel 59 Vw kan slechts aan gezinnen met minderjarige kinderen worden opgelegd wanneer gedwongen vertrek op korte termijn gerealiseerd kan worden. Hierbij gaat het om de situatie dat de voor het vertrek noodzakelijke reisdocumenten voorhanden zijn of binnen korte termijn voorhanden zullen zijn. (…) De bewaring die op grond van artikel 59, eerste of tweede lid, van de Vw is opgelegd aan een gezin met minderjarige kinderen zal niet langer dan veertien dagen duren. Deze termijn kan slechts worden overschreden indien de binnen de hier bedoelde termijn geplande uitzetting geen doorgang kan vinden vanwege: - fysiek verzet van (één van) de gezinsleden; - (…) Verweerder was voornemens om eiseres op 1 juli 2010 uit te zetten naar Zwitserland. De vlucht is evenwel geannuleerd en gepland voor 8 juli 2010. Verweerder is blijkbaar niet voornemens om eiseres uit te zetten binnen de bewaringstermijn van 14 dagen die daarvoor geldt op basis van het beleid van verweerder. Voor zover hier van belang kent het beleid op deze situatie slechts een uitzondering indien er sprake is geweest van fysiek verzet door eiseres tegen haar uitzetting. De rechtbank is niet gebleken van daadwerkelijk fysiek verzet tegen de uitzetting door eiseres. Verweerders beleid biedt geen ruimte om eiseres langer dan 14 dagen in bewaring te houden. Verweerder wist op 1 juli 2010 dat de uitzetting van eiseres niet binnen 14 dagen na aanvang van de bewaring kon plaatsvinden. De bewaring dient mitsdien sinds 1 juli 2010 niet meer ter fine van uitzetting en is dus met ingang van die datum onrechtmatig. Schadevergoeding vanaf 1 juli 2010.
Bron: rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijden proceduretijd (uitspraak rechtbank)
LJN: BN2758, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 09/17451
Datum uitspraak: 22-07-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Ter zitting is een beroep gedaan op het bepaalde in artikel 6 van het EVRM. Verzoek om schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn in de asielprocedure. In een zaak als deze, waarin het geschil aanvangt bij het instellen van beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag, het beroep wordt ingetrokken omdat verweerder het besluit heeft ingetrokken en daardoor een nieuw besluit op de aanvraag zal moeten nemen, acht de rechtbank een termijn van ten hoogste twee jaar redelijk, waarbij de behandeling van het beroep ten hoogste twee jaar mag duren.
Bron: rechtspraak.nl
Sommige asielzoekers hopen dat hun procedure vooral heel lang mag duren.
Datum uitspraak: 22-07-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Ter zitting is een beroep gedaan op het bepaalde in artikel 6 van het EVRM. Verzoek om schadevergoeding in verband met overschrijding van de redelijke termijn in de asielprocedure. In een zaak als deze, waarin het geschil aanvangt bij het instellen van beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag, het beroep wordt ingetrokken omdat verweerder het besluit heeft ingetrokken en daardoor een nieuw besluit op de aanvraag zal moeten nemen, acht de rechtbank een termijn van ten hoogste twee jaar redelijk, waarbij de behandeling van het beroep ten hoogste twee jaar mag duren.
Bron: rechtspraak.nl
Sommige asielzoekers hopen dat hun procedure vooral heel lang mag duren.
Hoezo geen paspoort meer kunnen krijgen? (uitspraak Raad van State)
LJN: BN2232, Raad van State , 200909876/1/V3
Datum uitspraak: 19-07-2010
Datum publicatie: 23-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vereiste geldig document voor grensoverschrijding / vrijstelling / bewijslastverdeling / motivering
Uit voornoemd beleid volgt dat het aan de vreemdelingen is om aan te tonen dat zij door China niet of niet meer in het bezit kunnen worden gesteld van een geldig document voor grensoverschrijding. In de onderscheiden besluiten van 11 februari 2009 heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat niet is aangetoond dat het onmogelijk is om aan documenten uit China te komen alsmede dat de Chinese autoriteiten geen verklaring afgeven waaruit blijkt dat de vreemdelingen niet in het bezit kunnen worden gesteld van officiële documenten. In dit kader is van belang dat geen enkel stuk van de Chinese autoriteiten is overgelegd omtrent het verkrijgen van documenten. Hoewel de vreemdeling sub 1 heeft aangegeven dat zij enkele keren bij de Chinese ambassade is geweest, is niet aangetoond dat zij daadwerkelijk bij de Chinese autoriteiten heeft verzocht om in het bezit te worden gesteld van documenten. Ter zitting bij de rechtbank heeft de staatssecretaris verklaard dat de door de vreemdeling sub 1 aan de Chinese autoriteiten geschreven brieven niet zijn vertaald en dat daarom niet kan worden beoordeeld welke waarde aan deze brieven moet worden gehecht. Deze verklaring vormt een nadere onderbouwing van het in de besluiten ingenomen standpunt dat de vreemdeling sub 1 niet heeft aangetoond dat zij daadwerkelijk bij de Chinese autoriteiten heeft verzocht om in het bezit te worden gesteld van documenten. Onder deze omstandigheden heeft de staatssecretaris zijn standpunt dat de vreemdelingen niet hebben aangetoond door China niet of niet meer in het bezit te kunnen worden gesteld van een geldig document voor grensoverschrijding, voldoende gemotiveerd.
Bron: rechtspraak.nl
Hoe pak u dit nu het beste aan:
1) Schrijf een brief in uw eigen taal en in het engels aan uw ambassade waarin u om een nieuw paspoort verzoekt.
2) Fax deze brief naar de ambassade en hou het faxbewijs;
3) Stuur ook een versie aangetekend op en bewaar het bewijs dat u dit aangetekend hebt verzonden;
4) Heeft u vier weken later nog niets gehoord herhaal dan stap 1 tot en met 3 en bel de ambassade
5) Hoort u nog steeds niets of krijgt u een afwijzing stuur een brief naar de Minister van Buitenlandse Zaken van uw land en doe dat als genoemd in stap 1 tot en met 3
6) Krijgt u een afwijzing bewaar die goed, is hij mondeling vraag dan om een schriftelijke bevestiging;
7) Ook al bent u wellicht geen vluchteling, bel dan Vluchtelingenwerk (Landelijk bureau) en vraag of zij ervaringen hebben met het verstrekken van paspoorten door uw vaderland. Wellicht hebben zij een stuk dat u ook in de procedure kan gebruiken.
8) Kijk of er een ambtsbericht is opgesteld door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken over uw land en of daar iets over paaspoortvertrekkingen en terugkeer in staat.
9) Neem het hele pakket mee naar uw advocaat en laat deze in voor uw procedure aanvoeren dat u niet aan het paspoort vereiste kan voldoen en een kopie van uw bewijzen daarvan meesturen. Dit kan ook zo worden gedaan als u zich er op wilt beroepen dat u Nederland niet kunt verlaten.
Andere tips? Zet ze als reactie onder dit bericht.
Datum uitspraak: 19-07-2010
Datum publicatie: 23-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vereiste geldig document voor grensoverschrijding / vrijstelling / bewijslastverdeling / motivering
Uit voornoemd beleid volgt dat het aan de vreemdelingen is om aan te tonen dat zij door China niet of niet meer in het bezit kunnen worden gesteld van een geldig document voor grensoverschrijding. In de onderscheiden besluiten van 11 februari 2009 heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat niet is aangetoond dat het onmogelijk is om aan documenten uit China te komen alsmede dat de Chinese autoriteiten geen verklaring afgeven waaruit blijkt dat de vreemdelingen niet in het bezit kunnen worden gesteld van officiële documenten. In dit kader is van belang dat geen enkel stuk van de Chinese autoriteiten is overgelegd omtrent het verkrijgen van documenten. Hoewel de vreemdeling sub 1 heeft aangegeven dat zij enkele keren bij de Chinese ambassade is geweest, is niet aangetoond dat zij daadwerkelijk bij de Chinese autoriteiten heeft verzocht om in het bezit te worden gesteld van documenten. Ter zitting bij de rechtbank heeft de staatssecretaris verklaard dat de door de vreemdeling sub 1 aan de Chinese autoriteiten geschreven brieven niet zijn vertaald en dat daarom niet kan worden beoordeeld welke waarde aan deze brieven moet worden gehecht. Deze verklaring vormt een nadere onderbouwing van het in de besluiten ingenomen standpunt dat de vreemdeling sub 1 niet heeft aangetoond dat zij daadwerkelijk bij de Chinese autoriteiten heeft verzocht om in het bezit te worden gesteld van documenten. Onder deze omstandigheden heeft de staatssecretaris zijn standpunt dat de vreemdelingen niet hebben aangetoond door China niet of niet meer in het bezit te kunnen worden gesteld van een geldig document voor grensoverschrijding, voldoende gemotiveerd.
Bron: rechtspraak.nl
Hoe pak u dit nu het beste aan:
1) Schrijf een brief in uw eigen taal en in het engels aan uw ambassade waarin u om een nieuw paspoort verzoekt.
2) Fax deze brief naar de ambassade en hou het faxbewijs;
3) Stuur ook een versie aangetekend op en bewaar het bewijs dat u dit aangetekend hebt verzonden;
4) Heeft u vier weken later nog niets gehoord herhaal dan stap 1 tot en met 3 en bel de ambassade
5) Hoort u nog steeds niets of krijgt u een afwijzing stuur een brief naar de Minister van Buitenlandse Zaken van uw land en doe dat als genoemd in stap 1 tot en met 3
6) Krijgt u een afwijzing bewaar die goed, is hij mondeling vraag dan om een schriftelijke bevestiging;
7) Ook al bent u wellicht geen vluchteling, bel dan Vluchtelingenwerk (Landelijk bureau) en vraag of zij ervaringen hebben met het verstrekken van paspoorten door uw vaderland. Wellicht hebben zij een stuk dat u ook in de procedure kan gebruiken.
8) Kijk of er een ambtsbericht is opgesteld door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken over uw land en of daar iets over paaspoortvertrekkingen en terugkeer in staat.
9) Neem het hele pakket mee naar uw advocaat en laat deze in voor uw procedure aanvoeren dat u niet aan het paspoort vereiste kan voldoen en een kopie van uw bewijzen daarvan meesturen. Dit kan ook zo worden gedaan als u zich er op wilt beroepen dat u Nederland niet kunt verlaten.
Andere tips? Zet ze als reactie onder dit bericht.
Raad van Europa: terug in je hok!
geschreven door Sanne Fernhout
De Raad van Europa vindt dat Nederland het Europees Sociaal Handvest schendt door kinderen van illegalen geen huisvesting te bieden. In dit artikel ga ik na op welke gronden de Raad van Europa tot deze conclusie komt en hoe een en ander juridisch is te waarderen, waarna ik concludeer dat het voor de Raad van Europa aan te bevelen is om binnen de verdragsrechtelijke opdracht te blijven.
Inleiding
Het Comité van ministers van de Raad van Europa (hierna: het Comité) heeft in een (overigens niet bindende) resolutie van 7 juli 2010 geoordeeld dat Nederland artikel 31 lid 2 (en artikel 17 lid 1 onder c) van het Europees Sociaal Handvest (hierna: het ESH) schendt door niet te voorzien in huisvesting voor illegaal in Nederland verblijvende kinderen. Met deze resolutie volgt het Comité een eerder oordeel van de Europese Commissie voor de Sociale Rechten (ook onderdeel van de Raad van Europa, hierna te noemen: de Commissie).
Dat het onwenselijk wordt bevonden dat kinderen zonder huisvesting komen te verkeren, is op zich niets nieuws. Ook in Nederland wordt deze opvatting breed gedeeld. Dat deze opvatting leidt tot het oordeel dat Nederland het ESH heeft geschonden door geen huisvesting te geven aan illegale kinderen, is naar mijn mening opmerkelijk te noemen, hetgeen ik hierna verder toelicht.
