Posts tonen met het label ICC. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ICC. Alle posts tonen

14 juli 2020

Is the International Criminal Court destined to pick fights with non-state parties? (Bijvoorbeeld rond Oeigoeren)

There have been reports of a communication to the International Criminal Court alleging that the treatment of Uighurs in Xinjiang by Chinese authorities constitute international crimes within the Court’s jurisdiction.

The jurisdictional basis of the claim is that China’s conduct involved forced deportations to Cambodia and Tajikistan, which are parties to the statute even though China is not.

This obviously relies on the finding in the situation in Bangladesh/Myanmar (concerning the forced deportation of Rohingya out of Myanmar) that the court may take jurisdiction over certain cross-border offences where one of the states involved is a party to the Statute. While most such communications go nowhere (and I offer no comment on this one), it raises again to my mind the question of whether the ICC was almost designed to become embroiled in such conflicts with non-parties.

That states may delegate jurisdiction over offences committed on their territory to an international court is uncontroversial. The extent to which the conferral of objective territorial jurisdiction on the ICC has set the stage for conflict with non-member states is, however, increasingly apparent. We now have the Court asserting jurisdiction to investigate crimes orchestrated in Myanmar, the actions of CIA agents and other Americans in Afghanistan, of Russians in Georgia and Ukraine, and it may quite possibly soon be investigating the actions of Israeli officials in Palestine.

Whether one regards this as a problem depends to some extent on one’s vision of the Court.

Continue here: https://www.ejiltalk.org/is-the-international-criminal-court-destined-to-pick-fights-with-non-state-parties/?utm_source=mailpoet&utm_medium=email&utm_campaign=ejil-talk-newsletter-post-title_2

01 juni 2020

ICC zoekt Sudanezen

The International Criminal Court (‘ICC’) situated in the Hague Netherlands is responsible for conducting investigations and subsequent trial proceedings against persons involved in Genocide, War Crimes and Crimes Against Humanity. Following a referral from the United Nations Security Council on 31 March 2005, the Office of the Prosecutor (‘OTP’) commenced investigations into the situation in Darfur, Sudan. These investigations are continuing.

 The investigation team is seeking your assistance to be notified of persons who fit a certain criteria. Attached are three documents (Arabic,  English and French) which provide the parameters of persons sought by the OTP. We encourage you to forward to other NGO / Diaspora networks (outside Sudan) who may be able to assist with this inquiry.


Darfur Investigation Team

Office of the Prosecutor

International Criminal Court

Email: Darfur@icc-cpi.int


(pdf zal ik later kopieeren)


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

Kijk ook eens op dit reisblog: https://www.europevisitandvisa.com/

Kijk ook eens op dit boekenblog bijvoorbeeld voor: Review of "House on endless waters" by Emona Elon - Amsterdam Jews during the war

House on Endless Waters: A Novel (English Edition)

08 mei 2020

Responsibility for war crimes and crimes against humanity

On 11 December 2019, Pre-Trial Chamber (PTC) I of the International Criminal Court (ICC) confirmed, in part, the charges of war crimes and crimes against humanity in the case against Alfred Yekatom and Patrice-Edouard Ngaïssona.

When are you responsible for warcrimes under your command? I think it is also interesting reading material for people specialising in 1F Refugee Convention cases. There it is all about knowing and willing participation. Here it is about planning and knowing the illegal consequences of that. Cross-legal reasoning can be enlightening.





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Dagelijks nieuwe ZZP opdrachten op freelancespecialisten.nl

