Posts tonen met het label verwesterd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verwesterd. Alle posts tonen

09 maart 2018

Verwesterde vrouwen gaan naar Raad van State zitting op de Wereldvrouwendag omdat ze asiel willen

Gisteren werd de zaak bij de Raad van State behandeld over de vraag of 'verwesterdheid' een reden zou moeten zijn om vrouwen asiel te geven. Volgens Vluchtelingenwerk zou dat onder het Vluchtelingenverdrag vallen. Ik denk dat dat niet klopt. Dames zijn hier verwesterd. Leidt dat tot refuge sur place? Ik denk dat je het onder de B grond moet brengen (art 3 EVRM) als je betoogt dat terugkeer leidt tot een onmenselijke situatie.

In de tijd van Mauro - rond 2013 - kregen Afghaanse meisjes die hier op school zaten en verwesterd waren een C- vergunning. In 2015 was het uit het beleid verdwenen. De c-vergunning was immers opgeheven en voornamelijk onder b gebracht naar aanleiding van de Definitierichtlijn implementatie. De Afghaanse dames vielen tussen de mazen der wet.

 


'Ik kan niet terug naar Afghanistan, ik ben te verwesterd'

Aangepast
Vrouwen op straat in Kaboel AFP
Te verwesterd om terug te keren. Dat is het argument dat twee vrouwen uit Afghanistan en een vrouw uit Somalië vandaag gaan aanvoeren bij een zitting van de Raad van State. Ze willen daarmee voorkomen dat ze worden uitgezet naar hun land van herkomst.
Een van de vrouwen wordt bijgestaan door Vluchtelingenwerk Nederland. Doordat de vrouwen naar eigen zeggen 'verwesterd' zijn, zouden ze bij terugkeer in hun land van herkomst gevaar lopen. Vluchtelingenwerk Nederland hoopt dat bij een uitspraak in het voordeel van de vrouwen er meer asielzoekers met soortgelijke zaken naar de rechter kunnen stappen.

Zelfstandig in Nederland

Mohadese Moradi (21) is een van de vrouwen. Ze vluchtte zeven jaar geleden vanuit Herat, haar voormalige woonplaats in Afghanistan. Ze woont nu in een azc in Harderwijk, zonder verblijfsvergunning. "Ik heb mijn leven in Nederland opgebouwd. Hier kan ik zelf bepalen hoe ik me kleed, wat ik wil doen en met wie ik ben. Dat kan niet in Afghanistan."

Mijn eigen familie zal mij, zoals ik nu ben, niet accepteren.

Mohadese Moradi
Mohadese kan zich niet voorstellen hoe het zou zijn om terug te moeten keren. "Ik heb geen man die voor mij zorgt, dat is in Afghanistan ondenkbaar. Mijn eigen familie zal mij, zoals ik nu ben, niet accepteren."
Journaliste en Afghanistan-deskundige Bette Dam herkent het verhaal van Mohadese. "Als je jaren in Nederland hebt gezeten en je van die vrijheid hebt geproefd, is het een gigantische stap terug om weer terug te keren naar Afghanistan", vertelt Dam in het NOS Radio 1 Journaal. "De carrièremogelijkheden zijn daar heel beperkt en de veiligheid is zeer achteruit gegaan."
De vrouwen zullen waarschijnlijk niet gestraft worden als ze terugkomen in Afghanistan, maar het leven zal wel vol beperkingen zitten, zegt Dam.

Bijzondere zaak

Dat een zaak als deze het tot een zitting bij de Raad van State haalt, is bijzonder, vinden deskundigen. Meestal worden die zaken schriftelijk afgedaan. "Dit is een belangrijke zaak", zegt hoogleraar Europees asielrecht Hemme Battjes. "Als je in aanmerking wil komen voor een verblijfsstatus moet je aantonen dat je iets te vrezen hebt dat verband houdt met een eigenschap die je niet kan of wil veranderen."
Zo maken sommige homoseksuele asielzoekers kans op een verblijfsvergunning, omdat het te gevaarlijk is om terug te keren naar het land waar ze vandaan komen. "Hier ligt de vraag hoe dat zit met de verwestersing. Deze vrouwen, met een afwijkende leefstijl, kunnen in hun herkomstland gezien worden als een sociale groep met een aparte status. Dan zouden ze in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning", vertelt Battjes.

