On the 4th of April the Dutch Supreme Court ruled that if it becomes clear that the Refugee Treaty and the ECHR would prevent those witnesses to be send back to the DRC The Netherlands is obliged to let them out of detention and let them enter The Netherlands. But that as long as there is no decision on their asylum request they can be held in detention by the ICC awaiting return to their Congolese jailcells.
In the following article in Dutch (but Google Translate does wonders) Hemme Battje discusses the case and all the court rulings. This whole proceeding can have it's effects on the willingness of states to send their criminals as witnesses to The Hague and the ICC and can also leave the Netherlands with criminals they cannot deport.
This is a link to that article by Hemme Battje: http://verblijfblog.nl/2014/05/08/getuige-bij-het-strafhof-of-asielzoeker-in-nederland/
---------------------------------------------------
Want to read more about the ICC? Click on the picture to get more info about the book or use the link.
The Nuremberg trials after World War II constituted a landmark in the development of international criminal justice: presided over by jurists from the victorious powers, it set new standards for defining international war crimes. Set in motion shortly after the creation of the United Nations, the courts seemed to point toward a future in which the international community could more effectively prosecute crimes against humanity and advance the cause of justice and the rule of law throughout the world. However, the onset of the Cold War stymied all efforts to create an effective international criminal court. Neither the US nor the USSR was willing to face the possibility of being judged in a forum controlled by ideological adversaries.
Despite the lack of progress, the dream of the court lived on through the 1980s, and when the Cold War ended, a new opportunity arose. After the UN's creation of temporary courts during the Balkan wars of the early 1990s, a powerful grassroots movement championing a permanent international criminal court emerged. Facing stiff resistance from the US and other powerful states, the movement triumphed against great odds. The court was established in 2002, and it now has the support of over 100 states (but not the US). The US opposes it outright and the Russians and Chinese are skeptical of it for a simple reason: as the most powerful states, they have no intention of surrendering jurisdictional authority over their own citizens to lesser powers. As a consequence, the court has faced numerous setbacks, and many have questioned whether it has any real power at all. It has ended up focusing its energies on pursuing war criminals in weak states, typically in Africa. It is now caught on the horns of a dilemma: to pursue justice, it does what it can where it can, but it cannot actually prosecute figures in powerful states. Russia will never surrender troops who may have acted badly in Georgia, and America is not about to hand over soldiers who killed civilians in Afghanistan.
Yet the court has had some minor successes, and we should remember that it is still in its very early days. As the years pass, its jurisdictional authority may expand, and the norms that it advances may achieve the status of common sense. Time will tell. In Rough Justice, David Bosco tells the story of the movement to establish the court and its tumultuous first decade. He also considers its prospects for the future, especially the very real challenges that it faces. This is an authoritative account of an international institution that is prototypical of the post-Cold War era.
Informatie over het Nederlandse vreemdelingenrecht en nationaliteitsrecht, inburgering, diversiteit, expats, vluchtelingen en gezinshereniging enz. Maar ook vacatures voor juristen die bezig willen houden in een internationale setting of zich in het vreemdelingenrecht willen verdiepen.
- immigration law blog on Dutch visa, residence permits, citizenship, nationality etc. -
Redactie mevr. mr M.W.W. Raspe (berichten uit de media zijn niet altijd ook haar mening)
Posts tonen met het label DRC. Alle posts tonen
Posts tonen met het label DRC. Alle posts tonen
08 mei 2014
Getuige bij het Strafhof of asielzoeker in Nederland?
Op 4 april deed de Hoge Raad een uitspraak over drie Congolese getuigen bij het Internationaal Strafhof in Den Haag die in Nederland asiel hadden gevraagd. Moeten de Congolezen vanwege hun asielaavraag uit het detentiecentrum van het Strafhof worden vrijgelaten? En kunnen zij dan nog wel na hun getuigenis naar Congo worden teruggestuurd?