02 juni 2015

Genocide-ontkenning in hapklare brokken


39
Ontkenning is de laatste fase van een genocide. Daders willen het niet toegeven, de meeste slachtoffers zijn dood en de rest vraagt zich af of het nou echt wel zo erg is geweest. Welke rol spelen de Nederlandse media in deze cyclus?
     door Jos van Oijen
Tijdens de rechtszaak van de Rwandese genocideverdachte Joseph Mugenzi zijn feiten aan het licht gekomen die een vaak geciteerd artikel over deze zaak in Vrij Nederland onderuithalen. Het is niet voor het eerst dat zoiets gebeurt. Wat erger is: elke keer dat er grote fouten worden gemaakt weigeren de auteurs ze te erkennen en te rectificeren. Zo wordt in hapklare brokken een mythe opgebouwd.
De meeste artikelen, reportages en open brieven die de laatste jaren over Rwandese verdachten van de volkerenmoord in 1994 zijn verschenen, blijken achteraf gebaseerd te zijn op drijfzand. Fouten zijn te wijten aan gebrekkige fact checking en goedgelovigheid. Er wordt geen rekening gehouden met het eigenbelang van personen die als bronnen zijn gebruikt. Vaak zijn dat de verdachten zelf of hun advocaat. Een simpel ‘hoor en wederhoor’ zou hebben volstaan om het merendeel van de fouten te voorkomen. Is dit gemakzucht of opzet?
Zo publiceerde Vrij Nederland op 14 mei j.l. een artikel van Anneke Verbraeken over de genocideverdachte Jean Claude Iyamuremye. Daarin wordt belastende informatie van het Rwanda Tribunaal verzwegen om twijfel te zaaien over de rol van Iyamuremye als lid van de beruchte Interahamwe-militie. Deze jeugdmilitie speelde een cruciale rol in de genocide, maar Verbraeken laat een Belgische ‘expert’ de Interahamwe-jongeren terloops afschilderen als padvinders in korte broeken die alleen op fluitjes mochten blazen. Deze trivialiserende beeldvorming kennen we ook van de Belgische professor Reyntjens, die de oprichting van haatradio RTLM in een interview met het Leidsch Dagblad omschreef als ‘een leuk initiatief’. Gezelligheid troef.
Dergelijke rammelende teksten verschijnen niet in obscure blogs of op webforums, maar juist in de zogenoemde kwaliteitsmedia. Onder de verantwoordelijke schrijvers vinden we behalve journalisten als Verbraeken bekende persoonlijkheden en wetenschappers die beter zouden moeten weten, zoals David van Reybrouck, Jan Gruiters, directeur van vredesorganisatie PAX, en het Afrika Studiecentrum (ASC). Als bronnen gebruiken zij elkaar, de advocaat van de genocideverdachten, of de eigen fantasie, zodat de desinformatie zich als een olievlek verspreidt. De tendens is om de schuldvraag om te draaien. Daders worden afgeschilderd als slachtoffers, slachtoffers als daders en rechters en het kabinet als marionetten van de huidige president van Rwanda.
  Aanklacht tegen IND/Teeven
Het vorig jaar verschenen invloedrijke artikel in Vrij Nederland over Joseph Mugenzi, met de titel Mugenzi redde mensen, is bijvoorbeeld een lange beschuldiging aan het adres van de Immigratie en Naturalisatie dienst (IND) en voormalig staatssecretaris Teeven over het laten verdwijnen van ontlastende getuigenverklaringen. De staatssecretaris zou onschuldige vluchtelingen hebben willen uitleveren op grond van ondeugdelijke en gefabriceerde bewijzen. Een dappere klokkenluider zou dit aan het licht hebben gebracht. Deze beschuldigingen zijn ongeverifieerd overgenomen in andere publicaties, op websites van goede doelen en door het tv-programma Brandpunt dat er een reportage aan wijdde.
Aan de hand van de recente uitspraak van de rechter kunnen we nu opmaken dat er een eenvoudige reden is om de vermeende bewijzen in het VN-artikel niet te gebruiken: De klokkenluider blijkt naar eigen zeggen persoonlijke banden te hebben met de familie van Mugenzi. Hij onderhoudt bijvoorbeeld een innige vriendschap met diens zuster. Juridisch gezien is in zo’n geval de objectiviteit niet gewaarborgd, wat de geleverde informatie onbruikbaar maakt. Volgens minister Koenders van Buitenlandse Zaken was deze uitleg vorig jaar al bekend bij de raadsman van Mugenzi, Jan Hofdijk, één van de bronnen van het VN-artikel en de Brandpunt-reportage.
Het probleem van belangenverstrengeling blijft niet beperkt tot de klokkenluider en de advocaat van Mugenzi. De betreffende journalist van Vrij Nederland, Verbraeken, is bijvoorbeeld sinds 2008 persoonlijk bevriend met de politiek leider van de beweging waarin de genocideverdachten zijn verenigd. De medewerker van het Afrika Studiecentrum die de open brief van PAX en het ASC heeft opgesteld, kent de klokkenluider persoonlijk. Advocaat Hofdijk, die natuurlijk een zakelijk belang dient, Verbraeken en de klokkenluider dienen weer als bronnen voor Van Reybrouck, Brandpunt en PAX.
  Complottheorie
Het VN-artikel Mugenzi redde mensen bevat meerdere suggesties die voor feiten worden aangezien. Eén daarvan is de bewering dat de Britse geheime dienst MI5 een complot van Rwanda zou hebben ontdekt om de in Engeland woonachtige zoon van Mugenzi te vermoorden. Verbraeken blijkt hier twee verhalen door elkaar te hebben gehaald. Het ene verhaal gaat over een groep van minimaal vijf Rwandese dissidenten, waaronder Mugenzi, die een voorgedrukte brief van de Londense politie hebben ontvangen met een waarschuwing dat hun veiligheid in gevaar zou zijn. In The Independent, een Engelse krant die hierover publiceerde, wordt MI5 wel genoemd maar met betrekking tot een ander verhaal.