Niet voldoende voor asiel

Het ministerie van Justitie en Veiligheid, dat gaat over de terugkeer van asielzoekers, zegt dat verwestersing niet voldoende grond biedt voor een verblijfsvergunning. In een reactie laat het ministerie weten dat "de bescherming die het Vluchtelingenverdrag biedt (...) niet is bedoeld voor deze betrokken vrouwen."

De kern van het vluchtelingenverdrag is juist dat je als mens het leven moet kunnen leiden dat je wil leiden.

Dorine Manson van Vluchtelingenwerk
Volgens het ministerie vormen "beperkingen in de mogelijkheid tot ontwikkeling of ontplooiing niet voldoende grond voor asielrechtelijke bescherming."
Daar is de directeur van Vluchtelingenwerk, Dorine Manson, het niet mee eens. "De interpretatie van deze definitie is nog nooit geconcretiseerd. Er moet meer duidelijkheid komen over deze definitie", zegt Manson in het NOS Radio 1 Journaal. "De kern van het vluchtelingenverdrag is juist dat je als mens het leven moet kunnen leiden dat je wil leiden."

Uitspraak duurt nog even

Het duurt nog minstens zes weken voordat de Raad van State uitspraak doet in de zaak. Die kan ook besluiten om de zaak door te verwijzen naar het Hof van Justitie in Luxemburg. Dan duurt het waarschijnlijk nog maanden voor er duidelijkheid komt.

Bron: https://nos.nl/artikel/2221183-ik-kan-niet-terug-naar-afghanistan-ik-ben-te-verwesterd.html



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

08 oktober 2012

De minister en de vluchteling

Demissionair minister Leers heeft gezegd beschikbaar te zijn als hem wordt gevraagd zijn werk voort te zetten. Hij kijkt in interviews met verschillende media alvast terug op zijn periode als minister. Ik doe dat hier ten aanzien van één aspect. De minister heeft herhaaldelijk verklaard dat échte vluchtelingen in Nederland bescherming krijgen. Heeft de minister hiernaar gehandeld?

Lees hier verder:http://www.asielenmigrantenrecht.nl/userfiles/file/2012-09-29,%20A&MR%202012,%207%20-%20Redactioneel%20De%20minister%20en%20de%20vluchteling%20S_%20Rafi,%20ve12001996.pdf




Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

04 augustus 2012

Beantwoording kamer vragen over Somaliërs


Beantwoording Kamervragen van 20 juli over het niet terug kunnen sturen van Somaliërs

Antwoorden van minister Spies (IenA a.i.) op de schriftelijke vragen die op 20 juli zijn gesteld door de Kamerleden Fritsma en ...

Beantwoording Kamervragen van 23 juli over het niet terug kunnen sturen van Somaliërs

Antwoorden van minister Spies (IenA a.i.) op de vragen die op 23 juli zijn gesteld door de Kamerleden Fritsma en Wilders (beiden ...
Kamerstuk: Kamervragen | 01-08-2012



Beantwoording Kamervragen over de uitspraak van de Raad van State terugkeer Somaliërs

Antwoorden van minister Spies (IenA a.i.) op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het Kamerlid Dijksma (PvdA) over de ...
Kamerstuk: Kamervragen | 01-08-20



Vindplaats: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/asielbeleid-en-immigratie/documenten-en-publicaties/kamerstukken


Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

31 juli 2012

Media vatten clou van Somalische uitspraak Raad van State niet (+ uitspraak)

Volgens Nu.nl moet de minister het beleid inzake Somaliers herzien http://www.nu.nl/politiek/2871775/leers-moet-asielbeleid-somaliers-herzien.html maar dat is helemaal niet wat de uitspraak van de Raad van State betoogt. In deze uitspraak wordt aangegeven dat Nederland een landgebonden beleid heeft inzake Somalische asielzoekers waarbij vreemdelingen die kunnen aannemelijk maken dat ze niet onder de Somalische versie van Al Qaeda, Al Shabaab, kunnen leven in beginsel in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel. 

