Posts tonen met het label vrouw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrouw. Alle posts tonen

18 januari 2019

Goed krantenartikel over de vraag wanneer iemand asiel zou kunnen krijgen vanwege huiselijk geweld (Met inleiding)

In het asielrecht werkt het zo dat iemand alleen een status op grond van de Vluchtelingenverdrag kan krijgen als diegene objectieve gegronde vrees heeft voor vervolging vanwege ras, nationaliteit, religie, politieke overtuigingen of het behoren tot een specifieke sociale groep. Als die vervolging niet door de overheid gebeurd maar door andere inwoners van het land - "derden" - dan wordt diegene die bang is geacht de hulp van de eigen overheid in te roepen en niet op een vliegtuig te stappen en elders hulp te gaan vragen. Maar als je aannemelijk kunt maken dat je eigen overheid je niet kunt of wilt beschermen dan kan je hukp vragen van een ander land en zo in aanmerking komen voor een asielstatus.

In het navolgende artikel wordt ingegaan op de zaak van de Saoedische tiener die deze week asiel kreeg in Canada na in Thailand gestrand te zijn. Je ziet hier dat het niet alleen om huiselijk geweld draait maar ook om het afzweren van een godsdienst. In het verre verleden werd na de val van de shah de situatie van vrouwen in het nieuwe streng Islamitische Iran niet gezien als "behorend bij een sociale groep".




Analyse Rahaf al-Qunun

Gewelddadige Saoedische familie? Niet vanzelf een grond voor asiel

Kan de Saoedische tiener ­Al-Qunun rekenen op asiel wegens bedreiging door haar familie? Veel immigratiediensten zien huiselijk geweld als privékwestie.
De Saoedische vrouw Rahaf Mohammed al-Qunun maandag in Bangkok. Beeld AP

Is huiselijk geweld een grond voor asiel? Die vraag is aan de orde, nu Rahaf Mohammed al-Qunun asiel heeft aangevraagd in Canada en inmiddels gekregen, zo heeft premier Justin Trudeau vrijdagavond be­vestigd. Volgens de Thaise immigratiedienst is zij vrijdag op het vliegtuig gestapt.

 Lees hier verder in de Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/gewelddadige-saoedische-familie-niet-vanzelf-een-grond-voor-asiel~baa0138e/?

Sale Januari 2019


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

09 maart 2018

Verwesterde vrouwen gaan naar Raad van State zitting op de Wereldvrouwendag omdat ze asiel willen

Gisteren werd de zaak bij de Raad van State behandeld over de vraag of 'verwesterdheid' een reden zou moeten zijn om vrouwen asiel te geven. Volgens Vluchtelingenwerk zou dat onder het Vluchtelingenverdrag vallen. Ik denk dat dat niet klopt. Dames zijn hier verwesterd. Leidt dat tot refuge sur place? Ik denk dat je het onder de B grond moet brengen (art 3 EVRM) als je betoogt dat terugkeer leidt tot een onmenselijke situatie.

In de tijd van Mauro - rond 2013 - kregen Afghaanse meisjes die hier op school zaten en verwesterd waren een C- vergunning. In 2015 was het uit het beleid verdwenen. De c-vergunning was immers opgeheven en voornamelijk onder b gebracht naar aanleiding van de Definitierichtlijn implementatie. De Afghaanse dames vielen tussen de mazen der wet.

 


'Ik kan niet terug naar Afghanistan, ik ben te verwesterd'

Aangepast
Vrouwen op straat in Kaboel AFP
Te verwesterd om terug te keren. Dat is het argument dat twee vrouwen uit Afghanistan en een vrouw uit Somalië vandaag gaan aanvoeren bij een zitting van de Raad van State. Ze willen daarmee voorkomen dat ze worden uitgezet naar hun land van herkomst.
Een van de vrouwen wordt bijgestaan door Vluchtelingenwerk Nederland. Doordat de vrouwen naar eigen zeggen 'verwesterd' zijn, zouden ze bij terugkeer in hun land van herkomst gevaar lopen. Vluchtelingenwerk Nederland hoopt dat bij een uitspraak in het voordeel van de vrouwen er meer asielzoekers met soortgelijke zaken naar de rechter kunnen stappen.

Zelfstandig in Nederland

Mohadese Moradi (21) is een van de vrouwen. Ze vluchtte zeven jaar geleden vanuit Herat, haar voormalige woonplaats in Afghanistan. Ze woont nu in een azc in Harderwijk, zonder verblijfsvergunning. "Ik heb mijn leven in Nederland opgebouwd. Hier kan ik zelf bepalen hoe ik me kleed, wat ik wil doen en met wie ik ben. Dat kan niet in Afghanistan."

Mijn eigen familie zal mij, zoals ik nu ben, niet accepteren.

Mohadese Moradi
Mohadese kan zich niet voorstellen hoe het zou zijn om terug te moeten keren. "Ik heb geen man die voor mij zorgt, dat is in Afghanistan ondenkbaar. Mijn eigen familie zal mij, zoals ik nu ben, niet accepteren."
Journaliste en Afghanistan-deskundige Bette Dam herkent het verhaal van Mohadese. "Als je jaren in Nederland hebt gezeten en je van die vrijheid hebt geproefd, is het een gigantische stap terug om weer terug te keren naar Afghanistan", vertelt Dam in het NOS Radio 1 Journaal. "De carrièremogelijkheden zijn daar heel beperkt en de veiligheid is zeer achteruit gegaan."
De vrouwen zullen waarschijnlijk niet gestraft worden als ze terugkomen in Afghanistan, maar het leven zal wel vol beperkingen zitten, zegt Dam.

Bijzondere zaak

Dat een zaak als deze het tot een zitting bij de Raad van State haalt, is bijzonder, vinden deskundigen. Meestal worden die zaken schriftelijk afgedaan. "Dit is een belangrijke zaak", zegt hoogleraar Europees asielrecht Hemme Battjes. "Als je in aanmerking wil komen voor een verblijfsstatus moet je aantonen dat je iets te vrezen hebt dat verband houdt met een eigenschap die je niet kan of wil veranderen."
Zo maken sommige homoseksuele asielzoekers kans op een verblijfsvergunning, omdat het te gevaarlijk is om terug te keren naar het land waar ze vandaan komen. "Hier ligt de vraag hoe dat zit met de verwestersing. Deze vrouwen, met een afwijkende leefstijl, kunnen in hun herkomstland gezien worden als een sociale groep met een aparte status. Dan zouden ze in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning", vertelt Battjes.