De herkomst en betrouwbaarheid van de complottheorie worden niet duidelijk. Volgens de brief van Scotland Yard had de politie geen andere informatie dan de verklaring van een anoniem gehouden tipgever. Inhoudelijk lijken de verhalen sterk op een vier maanden eerder gepubliceerd artikel van de dissidente journalist Jean Bosco Gasasira. Een paar in België woonachtige Rwandezen kenden de naam van de vermeende huurmoordenaar al voordat de politie die bekendmaakte. De verdachte is na verhoor weer vrijgelaten. Het bleek een goede vriend van een van de gewaarschuwde Rwandezen in Engeland te zijn. In een radio-uitzending van de BBC spraken beiden hun verbazing uit over de verdenking.
De fout over MI5 in Vrij Nederland is letterlijk overgenomen door PAX en het ASC. Het was mede aanleiding voor hun open brief in NRC Handelsblad december 2014 aan de staatssecretaris. In een schriftelijke reactie laat het ASC weten dit helemaal niet als een fout te erkennen. ‘Dat uiteindelijk de Metropolitan Police en niet MI5 de twee Rwandezen heeft gewaarschuwd lijkt mij een minder relevant feit omdat het de ernst van de zaak niet aantast’, schrijft de vertegenwoordiger van het ASC. Het ASC wil niet ingaan op het gebrek aan controleerbare bronnen in deze zaak, noch op de overeenkomsten met de complottheorie van Gasasira.
interahamwe-5
  Getuigen in diskrediet gebracht
Een derde voorbeeld uit Mugenzi redde mensen is het in diskrediet brengen van getuigen tegen genocideverdachten in Rwanda. Dat is een populair thema dat ook door KRO’s Brandpunt, Van Reybrouck, PAX, het ASC en vele anderen is overgenomen. Concrete voorbeelden die de verdachtmakingen legitimeren worden niet gegeven. De bronnen die worden opgevoerd om de beschuldigingen te verkondigen zijn niet de meest betrouwbare. Vrij Nederland citeert de zoon van Mugenzi, Van Reybrouck put uit zijn eigen verbeelding en KRO’s Brandpunt laat Filip Reyntjens opdraven om nader uitleg te geven.
Wat we in de Brandpunt-uitzending niet te horen krijgen, is dat professor Reyntjens al eens een reprimande van het Rwanda Tribunaal heeft gekregen voor vergelijkbare beschuldigingen. Reyntjens trad in het proces tegen de genocidepleger Joseph Kanyabashi, een vriend van Reyntjens, op als deskundige voor de verdediging. De rechters van het tribunaal verwierpen de beschuldigingen over de getuigen na die per individueel geval beoordeeld te hebben. Zij concludeerden dat de verklaringen van Reyntjens sterk bevooroordeeld waren en dat hij waarschijnlijk eigen motieven had – zijn vriendschap met de verdachte – om de getuigen in diskrediet te brengen.
Deskundigen en mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Redress die in Rwanda onderzoek hebben gedaan naar dit onderwerp tonen de keerzijde van de zaak. Het blijken vooral getuigen tegen genocideplegers te zijn die worden bedreigd en vermoord en dus moed tonen.
Voormalig officier van justitie Hester van Bruggen vertelde eind vorig jaar in een interview met Tjitske Lingsma over een getuige die door de familie van een Nederlandse genocidepleger werd bedreigd: “hij moest zijn verklaring tegen de verdachte aanpassen of het land verlaten.” Twee jongens die aan het onderzoek van justitie hadden meegewerkt waren opeens verdwenen. “Wij hebben nooit meer iets van ze gehoord”, aldus van Bruggen. “Ook hun familie niet. Verschrikkelijk. Erger kan je niet gebeuren. Maar bij alle zaken worden getuigen bedreigd. Ook de internationale tribunalen worstelen daarmee.”
Reacties op dit soort nuanceringen mogen teleurstellend worden genoemd. Organisaties als PAX en het ASC reageren defensief en ontwijkend op kritiek. Fouten worden simpelweg ontkend of men geeft er een draai aan om gezichtsverlies te voorkomen. Redacties die de tendentieuze verhalen publiceren houden zich doof. Historische fouten worden niet gecorrigeerd en de persoonlijke banden van auteurs met bronnen en betrokkenen worden nergens vermeld.
  Ondoorzichtige propaganda
Er lijkt een chronisch gebrek aan verantwoordelijkheid ten grondslag te liggen aan de onzorgvuldige berichtgeving over de genocideverdachten. Door de status van sommige auteurs en de media die hen publiceren moet hun invloed op de publieke opinie, en in het verlengde daarvan op de politiek, niet worden onderschat. Een gevaarlijke ontwikkeling. Wie is er bestand tegen deze ondoorzichtige propaganda?
Rwanda-kenner Roland Moerland van de Universiteit Maastricht is in maart gepromoveerd op het onderwerp genocide-ontkenning. Vorig jaar deed hij al een oproep tot meer verantwoordelijkheid bij professionals: ‘Daar waar advocaten die genocidaires bijstaan, vanwege fair trial-vereisten waarheden in twijfel mogen trekken en alles moeten kunnen doen om hun cliënt zo goed mogelijk bij te staan, hebben academici en journalisten een professionele verantwoordelijkheid om de waarheid te respecteren en aan het licht te brengen in plaats van deze te verduisteren.’ Daar sluit ik mij graag bij aan.