In de casus gaat het om een mevrouw die in Somalie onder Al Shabaab heeft geleefd. En haar asielrelaas is al eerder als ongeloofwaardig afgedaan. Nou roept ze echter dat ze vreest dat Al Shabaab achter haar aan gaat zitten omdat ze 33 maanden in Nederland is geweest en daardoor te verwesterd is geraakt. Op dit punt is de IND niet ingegaan en dus zegt de Raad van State dat daarom de IND zijn huiswerk over moet doen en een nieuwe beslissing moet slaan maar dat dat niet automtische betekent dat mevrouw asiel krijgt
"Hoewel het enkele verblijf van de vreemdeling in Nederland niet hoeft te betekenen dat zij dermate is verwesterd dat niet langer van haar kan worden verwacht zich te kunnen handhaven onder Al Shabaab, is de Afdeling - anders dan de minister - van oordeel dat uit voormelde rechtsoverweging voortvloeit dat dit aspect wel bij de beoordeling dient te worden betrokken. Door in dit verband uitsluitend van belang te achten dat de vreemdeling zich van januari tot mei 2009 onder Al Shabaab heeft kunnen handhaven, heeft de minister voormeld aspect onvoldoende bij de beoordeling betrokken." 
De media en Twitter draven echter veel  te veel door met conclusies dat er sprake is van een opdracht tot beleidswijzinging of dat alle Somaliers mogen blijven.De Telegraaf brengt het wat genuanceerder en vat in feite de hele ontwikkeling rond Somalie samen: http://www.telegraaf.nl/binnenland/12660826/___Leers_moet_beleid_aanpassen___.html

------------------------------------------------------------------


Uitspraken

zaaknummer 201200969/1/V2
datum van uitspraak dinsdag 31 juli 2012
tegen de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel

2.1.2. Naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) van 28 juni 2011 in de zaken nrs. 8319/07 en 11449/07, Sufi en Elmi tegen het Verenigd Koninkrijk (www.echr.coe.int/echr en JV 2011/332) heeft de minister bij Besluit van 22 september 2011, nummer WBV 2011/13, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: WBV 2011/13) het landgebonden asielbeleid voor Somalië aangepast.

In het landgebonden asielbeleid staat thans over de algehele veiligheidssituatie in Centraal- en Zuid-Somalië (met uitzondering van Mogadishu), vermeld dat, voor zover thans van belang, vreemdelingen die aannemelijk maken dat zij zich niet kunnen handhaven onder de regels van Al Shabaab - waarbij de vraag of een vreemdeling al dan niet recent vertrokken is of ervaring heeft met het leven onder Al Shabaab een belangrijke rol speelt - in beginsel in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000). Dit geldt ook voor personen die afkomstig zijn uit een gebied dat niet onder controle staat van Al Shabaab, maar dit gebied uitsluitend kunnen bereiken via het gebied dat onder controle staat van Al Shabaab, aldus het WBV 2011/13.

2.1.3. Nu niet in geschil is dat de vreemdeling afkomstig is uit Balad, gelegen in de provincie Middle Shabelle in Zuid-Somalië, valt zij binnen de reikwijdte van voormelde passage uit het WBV 2011/13 en is in zoverre sprake van een voor haar relevante wijziging van het recht, zodat aanleiding bestaat het besluit van 19 december 2011 in zoverre te toetsen als ware het een eerste afwijzing. De voorzieningenrechter is op dit punt terecht tot hetzelfde oordeel gekomen.

2.2. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de minister zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich bij terugkeer niet kan handhaven onder de regels van Al Shabaab. Daartoe heeft hij overwogen dat de minister van belang heeft mogen achten dat de vreemdeling recent uit Somalië is vertrokken en ervaring heeft gehad met het leven onder Al Shabaab, nu Al Shabaab sinds januari 2009 het gebied waaruit zij afkomstig is in handen heeft en zij in mei 2009 uit dit gebied naar Nederland is vertrokken. Over haar betoog dat zij in Nederland is verwesterd en daarom niet kan terugkeren naar Somalië heeft de minister zich op het standpunt mogen stellen dat zij met de komst van Al Shabaab weliswaar niet op dezelfde manier kon leven als daarvoor, maar dat dit niet betekent dat zij zich in Somalië niet zou kunnen handhaven. In dat verband heeft de minister mede van belang mogen achten dat in rechte is komen vast te staan dat de door haar gestelde problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn, aldus de voorzieningenrechter.