Niet voldoende voor asiel

Het ministerie van Justitie en Veiligheid, dat gaat over de terugkeer van asielzoekers, zegt dat verwestersing niet voldoende grond biedt voor een verblijfsvergunning. In een reactie laat het ministerie weten dat "de bescherming die het Vluchtelingenverdrag biedt (...) niet is bedoeld voor deze betrokken vrouwen."

De kern van het vluchtelingenverdrag is juist dat je als mens het leven moet kunnen leiden dat je wil leiden.

Dorine Manson van Vluchtelingenwerk
Volgens het ministerie vormen "beperkingen in de mogelijkheid tot ontwikkeling of ontplooiing niet voldoende grond voor asielrechtelijke bescherming."
Daar is de directeur van Vluchtelingenwerk, Dorine Manson, het niet mee eens. "De interpretatie van deze definitie is nog nooit geconcretiseerd. Er moet meer duidelijkheid komen over deze definitie", zegt Manson in het NOS Radio 1 Journaal. "De kern van het vluchtelingenverdrag is juist dat je als mens het leven moet kunnen leiden dat je wil leiden."

Uitspraak duurt nog even

Het duurt nog minstens zes weken voordat de Raad van State uitspraak doet in de zaak. Die kan ook besluiten om de zaak door te verwijzen naar het Hof van Justitie in Luxemburg. Dan duurt het waarschijnlijk nog maanden voor er duidelijkheid komt.

Bron: https://nos.nl/artikel/2221183-ik-kan-niet-terug-naar-afghanistan-ik-ben-te-verwesterd.html



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

11 februari 2017

Kopie van mijn boekenblog: boek over vrouwen in het Midden Oosten

As a prizewinning foreign correspondent for The Wall Street Journal, Geraldine Brooks spent six years covering the Middle East through wars, insurrection, and the volcanic upheaval of resurgent fundamentalism.
Yet for her, headline events were only the backdrop to a less obvious but more enduring drama: the daily life of Muslim women. Nine Parts of Desire is
the story of Brooks' intrepid journey toward an understanding of the women behind the veils, and of the often contradictory political,religious, and cultural forces that shape their lives.(Bol.com)



The book is written in 1996 many years prior to the Taliban, 9/11 and the invasion of Iraq. It is an interesting book and easy to read. The chapters are all around one theme  and cover many themes and a couple of countries: the wives of the Prophet, polygamy on the West bank, the widow and daughter of Ayatollah Khomeiny, temporary marriages in Iran etc.


Some things make you smile as when she barges into a bedroom of a fellow attendant to a women's conference who she has only seen in chador to meet a woman clad in a see through negligee with bleached blonde hair and at first think she made a mistake with the roomnumber. I remember a bit of the same experience that happened to me at an asylumseeker centrum where one lady was always sternly covered in a scarf but once in her room had changed into a classic French chic woman.


Sometimes one wonders if the outsider look of the writer did draw the correct conclusion. Like when she discovers her fellow conference attendee is a vamp under all her covers and the lady explains that the Iranian women make themselves beautiful for their husband and the writer thinks back on meeting mrs Khomeiny after her husband's death and discovers the grandmother in her seventies is hiding a load of carrot red dyed curls under her chador that show grey roots because she has not dyed them after her husband's death. One of my friends died young and his mother and wife did not dye their hair not because he could not see it anymore but as a sign of mourning.



Nevertheless: interesting book - 5 stars out of 5


Oh and this is what the title means:  "God created sexual desire in ten parts; then he gave nine parts to women and one part to men."


You can buy in in Holland at Bol.com or worldwide at Amazon. Advertising buttons will appear below. Bol is slow.


PS: In de tussenliggende jaren zijn er veel Islamitische vrouwen in Europa komen wonen, is Iran eerg veranderd, heeft internet de wereld erg geopend dus ik vind dat er veel is veranderd sinds dit boek is geschreven en je het echt moet zien als gericht op een paar landen in die tijd. Desalniettemin leuk leesvoer.

















Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

20 februari 2016

Vluchteling Tahmina: 'Als je Westers wilt leven, wacht je echt niet tot de oorlog uitbreekt.'


Vluchten doe je niet zomaar, dat weten de vrouwen in de nieuwe VROUW glossy als geen ander. Zij vertellen over hun weg naar Nederland en hoe je een leven opbouwt als je alles achter hebt moeten laten. "Als je Westers wilt leven, wacht je echt niet tot de oorlog uitbreekt."

Vluchteling

Tahmina Akefi (32) is journalist, auteur en spreker. Ze is geboren in Afghanistan, maar woont nu in Amsterdam samen met haar vriend. "Ik voel me de laatste tijd minder thuis in Nederland. Mensen zeggen wel dat de vluchtelingendiscussie niet over mij gaat, maar natuurlijk gaat het wel over mij. Ook mijn familie is gevlucht en dat doe je niet zomaar."


Westers leven

"Mensen denken daar heel makkelijk over, alsof je voor je plezier alles achterlaat om ergens anders een luxe leventje te gaan leiden. Als ik lezingen geef vraag ik mijn publiek of ze zich weleens afvragen waarom Syriërs nu pas massaal vluchten en niet zes jaar geleden al. Als je zo graag een Westers leven wilt, wacht je echt niet tot er oorlog uitbreekt."
"Dat geldt ook voor mijn ouders die voor de oorlog geen reden hadden om weg te gaan. Iedereen leeft toch het liefst in zijn eigen land. Als ik er een menswaardig bestaan zou kunnen opbouwen, ging ik morgen nog terug naar Afghanistan. Vluchten doe je alleen als de dood je overal achtervolgt. Als het leven ophoudt en het overleven begint."