Door Hemme Battjes
Lees verder hier: http://verblijfblog.nl/2014/05/08/getuige-bij-het-strafhof-of-asielzoeker-in-nederland/


In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Door Hemme Battjes
Lees verder hier: http://verblijfblog.nl/2014/05/08/getuige-bij-het-strafhof-of-asielzoeker-in-nederland/
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
05 november 2013
Britse krant klaagt dat verkrachtingsslachtoffers uit DRC vaak geen asiel krijgen. Hoe is de Nederlandse praktijk? (Britain rejects rape victims’ asylum pleas)
Britain rejects rape victims’ asylum pleas
Josephine was one of the rape victims who met foreign secretary William Hague (Jake Lyell )
Almost two-thirds of women who have fled the war-torn Democratic Republic of Congo — described by the United Nations as the “rape capital of the world” — have been denied sanctuary in Britain in recent years.
Those who have been turned down include women who say they were raped as children by militiamen or soldiers — leading to claims from some charities that the government lacks a “joined-up” strategy.
Lees hier verder: http://www.thesundaytimes.co.uk/sto/news/uk_news/National/article1335482.ece#!
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
05 januari 2013
Top 10 neglected refugee crises
JOHANNESBURG, 21 November 2012 (IRIN) - Refugee crises appear to come and go. In 2011, all eyes were on the Dadaab refugee complex in northern Kenya as it received hundreds of thousands of Somalis fleeing famine and conflict. This year, attention has shifted to the refugee exodus from Syria, even though the majority of Somalis who arrived at Dadaab last year are still there.
In fact, most refugee and displacement crises continue long after public attention and donor interest wane, and others never make it into the spotlight. This often leaves the UN’s Refugee Agency (UNHCR) and aid organizations with the difficult task of assisting large populations of refugees, forced migrants and internally displaced people (IDPs) without sufficient funding, political will or support from the international community.
Below, IRIN takes a look at some of the most neglected refugee and displacement crises around the world.
1. Sudanese refugees in Chad: Nearly a decade of conflict in Sudan's western Darfur region displaced some 1.8 million Sudanese. Of these, more than 264,000 fled into neighbouring Chad, where they continue to live in 12 camps along the country’s eastern border with Sudan. Chad is one of the world's poorest countries and, according to UNHCR, the working environment is “extremely challenging” due to the region’s lack of infrastructure and natural resources. Women in the camps report they sometimes have to walk all day to find firewood, and lack of access to arable land has made the refugees almost entirely dependent on humanitarian assistance to meet their basic needs. Several peace accords between the rebels in Darfur and the Sudanese government have failed to calm the region’s volatility, leaving the refugees reluctant to return home. Meanwhile, humanitarian workers say the long-running nature of the crisis has led to donor fatigue.
Photo: DRCRC |
Re-newed conflict in the eastern Democratic Republic of Congo has forced hundreds of thousands of people from their homes |
3. Sudanese refugees in South Sudan: Over the past 18 months, an estimated 170,000 people have fled conflict between Sudanese government forces and the Sudan People's Liberation Movement-North in Sudan’s Blue Nile and South Kordofan states, pouring into South Sudan's Upper Nile and Unity states. Humanitarian agencies are bracing for a further influx once the rainy season comes to an end and impassable roads reopen. Aid workers fear that swelling refugee numbers, flooding and disease outbreaks could aggravate the crisis, and UNHCR is urgently appealing for an additional US$20 million to manage basic needs in the camps. Poor infrastructure in South Sudan has made delivering emergency assistance both expensive and difficult.
4. IDPs in eastern Democratic Republic of Congo (DRC): Defections from the Congolese army, which gave rise to the M23 armed group, have led to a resumption of violence in the DRC's North Kivu Province in the last six months. More than 260,000 people have been displaced so far, according to the UN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs. A further 68,000 have fled to neighbouring Uganda and Rwanda. The IDPs are living in dozens of makeshift camps across the province, where aid agencies are providing shelter, protection, food and health services, despite a severe funding shortfall and recurrent attacks on aid workers. The new wave of IDPs adds to the 1.7 million already internally displaced in the country, according to UNHCR.