2.3. De vreemdeling klaagt in grief 1 dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen als hiervoor onder 2.2. weergegeven. Zij betoogt hiertoe dat de voorzieningenrechter de bewijslast onjuist heeft verdeeld, nu uit het arrest van het EHRM van 28 juni 2011 blijkt dat deze op de minister rust, zowel wat betreft het aannemelijk maken van recente ervaring met het leven onder Al Shabaab als wat betreft het aannemelijk maken dat deze ervaring voldoende is om de negatieve aandacht van Al Shabaab bij terugkeer te kunnen ontwijken. De vreemdeling stelt dat de minister dit laatste niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt, omdat haar verblijf van drie maanden in een door Al Shabaab gecontroleerd gebied te kort was om zich in voldoende mate aan de daarbij behorende leefwijze te kunnen aanpassen. Deze korte periode weegt bovendien niet op tegen haar verblijf van 33 maanden in Nederland, gedurende welke periode zij is verwesterd. Voorts stelt zij dat zij juist door Al Shabaab na drie maanden uit Somalië is vertrokken, omdat het leven onmogelijk was geworden. Het feit dat zij verwesterd is, is niet te verhullen omdat het niet slechts een levensstijl, maar ook een accent, een houding en een blik in de ogen omvat. Ten slotte heeft de voorzieningenrechter miskend dat haar ervaring onder Al Shabaab, 33 maanden geleden, niet als recent kan worden aangemerkt, aldus de vreemdeling.

2.3.1. Ter zitting bij de Afdeling heeft de minister toegelicht dat de vraag of een vreemdeling ervaring heeft met het leven onder Al Shabaab, wordt beantwoord aan de hand van diens verklaringen daaromtrent. Daarbij geldt evenwel dat die ervaring wordt verondersteld als het gebied van herkomst van de desbetreffende vreemdeling volgens informatie uit algemene bron op het relevante tijdstip onder controle stond van Al Shabaab. De minister gaat er voorts in de praktijk van uit dat een vreemdeling, die tenminste drie maanden ervaring heeft gehad met het leven onder Al Shabaab, zich daar in beginsel opnieuw moet kunnen handhaven. Deze termijn is een richtpunt, aldus de minister. De vraag of een vreemdeling inderdaad geacht kan worden zich onder Al Shabaab te handhaven dient te worden beantwoord aan de hand van de individuele feiten en omstandigheden. Bij die beoordeling is van belang of geloofwaardig is bevonden dat een vreemdeling eerder problemen heeft ondervonden van de zijde van Al Shabaab. Desgevraagd heeft de minister benadrukt dat het tijdsverloop sinds het vertrek van een vreemdeling uit Somalië en eventuele verwestersing van diens gedrag door verblijf in een westers land daarentegen geen rol spelen bij die beoordeling.

2.3.2. Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 afgewezen, indien een vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen.

Anders dan de vreemdeling betoogt, kan uit de overwegingen van het EHRM in het arrest van 28 juni 2011 niet in algemene zin een conclusie over de verdeling van de bewijslast worden getrokken, die ertoe noopt dat in dit geval de bewijslast niet ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw 2000 op de vreemdeling rust.

2.3.3. Niet in geschil is dat het gebied waaruit de vreemdeling afkomstig is, sinds januari 2009 onder controle staat van Al Shabaab en dat de vreemdeling op 1 mei 2009 uit dit gebied is vertrokken, zodat zij ruim drie maanden onder Al Shabaab heeft geleefd. Voorts is met voormelde uitspraak van de Afdeling van 9 november 2010 in rechte komen vast te staan dat de verklaringen van de vreemdeling over de problemen die zij van de zijde van Al Shabaab heeft ondervonden, ongeloofwaardig zijn. Aan het betoog van de vreemdeling dat zij juist door deze problemen al na drie maanden na de komst van Al Shabaab uit Somalië is vertrokken, komt derhalve geen betekenis toe.