Juridisch kader
Artikel 31 lid 2 ESH bepaalt dat de lidstaten maatregelen nemen om dak- en thuisloosheid te verminderen teneinde het geleidelijk uit te bannen.
- In artikel N van het ESH staat dat de Bijlage van het ESH een integrerend onderdeel vormt van het ESH.
- In de Bijlage bij het ESH inzake de werkingssfeer met betrekking tot de te beschermen personen is bepaald dat dit ESH – op enkele hier niet van toepassing zijnde uitzonderingen na – slechts rechten toekent aan legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende personen.
Gezien deze bepalingen zijn de rechten uit het ESH alleen van toepassing op rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen en niet op illegalen. Hoe komen de Commissie en het Comité dan tot een andere conclusie?
De Commissie
De Commissie volgt de volgende redenering om tot de conclusie te komen dat ook illegale kinderen onder de reikwijdte van het ESH vallen:[1]
Ten eerste wijst de Commissie erop dat het ESH is bedoeld als complementair aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en dat het ESH een levend instrument is dat is gemaakt om de achterliggende doelen van het ESH, waaronder de menselijke waardigheid, te waarborgen. De Commissie wijst erop het ESH te interpreteren in het licht van de regels van het Weens Verdragenverdrag (hierna: WVv), waaronder artikel 31 lid 3, onder c, van dat verdrag waarin staat dat rekening moet worden gehouden met ‘any relevant rules of international law applicable in the relations between the parties’. De Commissie overweegt verder dat bij interpretatie van het ESH een teleologische benadering gezocht zou moeten worden, met andere woorden een interpretatiemethode waarbij zoveel mogelijk het doel van het verdrag wordt bereikt. Daarbij moeten bepalingen die het doel van het ESH in de weg staan restrictief worden gelezen. De bepalingen die het doel van het ESH in de weg staan kunnen geen rechtskracht hebben als zij tot gevolg hebben dat er onredelijke tegenovergestelde effecten worden bereikt als de bescherming van kwetsbare groepen op het spel staat. Daarbij wijst de Commissie op haar oordeel in klacht 14/2003 (FIDH v. France)[2], waar deze redenering al eerder werd gevolgd.
De argumentatie van de Commissie
Hoe is de argumentatie van de Commissie juridisch te kwalificeren?
Ten eerste het aspect van een ‘levend verdrag’[3]. In de literatuur wordt ook wel gesproken van een dynamische interpretatie, dat wil zeggen dat het verdrag niet (alleen) op de grond van geschiedenis en totstandkoming wordt geïnterpreteerd, maar vooral naar de eisen van de tijd. Deze visie op de interpretatie van verdragen biedt bij uitstek de mogelijkheid met het verstrijken van de tijd aan maatschappelijke ontwikkelingen recht te doen. Wat de Commissie doet is echter niet het interpreteren naar de eisen van de moderne tijd, maar een onderwerp dat uitdrukkelijk is uitgesloten van het ESH, binnen de reikwijdte ervan trekken. Ook bij een dynamische uitleg van een verdrag is dat mijns inziens een brug te ver.
Het tweede aspect dat een rol speelt bij de juridische kwalificatie van de argumentatie is dat de Commissie artikel 31 lid 3 onder c van het Weens Verdragenverdrag noemt om aan te geven dat het ESH moet worden geïnterpreteerd in overeenstemming met andere internationale rechtsregels die van toepassing zijn tussen de partijen. De Commissie onderbouwt niet wat ze hiermee bedoelt, maar mogelijk wordt gedoeld op het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind.[4] Als het WVv in zijn geheel wordt bekeken, volgen uit dat verdrag meer redenen om illegalen niet onder de werking van het ESH te laten vallen dan om dat wel te doen. Artikel 31 lid 1 van het WVv bepaalt dat de termen van een verdrag te goeder trouw dienen te worden uitgelegd overeenkomstig de gewone betekenis van die termen in hun context en in het licht van het voorwerp en het doel van het verdrag. De tekst van het verdrag is duidelijk: het verdrag kent alleen rechten toe aan personen die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven. De context van deze bepaling is ook duidelijk: deze tekst kan met geen ander doel zijn opgenomen dan om illegalen uit te sluiten van de werking van het ESH. Het is dan ook uitgesloten dat de partijen een andere betekenis aan deze termen hebben willen toekennen (vgl artikel 31 lid 4 WVv). Het oordeel van de Commissie dat illegalen desondanks onder het ESH vallen, zou onder deze omstandigheden zelfs kunnen worden opgevat als het niet te goeder trouw uitleggen van het ESH.
Het derde argument van de Commissie is dat het verdrag teleologisch, dat wil zeggen: naar het doel, moet worden geïnterpreteerd. Het hoofddoel van het ESH is het garanderen van sociale rechten. Gezien de tekst in de bijlage van het ESH is het echter duidelijk dat het garanderen van sociale rechten voor illegalen geen doel is dat met het ESH wordt nagestreefd. Een teleologische benadering kan daarom mijns inziens niet tot de conclusie leiden dat illegalen onder het ESH vallen. [5]
De vierde overweging van de Commissie komt er – samengevat – op neer dat het onwenselijk is dat de rechten van kwetsbare groepen met voeten worden getreden. Dat moge in de ogen van de Commissie een gegeven zijn, maar daarin kan op zich geen juridische basis worden gevonden om de personele werkingssfeer van het verdrag – tegen de letterlijke tekst in – uit te breiden.
Al met al overtuigt de argumentatie van de Commissie niet. Als partijen een verdrag sluiten, leveren zij daarmee een stukje van hun autonomie in. De staatssoevereiniteit brengt met zich mee dat de staten zelf kunnen bepalen welk stuk van hun autonomie de staten wel, en welk stuk zij niet inleveren. In het ESH hebben de verdragssluitende partijen uitdrukkelijk de autonomie willen behouden waar het illegale vreemdelingen betreft. De opvatting dat het ESH ook op illegalen van toepassing is, is derhalve een inbreuk op de Nederlandse soevereiniteit.
De resolutie van het Comité van ministers
De resolutie van het Comité[6] is nogal tegenstrijdig. Het Comité erkent (onder 2) de beperkingen in de personele werking van het ESH, maar geeft daarbij aan dat deze beperking de lidstaten niet van de verantwoordelijkheid ontheft om te voorkomen dat illegalen, en dan met name minderjarigen, dakloos worden. Vervolgens (onder 3) geeft het Comité aan ernaar uit te zien dat bij de volgende reportage de situatie volledig overeenstemt met het ESH.
In juridische bewoordingen zou deze redenatie op het volgende neerkomen: het ESH is niet van toepassing op illegalen, maar Nederland heeft toch de verplichting om te zorgen dat illegalen niet dakloos worden. Een vreemde redenering. Waar komt die verplichting dan wel vandaan? Kennelijk niet uit het ESH, want dat is niet van toepassing op illegalen. En als de verplichting niet uit het ESH volgt: wat moet Nederland dan nog veranderen om in de volgende reportage volledig aan de vereisten van het ESH te voldoen?
Wat nu?
De oordelen van de Commissie en de resoluties van het Comité zijn juridisch niet bindend en ontlenen hun kracht vooral aan de juridische sterkte van het oordeel. De kracht van de oordelen en resoluties van de Raad van Europa is dat de lidstaten deze in het algemeen volgen omdat de lidstaten overtuigd zijn van de juistheid ervan. Door te proberen de reikwijdte van het ESH tegen de letterlijke tekst van het verdrag in te vergroten, maakt de Commissie haar oordelen ongeloofwaardig en daarmee neemt ook de overtuigingskracht van andere oordelen af. De Nederlandse minister van Justitie heeft laten weten dat hij in de resolutie van het Comité geen aanleiding ziet om het vreemdelingenbeleid te veranderen.[7]
Conclusie
De besproken oordelen van de Commissie en het Comité kunnen de juridische toets naar mijn mening niet doorstaan. De staatssoevereiniteit staat eraan in de weg dat aan het ESH een betekenis wordt toegekend die uitdrukkelijk is uitgesloten in het verdrag zelf.
Als de Raad van Europa geloofwaardig wil blijven, verdient het aanbeveling om zorgvuldiger binnen de verdragsrechtelijke kaders te blijven.
--------------------------------------------------------------------------------
[1] Zie paragrafen 34 tot en met 38 van het rapport van de Commissie inzake klachtnummer 47/2008. Plak daarvoor de volgende link in de webbrowser: http://bit.ly/a1kPL3
[2[3] De term ‘levend verdrag’ is ontleend aan der echtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Vgl. EHRM 25 april 1978, Series A no. 26, § 31 (Tyrer - VK).
[4] Vgl. paragrafen 28 en 29 van het oordeel van de Commissie.
[5] Vgl. Mark E. Villiger, “Commentary on the 1969 Vienna Convention on the Law of Treaties”, Martinus Nijhoff publishers – Leiden-Boston 2009, p. 426-428. Villiger stelt nadrukkelijk dat de grens van de teleologische interpretatie ligt in de betekenis van de bepalingen van het verdrag zelf (p. 428).
[6] Resolutie aangenomen op 7 juli 2010 (kenmerk CM/ResChS(2010)6). Zie http://bit.ly/czdOzS]
[7] De Volkskrant 17 juli 2010, p. 8.[7] Zie http://bit.ly/dnwR5j
Vindplaats: http://www.juristenweblog.nl/artikelen.asp?aid=169&Raad-van-Europa:-terug-in-je-hok
De Raad van Europa vindt dat Nederland het Europees Sociaal Handvest schendt door kinderen van illegalen geen huisvesting te bieden. In dit artikel ga ik na op welke gronden de Raad van Europa tot deze conclusie komt en hoe een en ander juridisch is te waarderen, waarna ik concludeer dat het voor de Raad van Europa aan te bevelen is om binnen de verdragsrechtelijke opdracht te blijven.
Inleiding
Het Comité van ministers van de Raad van Europa (hierna: het Comité) heeft in een (overigens niet bindende) resolutie van 7 juli 2010 geoordeeld dat Nederland artikel 31 lid 2 (en artikel 17 lid 1 onder c) van het Europees Sociaal Handvest (hierna: het ESH) schendt door niet te voorzien in huisvesting voor illegaal in Nederland verblijvende kinderen. Met deze resolutie volgt het Comité een eerder oordeel van de Europese Commissie voor de Sociale Rechten (ook onderdeel van de Raad van Europa, hierna te noemen: de Commissie).
Dat het onwenselijk wordt bevonden dat kinderen zonder huisvesting komen te verkeren, is op zich niets nieuws. Ook in Nederland wordt deze opvatting breed gedeeld. Dat deze opvatting leidt tot het oordeel dat Nederland het ESH heeft geschonden door geen huisvesting te geven aan illegale kinderen, is naar mijn mening opmerkelijk te noemen, hetgeen ik hierna verder toelicht.
Juridisch kader
Artikel 31 lid 2 ESH bepaalt dat de lidstaten maatregelen nemen om dak- en thuisloosheid te verminderen teneinde het geleidelijk uit te bannen.
- In artikel N van het ESH staat dat de Bijlage van het ESH een integrerend onderdeel vormt van het ESH.
- In de Bijlage bij het ESH inzake de werkingssfeer met betrekking tot de te beschermen personen is bepaald dat dit ESH – op enkele hier niet van toepassing zijnde uitzonderingen na – slechts rechten toekent aan legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijvende personen.
Gezien deze bepalingen zijn de rechten uit het ESH alleen van toepassing op rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen en niet op illegalen. Hoe komen de Commissie en het Comité dan tot een andere conclusie?