5. Rohingya refugees in Bangladesh: Muslims from Myanmar’s western Rakhine State - commonly referred to as the Rohingya - are an ethnic minority that has endured systemic discrimination and abuse over the past five decades, including being stripped of their citizenship under a 1982 law. Over the past 50 years, thousands have fled the country, the vast majority to Bangladesh. UNHCR has not been permitted to register new arrivals since mid-1992, but it estimates that there are more than 200,000 Rohingya in the country’s southeast. Only about 30,000 of the refugees are documented and living in one of two government-run camps in Cox’s Bazar District, where they are assisted by UNHCR. International agencies, including UNHCR, have been barred by the Bangladeshi government from providing assistance to the undocumented refugees, many of whom live on the periphery of the official camps. Unofficially, several international NGOs are providing services to these refugees, but it remains unclear how long they will be allowed to do so.
6. Tamil refugees in India: More than three years after the end of Sri Lanka’s protracted civil war, there are more than 100,000 ethnic Tamil Sri Lankans in the southern Indian state of Tamil Nadu, including 68,000 in 112 government-run camps. The largest wave of refugees arrived in the camps between 1983 and 1987, with many staying on and having children. It is estimated that more than half of the current refugee population was born in India and knows little of life back in Sri Lanka. Although UNHCR does not have access to the camps, four NGOs are delivering services to the refugees. Since the war ended, just 5,000 have officially repatriated to Sri Lanka with UNHCR assistance. The vast majority remain reluctant to return, citing ongoing reports of human rights abuses and lack of job opportunities.
Photo: Marc-André Boisvert/IRIN |
Young Malian refugees at Mentao refugee camp in Burkina Faso |
8. Horn of Africa refugees in Yemen: Yemen has long been a transit country for migrants trying to reach Saudi Arabia in search of work, but since 2006 it has also become home to increasing numbers of refugees from Somalia, Ethiopia and Eritrea. Despite conflict, poverty and a sometimes xenophobic environment in Yemen, a record 103,000 refugees and migrants arrived in 2011, bringing the total number of registered refugees to 230,000, in addition to an estimated 500,000 migrants. Their presence has been largely overshadowed by last year’s uprising and political crisis, which displaced hundreds of thousands of Yemenis and contributed to rising poverty in a country that was already the region’s poorest. Refugees living in mostly urban areas are forced to compete with locals for scarce jobs and resources, a situation that has aggravated tensions and increased the vulnerability of many refugees. A funding shortfall of about $30 million has forced UNHCR to limit its assistance.
9. Malian IDPs and refugees in neighbouring countries: During and after the April takeover of northern Mali by Tuareg rebels, who were quickly supplanted by Islamist groups, some 34,977 Malians escaped to Burkina Faso, 108,942 fled to Mauritania and 58,312 went to Niger. Some 118,000 Malians have been internally displaced, 35,300 of them within the north itself, in the regions of Kidal, Gao and Timbuktu. UNHCR faces severe funding gaps in each of the host countries and in Mali, and increasing insecurity is shrinking humanitarian access to populations in need of protection. For host governments and aid agencies, the refugee influx has compounded the food and livelihoods crisis affecting the Sahel region. Should a planned intervention by the Economic Community of West African States be launched in northern Mali, refugee populations are likely to grow further.
10. IDPs in Colombia: Since the start of the conflict between the Colombian government and armed Marxist guerrillas in the mid-1960s, the threat of violence has forced millions to abandon their homes. Indigenous and Afro-Colombian populations living in remote, rural areas have been particularly affected. The government puts the number of IDPs at 3.6 million, but several NGOs estimate the figure is closer to 5 million, pointing out that many of those displaced have not been officially registered. Most now live on the fringes of Colombia’s towns and cities, where they often struggle to adapt to urban life and face discrimination in the search for jobs and opportunities. Lack of identity documents also excludes many from access to public healthcare. Despite recent peace talks between the government and the guerrillas, it remains unsafe for most of the IDPs to return home, making the need for better integration into host communities a priority.
Original found here: http://www.irinnews.org/In-Depth/96797/99/
Law blog
Tweet
13 december 2012
Britse Ambstberichten over DRC. O.a. over terugkeer naar Congo / UKBA on DRC
UKBA issue two important documents relating to #DRC - 1. Fact Finding Mission Report (November 2012) http://www.ukba.homeoffice.gov.uk/sitecontent/documents/policyandlaw/coi/drc/ffm-report.pdf?view=Binary … ...