Over de vraag of de vreemdeling zich bij terugkeer naar Somalië opnieuw onder Al Shabaab zal kunnen handhaven, wordt het volgende overwogen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 24 januari 2012 in zaak nr. 201103378/1/V2), is de enkele stelling van een vreemdeling dat hij bij terugkeer wegens langdurige afwezigheid in de negatieve aandacht van Al Shabaab zal komen te staan, niet voldoende om een reëel risico op een met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden strijdige behandeling aan te nemen. In dit geval heeft de vreemdeling evenwel betoogd dat zij gedurende haar verblijf in Nederland is verwesterd en zij om die reden niet kan worden geacht zich opnieuw te kunnen handhaven onder Al Shabaab. Het EHRM heeft in rechtsoverweging 275 van het arrest van 28 juni 2011 overwogen dat Somaliërs die moeten reizen door of terugkeren naar door Al Shabaab gecontroleerd gebied, een groter risico lopen onder de aandacht van Al Shabaab te komen als zij zo lang uit het land zijn weggeweest dat zij verwesterd zijn. Hoewel het enkele verblijf van de vreemdeling in Nederland niet hoeft te betekenen dat zij dermate is verwesterd dat niet langer van haar kan worden verwacht zich te kunnen handhaven onder Al Shabaab, is de Afdeling - anders dan de minister - van oordeel dat uit voormelde rechtsoverweging voortvloeit dat dit aspect wel bij de beoordeling dient te worden betrokken. Door in dit verband uitsluitend van belang te achten dat de vreemdeling zich van januari tot mei 2009 onder Al Shabaab heeft kunnen handhaven, heeft de minister voormeld aspect onvoldoende bij de beoordeling betrokken.

Bron: http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/Default.asp?verdict_id=1r6in1dwsGg%3D



P.S. Dank taalpolitie. Ik heb direct de hinderlijke fouten er uitgehaald.



Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

13 september 2011

Raad van State over een beroep op verwesterdheid (uitspraak ABRRvS)

LJN: BS1677, Raad van State , 201012660/1/V1

Datum uitspraak: 06-09-2011
Datum publicatie: 12-09-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Eerst in beroep hebben vreemdelingen 1 en 2 aangevoerd dat zij dermate zijn verwesterd dat zij zich bij terugkeer naar Afghanistan niet meer zullen kunnen voegen naar de daar geldende sociale zeden en daarom een reëel risico op een met artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden strijdige behandeling lopen. Daartoe hebben zij brieven van E. Oudijk, onderwijscounselor, van 2008 en oktober 2009, een brief van Z.M. Saltzherr, GZ psycholoog bij Altrecht geestelijke gezondheidszorg, van 28 juli 2010 en algemene landeninformatie over de positie van meisjes en vrouwen in Afghanistan overgelegd. Aldus hebben zij bij de rechtbank een nieuw asielmotief aangevoerd dat geen verband houdt met hetgeen zij in de bestuurlijke fase aan de opvolgende aanvraag van 1 augustus 2004 ten grondslag hebben gelegd. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 22 november 2007 in zaak nr. 200705487/1; www.raadvanstate.nl) heeft artikel 8:69, eerste lid, van de Awb noch artikel 83 van de Vreemdelingenwet 2000 op een nieuw asielmotief betrekking. Reeds hierom kunnen dit motief en de ter toelichting daarop overgelegde brieven en algemene landeninformatie niet bij de beoordeling van het beroep worden betrokken.


Bron: rechtspraak.nl

Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

25 augustus 2011

Iraakse vrouwen kunnen terug naar Irak (uitspraak rechtbank)

LJN: BR5501, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen , AWB 10/28086

Datum uitspraak: 24-08-2011
Datum publicatie: 24-08-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Irak, intrekking verblijfsvergunning, categoriaal beschermingsbeleid, valse documenten, geen positieve overtuigingskracht asielrelaas, artikel 3 EVRM, artikel 15 aanhef en onder c Definitierichtlijn, verwestering, positie vrouwen Verblijfsvergunning ingetrokken wegens beëindiging categoriaal beschermingsbeleid. Verweerder heeft gebruikmaking van een vals document en het ontbreken van reisdocumenten kunnen toerekenen aan de vreemdeling. Geen positieve overtuigingskracht asielrelaas. In Nederland aannemen van een westerse levensstijl leidt niet tot de conclusie dat terugkeer naar Irak zal leiden tot een in artikel 3 van het EVRM verboden behandeling. Geen situatie als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn. Verweerder heeft vrouwen in Irak niet als kwetsbare minderheidsgroep hoeven aanmerken (Uitspraken familieleden BR5498, BR5500, BR5502, BR5503).

------

2.12 Eiseres heeft een beroep gedaan op artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) en op artikel 15, aanhef en onder c, van de richtlijn 2004/83/EG van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchtelingen of als personen die anderszins internationale bescherming behoeven en de inhoud van de verleende bescherming (hierna: de Definitierichtlijn).