De Commissie
De Commissie volgt de volgende redenering om tot de conclusie te komen dat ook illegale kinderen onder de reikwijdte van het ESH vallen:[1]
Ten eerste wijst de Commissie erop dat het ESH is bedoeld als complementair aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en dat het ESH een levend instrument is dat is gemaakt om de achterliggende doelen van het ESH, waaronder de menselijke waardigheid, te waarborgen. De Commissie wijst erop het ESH te interpreteren in het licht van de regels van het Weens Verdragenverdrag (hierna: WVv), waaronder artikel 31 lid 3, onder c, van dat verdrag waarin staat dat rekening moet worden gehouden met ‘any relevant rules of international law applicable in the relations between the parties’. De Commissie overweegt verder dat bij interpretatie van het ESH een teleologische benadering gezocht zou moeten worden, met andere woorden een interpretatiemethode waarbij zoveel mogelijk het doel van het verdrag wordt bereikt. Daarbij moeten bepalingen die het doel van het ESH in de weg staan restrictief worden gelezen. De bepalingen die het doel van het ESH in de weg staan kunnen geen rechtskracht hebben als zij tot gevolg hebben dat er onredelijke tegenovergestelde effecten worden bereikt als de bescherming van kwetsbare groepen op het spel staat. Daarbij wijst de Commissie op haar oordeel in klacht 14/2003 (FIDH v. France)[2], waar deze redenering al eerder werd gevolgd.
De argumentatie van de Commissie
Hoe is de argumentatie van de Commissie juridisch te kwalificeren?
Ten eerste het aspect van een ‘levend verdrag’[3]. In de literatuur wordt ook wel gesproken van een dynamische interpretatie, dat wil zeggen dat het verdrag niet (alleen) op de grond van geschiedenis en totstandkoming wordt geïnterpreteerd, maar vooral naar de eisen van de tijd. Deze visie op de interpretatie van verdragen biedt bij uitstek de mogelijkheid met het verstrijken van de tijd aan maatschappelijke ontwikkelingen recht te doen. Wat de Commissie doet is echter niet het interpreteren naar de eisen van de moderne tijd, maar een onderwerp dat uitdrukkelijk is uitgesloten van het ESH, binnen de reikwijdte ervan trekken. Ook bij een dynamische uitleg van een verdrag is dat mijns inziens een brug te ver.
Het tweede aspect dat een rol speelt bij de juridische kwalificatie van de argumentatie is dat de Commissie artikel 31 lid 3 onder c van het Weens Verdragenverdrag noemt om aan te geven dat het ESH moet worden geïnterpreteerd in overeenstemming met andere internationale rechtsregels die van toepassing zijn tussen de partijen. De Commissie onderbouwt niet wat ze hiermee bedoelt, maar mogelijk wordt gedoeld op het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind.[4] Als het WVv in zijn geheel wordt bekeken, volgen uit dat verdrag meer redenen om illegalen niet onder de werking van het ESH te laten vallen dan om dat wel te doen. Artikel 31 lid 1 van het WVv bepaalt dat de termen van een verdrag te goeder trouw dienen te worden uitgelegd overeenkomstig de gewone betekenis van die termen in hun context en in het licht van het voorwerp en het doel van het verdrag. De tekst van het verdrag is duidelijk: het verdrag kent alleen rechten toe aan personen die legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven. De context van deze bepaling is ook duidelijk: deze tekst kan met geen ander doel zijn opgenomen dan om illegalen uit te sluiten van de werking van het ESH. Het is dan ook uitgesloten dat de partijen een andere betekenis aan deze termen hebben willen toekennen (vgl artikel 31 lid 4 WVv). Het oordeel van de Commissie dat illegalen desondanks onder het ESH vallen, zou onder deze omstandigheden zelfs kunnen worden opgevat als het niet te goeder trouw uitleggen van het ESH.
Het derde argument van de Commissie is dat het verdrag teleologisch, dat wil zeggen: naar het doel, moet worden geïnterpreteerd. Het hoofddoel van het ESH is het garanderen van sociale rechten. Gezien de tekst in de bijlage van het ESH is het echter duidelijk dat het garanderen van sociale rechten voor illegalen geen doel is dat met het ESH wordt nagestreefd. Een teleologische benadering kan daarom mijns inziens niet tot de conclusie leiden dat illegalen onder het ESH vallen. [5]
De vierde overweging van de Commissie komt er – samengevat – op neer dat het onwenselijk is dat de rechten van kwetsbare groepen met voeten worden getreden. Dat moge in de ogen van de Commissie een gegeven zijn, maar daarin kan op zich geen juridische basis worden gevonden om de personele werkingssfeer van het verdrag – tegen de letterlijke tekst in – uit te breiden.
Al met al overtuigt de argumentatie van de Commissie niet. Als partijen een verdrag sluiten, leveren zij daarmee een stukje van hun autonomie in. De staatssoevereiniteit brengt met zich mee dat de staten zelf kunnen bepalen welk stuk van hun autonomie de staten wel, en welk stuk zij niet inleveren. In het ESH hebben de verdragssluitende partijen uitdrukkelijk de autonomie willen behouden waar het illegale vreemdelingen betreft. De opvatting dat het ESH ook op illegalen van toepassing is, is derhalve een inbreuk op de Nederlandse soevereiniteit.
De resolutie van het Comité van ministers
De resolutie van het Comité[6] is nogal tegenstrijdig. Het Comité erkent (onder 2) de beperkingen in de personele werking van het ESH, maar geeft daarbij aan dat deze beperking de lidstaten niet van de verantwoordelijkheid ontheft om te voorkomen dat illegalen, en dan met name minderjarigen, dakloos worden. Vervolgens (onder 3) geeft het Comité aan ernaar uit te zien dat bij de volgende reportage de situatie volledig overeenstemt met het ESH.
In juridische bewoordingen zou deze redenatie op het volgende neerkomen: het ESH is niet van toepassing op illegalen, maar Nederland heeft toch de verplichting om te zorgen dat illegalen niet dakloos worden. Een vreemde redenering. Waar komt die verplichting dan wel vandaan? Kennelijk niet uit het ESH, want dat is niet van toepassing op illegalen. En als de verplichting niet uit het ESH volgt: wat moet Nederland dan nog veranderen om in de volgende reportage volledig aan de vereisten van het ESH te voldoen?
Wat nu?
De oordelen van de Commissie en de resoluties van het Comité zijn juridisch niet bindend en ontlenen hun kracht vooral aan de juridische sterkte van het oordeel. De kracht van de oordelen en resoluties van de Raad van Europa is dat de lidstaten deze in het algemeen volgen omdat de lidstaten overtuigd zijn van de juistheid ervan. Door te proberen de reikwijdte van het ESH tegen de letterlijke tekst van het verdrag in te vergroten, maakt de Commissie haar oordelen ongeloofwaardig en daarmee neemt ook de overtuigingskracht van andere oordelen af. De Nederlandse minister van Justitie heeft laten weten dat hij in de resolutie van het Comité geen aanleiding ziet om het vreemdelingenbeleid te veranderen.[7]
Conclusie
De besproken oordelen van de Commissie en het Comité kunnen de juridische toets naar mijn mening niet doorstaan. De staatssoevereiniteit staat eraan in de weg dat aan het ESH een betekenis wordt toegekend die uitdrukkelijk is uitgesloten in het verdrag zelf.
Als de Raad van Europa geloofwaardig wil blijven, verdient het aanbeveling om zorgvuldiger binnen de verdragsrechtelijke kaders te blijven.
--------------------------------------------------------------------------------
[1] Zie paragrafen 34 tot en met 38 van het rapport van de Commissie inzake klachtnummer 47/2008. Plak daarvoor de volgende link in de webbrowser: http://bit.ly/a1kPL3
[2[3] De term ‘levend verdrag’ is ontleend aan der echtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Vgl. EHRM 25 april 1978, Series A no. 26, § 31 (Tyrer - VK).
[4] Vgl. paragrafen 28 en 29 van het oordeel van de Commissie.
[5] Vgl. Mark E. Villiger, “Commentary on the 1969 Vienna Convention on the Law of Treaties”, Martinus Nijhoff publishers – Leiden-Boston 2009, p. 426-428. Villiger stelt nadrukkelijk dat de grens van de teleologische interpretatie ligt in de betekenis van de bepalingen van het verdrag zelf (p. 428).
[6] Resolutie aangenomen op 7 juli 2010 (kenmerk CM/ResChS(2010)6). Zie http://bit.ly/czdOzS]
[7] De Volkskrant 17 juli 2010, p. 8.[7] Zie http://bit.ly/dnwR5j
Vindplaats: http://www.juristenweblog.nl/artikelen.asp?aid=169&Raad-van-Europa:-terug-in-je-hok
Hoe verhoudt zich deze uitspraak tot het arrest van het EHRM inzake Salah Sheekh? (zie uitspraak Raad van State)
LJN: BN2239, Raad van State , 201003742/1/V2
Datum uitspraak: 15-07-2010
Datum publicatie: 23-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Irak / kunstenaar / WBV 2008/28 subparagraaf 3.5 / geen kwetsbare minderheidsgroep
Tussen partijen is niet in geschil dat de vreemdeling als kunstenaar behoort tot de in het WBV in vorenbedoelde subparagraaf 3.5 genoemde groep van personen.
Uitspraak
201003742/1/V2.
Datum uitspraak: 15 juli 2010
Raad van State
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
1. de minister van Justitie (hierna: de minister),
2. [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, (hierna: de rechtbank) van 10 maart 2010 in zaak nr. 09/3538 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie (lees: de minister).
1. Procesverloop
Bij besluit van 19 januari 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 10 maart 2010, verzonden op 19 maart 2010, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdeling en de minister bij brieven, bij de Raad van State binnengekomen op 16 april 2010, hoger beroep ingesteld. Deze brieven zijn aangehecht.
De minister en de vreemdeling hebben een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
In het hoger beroep van de vreemdeling
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2.2. Het hoger beroep van de vreemdeling is kennelijk ongegrond.
In het hoger beroep van de minister
2.3. De Afdeling begrijpt de aangevallen uitspraak aldus, dat de rechtbank daarin heeft overwogen dat voor de vreemdeling geldt dat hij, vanwege zijn werkzaamheden als kunstenaar, reeds voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking komt, indien hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties aannemelijk heeft gemaakt dat hij het reëel risico loopt op een dreigende schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).
2.4. In zijn grieven, in hun onderlinge samenhang gelezen en samengevat weergegeven, klaagt de minister dat de rechtbank ten onrechte ervan is uitgegaan dat de vreemdeling, die als kunstenaar werkzaam is in een risicoberoep, behoort tot de in het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire 2000, nr. 2008/28 (hierna: het WBV) genoemde kwetsbare minderheidsgroepen. De rechtbank heeft niet onderkend dat personen werkzaam in risicoberoepen weliswaar behoren tot de in het WBV genoemde groepen van personen die verhoogde aandacht vragen, maar dat deze moeten worden onderscheiden van de eveneens in het WBV genoemde kwetsbare minderheidsgroepen en risicogroepen. Voor de vreemdeling geldt dan ook niet dat hij reeds voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking komt, indien hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties aannemelijk heeft gemaakt dat een dreigende schending van artikel 3 van het EVRM aanwezig is. De vreemdeling diende aannemelijk te maken dat hij vanwege zijn werkzaamheden als kunstenaar een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. Hij is hierin niet geslaagd, nu zijn asielrelaas niet geloofwaardig is. Dit heeft de rechtbank niet onderkend, aldus de minister.
2.4.1. Volgens het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) van 30 oktober 1991 in zaak nr. 13163/87, Vilvarajah tegen het Verenigd Koninkrijk (RV 1991, 19) dient, wil aannemelijk zijn dat de desbetreffende vreemdeling bij uitzetting een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling, sprake te zijn van specifieke onderscheidende kenmerken ("special distinguishing features"), waaruit een reëel risico voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM valt af te leiden. De enkele mogelijkheid ("mere possibility") van schending is onvoldoende.