Lees hier de rest van her artikel: https://vrouw.nl/vrouw_glossy/29661/vluchteling_tahmina_als_je_westers_wilt_leven_wacht_je_echt_niet_tot_de_oorlog



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

29 maart 2012

Uitspraak Raad van State over precaire situatie van vrouwen in Afghanistan (uitspraak ABRRvS)

LJN: BW0014, Raad van State , 201108565/1/V4
Datum uitspraak: 21-03-2012
Datum publicatie: 27-03-2012
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: ASIEL. Alleenstaande zwangere Afghaanse vrouw. Motiveringsgebrek.
Tegen de achtergrond van de door de vreemdeling ingeroepen informatie uit voormeld ambtsbericht dat de situatie van vrouwen in Afghanistan buitengewoon slecht is en in heel Afghanistan op grote schaal geweld tegen vrouwen voorkomt, daarbij in het bijzonder in aanmerking nemende dat in Tadzjiekse gemeenschappen, waartoe de vreemdeling heeft verklaard te behoren, eerwraak voorkomt, waarbij kan worden gedacht aan jongeren die tegen de zin van hun ouders een eigen partner kiezen of seksueel contact hebben (of daarvan verdacht worden) voordat zij getrouwd zijn, alsmede dat, indien de leefstijl van een naar Afghanistan teruggekeerde vrouw naar de mening van haar familie niet conservatief genoeg is, zij een reëel risico loopt het slachtoffer te worden van huiselijk geweld, opsluiting of eerwraak, had de minister, anders dan de Rb. heeft overwogen, in dit geval nader onderzoek moeten doen naar hetgeen de vreemdeling over haar zwangerschap heeft aangevoerd teneinde te kunnen beoordelen of het bestreden besluit onverkort kan worden gehandhaafd. Daartoe is van belang dat, hoewel de stellingen van de vreemdeling in dit verband summier zijn, de minister bij uitstek in staat is de verklaringen van de vreemdeling over de man, van wie zij zwanger is geraakt, te verifiëren. Daarbij had de minister tevens gemotiveerd dienen in te gaan op de vraag of het aannemelijk is dat, bij terugkeer van de vreemdeling naar Afghanistan, haar familie aldaar de geboorte van het kind ziet als een gevolg van gedrag van de vreemdeling dat niet conservatief genoeg is.

-----

2.3.2. In voormeld ambtsbericht is, voor zover thans van belang, het volgende vermeld:

"Eerwraak en bloedwraak zijn uiterst complexe en eeuwenoude facetten van de Afghaanse cultuur die met name sterk leven binnen de Pashtun gemeenschap, maar ook voorkomen binnen de Oezbeekse en de Tadzjiekse gemeenschappen. Het gaat hierbij met name om de vergelding van de dood van een familielid (bloedwraak) en de verdediging van de eer van de familie (eerwraak). Bij dit laatste kan men bijvoorbeeld denken aan jongeren die tegen de zin van hun ouders een eigen partner kiezen of seksueel contact hebben (of daarvan verdacht worden) voordat zij getrouwd zijn. Niet zelden leidt dit tot executie van kinderen door hun eigen familieleden.

(…)
Desondanks blijft de situatie van vrouwen en meisjes in Afghanistan en vooral buiten Kaboel en andere grote steden, buitengewoon slecht.
(…)

Geweld tegen vrouwen is diepgeworteld in de Afghaanse samenleving en lijkt eerder cultureel dan religieus te zijn ingegeven. In heel Afghanistan, de steden Kaboel, Herat en Mazar-i-Sharif incluis, komt op grote schaal geweld tegen vrouwen voor. De misdrijven waarvan vrouwen en meisjes het slachtoffer worden zijn heel divers. Vrouwen hebben vooral te lijden onder huiselijk geweld. Geweld tegen vrouwen wordt gezien als een privézaak. Honderdduizenden Afghaanse vrouwen worden door echtgenoten en andere familieleden mishandeld en misbruikt.
(…)

Overspel moet dan wel gezien worden als verzamelnaam voor verdenking van seks buiten het huwelijk, het van haar man weglopen, etc. 'Zina' is nog steeds strafbaar volgens het Afghaanse wetboek van strafrecht, maar het begrip is vaag omschreven. Dit biedt ruimte om een vrouw te vervolgen en op te sluiten indien zij 'bekend' heeft te zijn verkracht, op basis van een (illegale) aanklacht wegens 'immoreel gedrag'. Ook kan de dader eenvoudig beweren dat het slachtoffer instemde met geslachtsgemeenschap, waardoor zij aangeklaagd kan worden wegens overspel.
(…)
Indien de leefstijl van een naar Afghanistan teruggekeerde vrouw naar de mening van haar familie niet conservatief genoeg is (sociaal gedrag, seksuele oriëntatie, het nastreven van een eigen carrière of kritiek op het Afghaanse samenleven) loopt zij een reëel risico het slachtoffer te worden van huiselijk geweld, opsluiting of eerwraak. Over het algemeen geldt dat vrouwen die terugkeren naar Afghanistan alleen geen problemen hoeven te verwachten indien zij zich (ten minste uiterlijk) conformeren aan de traditionele Afghaanse normen."
2.4. Tegen de achtergrond van de door de vreemdeling ingeroepen informatie uit voormeld ambtsbericht dat de situatie van vrouwen in Afghanistan buitengewoon slecht is en in heel Afghanistan op grote schaal geweld tegen vrouwen voorkomt, daarbij in het bijzonder in aanmerking nemende dat in Tadzjiekse gemeenschappen, waartoe de vreemdeling heeft verklaard te behoren, eerwraak voorkomt, waarbij kan worden gedacht aan jongeren die tegen de zin van hun ouders een eigen partner kiezen of seksueel contact hebben (of daarvan verdacht worden) voordat zij getrouwd zijn, alsmede dat, indien de leefstijl van een naar Afghanistan teruggekeerde vrouw naar de mening van haar familie niet conservatief genoeg is, zij een reëel risico loopt het slachtoffer te worden van huiselijk geweld, opsluiting of eerwraak, had de minister, anders dan de rechtbank heeft overwogen, in dit geval nader onderzoek moeten doen naar hetgeen de vreemdeling over haar zwangerschap heeft aangevoerd teneinde te kunnen beoordelen of het bestreden besluit onverkort kan worden gehandhaafd. Daartoe is van belang dat, hoewel de stellingen van de vreemdeling in dit verband summier zijn, de minister bij uitstek in staat is de verklaringen van de vreemdeling over de man, van wie zij zwanger is geraakt, te verifiëren. Daarbij had de minister tevens gemotiveerd dienen in te gaan op de vraag of het aannemelijk is dat, bij terugkeer van de vreemdeling naar Afghanistan, haar familie aldaar de geboorte van het kind ziet als een gevolg van gedrag van de vreemdeling dat niet conservatief genoeg is. De grief slaagt.
2.5. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Hetgeen voor het overige daartegen is aangevoerd, behoeft geen bespreking. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling, gezien het vorenoverwogene, het beroep van de vreemdeling gegrond verklaren en het besluit van 17 maart 2011 wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht vernietigen.
De minister dient een nieuw besluit op de aanvraag te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
2.6. De minister dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.