2.13 Volgens het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) van 30 oktober 1991 in zaak nr. 13163/87, Vilvarajah tegen het Verenigd Koninkrijk (RV 1991, 19) dient, wil aannemelijk zijn dat de desbetreffende vreemdeling bij uitzetting een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling, sprake te zijn van specifieke individuele kenmerken ("special distinguishing features"), waaruit een verhoogd risico voor een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM valt af te leiden. De enkele mogelijkheid ("mere possibility") van schending is onvoldoende.
Volgens rechtsoverweging 116 van het arrest van het EHRM van 17 juli 2008 in zaak nr. 25904/07, NA. tegen het Verenigd Koninkrijk (LJN: BF0248), zijn evenbedoelde specifieke individuele kenmerken evenwel niet vereist, indien de desbetreffende vreemdeling aannemelijk maakt dat hij deel uitmaakt van een groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen, zoals aan de orde was in het arrest van het EHRM van 11 januari 2007 in zaak nr. 1948/04, Salah Sheekh tegen Nederland (LJN: AZ5971).
Uit het arrest van 17 juli 2008 volgt verder dat, indien de desbetreffende vreemdeling geen deel uitmaakt van een specifieke groep, als vorenbedoeld, specifieke individuele kenmerken evenmin zijn vereist, indien hij aannemelijk maakt dat sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie ("most extreme case") van algemeen geweld in zijn land van herkomst. In dat geval kan de enkele omstandigheid dat hij bij terugkeer wordt blootgesteld aan dat geweld voldoende zijn om een schending van artikel 3 van het EVRM aan te nemen.

2.14 De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat gedwongen terugkeer naar Irak zal leiden tot een in artikel 3 van het EVRM verboden behandeling. Eiseres heeft niet aangetoond dat er concrete redenen zijn, gelegen in haar persoonlijke feiten en omstandigheden, die een dergelijke conclusie rechtvaardigen, nu verweerder zich in het bestreden besluit in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig is.

Voorts heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank terecht op het standpunt gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor het speciale beleid met betrekking tot minderheidsgroepen dan wel risicogroepen. Verweerder heeft terecht overwogen dat door eiseres niet aannemelijk is gemaakt dat er ten aanzien van haar of haar dochters daadwerkelijk concrete redenen zijn, gelegen in hun persoonlijke feiten en omstandigheden, die de conclusie rechtvaardigen dat voor hen bij terugkeer naar Irak een reëel risico bestaat op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM en dat zij daarom in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel.

De enkele omstandigheid dat eiseres en haar kinderen in Nederland een westerse levensstijl hebben aangenomen vormt geen grond voor het oordeel dat hun terugkeer naar Irak in strijd is met artikel 3 van het EVRM. Eiseres heeft stukken overgelegd die zien op de algehele situatie van vrouwen in Irak. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het algemeen ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Irak van januari 2010 niet dat vrouwen in Irak dienen te worden aangemerkt als groep die systematisch wordt blootgesteld aan een praktijk van onmenselijke behandelingen. De rechtbank overweegt dat verweerder in zijn beleid vrouwen niet als kwetsbare minderheidsgroep heeft hoeven aanmerken.
Eiseres heeft ook geen specifieke onderscheidende kenmerken aangevoerd waarmee zij aannemelijk heeft gemaakt dat juist zij en haar dochters een reëel risico lopen op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling. De rechtbank verwijst in deze naar de uitspraak van de Afdeling van 17 januari 2011 (zaak nr. 200909910/1, LJN: BP1931), daarbij in aanmerking nemend dat eiseres en haar dochters niet zijn aan te merken als alleenstaande vrouwen omdat zij in gezinsverband terug kunnen keren naar hun land van herkomst.

Bron: rechtspraak.nl



Law Blogs
Law blog Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.

30 april 2011

Uitstel zaak zussen Karima en Krishma

BORNE - De beslissende rechtszaak over het lot van de Afghaanse meisjes Karima (18) en Krishma (15) Koshidi en hun familie is uitgesteld. Bij de rechtbank in Zutphen zou op 12 mei de zaak dienen over de vraag of de familie, die in Borne woont, naar Afghanistan terug moet.

De Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) heeft de rechtbank nu gevraagd de zaak aan te houden.