 Hier gepubliceerd: http://www.ravage-webzine.nl/2015/05/26/genocide-ontkenning-in-hapklare-brokken/

 Hierop gewezen door de auteur van het artikel:

Geachte mevrouw Raspe,
Ik maak me samen met enkele Rwanda-kenners al een tijdje zorgen over de ongenuanceerde berichtgeving rond de Rwandese genocideverdachten in Nederland. Ik heb vandaag een artikel gepubliceerd over dit onderwerp. Helaas beginnen de zgn kwaliteitsmedia meteen te stijgeren elke keer dat ik ze vragen stel over fouten in hun publicaties. Ironisch genoeg wil een klein magazine als Ravage wel verder kijken dan de neus lang is:
Misschien is het iets om op uw site ook eens naar te kijken, of dit artikel te delen?
Met vriendelijke groet,
Jos van Oijen
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

12 mei 2015

Congolese vrijgesproken verdachte Strafhof uitgezet / First ICC Acquitted Defendant Returned to DR Cong

Netherlands Rejected Asylum Claim Over Safety Fears
May 11, 2015
(Kinshasa) Mathieu Ngudjolo, the first defendant to be acquitted by the International Criminal Court (ICC), was deported to Kinshasa, Democratic Republic of the Congo, on May 11, 2015, his lawyers said. Following his acquittal by the ICC, Ngudjolo said he feared for his safety if returned to Congo. However, Netherlands immigration authorities did not find grounds to grant his asylum claim.

“We and others will be looking to the Congolese authorities to ensure Mathieu Ngudjolo’s safety and security once he is back in Congo,” said Géraldine Mattioli-Zeltner, international justice advocacy director at Human Rights Watch. “The ICC, which has an office in Kinshasa, and the Dutch embassy should closely monitor Ngudjolo’s situation for as long as necessary.”

Ngudjolo was the former chief of staff of the Front for National Integration (FNI), an armed group involved in the local and regional conflict that ravaged the Ituri province of eastern Congo in the early 2000s. He was arrested in Kinshasa by the Congolese authorities in 2008 pursuant to an ICC arrest warrant on charges of war crimes and crimes against humanity in the village of Bogoro, Ituri, in February 2003. The ICC trial chamber acquitted Ngudjolo of all charges in December 2012. The acquittal was confirmed in appeal on February 27, 2015.

Ngujdolo has filed for compensation at the ICC following his acquittal.