Bron: rechtspraak.nl




Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

01 december 2011

'Marokkaanse vrouw zoekt blonde prins'

OPINIE - Nora Kasrioui − 01/12/11, 06:00

De Marokkaanse topkokkin Meryem Cherkaoui aan het werk in restaurant Sophia in Amsterdam. © ANP
Moderne Marokkaanse vrouwen laten de meeste Marokkaanse mannen ver achter zich. Daarom wijken ze uit naar (bekeerde) Nederlandse mannen. Dat stelt Nora Kasrioui.
  •  Marokkaanse vrouwen schuiven elkaar namen toe, want als Frans niet bij Fatima past, kan hij het misschien wel met Selma vinden  
De nieuwe generatie hoogopgeleide Marokkaanse vrouwen, vooral de twintigers en dertigers onder hen, ziet zich geconfronteerd met vraagstukken die een hogere prioriteit hebben dan het al dan niet dragen van een hoofddoek.

Hoewel het Centraal Bureau voor de Statistiek op 23 november 2011 meldde dat vier van de vijf Turken en Marokkanen nog steeds in eigen kring trouwen, valt onder Marokkaanse vrouwen ook nieuwe ontwikkeling waar te nemen.

Bijbenen
Een deel van hen heeft de afgelopen jaren de Marokkaanse mannen ver achter zich gelaten, zodat die hen niet goed meer kunnen bijbenen. De vrouw die in dit artikel centraal staat, wil carrière kunnen maken en de zorg voor eventuele kinderen gelijkwaardig met haar partner delen. Een traditionele Marokkaan zit hier meestal niet op te wachten en daarom wijkt zo'n hoogopgeleide Marokkaanse vrouw het liefst uit naar een bekeerde Nederlandse man.

Deze blonde prins op het witte paard is om een aantal redenen zeer gewild. Hij bezit namelijk een brede interesse, is intellectueel goed onderlegd en kan haar carrière-opvattingen en de daarbij behorende strategie goed volgen en ondersteunen. De kans dat hij de islam progressiever en wat vrijer beleeft en niet zo in een 'wij-cultuur' gevangen zit, is dan ook groot.

Datingbureau 
Binnen de eigen familie is het van groot belang dat de potentiële schoonzoon een Marokkaanse moslim is, maar als er geen geschikte kandidaat te vinden is, wordt ook een Nederlandse moslim omarmd. 'Liever een moslim dan geen moslim', is dan het credo. Het aandeel bekeerde Nederlandse mannen neemt langzamerhand toe, zodat er meer Marokkaanse vrouwen op hun wenken bediend kunnen worden.
Een datingbureau voor hoogopgeleide Marokkaanse vrouwen zou in Nederland (en elders in Europa!) dan ook vast veel succes hebben. Maar zolang zo'n voorziening nog ontbreekt, lossen de intelligente vrouwen het probleem creatief op door elkaar wat namen toe te schuiven; want als Frans niet bij Fatima past, dan kan hij het misschien wel goed met Selma vinden.

Mooi om te zien is ook hoe solidair de Marokkaanse vrouwen met elkaar zijn. Zij dekken elkaar als er gedate moet worden, want zij weten dat het verkeerd kan aflopen als een broer de tortelduifjes te vroeg op het spoor komt. Relaties die voor de buitenwereld niet vanzelfsprekend zijn, maakt men immers pas bekend als het stel zelf er helemaal klaar voor is, zoals bijvoorbeeld ook bij prinses Máxima en prins Willem-Alexander het geval was.

De nieuwe trendsetters
Een belangrijk deel van de Marokkaanse vrouwen emancipeert razendsnel en het traditionele beeld van een moslima die geen verkering voor het huwelijk heeft en met een neef moet trouwen, begint dus uit de tijd te raken. De nieuwe trendsetters breken met de gewoontes van hun familieleden en hebben aan ruimte en vrijheid gewonnen. Maar zij doen dit meer achter de schermen dan vaak bij typisch westerse feministische golven het geval was. Gevoel voor familieverhoudingen en tact zijn immers nog wel van belang.

Als een moderne Marokkaanse vrouw ook geen bekeerde Nederlander kan vinden, date een aantal van hen een leuke Nederlandse man, ook als die niet gelovig is. Want de nieuwe lichting Marokkaanse vrouwen denkt niet in zwart-wit kaders, vindt religie weliswaar belangrijk, maar zet religie wat meer in een spiritueel perspectief waardoor er dus ook ruimte ontstaat voor een invoelende Hollandse man.

Als de Marokkaanse vrouw ook geen Hollandse man kan vinden, blijft zij voorlopig liever alleen dan dat zij een traditionele Marokkaanse man date die haar het dragen van hoge hakken, roodgelakte nagels en dragen van leggings verbiedt. Vanwege haar baan of studie woont zij dan op zichzelf of samen met andere meiden.
Een deel van de Marokkaanse ouders heeft mee moeten emanciperen; zij zien dat ze niet anders kunnen dan hun hoogopgeleide dochter steunen. Zelf begrijpen zij dat ook niet altijd even goed, want het was altijd hun zoon op wie zij alle hoop op hadden gevestigd en nu blijkt ineens háár ster aan het firmament te schitteren.

Nieuwe samenlevingsvormen
Wat interessant is bij de vrouwelijke Marokkaanse trendsetters, is dat wanneer zij echt voor hun prins kiezen, zij meer dan eens naar nieuwe samenlevingsvormen zoeken.

Welke consequenties de nieuwe lifestyle van deze vrouwen voor de Nederlandse samenleving als geheel krijgt, zal de toekomst moeten leren. Wat gebeurt er met een overgebleven Marokkaanse man? Zal hij in eenzaamheid vergaan? Zal hij zich bij het bevolkingsregister laten uitschrijven en naar een andere bestemming vertrekken om dan na een tijdje weer op te duiken met een elders gevonden Marokkaanse vrouw? Zal de criminaliteit onder Marokkaanse jongeren in de toekomst verminderen wanneer Marokkanen en Nederlanders zich etnisch vermengen? Zullen de kinderen die uit zulke stellen voortkomen cultureel en financieel rijker zijn dan de kinderen van ouders die dat niet hebben gedaan? Zullen zij bij sollicitaties minder vaak achtergesteld worden? En zal de negatieve beeldvorming die Marokkanen ten deel valt vervagen wanneer er meer gemengde stellen ontstaan?