Paul Dillane
... Following from Fact Finding Mission, UKBA issue a Policy Bulletin relating to #DRC asylum claims http://www.ukba.homeoffice.gov.uk/sitecontent/documents/policyandlaw/countryspecificpolicybulletins/drc-polbulletin?view=Binary …
Law blog
Tweet
18 juni 2010
Wat als iemand in beroep zijn hele verhaal wijzigt en dan claimt bij uitzetting ex artikel 3 EVRM gevaar te lopen? (uitspraak rechtbank)
Ondanks een strijd met de goede procesorde moet de IND als het er toch echt op lijkt dat iemand dan een gevaar voor eigen leven loopt onderzoek doen. In Nijntje taal "Better safe then sorry".
LJN: BM8113, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 09 / 29333
Datum uitspraak: 26-03-2010
Datum publicatie: 17-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Bahaddar, vervangend Congolees paspoort, artikel 3 EVRM, Burundese nationaliteit Naar het oordeel van de rechtbank diende eiseres haar gestelde Congolese nationaliteit reeds ten tijde van haar eerste asielaanvraag met onderliggende stukken te onderbouwen en kan het overgelegde Congolese paspoort, aangezien dit niet eerder is overgelegd, niet als nieuw gebleken feit en omstandigheid worden aangemerkt. De omstandigheid dat eiseres in de eerdere asielprocedure op advies van haar toenmalige gemachtigde haar verklaringen aangaande haar nationaliteit heeft gewijzigd, doet hieraan niet af en dient voor haar eigen rekening en risico te komen. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling volgt dat, ook indien de vreemdeling stelt dat bij gedwongen terugkeer naar het land van herkomst het risico bestaat van een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing, moet worden voldaan aan de in het nationale recht neergelegde procedureregels. Slechts indien zich bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende feiten en omstandigheden, als bedoeld in overweging 45 van het arrest Bahaddar tegen Nederland (LJN: AG8817), voordoen, kan noodzaak bestaan om deze regels niet tegen te werpen. In dat geval kan het besluit, ondanks dat er eerst in beroep en in strijd met de goede procesorde nieuwe beroepsgronden zijn aangevoerd met betrekking tot artikel 3 van het EVRM, worden getoetst door de bestuursrechter, voor zover deze feiten en omstandigheden daartoe nopen. Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 april 2009 (LJN: BJ1636) blijkt dat dit niet betekent dat bij de beoordeling of sprake is van evenbedoelde bijzondere feiten en omstandigheden ter toetsing staat of verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat het beroep van de vreemdeling op artikel 3 van het EVRM faalt. Aan die toetsing van het standpunt van verweerder komt de rechtbank eerst toe, nadat zij tot het oordeel is gekomen dat de feiten en omstandigheden die de vreemdeling in het kader van artikel 3 van het EVRM heeft aangevoerd, in het licht van de beoordeling eerder in de procedure en het bepaalde in artikel 13 van het EVRM, zodanig zwaarwegend zijn dat de wijze waarop de rechtbank het besluit naar nationaal recht dient te beoordelen er aan in de weg staat dat een reëel risico van een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing in de beoordeling van het beroep wordt betrokken. Gelet hierop zal dienen te worden beoordeeld of het beoordelingskader er aan in de weg staat dat een reëel risico op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing in de beoordeling van het beroep wordt betrokken. Verweerder stelt dat niet kan worden herleid op grond van welke onderliggende informatie de Congolese autoriteiten zijn overgegaan tot afgifte van het vervangend paspoort. Ter zitting heeft eiseres aangevoerd dat zij bij de Congolese ambassade in België haar achtergrond heeft geschetst en haar Congolese geboorteakte heeft laten zien. Nu op basis hiervan de bevoegde Congolese autoriteiten haar een vervangend paspoort hebben verstrekt en verweerder niet op basis van onderzoek gemotiveerd heeft bestreden dat het een authentiek paspoort betreft, kan naar het oordeel van de rechtbank niet op voorhand worden uitgesloten dat eiseres hiermee uitzetbaar is naar de DRC. Nu verweerder in het bestreden besluit geen uitsluitsel biedt of er met betrekking tot eiseres als (alleenstaande) vrouw, behorend tot de Banyamulenge en de dusdanig ernstige situatie in de provincie Kivu, alwaar sprake is van een binnenlands gewapend conflict, een arguable claim op schending van artikel 3 van het EVRM bestaat. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder in de door eiseres aangedragen informatie aanleiding had moeten zien om nader onderzoek in te stellen of deze aangevoerde feiten en omstandigheden zodanig zwaarwegend zijn dat geoordeeld moet worden dat zij bij terugkeer naar de DRC een reëel risico loopt op een artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing. Dit teneinde te kunnen beoordelen of sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden als bedoeld in de Bahaddar-zaak van het EHRM, die maken dat het in rechtsoverweging 6 weergegeven beoordelingskader buiten toepassing moet blijven. Het bestreden besluit komt daarom voor vernietiging in aanmerking wegens strijd met het bepaalde in artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het beroep is derhalve gegrond
Bron: rechtspraak.nl
LJN: BM8113, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 09 / 29333
Datum uitspraak: 26-03-2010
Datum publicatie: 17-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Bahaddar, vervangend Congolees paspoort, artikel 3 EVRM, Burundese nationaliteit Naar het oordeel van de rechtbank diende eiseres haar gestelde Congolese nationaliteit reeds ten tijde van haar eerste asielaanvraag met onderliggende stukken te onderbouwen en kan het overgelegde Congolese paspoort, aangezien dit niet eerder is overgelegd, niet als nieuw gebleken feit en omstandigheid worden aangemerkt. De omstandigheid dat eiseres in de eerdere asielprocedure op advies van haar toenmalige gemachtigde haar verklaringen aangaande haar nationaliteit heeft gewijzigd, doet hieraan niet af en dient voor haar eigen rekening en risico te komen. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling volgt dat, ook indien de vreemdeling stelt dat bij gedwongen terugkeer naar het land van herkomst het risico bestaat van een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing, moet worden voldaan aan de in het nationale recht neergelegde procedureregels. Slechts indien zich bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende feiten en omstandigheden, als bedoeld in overweging 45 van het arrest Bahaddar tegen Nederland (LJN: AG8817), voordoen, kan noodzaak bestaan om deze regels niet tegen te werpen. In dat geval kan het besluit, ondanks dat er eerst in beroep en in strijd met de goede procesorde nieuwe beroepsgronden zijn aangevoerd met betrekking tot artikel 3 van het EVRM, worden getoetst door de bestuursrechter, voor zover deze feiten en omstandigheden daartoe nopen. Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 april 2009 (LJN: BJ1636) blijkt dat dit niet betekent dat bij de beoordeling of sprake is van evenbedoelde bijzondere feiten en omstandigheden ter toetsing staat of verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat het beroep van de vreemdeling op artikel 3 van het EVRM faalt. Aan die toetsing van het standpunt van verweerder komt de rechtbank eerst toe, nadat zij tot het oordeel is gekomen dat de feiten en omstandigheden die de vreemdeling in het kader van artikel 3 van het EVRM heeft aangevoerd, in het licht van de beoordeling eerder in de procedure en het bepaalde in artikel 13 van het EVRM, zodanig zwaarwegend zijn dat de wijze waarop de rechtbank het besluit naar nationaal recht dient te beoordelen er aan in de weg staat dat een reëel risico van een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing in de beoordeling van het beroep wordt betrokken. Gelet hierop zal dienen te worden beoordeeld of het beoordelingskader er aan in de weg staat dat een reëel risico op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing in de