Found here: http://www.hrw.org/news/2015/05/11/first-icc-acquitted-defendant-returned-dr-congo

Of het artikel in het NRC:

Vrijgesproken krijgsheer Ngudjolo nu toch uitgezet

Mathieu Ngudjolo Chui uit Congo bij het Internationale Strafhof in Den Haag.
Mathieu Ngudjolo Chui uit Congo bij het Internationale Strafhof in Den Haag. Foto EPA / Jerry Lampen

De in februari door het Internationaal Strafhof in Den Haag vrijgesproken Congolese krijgsheer Mathieu Ngudjolo Chui (44) is vanochtend Nederland uitgezet. Hernieuwde pogingen om asiel te verkrijgen in ons land zijn gestrand. Ook in Zwitserland is hij niet welkom, zo bleek eerder deze maand. Er waren ook berichten dat hij tevergeefs asiel had aangevraagd in Kenia.

Lees hier verder: http://www.nrc.nl/nieuws/2015/05/11/vrijgesproken-krijgsheer-ngudjolo-nu-toch-uitgezet/


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

09 mei 2014

Acquitted by the ICC, but still not free

Since he was acquitted by the International Criminal Court (ICC) in December 2012, the fate of the Congolese ex-militia leader Mathieu Ngudjolo Chui remains unsettled. Last week he appeared in a Dutch district court to appeal against a decision to deny him asylum in The Netherlands, showing how the ICC, like its ad hoc predecessors, has not prepared for possible acquittals.
(.....)
Ngudjolo was tried at the ICC for war crimes and crimes against humanity committed during an attack in February 2003 on the village of Bogoro, in Ituri in the Democratic Republic of Congo (DRC). After a three-year long trial, he was acquitted on 18 December 2012. 'We were ready to go to the ICC detention centre to take him to a hotel, when suddenly the Dutch authorities said they would take him to another hotel near Schiphol airport', recalls his Congolese defence counsel Jean-Pierre Kilenda. On 21 December 2012 the Dutch police took Ngudjolo straight to the airport. 'When it became clear I was going to be sent to Congo, I asked for asylum', said Ngudjolo, in a brief interview with IJT after his hearing. He was locked up at the immigration detention centre at Schiphol airport. 'The conditions there were far worse than at the ICC', adds Ngudjolo. After more than four months at the airport detention centre, a Dutch court ruled in early May 2013 that Ngudjolo had to be released and secured him 2,400 EUR in compensation for that period of unlawful detention.

Read the rest of the article here: http://justicetribune.com/article/?tx_ijtarticles_homecarousel[article]=26&tx_ijtarticles_homecarousel[action]=show&tx_ijtarticles_homecarousel[controller]=Article&cHash=f3bf8246b6f5b66d5176312347de58cf





-------















In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

08 mei 2014

A witness at the ICC or an asylumseeker in The Netherlands? Congolese men stuck in a "Dutch" jail

On the 4th of April the Dutch Supreme Court ruled that if it becomes clear that the Refugee Treaty and the ECHR would prevent those witnesses to be send back to the DRC The Netherlands is obliged to let them out of detention and let them enter The Netherlands. But that as long as there is no decision on their asylum request they can be held in detention by the ICC awaiting return to their Congolese jailcells.

In the following article in Dutch (but Google Translate does wonders) Hemme Battje discusses the case and all the court rulings. This whole proceeding can have it's effects on the willingness of states to send their criminals as witnesses to The Hague and the ICC and can also leave the Netherlands with criminals they cannot deport.

This is a link to that article by Hemme Battje: http://verblijfblog.nl/2014/05/08/getuige-bij-het-strafhof-of-asielzoeker-in-nederland/


---------------------------------------------------

Want to read more about the ICC? Click on the picture to get more info about the book or use the link.





The Nuremberg trials after World War II constituted a landmark in the development of international criminal justice: presided over by jurists from the victorious powers, it set new standards for defining international war crimes. Set in motion shortly after the creation of the United Nations, the courts seemed to point toward a future in which the international community could more effectively prosecute crimes against humanity and advance the cause of justice and the rule of law throughout the world. However, the onset of the Cold War stymied all efforts to create an effective international criminal court. Neither the US nor the USSR was willing to face the possibility of being judged in a forum controlled by ideological adversaries.