2.4.2. Onder subparagraaf 3.5, "personen werkzaam in risicoberoepen", van het WBV wordt vermeld dat veel aanslagen plaatsvinden die zijn gericht tegen Irakezen die samenwerken met de regering, internationale organisaties of diplomatieke vertegenwoordigingen, buitenlandse bedrijven en met de Multi National Forces in Iraq. De situatie van personeel in het onderwijs en de gezondheidszorg is eveneens als zeer ernstig te omschrijven. Ook zouden studenten, artiesten, sportlieden en mensen werkzaam in de sport doelwit zijn van geweld. Over studenten, artiesten, sportlieden en mensen werkzaam in de sport vermeldt het WBV dat, indien een vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt vanwege deze werkzaamheden een gegronde vrees voor vervolging dan wel onmenselijke behandeling te hebben waartegen geen bescherming kan worden geboden, op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw 2000 een verblijfsvergunning asiel kan worden verleend. Het enkele feit dat een vreemdeling deze werkzaamheden heeft verricht is onvoldoende voor de conclusie dat er gegronde vrees is voor vervolging dan wel onmenselijke behandeling, aldus het WBV. Uit het vorenstaande vloeit niet voort dat op personen die behoren tot de onder 3.5 genoemde categorie het bijzondere toetsingskader van toepassing is dat in de Vreemdelingencirculaire 2000 onder C2/3.1.3. en C14/4.5. voor onderscheidenlijk kwetsbare minderheidsgroepen en risicogroepen wordt vermeld.
2.4.3. Tussen partijen is niet in geschil dat de vreemdeling als kunstenaar behoort tot de in het WBV in vorenbedoelde subparagraaf 3.5 genoemde groep van personen.
2.4.4. De minister klaagt terecht dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de groep van personen waartoe de vreemdeling behoort moet worden onderscheiden van de door de minister in het WBV aangewezen kwetsbare minderheidsgroepen. Voor de vreemdeling gold dan ook niet, zoals de minister terecht betoogt, dat hij reeds voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking kwam, indien hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties aannemelijk maakte dat, in samenhang met het behoren tot een bepaalde groep, een dreigende schending van artikel 3 van het EVRM aanwezig was.
2.4.5. Uit het vorenoverwogene volgt dat de vreemdeling, om voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking te komen, met inachtneming van hetgeen onder 2.4.1. is overwogen aannemelijk diende te maken dat hij een reëel risico liep op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. Nu uit hetgeen onder 2.2. is overwogen volgt dat in rechte vaststaat dat het asielrelaas van de vreemdeling ongeloofwaardig is, is daarmee gegeven dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt een reëel risico te lopen als vorenbedoeld, zoals de minister terecht betoogt. De door de vreemdeling gestelde moord op twee kunstenaars in 2005 maakt dit niet anders, reeds omdat uit het WBV blijkt dat de minister op grond van het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken inzake Irak van juni 2008 aanneemt dat personen werkzaam als kunstenaar doelwit kunnen zijn van geweld, hetgeen voor hem aanleiding was hen aan te wijzen als groep van personen die verhoogde aandacht vragen.
2.4.6. De grieven slagen.
2.5. Het hoger beroep van de minister is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 19 januari 2009 alsnog ongegrond verklaren.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep van de vreemdeling ongegrond;
II. verklaart het hoger beroep van de minister van Justitie gegrond;
III. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 10 maart 2010 in zaak nr. 09/3538;
IV. verklaart het door de vreemdeling bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. T.M.A. Claessens en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk
voorzitter
w.g. Van Loon
ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2010
284-572.
Verzonden: 15 juli 2010
Voor eensluidend afschrift,
de secretaris van de Raad van State,
mr. H.H.C. Visser
Datum uitspraak: 15-07-2010
Datum publicatie: 23-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Irak / kunstenaar / WBV 2008/28 subparagraaf 3.5 / geen kwetsbare minderheidsgroep
Tussen partijen is niet in geschil dat de vreemdeling als kunstenaar behoort tot de in het WBV in vorenbedoelde subparagraaf 3.5 genoemde groep van personen.
Uitspraak
201003742/1/V2.
Datum uitspraak: 15 juli 2010
Raad van State
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
1. de minister van Justitie (hierna: de minister),
2. [de vreemdeling] (hierna: de vreemdeling),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, (hierna: de rechtbank) van 10 maart 2010 in zaak nr. 09/3538 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie (lees: de minister).
1. Procesverloop
Bij besluit van 19 januari 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 10 maart 2010, verzonden op 19 maart 2010, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben de vreemdeling en de minister bij brieven, bij de Raad van State binnengekomen op 16 april 2010, hoger beroep ingesteld. Deze brieven zijn aangehecht.
De minister en de vreemdeling hebben een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
In het hoger beroep van de vreemdeling
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2.2. Het hoger beroep van de vreemdeling is kennelijk ongegrond.
In het hoger beroep van de minister
2.3. De Afdeling begrijpt de aangevallen uitspraak aldus, dat de rechtbank daarin heeft overwogen dat voor de vreemdeling geldt dat hij, vanwege zijn werkzaamheden als kunstenaar, reeds voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking komt, indien hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties aannemelijk heeft gemaakt dat hij het reëel risico loopt op een dreigende schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).
2.4. In zijn grieven, in hun onderlinge samenhang gelezen en samengevat weergegeven, klaagt de minister dat de rechtbank ten onrechte ervan is uitgegaan dat de vreemdeling, die als kunstenaar werkzaam is in een risicoberoep, behoort tot de in het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire 2000, nr. 2008/28 (hierna: het WBV) genoemde kwetsbare minderheidsgroepen. De rechtbank heeft niet onderkend dat personen werkzaam in risicoberoepen weliswaar behoren tot de in het WBV genoemde groepen van personen die verhoogde aandacht vragen, maar dat deze moeten worden onderscheiden van de eveneens in het WBV genoemde kwetsbare minderheidsgroepen en risicogroepen. Voor de vreemdeling geldt dan ook niet dat hij reeds voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking komt, indien hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties aannemelijk heeft gemaakt dat een dreigende schending van artikel 3 van het EVRM aanwezig is. De vreemdeling diende aannemelijk te maken dat hij vanwege zijn werkzaamheden als kunstenaar een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. Hij is hierin niet geslaagd, nu zijn asielrelaas niet geloofwaardig is. Dit heeft de rechtbank niet onderkend, aldus de minister.
2.4.1. Volgens het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) van 30 oktober 1991 in zaak nr. 13163/87, Vilvarajah tegen het Verenigd Koninkrijk (RV 1991, 19) dient, wil aannemelijk zijn dat de desbetreffende vreemdeling bij uitzetting een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling, sprake te zijn van specifieke onderscheidende kenmerken ("special distinguishing features"), waaruit een reëel risico voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM valt af te leiden. De enkele mogelijkheid ("mere possibility") van schending is onvoldoende.
2.4.2. Onder subparagraaf 3.5, "personen werkzaam in risicoberoepen", van het WBV wordt vermeld dat veel aanslagen plaatsvinden die zijn gericht tegen Irakezen die samenwerken met de regering, internationale organisaties of diplomatieke vertegenwoordigingen, buitenlandse bedrijven en met de Multi National Forces in Iraq. De situatie van personeel in het onderwijs en de gezondheidszorg is eveneens als zeer ernstig te omschrijven. Ook zouden studenten, artiesten, sportlieden en mensen werkzaam in de sport doelwit zijn van geweld. Over studenten, artiesten, sportlieden en mensen werkzaam in de sport vermeldt het WBV dat, indien een vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt vanwege deze werkzaamheden een gegronde vrees voor vervolging dan wel onmenselijke behandeling te hebben waartegen geen bescherming kan worden geboden, op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vw 2000 een verblijfsvergunning asiel kan worden verleend. Het enkele feit dat een vreemdeling deze werkzaamheden heeft verricht is onvoldoende voor de conclusie dat er gegronde vrees is voor vervolging dan wel onmenselijke behandeling, aldus het WBV. Uit het vorenstaande vloeit niet voort dat op personen die behoren tot de onder 3.5 genoemde categorie het bijzondere toetsingskader van toepassing is dat in de Vreemdelingencirculaire 2000 onder C2/3.1.3. en C14/4.5. voor onderscheidenlijk kwetsbare minderheidsgroepen en risicogroepen wordt vermeld.
2.4.3. Tussen partijen is niet in geschil dat de vreemdeling als kunstenaar behoort tot de in het WBV in vorenbedoelde subparagraaf 3.5 genoemde groep van personen.
2.4.4. De minister klaagt terecht dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de groep van personen waartoe de vreemdeling behoort moet worden onderscheiden van de door de minister in het WBV aangewezen kwetsbare minderheidsgroepen. Voor de vreemdeling gold dan ook niet, zoals de minister terecht betoogt, dat hij reeds voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking kwam, indien hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties aannemelijk maakte dat, in samenhang met het behoren tot een bepaalde groep, een dreigende schending van artikel 3 van het EVRM aanwezig was.
2.4.5. Uit het vorenoverwogene volgt dat de vreemdeling, om voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 in aanmerking te komen, met inachtneming van hetgeen onder 2.4.1. is overwogen aannemelijk diende te maken dat hij een reëel risico liep op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. Nu uit hetgeen onder 2.2. is overwogen volgt dat in rechte vaststaat dat het asielrelaas van de vreemdeling ongeloofwaardig is, is daarmee gegeven dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt een reëel risico te lopen als vorenbedoeld, zoals de minister terecht betoogt. De door de vreemdeling gestelde moord op twee kunstenaars in 2005 maakt dit niet anders, reeds omdat uit het WBV blijkt dat de minister op grond van het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken inzake Irak van juni 2008 aanneemt dat personen werkzaam als kunstenaar doelwit kunnen zijn van geweld, hetgeen voor hem aanleiding was hen aan te wijzen als groep van personen die verhoogde aandacht vragen.
2.4.6. De grieven slagen.
2.5. Het hoger beroep van de minister is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 19 januari 2009 alsnog ongegrond verklaren.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep van de vreemdeling ongegrond;
II. verklaart het hoger beroep van de minister van Justitie gegrond;
III. vernietigt de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, van 10 maart 2010 in zaak nr. 09/3538;
IV. verklaart het door de vreemdeling bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, voorzitter, en mr. T.M.A. Claessens en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk
voorzitter
w.g. Van Loon
ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2010
284-572.