beoordeling van het beroep wordt betrokken. Verweerder stelt dat niet kan worden herleid op grond van welke onderliggende informatie de Congolese autoriteiten zijn overgegaan tot afgifte van het vervangend paspoort. Ter zitting heeft eiseres aangevoerd dat zij bij de Congolese ambassade in België haar achtergrond heeft geschetst en haar Congolese geboorteakte heeft laten zien. Nu op basis hiervan de bevoegde Congolese autoriteiten haar een vervangend paspoort hebben verstrekt en verweerder niet op basis van onderzoek gemotiveerd heeft bestreden dat het een authentiek paspoort betreft, kan naar het oordeel van de rechtbank niet op voorhand worden uitgesloten dat eiseres hiermee uitzetbaar is naar de DRC. Nu verweerder in het bestreden besluit geen uitsluitsel biedt of er met betrekking tot eiseres als (alleenstaande) vrouw, behorend tot de Banyamulenge en de dusdanig ernstige situatie in de provincie Kivu, alwaar sprake is van een binnenlands gewapend conflict, een arguable claim op schending van artikel 3 van het EVRM bestaat. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder in de door eiseres aangedragen informatie aanleiding had moeten zien om nader onderzoek in te stellen of deze aangevoerde feiten en omstandigheden zodanig zwaarwegend zijn dat geoordeeld moet worden dat zij bij terugkeer naar de DRC een reëel risico loopt op een artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing. Dit teneinde te kunnen beoordelen of sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden als bedoeld in de Bahaddar-zaak van het EHRM, die maken dat het in rechtsoverweging 6 weergegeven beoordelingskader buiten toepassing moet blijven. Het bestreden besluit komt daarom voor vernietiging in aanmerking wegens strijd met het bepaalde in artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het beroep is derhalve gegrond
Bron: rechtspraak.nl
09 december 2009
Situatie van vrouwen in Congo (DRC) zo verslechterd dat herhaalse asielaanvragen op basis daarvan niet met 4:6 Awb moegn worden afgedaan
LJN: BK5481, Raad van State , 200902411/1/V2
Datum uitspraak: 30-11-2009
Datum publicatie: 07-12-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Herhaalde aanvraag / situatie vrouwen in DRC / nova
Inhoudsindicatie: Herhaalde aanvraag / situatie vrouwen in DRC / nova
Uit het ambtsbericht blijkt dat de situatie voor vrouwen in de DRC, ten opzichte van de situatie aldaar ten tijde van het eerdere besluit van 16 juni 2006 zodanig is verslechterd dat niet op voorhand is uitgesloten dat deze verslechterde situatie kan afdoen aan het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op toelating op de voet van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000). Aldus is, zoals de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen, sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zodat het besluit van 4 maart 2009 wat betreft de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning op voormelde grond te verlenen, reeds daarom kan worden getoetst. De vraag of WBV 2007/35 een voor de vreemdeling relevante wijziging van het recht is, behoeft derhalve geen bespreking meer. De staatssecretaris heeft zich in het besluit van 4 maart 2009 op het standpunt gesteld dat de vreemdeling aannemelijk dient te maken dat zij te vrezen heeft voor seksuele geweldpleging in de DRC en dat, nu haar asielrelaas ongeloofwaardig is bevonden, geen sprake is van een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid. De staatssecretaris heeft aldus niet onderkend dat met voormelde verslechterde situatie voor vrouwen in de DRC sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zodat hij had moeten beoordelen of deze hem noopten tot het heroverwegen van het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning te verlenen op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. De voorzieningenrechter heeft derhalve terecht overwogen dat de staatssecretaris de aanvraag ten onrechte met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft afgewezen. Deze grieven falen.