Hoe het ook zij, moderne Marokkaanse vrouwen met en zonder hoofddoek verdienen aandacht. Misschien zijn zij wel baanbrekend bezig en heeft Nederland dat door de doorgeslagen debatten over allochtonen nog niet helemaal in de gaten.

Nora Kasrioui is bedenker van Brood & Rozen en schrijver





Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

25 augustus 2011

Iraakse vrouwen kunnen terug naar Irak (uitspraak rechtbank)

LJN: BR5501, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen , AWB 10/28086

Datum uitspraak: 24-08-2011
Datum publicatie: 24-08-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Irak, intrekking verblijfsvergunning, categoriaal beschermingsbeleid, valse documenten, geen positieve overtuigingskracht asielrelaas, artikel 3 EVRM, artikel 15 aanhef en onder c Definitierichtlijn, verwestering, positie vrouwen Verblijfsvergunning ingetrokken wegens beëindiging categoriaal beschermingsbeleid. Verweerder heeft gebruikmaking van een vals document en het ontbreken van reisdocumenten kunnen toerekenen aan de vreemdeling. Geen positieve overtuigingskracht asielrelaas. In Nederland aannemen van een westerse levensstijl leidt niet tot de conclusie dat terugkeer naar Irak zal leiden tot een in artikel 3 van het EVRM verboden behandeling. Geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn. Verweerder heeft vrouwen in Irak niet als kwetsbare minderheidsgroep hoeven aanmerken (Uitspraken familieleden BR5498, BR5500, BR5502, BR5503).

------

2.12 Eiseres heeft een beroep gedaan op artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) en op artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn 2004/83/EG van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchtelingen of als personen die anderszins internationale bescherming behoeven en de inhoud van de verleende bescherming (hierna: de Definitierichtlijn).

2.13 Volgens het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) van 30 oktober 1991 in zaak nr. 13163/87, Vilvarajah tegen het Verenigd Koninkrijk (RV 1991, 19) dient, wil aannemelijk zijn dat de desbetreffende vreemdeling bij uitzetting een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling, sprake te zijn van specifieke individuele kenmerken ("special distinguishing features"), waaruit een verhoogd risico voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM valt af te leiden. De enkele mogelijkheid ("mere possibility") van schending is onvoldoende.
Volgens rechtsoverweging 116 van het arrest van het EHRM van 17 juli 2008 in zaak nr. 25904/07, NA. tegen het Verenigd Koninkrijk (LJN: BF0248), zijn evenbedoelde specifieke individuele kenmerken evenwel niet vereist, indien de desbetreffende vreemdeling aannemelijk maakt dat hij deel uitmaakt van een groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen, zoals aan de orde was in het arrest van het EHRM van 11 januari 2007 in zaak nr. 1948/04, Salah Sheekh tegen Nederland (LJN: AZ5971).
Uit het arrest van 17 juli 2008 volgt verder dat, indien de desbetreffende vreemdeling geen deel uitmaakt van een specifieke groep, als vorenbedoeld, specifieke individuele kenmerken evenmin zijn vereist, indien hij aannemelijk maakt dat sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie ("most extreme case") van algemeen geweld in zijn land van herkomst. In dat geval kan de enkele omstandigheid dat hij bij terugkeer wordt blootgesteld aan dat geweld voldoende zijn om een schending van artikel 3 van het EVRM aan te nemen.

2.14 De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat gedwongen terugkeer naar Irak zal leiden tot een in artikel 3 van het EVRM verboden behandeling. Eiseres heeft niet aangetoond dat er concrete redenen zijn, gelegen in haar persoonlijke feiten en omstandigheden, die een dergelijke conclusie rechtvaardigen, nu verweerder zich in het bestreden besluit in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig is.

Voorts heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor het speciale beleid met betrekking tot minderheidsgroepen dan wel risicogroepen. Verweerder heeft terecht overwogen dat door eiseres niet aannemelijk is gemaakt dat er ten aanzien van haar of haar dochters daadwerkelijk concrete redenen zijn, gelegen in hun persoonlijke feiten en omstandigheden, die de conclusie rechtvaardigen dat voor hen bij terugkeer naar Irak een reëel risico bestaat op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM en dat zij daarom in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel.

De enkele omstandigheid dat eiseres en haar kinderen in Nederland een westerse levensstijl hebben aangenomen vormt geen grond voor het oordeel dat hun terugkeer naar Irak in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Eiseres heeft stukken overgelegd die zien op de algehele situatie van vrouwen in Irak. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het algemeen ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Irak van januari 2010 niet dat vrouwen in Irak dienen te worden aangemerkt als groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen. De rechtbank overweegt dat verweerder in zijn beleid vrouwen niet als kwetsbare minderheidsgroep heeft hoeven aanmerken.
Eiseres heeft ook geen specifieke onderscheidende kenmerken aangevoerd waarmee zij aannemelijk heeft gemaakt dat juist zij en haar dochters een reëel risico lopen op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. De rechtbank verwijst in deze naar de uitspraak van de Afdeling van 17 januari 2011 (zaak nr. 200909910/1, LJN: BP1931), daarbij in aanmerking nemend dat eiseres en haar dochters niet zijn aan te merken als alleenstaande vrouwen omdat zij in gezinsverband terug kunnen keren naar hun land van herkomst.

Bron: rechtspraak.nl



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

24 juli 2010

Kamerstuk Algemene Aanbeveling nr. 26 inzake vrouwlijke arbeidsmigranten

Hier staat het rapport van een VN commissie die allerlei aanbevlingen doet om de positie van vrouwelijke legale en illegale migranten te verbeteren. Zo moet een land van bestemming volgens de commissie zorg dragen voor opvang en juridische bijstand als zo'n vrouw wegloopt bij een uitebuitende werkgever of een mishandelende echtgenoot. Je kan met zo'n aanbeveling niets afdwingen maar wellicht een leuk argument in een procedure.