Er is veel commotie over de dreigende uitzetting van Karima en Krishma, die al bijna tien jaar in Nederland wonen. Eerder besloot minister Leers van Immigratie en Asiel de veertienjarige Sahar en haar Afghaanse familie niet uit te zetten, omdat zij is verwesterd. Ze zou in Afghanistan in grote psychosociale problemen komen.

Voor Karima en Krishma, leerlingen van het Bataafs Lyceum in Hengelo, geldt hetzelfde, stelt hun advocaat Cees den Hartogh.

Hij deed dan ook een beroep op de IND de uitzettingsprocedure te stoppen. „De IND neemt nu extra ruimte om uit te zoeken wat het besluit van Leers precies betekent voor deze familie.” Den Hartogh had daar al op gehoopt.

Volgens Leers zijn er ongeveer 100 procedures waarvoor zijn Sahar-maatregel gevolgen kan hebben. Hij wil echter geen generaal pardon uitvaardigen voor deze groep, maar de zaken individueel blijven beoordelen.

Bron: http://www.tctubantia.nl/regio/twente/8611072/Uitstel-zaak-zussen-Karima-en-Krishma.ece


Law Blogs
Law blog

28 maart 2011

Behandeling hoger beroep minister Leers in zaak Sahar

Op woensdag 30 maart behandelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het hoger beroep van minister Leers tegen de uitspraak van de rechtbank in de zaak 'Sahar'. De minister weigerde in november 2010 Sahar en haar familie een verblijfsvergunning asiel te verlenen. Het Afghaanse gezin kwam eerder tegen die weigering in beroep bij de rechtbank in Den Bosch. Die oordeelde in januari 2011 dat Sahar zo is ingeburgerd in Nederland dat zij niet meer kan wennen aan het leven in de Afghaanse maatschappij. De rechtbank vond dat de minister beter had moeten motiveren waarom Sahar zich in Afghanistan aan de leefwijze in dat land zou kunnen aanpassen. De minister komt tegen die uitspraak in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij wil duidelijkheid krijgen over de vraag of verwestering van een Afghaans meisje door langdurig verblijf in Nederland reden moet zijn om hier te blijven. Dat Sahar en haar familie al lang in Nederland zijn, is namelijk het gevolg van herhaaldelijk procederen, zo stelt Leers.

De zaak met zaaknummer 201101392/1 wordt op 30 maart 2011 om 10.00 uur op zitting behandeld door de staatsraden Lubberdink, Parkins-de Vin en Van der Spoel. De zitting vindt plaats in het hoofdpand van de Raad van State aan het Lange Voorhout 3 in Den Haag. Naar verwachting zal de uitspraak van de Raad van State in juni volgen

Bron: http://www.raadvanstate.nl/agenda/nieuws/nieuwsbericht/?news_id=136


Law Blogs
Law blog

12 oktober 2010

Verblijfsvergunning na protest: Nog één laatste trip afgelast

Een school, gemeente, of buurt die protesteert tegen een uitzetting: het heeft zin. Op de valreep mocht de Afghaanse familie Baba blijven van minister Hirsch Ballin.

De IND had de vliegtickets al klaarliggen, de familie de koffers al klaarstaan. Vandaag zou de Afghaanse familie Baba – vader, moeder, vijf kinderen plus een oom en tante – terug moeten naar Afghanistan. Maar op het laatste moment, afgelopen vrijdag, besloot demissionair minister Ernst Hirsch Ballin dat de familie tóch in Nederland mag blijven. Nog net voor z’n aftreden maakte hij namelijk gebruik van de zogeheten discretionaire bevoegdheid: de familie Baba krijgt een verblijfsvergunning. Wat de IND en de rechters ook vinden, de in 2001 uit Afghanistan gevluchte familie mag blijven.

De afgelopen drie jaar waren er behoorlijk wat zaken à la de familie Baba. Tussen maart 2007 en april 2010 maakte de minister – vooral destijds staatssecretaris Albayrak van vreemdelingenzaken – 550 keer gebruik van die discretionaire bevoegdheid, zegt het ministerie van Justitie. Tot de val van het kabinet keek Albayrak naar de schrijnende gevallen. Nadat de PvdA-bewindsvrouw aftrad, mocht Hirsch Ballin ‘gul’ zijn. De besluiten van de minister en staatssecretaris staan trouwens los van het generaal pardon uit 2007, waardoor meer dan 27.000 afgewezen asielzoekers een verblijfsvergunning kregen.