Verzonden: 15 juli 2010
Voor eensluidend afschrift,
de secretaris van de Raad van State,
mr. H.H.C. Visser
In geval van vrijheidsbeperking op grond van artikel 6 Vw hoeft verweerder minder voortvarend te handelen als in het geval vreemdelingenbewaring ex artikel 59 Vw (uitspraak Raad van State)
LJN: BN2267, Raad van State , 200908081/1/V3
Datum uitspraak: 19-07-2010
Datum publicatie: 23-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vrijheidsontnemende maatregel / due diligence / voortvarend handelen
Het doel van de oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vw 2000, is de desbetreffende vreemdeling te beletten zich toegang te verschaffen tot Nederland en daarmee tot het Schengen-gebied. Indien een vreemdeling de toegang is geweigerd, dient hij zich op eigen initiatief zo spoedig mogelijk te begeven naar een land waar hem mogelijk wel toegang wordt verleend. Anders dan in het geval van inbewaringstelling op grond van artikel 59 van de Vw 2000, dat ziet op een zich reeds op het Nederlands grondgebied verblijvende vreemdeling, is bij het opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 6 van de Vw 2000 geen zicht op uitzetting vereist. Gelet hierop zal de minister niet in alle gevallen na toepassing van artikel 6 van de Vw 2000 onmiddellijk handelingen moeten verrichten om het vertrek te bewerkstelligen. In die gevallen echter waarin de minister handelingen verricht om het vertrek van de desbetreffende vreemdeling naar zijn land van herkomst of een ander land waartoe hij toegang kan verkrijgen, te faciliteren en waarin de duur van de vrijheidsontneming mede van het handelen van de minister afhankelijk wordt, zal hij daarbij, evenals bij een maatregel op grond van artikel 59 van de Vw 2000, voortvarend moeten handelen. Op 27 september 2009 heeft de staatssecretaris het voornemen uitgebracht om de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen af te wijzen, nu Groot Brittannië verantwoordelijk is op grond van artikel 16, eerste lid, onder c, van de Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend. Op 28 september 2009 heeft de vreemdeling een zienswijze ingediend en heeft de staatssecretaris naar aanleiding hiervan aangegeven niet af te zien van de claimprocedure. Acht dagen later, op 6 oktober 2009, is het dossier van de vreemdeling verzonden naar het Bureau Dublin. De enkele omstandigheid dat de minister in dit opzicht sneller had kunnen handelen, betekent echter, gelet op het totaal van de door de minister verrichte handelingen, niet dat in dit geval niet met gepaste voortvarendheid te werk is gegaan. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geoordeeld dat de minister niet de vereiste voortvarendheid heeft betracht. De grief slaagt derhalve
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 19-07-2010
Datum publicatie: 23-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vrijheidsontnemende maatregel / due diligence / voortvarend handelen
Het doel van de oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vw 2000, is de desbetreffende vreemdeling te beletten zich toegang te verschaffen tot Nederland en daarmee tot het Schengen-gebied. Indien een vreemdeling de toegang is geweigerd, dient hij zich op eigen initiatief zo spoedig mogelijk te begeven naar een land waar hem mogelijk wel toegang wordt verleend. Anders dan in het geval van inbewaringstelling op grond van artikel 59 van de Vw 2000, dat ziet op een zich reeds op het Nederlands grondgebied verblijvende vreemdeling, is bij het opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 6 van de Vw 2000 geen zicht op uitzetting vereist. Gelet hierop zal de minister niet in alle gevallen na toepassing van artikel 6 van de Vw 2000 onmiddellijk handelingen moeten verrichten om het vertrek te bewerkstelligen. In die gevallen echter waarin de minister handelingen verricht om het vertrek van de desbetreffende vreemdeling naar zijn land van herkomst of een ander land waartoe hij toegang kan verkrijgen, te faciliteren en waarin de duur van de vrijheidsontneming mede van het handelen van de minister afhankelijk wordt, zal hij daarbij, evenals bij een maatregel op grond van artikel 59 van de Vw 2000, voortvarend moeten handelen. Op 27 september 2009 heeft de staatssecretaris het voornemen uitgebracht om de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen af te wijzen, nu Groot Brittannië verantwoordelijk is op grond van artikel 16, eerste lid, onder c, van de Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend. Op 28 september 2009 heeft de vreemdeling een zienswijze ingediend en heeft de staatssecretaris naar aanleiding hiervan aangegeven niet af te zien van de claimprocedure. Acht dagen later, op 6 oktober 2009, is het dossier van de vreemdeling verzonden naar het Bureau Dublin. De enkele omstandigheid dat de minister in dit opzicht sneller had kunnen handelen, betekent echter, gelet op het totaal van de door de minister verrichte handelingen, niet dat in dit geval niet met gepaste voortvarendheid te werk is gegaan. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte geoordeeld dat de minister niet de vereiste voortvarendheid heeft betracht. De grief slaagt derhalve
Bron: rechtspraak.nl
Hoe zit het met de beroepstermijn als de rechtbank de uitspraak wijzigt? (uitspraak Raad van State)
LJN: BN2476, Raad van State , 200907183/1/V2
Datum uitspraak: 21-04-2010
Datum publicatie: 27-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Aanvang beroepstermijn bij gerectificeerde uitspraak
2.4. In dit geval is de termijn op 16 september 2009 geëindigd. Dat de uitspraak van 19 augustus 2009 op 31 augustus 2009 is gerectificeerd en een afschrift van de gerectificeerde uitspraak op 1 september 2009 is verzonden, heeft, anders dan de staatssecretaris in zijn hoger-beroepschrift van 29 september 2009 betoogt, geen nieuwe termijn voor het indienen van het hoger-beroepschrift doen aanvangen. Met de rectificatie is slechts een kennelijke verschrijving in het dictum hersteld en is de beslissing van de rechtbank niet gewijzigd, zodat daarmee geen uitspraak is gedaan. De staatssecretaris heeft het hoger-beroepschrift derhalve niet tijdig ingediend. De omstandigheid dat het dictum niet juist was, stond er niet aan in de weg tegen de uitspraak van 19 augustus 2009 binnen de daarvoor geldende termijn van vier weken hoger beroep in te stellen. Ook overigens zijn geen feiten en omstandigheden gesteld in verband waarmee redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de staatssecretaris in verzuim is geweest.
Bron: rechtspraak.nl
Dus altijd gewoon op tijd naar aanleiding van de eerste uitspraak reageren zou ik zeggen en als grief opnemen dat de rechtbank heeft aangegeven te gaan wijzigen en je daarom niet op dat gedeelte kan reageren.
Datum uitspraak: 21-04-2010
Datum publicatie: 27-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Aanvang beroepstermijn bij gerectificeerde uitspraak
2.4. In dit geval is de termijn op 16 september 2009 geëindigd. Dat de uitspraak van 19 augustus 2009 op 31 augustus 2009 is gerectificeerd en een afschrift van de gerectificeerde uitspraak op 1 september 2009 is verzonden, heeft, anders dan de staatssecretaris in zijn hoger-beroepschrift van 29 september 2009 betoogt, geen nieuwe termijn voor het indienen van het hoger-beroepschrift doen aanvangen. Met de rectificatie is slechts een kennelijke verschrijving in het dictum hersteld en is de beslissing van de rechtbank niet gewijzigd, zodat daarmee geen uitspraak is gedaan. De staatssecretaris heeft het hoger-beroepschrift derhalve niet tijdig ingediend. De omstandigheid dat het dictum niet juist was, stond er niet aan in de weg tegen de uitspraak van 19 augustus 2009 binnen de daarvoor geldende termijn van vier weken hoger beroep in te stellen. Ook overigens zijn geen feiten en omstandigheden gesteld in verband waarmee redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de staatssecretaris in verzuim is geweest.
Bron: rechtspraak.nl
Dus altijd gewoon op tijd naar aanleiding van de eerste uitspraak reageren zou ik zeggen en als grief opnemen dat de rechtbank heeft aangegeven te gaan wijzigen en je daarom niet op dat gedeelte kan reageren.
27 juli 2010
Van bootvluchteling tot 'meneer de directeur'
Van Vietnamese bootvluchteling tot directeur-eigenaar van een internationaal ingenieursbureau. Dat is het verhaal van Hien Kieu (42) in een notendop. "Toen een Nederlands vrachtschip ons oppikte, realiseerde ik me dat er een nieuw hoofdstuk begon."
Motorboot
Hien Kieu was veertien toen hij uit Vietnam vluchtte. Op een bootje in de Vietnamese kustwateren dobberde hij met zestig andere vluchtelingen rond tot ze door een Nederlands vrachtschip werden opgepikt. "De motor begaf het al na één dag en op de derde dag hadden we bijna geen drinkwater meer", vertelt Hien. "Ik werd zo ziek dat ze dachten dat ik het niet zou halen." Bijna dertig jaar later geeft Hien leiding aan een bedrijf met zeventien medewerkers in het Brabantse Sprang-Capelle en veertig in Vietnam. Hij ontwerpt al elf jaar geavanceerde machines voor grote opdrachtgevers als Philips, Corus en NedTrain.
Tweederangsburger
"Omdat mijn vader in de Vietnamoorlog voor de Amerikanen vocht, werden wij tweederangsburgers", zegt Hien. 'Mijn nieuwe leven begon toen een Nederlands vrachtschip ons oppikte. Op dat moment realiseerde ik me dat ik gered was. Dat er een nieuw hoofdstuk begon." Hij kwam terecht in een pleeggezin in het Brabantse Ossendrecht. Binnen tien jaar deed hij lts, mts en hts. Hien had nog wat moeite met de Nederlandse taal, maar omzeilde dat probleem in zijn vak met een eigen manier van technisch tekenen.
Kaaskop
Hiens ouders leven nog in Vietnam en hij zorgt ervoor dat ze niets tekort komen. Zelf trouwde hij met een Vietnamese. Samen kregen zij een dochter (12) en een zoon (10). Hij heeft ze zijn indrukwekkende vluchtverhaal nooit verteld. "Ik denk niet dat mijn kinderen beseffen dat ik vluchteling ben", zegt hij. "Laatst zei mijn zoontje wel: 'Jij bent geen Hollander, hè? Ik wel!'" Hien schatert: "'Ja', zei ik. 'Jij bent een echte kaaskop!'"
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/
Motorboot
Hien Kieu was veertien toen hij uit Vietnam vluchtte. Op een bootje in de Vietnamese kustwateren dobberde hij met zestig andere vluchtelingen rond tot ze door een Nederlands vrachtschip werden opgepikt. "De motor begaf het al na één dag en op de derde dag hadden we bijna geen drinkwater meer", vertelt Hien. "Ik werd zo ziek dat ze dachten dat ik het niet zou halen." Bijna dertig jaar later geeft Hien leiding aan een bedrijf met zeventien medewerkers in het Brabantse Sprang-Capelle en veertig in Vietnam. Hij ontwerpt al elf jaar geavanceerde machines voor grote opdrachtgevers als Philips, Corus en NedTrain.
Tweederangsburger
"Omdat mijn vader in de Vietnamoorlog voor de Amerikanen vocht, werden wij tweederangsburgers", zegt Hien. 'Mijn nieuwe leven begon toen een Nederlands vrachtschip ons oppikte. Op dat moment realiseerde ik me dat ik gered was. Dat er een nieuw hoofdstuk begon." Hij kwam terecht in een pleeggezin in het Brabantse Ossendrecht. Binnen tien jaar deed hij lts, mts en hts. Hien had nog wat moeite met de Nederlandse taal, maar omzeilde dat probleem in zijn vak met een eigen manier van technisch tekenen.
Kaaskop
Hiens ouders leven nog in Vietnam en hij zorgt ervoor dat ze niets tekort komen. Zelf trouwde hij met een Vietnamese. Samen kregen zij een dochter (12) en een zoon (10). Hij heeft ze zijn indrukwekkende vluchtverhaal nooit verteld. "Ik denk niet dat mijn kinderen beseffen dat ik vluchteling ben", zegt hij. "Laatst zei mijn zoontje wel: 'Jij bent geen Hollander, hè? Ik wel!'" Hien schatert: "'Ja', zei ik. 'Jij bent een echte kaaskop!'"
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/
BOEK: Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2009
Rechtspraak Vreemdelingenrecht 2009
H. Battjes, K.M. Zwaan (red.)
Een overzicht van de ontwikkelingen in de rechtspraak op het gebied van het vreemdelingen- en vluchtelingenrecht. Alle belangrijke uitspraken van het jaar 2009 in één handige uitgave.
De uitspraken zijn voorzien van bondige annotaties waarin gezaghebbende auteurs de uitspraak helder inleiden, de ontwikkeling van het betreffende leerstuk schetsen, en verwijzen naar relevante jurisprudentie en literatuur. Het uitgebreide register op zaken, wetsartikelen en chronologie van de uitspraken maakt deze bundel bijzonder toegankelijk.
bekijk de inhoudsopgave
ISBN 9789069169040
Druk 1e druk
Pagina's 602
Prijs 79,50 euro
Contactgegevens
Ars Aequi Libri
Sint Annastraat 1b
6524 EA Nijmegen
024-3241474
aalibri@arsaequi.nl
http://www.arsaequi.nl
H. Battjes, K.M. Zwaan (red.)
Een overzicht van de ontwikkelingen in de rechtspraak op het gebied van het vreemdelingen- en vluchtelingenrecht. Alle belangrijke uitspraken van het jaar 2009 in één handige uitgave.