21 december 2009

Gevaarlijke situatie in bagdad beschreven in uitspraak van asielzoekster met westerse levensstijl (uitspraak rechtbank)

LJN: BK7067, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Zwolle , 09/18972

Datum uitspraak: 18-12-2009
Datum publicatie: 18-12-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Asiel / Irak / Artikel 15,c Definitierichtlijn / uitzonderlijke situatie / individuele klemmende redenen / kwetsbare minderheidsgroep / vrouwen/categoriale bescherming
De Afdeling heeft in de uitspraak van 25 mei 2009 (JV 2009/291) geoordeeld dat artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 (bij de huidige stand van de jurisprudentie) voorziet in de bescherming die artikel 15 van de Definitierichtlijn beoogt te bieden. De rechtbank ziet geen aanleiding van dat oordeel af te wijken. Niet in geschil is dat eiseres afkomstig is uit Baghdad, Centraal-Irak. Uit de door eiseres aangehaalde informatie leidt de rechtbank af dat in Irak, en meer in het bijzonder in Baghdad, in de periode voorafgaand aan het bestreden besluit sprake was van ernstig en wijdverspreid geweld, met grote aantallen burgerslachtoffers tot gevolg. Het geweld had bovendien een willekeurig karakter. De situatie in Irak rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank niet dat verweerder volstaat met een enkele mededeling van zijn standpunt dat geen sprake is van een uitzonderlijke situatie. Tav art 29, aanhef en onder c: Verweerder heeft niet onderkend dat gelet op paragraaf C2/4.3 van de Vc 2000 ook bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit het land van herkomst en met het asielrelaas kunnen leiden tot vergunningverlening op grond van dit artikel. De motivering van het besluit is in zoverre gebrekkig. Verweerder heeft evenwel in het verweerschrift de motivering aangevuld en ter zitting een nadere toelichting gegeven. Nu verweerder aan het relaas van eiseres geen geloof behoefde te hechten, heeft hij terecht geoordeeld dat zich geen individuele klemmende redenen van humanitaire aard voordoen die reden geven voor verlening van een verblijfsvergunning. Daarbij komt dat eiseres niet heeft onderbouwd dat ze als vrouw (met een westerse levensstijl) tot een kwetsbare minderheidsgroep behoort. Tav art 29, aanhef en onder d: de rechtbank verwijst naar uitspraak van de Afdeling van 27 juli 2009 (200902294/1) en ziet geen aanleiding van dat oordeel af te wijken. Er is daarom geen grond voor het oordeel dat het betreffende beleid ten onrechte is afgeschaft.


Adverteren bij Daisycon



Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
nevenzittingsplaats Zwolle

Sector Bestuursrecht, Meervoudige Kamer voor Vreemdelingenzaken
Registratienummer: Awb 09/18972


Uitspraak
in het geding tussen:


[eiseres],
geboren op [geboortedatum],
van Iraakse nationaliteit,
IND dossiernummer [nummer],
eiseres,
gemachtigde mr. J.A. Pieters, advocaat te Utrecht;

en

De Staatssecretaris van Justitie,
(Immigratie- en Naturalisatiedienst),
te 's-Gravenhage,
vertegenwoordigd door mr. R.M. van der Horn,
ambtenaar ten departemente, verweerder.


1. Procesverloop

Op 22 juli 2008 heeft eiseres een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Bij besluit van 29 april 2009 heeft verweerder de aanvraag afgewezen.

Bij brief van 25 mei 2009 is daartegen beroep ingesteld. Bij brief van 22 juli 2009 is het beroep voorzien van gronden. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het beroep is ter zitting van 27 oktober 2009 behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen.


2. Overwegingen

2.1 Blijkens de gronden van beroep en het verhandelde ter zitting is het geschil beperkt tot de vraag of de weigering om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b, c of d van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000) te verlenen, in stand kan blijven.

2.2 Verweerder heeft in het bestreden besluit geoordeeld dat afbreuk wordt gedaan aan de geloofwaardigheid van de verklaringen van eiseres, omdat eiseres toerekenbaar geen of onvoldoende reis- of identiteitsdocumenten dan wel andere bescheiden, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag, heeft overgelegd. Voorts heeft verweerder een aantal elementen uit het asielrelaas opgesomd, op basis waarvan is geoordeeld dat het relaas de positieve overtuigingskracht mist die in dat geval geëist mag worden om de juistheid ervan aan te kunnen nemen. Verweerder acht het relaas daarom ongeloofwaardig, zodat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b dan wel c, van de Vw 2000. Terugkeer van eiseres is voorts niet in strijd met artikel 15, aanhef en onder c, van de Richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft en de inhoud van de verleende bescherming (hierna: Definitierichtlijn). Tenslotte komt eiseres volgens verweerder niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000.

Eiseres heeft de juistheid van dat oordeel betwist.

2.3.1De rechtbank zal toetsen of grond bestaat voor het oordeel dat verweerder, gelet op de motivering, neergelegd in het voornemen en het bestreden besluit, bezien in het licht van de verslagen van de gehouden gehoren, de daarop aangebrachte correcties en aanvullingen en het gestelde in de zienswijze, niet in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat aan het relaas geen geloof kan worden gehecht.

2.3.2 Hetgeen eiseres aanvoert omtrent het ontbreken van reisdocumenten kan niet kan slagen, aangezien dit onvoldoende is onderbouwd. Er is daarom geen grond voor het oordeel dat verweerder artikel 31, tweede lid, onder f, van de Vw 2000 niet aan eiseres heeft kunnen tegenwerpen.

2.3.3 Indien zich één van de in artikel 31, tweede lid, onder a tot en met f, van de Vw 2000 opgesomde omstandigheden voordoet, mogen in het relaas geen hiaten, vaagheden, ongerijmde wendingen en tegenstrijdigheden op het niveau van de relevante bijzonderheden voorkomen. Van het asielrelaas moet dan een positieve overtuigingskracht uitgaan.

2.3.4 In het besluit heeft verweerder een aantal elementen uit het asielrelaas opgesomd, op basis waarvan is geoordeeld dat het asielrelaas positieve overtuigingskracht mist. Zo stelt verweerder dat, ongeacht de vraag of sprake is van een (wettig dan wel traditioneel) huwelijk en of is voldaan aan alle voorwaarden die daartoe zijn gesteld, eiseres over haar eigen huwelijk, hetgeen een essentieel onderdeel van haar asielrelaas is, tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Niet valt volgens verweerder in te zien dat eiseres de in haar zienswijze vermelde correcties en aanvullingen niet eerder in de procedure naar voren had kunnen brengen.
Verweerder heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het relaas van eiseres positieve overtuigingskracht ontbeert. Hetgeen in het besluit staat is daarvoor voldoende dragend.

2.3.5 Verweerder heeft zich daarom eveneens terecht op het standpunt gesteld dat de stelling van eiseres, dat zij in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder a dan wel b, van de Vw 2000, omdat zij behoort tot de sociale groep van vrouwen die vrezen voor eerwraak, niet kan slagen.

2.4.1 Eiseres heeft voorts een beroep gedaan op subsidiaire bescherming op grond van artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn.