Bron: rechtspraak.nl
Let op de eerdere aanvraag moet wel al eerder zijn behandeld dan het ambtsbericht van mei 2007 want anders is er geen sprake van nova (zie uitspraak LJN: BK5473, Raad van State , 200807606/1)
Hoewel in het ambtsbericht van juli 2008 een aantal details en voorbeelden worden genoemd die in het ambtsbericht van mei 2007 niet voorkomen, kan daaruit niet worden afgeleid dat de positie van vrouwen in de DRC ten tijde van belang ten opzichte van die op 7 februari 2007 verder is verslechterd. In het ambtsbericht van mei 2007 wordt immers ook reeds vermeld dat vrouwen in de DRC een ondergeschikte positie innemen en dat verkrachting volgens UNICEF epidemische vormen heeft aangenomen. Er is dan ook geen grond voor het oordeel dat niet op voorhand uitgesloten is dat het aldus aangevoerde kan afdoen aan het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op toelating op de voet van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000
Datum uitspraak: 30-11-2009
Datum publicatie: 07-12-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Herhaalde aanvraag / situatie vrouwen in DRC / nova
Inhoudsindicatie: Herhaalde aanvraag / situatie vrouwen in DRC / nova
Uit het ambtsbericht blijkt dat de situatie voor vrouwen in de DRC, ten opzichte van de situatie aldaar ten tijde van het eerdere besluit van 16 juni 2006 zodanig is verslechterd dat niet op voorhand is uitgesloten dat deze verslechterde situatie kan afdoen aan het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op toelating op de voet van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000). Aldus is, zoals de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen, sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zodat het besluit van 4 maart 2009 wat betreft de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning op voormelde grond te verlenen, reeds daarom kan worden getoetst. De vraag of WBV 2007/35 een voor de vreemdeling relevante wijziging van het recht is, behoeft derhalve geen bespreking meer. De staatssecretaris heeft zich in het besluit van 4 maart 2009 op het standpunt gesteld dat de vreemdeling aannemelijk dient te maken dat zij te vrezen heeft voor seksuele geweldpleging in de DRC en dat, nu haar asielrelaas ongeloofwaardig is bevonden, geen sprake is van een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid. De staatssecretaris heeft aldus niet onderkend dat met voormelde verslechterde situatie voor vrouwen in de DRC sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zodat hij had moeten beoordelen of deze hem noopten tot het heroverwegen van het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op de weigering de vreemdeling een verblijfsvergunning te verlenen op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000. De voorzieningenrechter heeft derhalve terecht overwogen dat de staatssecretaris de aanvraag ten onrechte met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft afgewezen. Deze grieven falen.
Bron: rechtspraak.nl
Let op de eerdere aanvraag moet wel al eerder zijn behandeld dan het ambtsbericht van mei 2007 want anders is er geen sprake van nova (zie uitspraak LJN: BK5473, Raad van State , 200807606/1)
Hoewel in het ambtsbericht van juli 2008 een aantal details en voorbeelden worden genoemd die in het ambtsbericht van mei 2007 niet voorkomen, kan daaruit niet worden afgeleid dat de positie van vrouwen in de DRC ten tijde van belang ten opzichte van die op 7 februari 2007 verder is verslechterd. In het ambtsbericht van mei 2007 wordt immers ook reeds vermeld dat vrouwen in de DRC een ondergeschikte positie innemen en dat verkrachting volgens UNICEF epidemische vormen heeft aangenomen. Er is dan ook geen grond voor het oordeel dat niet op voorhand uitgesloten is dat het aldus aangevoerde kan afdoen aan het eerdere besluit, in zoverre dat ziet op toelating op de voet van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000
Abonneren op:
Posts (Atom)
Aanbevolen post
Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars
Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...

-
(De tekst is geupdate op 7 oktober 2020) Iemand stuurde deze week in paniek een mailtje want ze was er achter gekomen dat haar verblijfsve...
-
Vaak krijg je een beschikking: gegrond maar we betalen geen proceskosten want je kreeg wat je wilde. Zo niet dus. 1. Voor zover het beroep i...
-
Leermoment Mevrouw X woont in Afghanistan . Ze is een aantal jaren geleden getrouwd met meneer Y geboren in A maar als kind gevlucht. Hij ...
-
Voor deze mensen begin ik een artikel 8 EVRM procedure "familieleven tussen volwassenen waar sprake is van 'more than emotional t...
-
Vanavond op tv het Advokatenkollektief Rotterdam in "De laatste sociaal advocaten". Hilde van Asperen, een bekend vreemdelingenrec...
-
#Leermoment Mijn client meneer X heeft in bezwaar een verblijfsvergunning als kennismigrant verleend gekregen bij Y Hij was legaal in Nede...
-
For a global leading law firm dedicated to corporate immigration services worldwide, we are currently recruiting a Dutch Qualified Immigra...
-
Zowel de IND als de rechtbank moeten dat ambtshalve toetsen. ECLI:NL:RBDHA:2025:6702 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 22-04-2025...
-
Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...
-
18,500 Afghans brought to UK in £7bn Government secret airlift revealed after superinjunction battleThe covert airlift – codenamed Operation Rubific - was launched after the UK military catastrophically lost a database of Afghans who had ap...