De uitspraken zijn voorzien van bondige annotaties waarin gezaghebbende auteurs de uitspraak helder inleiden, de ontwikkeling van het betreffende leerstuk schetsen, en verwijzen naar relevante jurisprudentie en literatuur. Het uitgebreide register op zaken, wetsartikelen en chronologie van de uitspraken maakt deze bundel bijzonder toegankelijk.
bekijk de inhoudsopgave
ISBN 9789069169040
Druk 1e druk
Pagina's 602
Prijs 79,50 euro
Contactgegevens
Ars Aequi Libri
Sint Annastraat 1b
6524 EA Nijmegen
024-3241474
aalibri@arsaequi.nl
http://www.arsaequi.nl
24 juli 2010
Kamerstuk Algemene Aanbeveling nr. 26 inzake vrouwlijke arbeidsmigranten
Hier staat het rapport van een VN commissie die allerlei aanbevlingen doet om de positie van vrouwelijke legale en illegale migranten te verbeteren. Zo moet een land van bestemming volgens de commissie zorg dragen voor opvang en juridische bijstand als zo'n vrouw wegloopt bij een uitebuitende werkgever of een mishandelende echtgenoot. Je kan met zo'n aanbeveling niets afdwingen maar wellicht een leuk argument in een procedure.
Leven van asielzoekers in Bulgarije is geen lachertje
BOEKAREST, 23 juli 2010 (IPS) - Zowel in de gesloten centra als daarbuiten lijden vluchtelingen en asielzoekers een hard leven in Bulgarije. De samenleving staat er niet bepaald open voor deze groepen mensen. Dat werd nog maar eens duidelijk na een betoging tegen het gesloten centrum Busmantsi.
De protestactie vorige maand, die zestig tot zeventigmensen op de been bracht, wou symbolisch het gesloten centrum Busmantsi voor sans-papiers in de Bulgaarse hoofdstad Sofia sluiten. De actievoerders vroegen dat de Bulgaarse wet wordt aangepast om illegale immigranten te regulariseren zodat ze toegang krijgen tot gezondheidszorg, onderwijs en werk.
Volgens een deelnemer, de 26-jarige Vassil, vroegen de manifestanten ook wettelijke garanties tegen arbitraire opsluiting en wettelijke oplossingen voor onnodig lange opsluiting. Maar ook legale bijstand en geschikte gezondheids- en onderwijsdiensten voor wie in Busmantsi verblijft, vrije toegang tot middelbaar onderwijs voor buitenlanders ongeacht hun wettelijke status, en toegang tot sociale zekerheid en gezondheidszorg voor alle wettelijk tewerkgestelde buitenlanders en hun kinderen, ongeacht hun immigratiestatus.
Momenteel verblijven er tot honderd mensen in Busmantsi, voornamelijk mensen zonder papieren die aan de grens opgepakt werden.
Richtlijn
Voor de Europese richtlijn van eind 2008, die de opsluiting beperkt tot 6 maanden (uitzonderlijk tot 18 maanden), had Bulgarije geen limiet voor het verblijf van immigranten in gesloten centra. Ze konden er jaren worden vastgehouden. Sinds de richtlijn in mei 2009 werd geïmplementeerd, werden velen die langer dan anderhalf jaar opgesloten zaten, vrijgelaten uit Busmantsi.
Maar de problemen blijven. De maximum termijn van achttien maanden, bedoeld voor uitzonderlijke gevallen, zou nu als norm gelden in Bulgarije. Bovendien zitten verschillende soorten mensen arbitrair opgesloten in Busmantsi, verklaart Kristina Gologanova van de ngo Assistance Centre for Torture Survivors (ACET). Nieuwkomers die bescherming vragen, zitten door administratieve capaciteit maanden vast in Busmantsi. In de gesloten instelling vind je ook veel Afghanen. Ze zijn afgewezen door Bulgarije, maar kunnen niet terug naar Afghanistan omdat ze geen papieren hebben.
Geen integratie
De directeur van Busmantsi verzekert dat er inspanningen gebeuren om de asielzoekers de beste zorg te verlenen. Hij denkt dat het leven in het gesloten centrum beter kan zijn dan erbuiten. "We kunnen mensen niet zomaar laten vertrekken als ze niet de nodige documenten hebben", verklaart Yotko Andreev. "Dat betekent op straat leven. Weinigen vragen zich af wat het alternatief is voor deze mensen als ze niet Busmantsi verblijven."
Het leven na Busmantsi is hard zowel voor asielzoekers die geregulariseerd werden als voor diegenen die illegaal blijven. Niet-geregulariseerden die na 18 maanden vrijgelaten worden, moeten zich dagelijks melden bij de lokale autoriteiten. Voor anderen met de status van vluchteling bestaat er geen strategie voor integratie. Er is sprake van intimidatie en zelfs occasioneel geweld tegen vreemdelingen. Een job is moeilijk te vinden en kinderen die naar school willen, moeten slagen voor een toelatingsproef in het Bulgaars.
"Bulgarije is niet bepaald open voor deze groepen mensen", stelt Gologanova vast. "Velen redeneren: we hebben zelf geen geld, hoe kunnen we dan mensen uit andere landen opvangen? Sommigen denken zelfs dat immigranten terroristen, drugverslaafden en mensensmokkelaars zijn." Zelfs wie erkend wordt als vluchteling, verlaat na één of twee jaar het land, vermoedt ze.
Samen met Roemenië is Bulgarije de nieuwe grens van de EU, op de weg naar het Midden-Oosten en Azië naar Europa. Toch laat Bulgarije in de voorbije jaren procentueel gezien steeds minder immigranten toe, aldus de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR. De organisatie waarschuwde dat de Bulgaarse cijfers vooral voor Irakezen (de tweede grootste groep vluchtelingen en asielzoekers in de wereld) gevaarlijk fel gedaald is.
Bron: http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=29269&cHash=d555aeca0e
De protestactie vorige maand, die zestig tot zeventigmensen op de been bracht, wou symbolisch het gesloten centrum Busmantsi voor sans-papiers in de Bulgaarse hoofdstad Sofia sluiten. De actievoerders vroegen dat de Bulgaarse wet wordt aangepast om illegale immigranten te regulariseren zodat ze toegang krijgen tot gezondheidszorg, onderwijs en werk.
Volgens een deelnemer, de 26-jarige Vassil, vroegen de manifestanten ook wettelijke garanties tegen arbitraire opsluiting en wettelijke oplossingen voor onnodig lange opsluiting. Maar ook legale bijstand en geschikte gezondheids- en onderwijsdiensten voor wie in Busmantsi verblijft, vrije toegang tot middelbaar onderwijs voor buitenlanders ongeacht hun wettelijke status, en toegang tot sociale zekerheid en gezondheidszorg voor alle wettelijk tewerkgestelde buitenlanders en hun kinderen, ongeacht hun immigratiestatus.
Momenteel verblijven er tot honderd mensen in Busmantsi, voornamelijk mensen zonder papieren die aan de grens opgepakt werden.
Richtlijn
Voor de Europese richtlijn van eind 2008, die de opsluiting beperkt tot 6 maanden (uitzonderlijk tot 18 maanden), had Bulgarije geen limiet voor het verblijf van immigranten in gesloten centra. Ze konden er jaren worden vastgehouden. Sinds de richtlijn in mei 2009 werd geïmplementeerd, werden velen die langer dan anderhalf jaar opgesloten zaten, vrijgelaten uit Busmantsi.
Maar de problemen blijven. De maximum termijn van achttien maanden, bedoeld voor uitzonderlijke gevallen, zou nu als norm gelden in Bulgarije. Bovendien zitten verschillende soorten mensen arbitrair opgesloten in Busmantsi, verklaart Kristina Gologanova van de ngo Assistance Centre for Torture Survivors (ACET). Nieuwkomers die bescherming vragen, zitten door administratieve capaciteit maanden vast in Busmantsi. In de gesloten instelling vind je ook veel Afghanen. Ze zijn afgewezen door Bulgarije, maar kunnen niet terug naar Afghanistan omdat ze geen papieren hebben.
Geen integratie
De directeur van Busmantsi verzekert dat er inspanningen gebeuren om de asielzoekers de beste zorg te verlenen. Hij denkt dat het leven in het gesloten centrum beter kan zijn dan erbuiten. "We kunnen mensen niet zomaar laten vertrekken als ze niet de nodige documenten hebben", verklaart Yotko Andreev. "Dat betekent op straat leven. Weinigen vragen zich af wat het alternatief is voor deze mensen als ze niet Busmantsi verblijven."
Het leven na Busmantsi is hard zowel voor asielzoekers die geregulariseerd werden als voor diegenen die illegaal blijven. Niet-geregulariseerden die na 18 maanden vrijgelaten worden, moeten zich dagelijks melden bij de lokale autoriteiten. Voor anderen met de status van vluchteling bestaat er geen strategie voor integratie. Er is sprake van intimidatie en zelfs occasioneel geweld tegen vreemdelingen. Een job is moeilijk te vinden en kinderen die naar school willen, moeten slagen voor een toelatingsproef in het Bulgaars.
"Bulgarije is niet bepaald open voor deze groepen mensen", stelt Gologanova vast. "Velen redeneren: we hebben zelf geen geld, hoe kunnen we dan mensen uit andere landen opvangen? Sommigen denken zelfs dat immigranten terroristen, drugverslaafden en mensensmokkelaars zijn." Zelfs wie erkend wordt als vluchteling, verlaat na één of twee jaar het land, vermoedt ze.
Samen met Roemenië is Bulgarije de nieuwe grens van de EU, op de weg naar het Midden-Oosten en Azië naar Europa. Toch laat Bulgarije in de voorbije jaren procentueel gezien steeds minder immigranten toe, aldus de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR. De organisatie waarschuwde dat de Bulgaarse cijfers vooral voor Irakezen (de tweede grootste groep vluchtelingen en asielzoekers in de wereld) gevaarlijk fel gedaald is.
Bron: http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=29269&cHash=d555aeca0e
23 juli 2010
Vaak complicaties bij zwangere asielzoekers
Levensbedreigende complicaties treffen zwangere asielzoekers 4,5 maal vaker dan Nederlandse vrouwen. Dat blijkt uit onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum. Onderzoeksleider professor Jos van Roosmalen wijst naast de communicatieproblemen tussen asielzoekers en zorgverleners naar de moeite die asielzoekers moeten doen om een dokter te bereiken.
Drie weken geleden overleed een zwangere Somalische vrouw die niet naar het ziekenhuis gebracht was in het asielzoekerscentrum in Leersum. „Het is wrang welke enorme barrières we in dit land opwerpen voor deze mensen om toegang te krijgen tot adequate zorg waar ze recht op hebben”, zegt de hoogleraar Veilig moederschap. Door hun vele overplaatsingen gaat bovendien veel informatie over asielzoekers verloren.
Uit het onderzoek over de periode 2004 tot 2006 blijkt dat ernstige problemen zich bij 6.8 op de 1.000 autochtone vrouwen voordoen. Bij migranten met een verblijfsvergunning is dit 8.4 per 1.000 en bij vrouwen in asielzoekerscentra zelfs 31 per 1.000 vrouwen.
Bron: http://www.nrc.nl/binnenland/article2587223.ece/Vaak_complicaties_bij_zwangere_asielzoekers
Drie weken geleden overleed een zwangere Somalische vrouw die niet naar het ziekenhuis gebracht was in het asielzoekerscentrum in Leersum. „Het is wrang welke enorme barrières we in dit land opwerpen voor deze mensen om toegang te krijgen tot adequate zorg waar ze recht op hebben”, zegt de hoogleraar Veilig moederschap. Door hun vele overplaatsingen gaat bovendien veel informatie over asielzoekers verloren.
Uit het onderzoek over de periode 2004 tot 2006 blijkt dat ernstige problemen zich bij 6.8 op de 1.000 autochtone vrouwen voordoen. Bij migranten met een verblijfsvergunning is dit 8.4 per 1.000 en bij vrouwen in asielzoekerscentra zelfs 31 per 1.000 vrouwen.