2.4.2 De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft in de uitspraak van 25 mei 2009 (JV 2009/291) geoordeeld dat artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 (bij de huidige stand van de jurisprudentie) voorziet in de bescherming die artikel 15 van de Definitierichtlijn beoogt te bieden. De rechtbank ziet geen aanleiding van dat oordeel af te wijken.

2.4.3 Niet in geschil is dat eiseres afkomstig is uit Baghdad, Centraal-Irak. In geschil is de vraag of zich in in Baghdad een uitzonderlijke situatie voordoet, waarbij de mate van willekeurig geweld dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar deze gebieden louter door zijn aanwezigheid aldaar, een reëel risico loopt op ernstige en individuele bedreiging van zijn leven of zijn persoon.

2.4.4 Eiseres heeft haar standpunt hieromtrent onder meer onderbouwd met een verwijzing naar het UNHCR rapport, van 27 april 2009: 'UNHCR Eligibility Guidelines for assessing the international protection needs of Iraqi asylum-seekers' (UNHCR Eligibility Guidelines), het ambtsbericht betreffende Irak van het ministerie van Buitenlandse Zaken van mei 2009, artikelen van BBC News en een artikel van Irin News: 'Iraq: Timeline of violence in 2009'.

In de UNHCR Eligibility Guidelines wordt op pagina 19, voetnoot 24, vermeld:
'In the European Union, where the term "subsidiary protection" is used, UNHCR considers that asylumseekers originating from the Central Governorates of Baghdad, Diyala, Kirkuk, Ninewa and Salah Al-Din who are not found to be refugees should receive subsidiary protection under Article 15(c) of the EU Qualification Directive (...). Applying the reasoning of the European Court of Justice in Elgafaji v. Netherlands State Secretary of Justice (Case C-465/07, 17 February 2009), (...) UNHCR considers the degree of violence which characterizes the ongoing armed conflict in those areas to be of such a high level that there are substantial grounds for believing that a civilian, if returned to those areas, would, solely because of his/her presence in those areas, face a real risk of being subject to a serious and individual threat to his/her life or person.'

Voorts wordt in voetnoot 8 van pagina 13 en 14 van deze Guidelines vermeld:
'In 2009, several mass-casualty attacks have taken place, with a particular spike in March, including:
- 26 March 2009: A bomb in a parked car exploded in a market in the Sha'ab neighbourhood of Baghdad, killing 20 people and wounding more than 35, many of them women and children.
- (...).
- 10 March 2009: At least 33 people were killed and more than 50 injured in a suicide bomb attack on a reconciliation gathering of Sunni and Shi'ite Muslim tribal leaders and security officials in a crowded market in Abu Ghraib in western Baghdad. The blast also killed a reporter and cameraman from the private Baghdadiya satellite channel and wounded a cameraman from the state-run Al-Iraqiya channel.
- 8 March 2009: A suicide bomber killed 28 people, mostly police and police recruits, and wounded 57 at the main police academy in Baghdad. An AQI-linked group claimed responsibility for the bomb attack.
- (...).
- (...).
- 11 February 2009: Sixteen people were killed and 25 wounded when twin car bombs exploded at a bus terminal and market area in Baghdad.
- 4 January 2009: At least 40 people were killed and 72 were wounded in a suicide bombing at the doorstep of one of Iraq's holiest Shi'ite sites in Baghdad's Kadhemiyah neighbourhood.
- (...)
- The deadliest attacks in 2008 included:
- (...).
- 1 February 2008: Female bombers killed 99 people in attacks blamed on AQI at two popular Baghdad pet markets.
- (...).
- 6 March2008: Two bombs exploded in Baghdad's mainly Shi'ite Karrada District, killing at least 68 people. Another 120 were wounded in the blasts.
- (...).
- (...).
- 17 June 2008: A truck bomb blasted Al-Hurriyah neighbourhood in Baghdad, killing 63 people and wounding at least 75.
- 10 November 2008: At least 28 people died and dozens were wounded in a double bombing in Baghdad's Sunni District of Adhamiyah.
- (...).
- 27 December 2008: A bomb at a bus station in the Shi'ite neighbourhood of Kadhemiyah in Baghdad killed at least 22 people and wounded 54.'

2.4.5 Uit de hiervoor aangehaalde informatie leidt de rechtbank af dat in Irak, en meer in het bijzonder in Baghdad, in de periode voorafgaand aan het bestreden besluit sprake was van ernstig en wijdverspreid geweld, met grote aantallen burgerslachtoffers tot gevolg. Het geweld had bovendien een willekeurig karakter. De situatie in Irak rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank niet dat verweerder volstaat met een enkele mededeling van zijn standpunt dat geen sprake is van een uitzonderlijke situatie.

2.4.6 De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseres geen aanspraak maakt op verlening van een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. Het beroep is daarom gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking.

2.5.1 Uit het oogpunt van proceseconomie zal de rechtbank ook het beroep van eiseres op de c en d-grond van artikel 29 van de Vw 2000 bespreken.

2.5.2 Eiseres voert aan dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, aanhef en onder c, van de Vw 2000, nu zij behoort tot de zeer kwetsbare groep van vrouwen (met een westerse levensstijl) in Irak. Eiseres verwijst hiertoe naar het rapport van Amnesty International van 1 maart 2009: 'Trapped by violence: women in Iraq'.

2.5.3 Verweerder heeft in het betreden besluit overwogen dat eiseres daarvoor niet in aanmerking komt, haar gestelde problemen niet vallen te herleiden tot een van de gronden van paragraaf C2/4.2.3 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc 2000) en zij daarom niet voldoet aan de voorwaarden van het traumatabeleid.

2.5.4 Verweerder heeft daarmee niet onderkend dat artikel 29, aanhef en onder c, van de Vw 2000 zich niet beperkt tot het traumatabeleid, maar dat, gelet op paragraaf C2/4.3 van de Vc 2000 ook bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard, die verband houden met de redenen van vertrek uit het land van herkomst en met het asielrelaas kunnen leiden tot vergunningverlening op grond van dit artikel. De motivering van het besluit is in zoverre gebrekkig. Verweerder heeft evenwel in het verweerschrift de motivering aangevuld en ter zitting een nadere toelichting gegeven. Nu verweerder aan het relaas van eiseres geen geloof behoefde te hechten, heeft hij terecht geoordeeld dat zich geen individuele klemmende redenen van humanitaire aard voordoen die reden geven voor verlening van een verblijfsvergunning. Daarbij komt dat eiseres niet heeft onderbouwd dat ze als vrouw (met een westerse levensstijl) tot een kwetsbare minderheidsgroep behoort.