Dat de familie Baba mag blijven, lijkt beïnvloed door maatschappelijk protest. Daardoor komt een zaak (extra) onder de aandacht van de minister en blijft die niet in de dossiers van de IND en (als er een zaak wordt aangespannen) bij de rechtbank hangen.

Handtekeningen

Volgens Heinrich Winter, bijzonder hoogleraar toezicht en gespecialiseerd in vreemdelingenrecht (Rijksuniversiteit Groningen) kunnen acties, zoals in dit geval de handtekeningenactie van Haagse scholieren, inderdaad helpen. Winter: ‘Vaak zie je dat er nog wel eens lijntjes worden gelegd met parlementariërs, burgemeesters of werkgevers. Als ze die moeite doen, dan zie je nog wel eens dat er echt goed naar gekeken wordt.’

Bij de familie Baba kwamen de drie Haagse scholen waar de vijf kinderen van de familie op zitten in actie: ze verzamelden 3.000 handtekeningen, boden een petitie aan de minister aan en protesteerden bij het ministerie van Justitie. Door de acties kregen ook de fracties van de SP en de PvdA lucht van de zaak. PvdA-Kamerlid Hans Spekman stuurde een brief aan Hirsch Ballin met het verzoek de familie te laten blijven.

Geluk

Nick Vogels, leraar op een van de scholen waar twee meisjes uit het gezin Baba zaten, en medeorganisator van het protest, denkt dat het gezin geluk heeft gehad. ‘Volgende week, als er een nieuw kabinet is, was het denk ik niet zo ver gekomen.’ De leerlingen op school reageerden vrijdag heel enthousiast. Vogels: ‘Toen bekend werd dat ze mochten blijven, hebben we het meteen groot op de monitoren gezet. Na een paar tellen ging er een gejuich door school heen.’ Vooral kinderen die in de klas zaten bij de meisjes, reageerden emotioneel. ‘Die maken het heel intens mee. Een meisje waar ze drie jaar bij in de klas zitten, zou opeens weg moeten.’

Volgens de advocaat van de familie Baba, Brian Lit, is de zaak van de al 9 jaar in Nederland wonende familie Baba schrijnend, omdat de vijf kinderen allemaal zijn opgevoed in Nederland en erg zijn verwesterd. Bovendien gaat het om een gezin met veel meiden: vier meisjes en een jongen. Lit: ‘In Afghanistan worden verwesterde meisjes als onzedelijk aangemerkt. Ze lopen gevaar op mishandeling en verstoting. Om nog niet te spreken wat de overal in het land aanwezige taliban ervan vinden.’

Illusie

De IND zet vluchtelingen uit naar (delen van) Somalië, Irak en Afghanistan. Volgens veel organisaties is dat onverantwoord. ‘Mensen die worden uitgezet naar Somalië komen allemaal aan op het vliegveld van Mogadishu. Daar is het erg gevaarlijk, het ligt in het onveilige deel van het land’, zegt Annemiek Bots van Vluchtelingenwerk. Ook het uitzetten van vluchtelingen naar bijvoorbeeld Bagdad is onverantwoord, vindt ze. ‘Dat is een stad die momenteel zeer onveilig is.’ Advocaat Lit: ‘Eigenlijk zijn besluiten of gebieden veilig zijn bijna altijd politiek. Men is bang voor een aanzuigende werking.’

Vluchtelingen die de IND Nederland uit wil zetten, zijn trouwens niet alleen afhankelijk van burgerprotest en de nukken van een bewindspersoon. Ook rechters fluiten de IND nogal eens terug. In Nederland, maar ook in Europa. Lit: ‘Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kijkt naar individuele omstandigheden. Als de mensenrechten in het geding zijn, dan mag een uitzetting niet doorgaan.’ Zo dwarsboomt het Europees Hof regelmatig een uitzetting – en had het bijvoorbeeld ook de zaak van de familie Baba nog in behandeling. En dat zal bij een nieuw kabinet straks niet anders zijn. Het Europees Hof, maar ook andere rechters, zullen immers hun koers niet zomaar wijzigen. Volgens hoogleraar Winter gaat er dan ook weinig tot niets veranderen. ‘We zoeken de randen al behoorlijk op, en om nu te verwachten dat het straks makkelijker gaat, is een volstrekte illusie

Bron: http://www.depers.nl/binnenland/515724/Nog-een-laatste-trip-afgelast.html

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...