Bron: http://www.nrc.nl/binnenland/article2587223.ece/Vaak_complicaties_bij_zwangere_asielzoekers
Wie betaalt er voor de tickets voor de familieleden van een asielzoeker die naar Nederland mogen komen?
Nou heb ik altijd gedacht dat het IOM dat deed. Dat gebeurde in ieder geval toen ik bij Vluchtelingenwerk werkte maar nu lees ik vandaag dit:
Vluchtelingenwerk zoekt weldoeners
HEINKENSZAND - Vluchtelingenwerk in de gemeente Borsele zoekt weldoeners die willen helpen om de gezinshereniging van erkende vluchtelingen te betalen.
Afgelopen half jaar werden in Zeeland vijftien vluchtelingengezinnen herenigd, vaak na jaren, weet Ronneke van den Wildenberg, coördinator in Borsele. De stichting zelf kan hooguit dertig procent van de vliegtickets bekostigen. Voor de rest zoekt de stichting weldoeners.
Als een asielzoeker een verblijfstatus krijgt, mag die werk zoeken en binnen drie maanden om gezinshereniging vragen, maar zo iemand heeft nog amper inkomen. Tijdens het jaar van onderzoek door de IND moet de familie meest schuilen in een ander land. Reis- en verblijfskosten lopen wel op tot 7000 euro, zegt Van den Wildenberg, die momenteel geld zoekt voor een Somalische vader van zes kinderen in Heinkenszand.
VluchtelingenWerk Zeeland, locatie Borsele: 0113-316305.
Bron: http://www.pzc.nl/regio/bevelandentholen/7024557/Vluchtelingenwerk-zoekt-weldoeners.ece
Vluchtelingenwerk zoekt weldoeners
HEINKENSZAND - Vluchtelingenwerk in de gemeente Borsele zoekt weldoeners die willen helpen om de gezinshereniging van erkende vluchtelingen te betalen.
Afgelopen half jaar werden in Zeeland vijftien vluchtelingengezinnen herenigd, vaak na jaren, weet Ronneke van den Wildenberg, coördinator in Borsele. De stichting zelf kan hooguit dertig procent van de vliegtickets bekostigen. Voor de rest zoekt de stichting weldoeners.
Als een asielzoeker een verblijfstatus krijgt, mag die werk zoeken en binnen drie maanden om gezinshereniging vragen, maar zo iemand heeft nog amper inkomen. Tijdens het jaar van onderzoek door de IND moet de familie meest schuilen in een ander land. Reis- en verblijfskosten lopen wel op tot 7000 euro, zegt Van den Wildenberg, die momenteel geld zoekt voor een Somalische vader van zes kinderen in Heinkenszand.
VluchtelingenWerk Zeeland, locatie Borsele: 0113-316305.
Bron: http://www.pzc.nl/regio/bevelandentholen/7024557/Vluchtelingenwerk-zoekt-weldoeners.ece
Holiday
Ik kreeg een heel bezorgd mailtje van een lezer of alles wel goed ging omdat het zo stil was van mijn kant. Wel alles is ok. Ik ben lekker een paar dagen naar mijn ouders geweest en bij mijn oud IND-collega op de camping langs geweest. Ik zal mijn best doen om weer leuke, schrijnende of leerzame (of heel saaie) stukjes voor jullie te vinden. Beneden een foto van de Es in Norg (bij Assen) met nog net het dak van mijn ouders huis in beeld.
15 juli 2010
Kamervragen gesteld over 10 urencriterium voor werkende studenten van buiten Europa
Zie de kamervragen hier: de kamervragen tekst
Tot nu toe is het zo dat je als niet Europese student maximaal 10 uur per week mag werken en je werkgever moet wel een tewerkstellingsvergunning aanvragen voor je.
Tot nu toe is het zo dat je als niet Europese student maximaal 10 uur per week mag werken en je werkgever moet wel een tewerkstellingsvergunning aanvragen voor je.
Inhoudsopgave Update van Vluchtelingenwerk
▼ ABRvS, 31 mei 2010, over verhouding taalanalyse en ambtsbericht Irak
▼ Rb Rotterdam, 10 juni 2010, nova is dat eiser in eerste procedure mogelijk niet coherent en consistent heeft verklaard
▼ Vzr Rotterdam, 3 juni 2010, over vrijstelling mvv-vereiste op grond van art. 8 EVRM
▼ Brief minister van Justitie, 7 juni 2010, over art. 3 en 8 EVRM in nationale vreemdelingenbeleid
▼ Brief minister van Justitie, 2 juli 2010, over inkomenseis bij gezinsvorming
▼ Serie ‘De nieuwe asielprocedure’ Deel 3: de verlengde asielprocedure
▼ Antwoord minister BuZa op Kamervragen, 11 juni 2010: veiligheidssituatie Irak verslechterd
▼ Signaleringen Landeninformatie
▼ Nieuw op VluchtWeb
▼ Naar het UPdate-archief
Gratis UPdate per e-mail?
Stuur een mail naar: update@vluchtelingenwerk.nl
U ontvangt de UPdate vervolgens elke woensdagmiddag.
Redactie: mr. Steven Ammeraal (SA), drs. Barbara Bierhuizen (BB), drs. Laurence Verkooyen (LV), drs. Frank van der Meer (FM, eindredactie).
Vragen of suggesties: (020) 346 72 50 of helpdesk@vluchtelingenwerk.nl.
▼ Rb Rotterdam, 10 juni 2010, nova is dat eiser in eerste procedure mogelijk niet coherent en consistent heeft verklaard
▼ Vzr Rotterdam, 3 juni 2010, over vrijstelling mvv-vereiste op grond van art. 8 EVRM
▼ Brief minister van Justitie, 7 juni 2010, over art. 3 en 8 EVRM in nationale vreemdelingenbeleid
▼ Brief minister van Justitie, 2 juli 2010, over inkomenseis bij gezinsvorming
▼ Serie ‘De nieuwe asielprocedure’ Deel 3: de verlengde asielprocedure
▼ Antwoord minister BuZa op Kamervragen, 11 juni 2010: veiligheidssituatie Irak verslechterd
▼ Signaleringen Landeninformatie
▼ Nieuw op VluchtWeb
▼ Naar het UPdate-archief
Gratis UPdate per e-mail?
Stuur een mail naar: update@vluchtelingenwerk.nl
U ontvangt de UPdate vervolgens elke woensdagmiddag.
Redactie: mr. Steven Ammeraal (SA), drs. Barbara Bierhuizen (BB), drs. Laurence Verkooyen (LV), drs. Frank van der Meer (FM, eindredactie).
Vragen of suggesties: (020) 346 72 50 of helpdesk@vluchtelingenwerk.nl.
Makkelijk en gratis e-mail abonnement op dit weblog
Super simpel: u stuurt uw e-mail adres en LET HEEL ERG GOED op een mail van Google of Feedburner waarin u wordt gevraagd dit te bevestigen en doet dat dan. Want anders werkt het helaas niet!
Misschien ook leuk voor u: de groep Vreemdelingenrecht op Linkedin waarin u met elkaar kunt praten over het vreemdelingenrecht.
Misschien ook leuk voor u: de groep Vreemdelingenrecht op Linkedin waarin u met elkaar kunt praten over het vreemdelingenrecht.
VACATURE: advocaat stagiaire (o.a. vreemdelingenrecht)
Bosma cs Advocaten is een klein advocatenkantoor gevestigd in het arrondissement Assen. Ons kantoor houdt zich met name bezig met vreemdelingenrecht, strafrecht en personen- en familierecht.
Wij zijn op zoek naar een advocaat-stagiaire met kennis van en/of belangstelling voor deze rechtsgebieden.
Voor sollicitaties en informatie:
mr. R. Bosma, Stationsstraat 31, 9401 KW Assen, T 0592 314996, info@bosmacsadvocaten.nl
Bron: jbb.nl
Wij zijn op zoek naar een advocaat-stagiaire met kennis van en/of belangstelling voor deze rechtsgebieden.
Voor sollicitaties en informatie:
mr. R. Bosma, Stationsstraat 31, 9401 KW Assen, T 0592 314996, info@bosmacsadvocaten.nl
Bron: jbb.nl
12 juli 2010
Aantrekkelijkste landen voor kennismigranten
Technici en ingenieurs migreren naar bestemmingen waar hun kwaliteit het best beloond wordt; wetenschappers en ondernemers hebben andere prioriteiten.
ENGINEERINGNET -- Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat de Verenigde Staten, Zwitserland en Nederland de aantrekkelijkste bestemmingen voor kennismigranten.
Kennismigranten worden vaak (in 37 procent van de gevallen) door hun werkgever uitgezonden. Anderen (32 procent), zoals technici en ingenieurs, bezitten kennis en vaardigheden die wereldwijd inzetbaar en gevraagd zijn. Zij migreren naar bestemmingen waar hun kwaliteit het best beloond wordt.
Wetenschappers kiezen dan weer vaak voor de plekken waar zij hun onderzoek het best kunnen uitvoeren, daar waar het meeste geld en vrijheid is.
En ondernemende kennismigranten zoeken kansen: zij worden vooral aangetrokken tot plaatsen waar kansen zijn en ze niet belemmerd worden door wet- en regelgeving.
Ook landen als Duitsland, Canada en Australië blijken aantrekkelijk voor de kennismigrant. << (KV) (Foto School of thinking)
Bron: http://www.engineeringnet.be/belgie/detail_belgie.asp?Id=4472
ENGINEERINGNET -- Uit een Nederlands onderzoek blijkt dat de Verenigde Staten, Zwitserland en Nederland de aantrekkelijkste bestemmingen voor kennismigranten.
Kennismigranten worden vaak (in 37 procent van de gevallen) door hun werkgever uitgezonden. Anderen (32 procent), zoals technici en ingenieurs, bezitten kennis en vaardigheden die wereldwijd inzetbaar en gevraagd zijn. Zij migreren naar bestemmingen waar hun kwaliteit het best beloond wordt.
Wetenschappers kiezen dan weer vaak voor de plekken waar zij hun onderzoek het best kunnen uitvoeren, daar waar het meeste geld en vrijheid is.
En ondernemende kennismigranten zoeken kansen: zij worden vooral aangetrokken tot plaatsen waar kansen zijn en ze niet belemmerd worden door wet- en regelgeving.
Ook landen als Duitsland, Canada en Australië blijken aantrekkelijk voor de kennismigrant. << (KV) (Foto School of thinking)
Bron: http://www.engineeringnet.be/belgie/detail_belgie.asp?Id=4472
Uitzettingsgevaar bij terugzending naar Griekenland (uitspraak)
LJN: BN0794, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Maastricht , AWB 10 / 941 en AWB 10 / 947
Datum uitspraak: 09-07-2010
Datum publicatie: 12-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Inhoudsindicatie: Dublin / Griekenland / UNHCR-rapport van 10 december 2009
Uit het rapport blijkt dat het door verweerder gemaakte onderscheid tussen ‘gewone’ asielzoekers enerzijds en Dublinclaimanten anderzijds in de Griekse asielpraktijk niet bestaat. In zoverre kan dan ook naar het oordeel van de rechtbank niet gezegd worden dat het rapport geen concrete aanknopingspunten bevat dat Griekenland asielzoekers die in het kader van de Dublinverordening zijn overgedragen, in strijd met zijn non-refoulementverplichtingen verwijdert. Onder de aldus gegeven omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verweerder de stellingen van eisers dat zij in Griekenland dreigen te worden uitgezet in strijd met artikel 3 van het EVRM en het Vluchtelingenverdrag en dat er in Griekenland onvoldoende mogelijkheden zijn om een uitzetting in strijd met die bepalingen te voorkomen, onvoldoende heeft weerlegd.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 09-07-2010
Datum publicatie: 12-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Inhoudsindicatie: Dublin / Griekenland / UNHCR-rapport van 10 december 2009
Uit het rapport blijkt dat het door verweerder gemaakte onderscheid tussen ‘gewone’ asielzoekers enerzijds en Dublinclaimanten anderzijds in de Griekse asielpraktijk niet bestaat. In zoverre kan dan ook naar het oordeel van de rechtbank niet gezegd worden dat het rapport geen concrete aanknopingspunten bevat dat Griekenland asielzoekers die in het kader van de Dublinverordening zijn overgedragen, in strijd met zijn non-refoulementverplichtingen verwijdert. Onder de aldus gegeven omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verweerder de stellingen van eisers dat zij in Griekenland dreigen te worden uitgezet in strijd met artikel 3 van het EVRM en het Vluchtelingenverdrag en dat er in Griekenland onvoldoende mogelijkheden zijn om een uitzetting in strijd met die bepalingen te voorkomen, onvoldoende heeft weerlegd.