2.5.5 Voor wat betreft de stelling van eiseres dat het categoriaal beschermingsbeleid ten onrechte is afgeschaft verwijst de rechtbank naar de uitspraak van de Afdeling van 27 juli 2009 (200902294/1). Daarin heeft de Afdeling geoordeeld dat de brief van Amnesty International aan de staatssecretaris van 6 oktober 2008 en de brief van Vluchtelingenwerk Nederland aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal geen aanleiding vormen voor het oordeel dat de staatssecretaris zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vreemdeling niet in aanmerking komt voor een verlening van een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, aanhef en onder d, van de Vw 2000. De rechtbank ziet thans geen aanleiding van dat oordeel af te wijken. Er is daarom geen grond voor het oordeel dat het betreffende beleid ten onrechte is afgeschaft, zodat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, aanhef en onder d, van de Vw 2000.

2.6 Het beroep is gegrond.

2.7 Er bestaat aanleiding voor veroordeling van verweerder in de kosten die eiseres in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.


3. Beslissing

De rechtbank,
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 29 april 2009;
- bepaalt dat verweerder opnieuw op de aanvraag dient te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder de proceskosten ad € 644,-- aan eiseres te vergoeden.


Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, voorzitter, mr. J.F.M.J. Bouwman en mr. H. den Haan, rechters en door de voorzitter en mr. A. Korporaal-Wisman als griffier ondertekend. Uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009.


www.rechtspraak.nl




09 december 2009

Situatie van vrouwen in Congo (DRC) zo verslechterd dat herhaalse asielaanvragen op basis daarvan niet met 4:6 Awb moegn worden afgedaan

LJN: BK5481, Raad van State , 200902411/1/V2

Datum uitspraak: 30-11-2009
Datum publicatie: 07-12-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Herhaalde aanvraag / situatie vrouwen in DRC / nova


Inhoudsindicatie: Herhaalde aanvraag / situatie vrouwen in DRC / nova
Uit het ambtsbericht blijkt dat de situatie voor vrouwen in de DRC, ten opzichte van de situatie aldaar ten tijde van het eerdere besluit van 16 juni 2006 zodanig is verslechterd dat niet op voorhand is uitgesloten dat deze verslechterde situatie kan afdoen aan het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op toelating op de voet van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000). Aldus is, zoals de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen, sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zodat het besluit van 4 maart 2009 wat betreft de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning op voormelde grond te verlenen, reeds daarom kan worden getoetst. De vraag of WBV 2007/35 een voor de vreemdeling relevante wijziging van het recht is, behoeft derhalve geen bespreking meer. De staatssecretaris heeft zich in het besluit van 4 maart 2009 op het standpunt gesteld dat de vreemdeling aannemelijk dient te maken dat zij te vrezen heeft voor seksuele geweldpleging in de DRC en dat, nu haar asielrelaas ongeloofwaardig is bevonden, geen sprake is van een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid. De staatssecretaris heeft aldus niet onderkend dat met voormelde verslechterde situatie voor vrouwen in de DRC sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zodat hij had moeten beoordelen of deze hem noopten tot het heroverwegen van het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning te verlenen op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. De voorzieningenrechter heeft derhalve terecht overwogen dat de staatssecretaris de aanvraag ten onrechte met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft afgewezen. Deze grieven falen.


Bron: rechtspraak.nl

Let op de eerdere aanvraag moet wel al eerder zijn behandeld dan het ambtsbericht van mei 2007 want anders is er geen sprake van nova (zie uitspraak LJN: BK5473, Raad van State , 200807606/1)

Hoewel in het ambtsbericht van juli 2008 een aantal details en voorbeelden worden genoemd die in het ambtsbericht van mei 2007 niet voorkomen, kan daaruit niet worden afgeleid dat de positie van vrouwen in de DRC ten tijde van belang ten opzichte van die op 7 februari 2007 verder is verslechterd. In het ambtsbericht van mei 2007 wordt immers ook reeds vermeld dat vrouwen in de DRC een ondergeschikte positie innemen en dat verkrachting volgens UNICEF epidemische vormen heeft aangenomen. Er is dan ook geen grond voor het oordeel dat niet op voorhand uitgesloten is dat het aldus aangevoerde kan afdoen aan het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op toelating op de voet van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000


08 oktober 2009

Geen asiel voor verwesterde Afghaanse vrouw (uitspraak Raad van State)


LJN: BJ9164, Raad van State , 200807067/1/V2



Datum uitspraak: 29-09-2009
Datum publicatie: 02-10-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen

Soort procedure: Hoger beroep

Inhoudsindicatie: Afghaanse vrouwen / 3 EVRM / geen Salah Sheekh groep / enkele beroep op verwesterde levensstijl onvoldoende

Uit de door de vreemdelingen sub 1 en sub 3 ingebrachte stukken kan worden afgeleid dat de situatie van vrouwen in Afghanistan zorgelijk is en dat zij te lijden hebben onder de slechte veiligheidssituatie aldaar. Uit de stukken blijkt echter ook dat sinds de val van de Taliban de (grond)wettelijke positie van vrouwen in Afghanistan is verbeterd. Deze stukken bieden daarom geen grond voor het oordeel dat vrouwen in Afghanistan dienen te worden aangemerkt als een groep die systematisch wordt blootgesteld aan onmenselijke behandelingen en de vreemdelingen sub 1 en sub 3 reeds vanwege het behoren tot deze groep aannemelijk hebben gemaakt dat zij bij terugkeer naar Afghanistan een reëel risico lopen op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling en op die grond aan artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000 aanspraak op bescherming kunnen ontlenen. Om een geslaagd beroep op artikel 3 van het EVRM te doen, dienen de vreemdelingen sub 1 en sub 3 derhalve met verdere specifieke individuele kenmerken aannemelijk te maken dat zij zodanig risico bij terugkeer naar hun land van herkomst lopen. De stelling van de vreemdelingen sub 1 en sub 3 dat zij een westerse levensstijl hebben aangenomen, heeft de staatssecretaris daartoe terecht onvoldoende geacht, aangezien geen feiten of omstandigheden naar voren zijn gebracht die de conclusie rechtvaardigen dat van hen niet zou mogen worden gevergd zich wederom aan de levensstijl in Afghanistan aan te passen.

Bron: rechtspraak.nl



Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...