Bron: rechtspraak.nl
VACATURE: Advocaat medewerker arbeidsrecht (ook WAV)
Vacaturebeschrijving
“Certa Legal, people who make things happen”
Als eerste full service juridische dienstverlener van Nederland is Certa Legal een pionier in haar vakgebied. Wij ondersteunen onze cliënten in al hun juridische zaken vanuit de volgende Business Lines:
• Certa Legal Advocaten
• Certa Legal Interim & Services
• Certa Legal Credit Management
• Certa Legal Compliance
• Certa Legal Tax
Certa Legal (CL) is één van de snelst groeiende juridische dienstverleners en is sinds haar oprichting in september 2004 uitgegroeid tot een volwaardige speler op de zakelijke markt.
Voor de verdere ondersteuning en uitbreiding van de Arbeidsrecht praktijk binnen Certa Legal Advocaten komen wij graag in gesprek met een ervaren:
Advocaat medewerker Arbeidsrecht (m/v)
Het kantoor:
Certa Legal Advocaten is een advocatenkantoor dat zich op unieke wijze richt op het bedrijfsleven, overheden en non-profit instellingen. Op unieke wijze, vanwege de nauwe samenwerking met de overige onderdelen van Certa Legal. Het spreekt voor zich dat de advocaten bovendien op moderne, praktische en bovenal kwalitatief hoogstaande wijze adviseren en procederen.
De cliënten van Certa Legal Advocaten variëren van nationaal opererende MKB-bedrijven tot internationale beursgenoteerde ondernemingen. Die variëteit in cliëntenportefeuille is een bewuste keuze van de oprichters, die hun kennis en ervaring hebben opgedaan bij advocatenkantoren van verschillende omvang en met verschillende werkwijzen. Certa Legal Advocaten werkt voor cliënten die actief zijn in voornamelijk de volgende sectoren: banken en overige financiële instellingen, sport, marketing, media, entertainment, ICT, zorg, hotel/horeca, bouw en vastgoed.
De praktijk:
In de dagelijkse praktijk richten de advocaten van Certa Legal zich, wat arbeidsrecht betreft, op kleine tot (middel)grote ondernemingen en het hogere segment aan werknemers, zoals managers en (statutair) directeuren. Daarbij is de sectie arbeidsrecht bezig met het arbeidsrecht in de breedste zin van het woord. Dat wil zeggen advisering over Collectieve arbeidsovereenkomsten, (individueel en collectief) ontslag, aanpassing en harmonisering arbeidsvoorwaarden, geschillen inzake concurrentie/relatiebedingen en onrechtmatige concurrentie en alles aangaande de overeenkomst van opdracht. Daarnaast wordt er bijvoorbeeld ook geadviseerd op het gebied van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) en inzake kwesties die zich begeven op het vlak van sportrecht.
Het profiel:
•Bij voorkeur minimaal 4 jaar aantoonbare ervaring als arbeidsrechtadvocaat bij een niche kantoor of een sectie arbeidsrecht van een (middel)groot kantoor. Ook werkervaring op andere rechtsgebieden is zeker een pre.
•Aantoonbare proceservaring is een must. Daarbij moet worden gedacht aan ontbindingsprocedures, maar ook het voeren van bodemprocedures, appelzaken en voorlopige voorzieningen betreffende concurrentiebedingen, loonvorderingen etc.
•In staat om zelfstandig zaken af te handelen en de strategie te bepalen in dossiers. Daarbij zijn goede contactuele eigenschappen en onderhandelingsvaardigheden van groot belang..
•Uitstekende beheersing van de Nederlandse en Engelse taal in woord en geschrift.
•Publicaties op het gebied van arbeidsrecht (of aangaande een ander rechtsgebied) zijn een pre.
•Afgeronde postacademische leergang arbeidsrecht (PALA) of Grotius is een pre.
•Een stevige, initiatiefrijke en flexibele persoonlijkheid.
•Praktisch en commercieel ingesteld (sterk in relatiebeheer).
Het aanbod:
Certa Legal Advocaten biedt een plaats in een groeiende organisatie met alle ruimte voor initiatief en de directe revenuen daar van. Een uitstekende positie voor een advocaat met enthousiasme en durf om een zelfstandige praktijk verder uit te bouwen. De ruimte om zelf balans werk en privé op te maken.
Voor meer informatie of sollicitatie:
Mevrouw drs. D. Schrauwers
HR Manager
020-5216699
dschrauwers@certalegal.nl
Bron: http://vacatures.trovit.nl/index.php/cod.frame/url.http%253A%252F%252Fwww.jbb.nl%252Fvacature%252F%252Fadvocaat-medewerker-arbeidsrecht-m-v%252F14595%252Fadvocaat-medewerker-arbeidsrecht-m-v.html/id_ad.6827532/type.0/what.vreemdelingen/pos.0/
“Certa Legal, people who make things happen”
Als eerste full service juridische dienstverlener van Nederland is Certa Legal een pionier in haar vakgebied. Wij ondersteunen onze cliënten in al hun juridische zaken vanuit de volgende Business Lines:
• Certa Legal Advocaten
• Certa Legal Interim & Services
• Certa Legal Credit Management
• Certa Legal Compliance
• Certa Legal Tax
Certa Legal (CL) is één van de snelst groeiende juridische dienstverleners en is sinds haar oprichting in september 2004 uitgegroeid tot een volwaardige speler op de zakelijke markt.
Voor de verdere ondersteuning en uitbreiding van de Arbeidsrecht praktijk binnen Certa Legal Advocaten komen wij graag in gesprek met een ervaren:
Advocaat medewerker Arbeidsrecht (m/v)
Het kantoor:
Certa Legal Advocaten is een advocatenkantoor dat zich op unieke wijze richt op het bedrijfsleven, overheden en non-profit instellingen. Op unieke wijze, vanwege de nauwe samenwerking met de overige onderdelen van Certa Legal. Het spreekt voor zich dat de advocaten bovendien op moderne, praktische en bovenal kwalitatief hoogstaande wijze adviseren en procederen.
De cliënten van Certa Legal Advocaten variëren van nationaal opererende MKB-bedrijven tot internationale beursgenoteerde ondernemingen. Die variëteit in cliëntenportefeuille is een bewuste keuze van de oprichters, die hun kennis en ervaring hebben opgedaan bij advocatenkantoren van verschillende omvang en met verschillende werkwijzen. Certa Legal Advocaten werkt voor cliënten die actief zijn in voornamelijk de volgende sectoren: banken en overige financiële instellingen, sport, marketing, media, entertainment, ICT, zorg, hotel/horeca, bouw en vastgoed.
De praktijk:
In de dagelijkse praktijk richten de advocaten van Certa Legal zich, wat arbeidsrecht betreft, op kleine tot (middel)grote ondernemingen en het hogere segment aan werknemers, zoals managers en (statutair) directeuren. Daarbij is de sectie arbeidsrecht bezig met het arbeidsrecht in de breedste zin van het woord. Dat wil zeggen advisering over Collectieve arbeidsovereenkomsten, (individueel en collectief) ontslag, aanpassing en harmonisering arbeidsvoorwaarden, geschillen inzake concurrentie/relatiebedingen en onrechtmatige concurrentie en alles aangaande de overeenkomst van opdracht. Daarnaast wordt er bijvoorbeeld ook geadviseerd op het gebied van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) en inzake kwesties die zich begeven op het vlak van sportrecht.
Het profiel:
•Bij voorkeur minimaal 4 jaar aantoonbare ervaring als arbeidsrechtadvocaat bij een niche kantoor of een sectie arbeidsrecht van een (middel)groot kantoor. Ook werkervaring op andere rechtsgebieden is zeker een pre.
•Aantoonbare proceservaring is een must. Daarbij moet worden gedacht aan ontbindingsprocedures, maar ook het voeren van bodemprocedures, appelzaken en voorlopige voorzieningen betreffende concurrentiebedingen, loonvorderingen etc.
•In staat om zelfstandig zaken af te handelen en de strategie te bepalen in dossiers. Daarbij zijn goede contactuele eigenschappen en onderhandelingsvaardigheden van groot belang..
•Uitstekende beheersing van de Nederlandse en Engelse taal in woord en geschrift.
•Publicaties op het gebied van arbeidsrecht (of aangaande een ander rechtsgebied) zijn een pre.
•Afgeronde postacademische leergang arbeidsrecht (PALA) of Grotius is een pre.
•Een stevige, initiatiefrijke en flexibele persoonlijkheid.
•Praktisch en commercieel ingesteld (sterk in relatiebeheer).
Het aanbod:
Certa Legal Advocaten biedt een plaats in een groeiende organisatie met alle ruimte voor initiatief en de directe revenuen daar van. Een uitstekende positie voor een advocaat met enthousiasme en durf om een zelfstandige praktijk verder uit te bouwen. De ruimte om zelf balans werk en privé op te maken.
Voor meer informatie of sollicitatie:
Mevrouw drs. D. Schrauwers
HR Manager
020-5216699
dschrauwers@certalegal.nl
Bron: http://vacatures.trovit.nl/index.php/cod.frame/url.http%253A%252F%252Fwww.jbb.nl%252Fvacature%252F%252Fadvocaat-medewerker-arbeidsrecht-m-v%252F14595%252Fadvocaat-medewerker-arbeidsrecht-m-v.html/id_ad.6827532/type.0/what.vreemdelingen/pos.0/
Abonneren op:
Posts (Atom)
Aanbevolen post
Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars
Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...
-
Amice Advocaten Vacatures Vacatures Amice Advocaten te Utrecht Vacature m/v jurist migratierecht bij Amice Advocaten Utrecht Amice Advocat...
-
RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Amsterdam Bestuursrecht zaaknummer: NL...
-
Op zoek naar interessante jurisprudentie voor op mijn blog moet ik me eerst door lijsten vol uitspraken heen worstelen waar de minister veel...
-
Asiel, Syrië, beleid teruggekeerde Syriërs, onvoldoende blijk van zorgvuldige beoordeling omstandigheden, geslaagd beroep op gelijkheidsbe...
-
Iemand vertelde op de Linkedingroep Vreemdelingenrecht dat hij bij zijn verhuizing naar België daar werd ingeschreven in het Wachtregister. ...
-
Wilt u naturaliseren of een verblijfsvergunning? Dit vraagt u aan bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) . Hebt u voor uw aa...
-
Professor Rodrigues heeft me gevraagd de volgende studiemiddag onder uw aandacht te brengen: Datum 14 juni 2017 Tijd 14:00 - 17:00 ...
-
Leraar Saad in het zonnetje gezet door Maassluise wethouders: 'Voorbeeld voor anderen' Saad Alkassoum uit Maassluis is geëerd vanweg...
-
Een van mijn eerste visa clienten werd tot in bezwaar geweigerd want hij zou natuurlijk niet terugkeren naar #Pakistan en omdat hij de mogel...
-
DIT BELEID IS AFGESCHAFT. Tegenwoordig probeer ik het voor klanten op basis van artikel 8 EVRM of op basis van Richtlijn 2004/28 (in de vol...