Despite the lack of progress, the dream of the court lived on through the 1980s, and when the Cold War ended, a new opportunity arose. After the UN's creation of temporary courts during the Balkan wars of the early 1990s, a powerful grassroots movement championing a permanent international criminal court emerged. Facing stiff resistance from the US and other powerful states, the movement triumphed against great odds. The court was established in 2002, and it now has the support of over 100 states (but not the US). The US opposes it outright and the Russians and Chinese are skeptical of it for a simple reason: as the most powerful states, they have no intention of surrendering jurisdictional authority over their own citizens to lesser powers. As a consequence, the court has faced numerous setbacks, and many have questioned whether it has any real power at all. It has ended up focusing its energies on pursuing war criminals in weak states, typically in Africa. It is now caught on the horns of a dilemma: to pursue justice, it does what it can where it can, but it cannot actually prosecute figures in powerful states. Russia will never surrender troops who may have acted badly in Georgia, and America is not about to hand over soldiers who killed civilians in Afghanistan.

Yet the court has had some minor successes, and we should remember that it is still in its very early days. As the years pass, its jurisdictional authority may expand, and the norms that it advances may achieve the status of common sense. Time will tell. In Rough Justice, David Bosco tells the story of the movement to establish the court and its tumultuous first decade. He also considers its prospects for the future, especially the very real challenges that it faces. This is an authoritative account of an international institution that is prototypical of the post-Cold War era.













03 maart 2014

Staat verliest (voorlopig) asielzaak van ICC getuigen (uitspraak Raad van State)


ECLI:NL:RVS:2014:627

Instantie Raad van State
Datum uitspraak18-02-2014
Datum publicatie 26-02-2014
Zaaknummer 201303197/1/V3 en 201303198/1/V3
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Bron: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2014:627

Te gecompliceerde uitspraak om hier samen te vatten. Dus u zult toch echt het beste hem zelf lezen. Zitting achter gesloten deuren, een advies van de AG-Staatsraad (ik wist niet eens dat dat kon), een enorme vertegenwoordiging namens de Staat.

Een interessant stuk vind ik waarin wordt uitgelegd dat je geen vluchteling wordt door gevaar voor refoulement maar door vrees voor vervolging.
 
 
6.2. Ingevolge de tekst van artikel 1(A), onder 2, van het Vluchtelingenverdrag vereist de term "gegronde vrees voor vervolging" niet dat terugkeer naar het land van herkomst daadwerkelijk aan de orde is. Deze term ziet immers niet op de vraag of actueel aan de orde is dat een vreemdeling naar zijn land van herkomst, waar hij voor vervolging heeft te vrezen, verwijderd zal worden, maar op de vraag of hij, indien hij naar het land van herkomst uitgezet zou worden, gegronde vrees heeft aldaar vervolgd te worden. Zoals ook de staatsraad advocaat-generaal in punt 4.5 van zijn conclusie heeft gesteld, is het derhalve niet de vrees voor refoulement welke de vreemdeling tot vluchteling maakt, maar de vrees voor de vervolging waaraan hij zal worden blootgesteld als hij naar zijn land van herkomst moet terugkeren. Deze uitleg, op grond waarvan vluchtelingschap niet afhangt van de vraag of terugkeer naar het land van herkomst aan de orde is, vindt bevestiging in het refoulementverbod van artikel 33, eerste lid, van het Vluchtelingenverdrag, dat verbiedt een vluchteling te refouleren. Dit artikel bepaalt niet dat men pas vluchteling is als men het risico loopt om gerefouleerd te worden; het bepaalt dat men niet gerefouleerd mag worden als men vluchteling is.
Hier komt bij, dat de doelstelling van het Vluchtelingenverdrag niet beperkt is tot het door middel van het refoulementverbod bieden van internationale bescherming aan vluchtelingen. Zoals de staatsraad advocaat-generaal in punt 4.6 van zijn conclusie heeft opgemerkt is daarnaast een belangrijke doelstelling van het Vluchtelingenverdrag het waarborgen van een minimumniveau aan sociale, economische en procedurele rechten van vluchtelingen. De consequentie van het standpunt van de staatssecretaris zou evenwel zijn dat, zolang geen daadwerkelijke uitzetting naar het land van herkomst dreigt, een vreemdeling geen vluchteling zou zijn, derhalve buiten het beschermingsbereik van het Vluchtelingenverdrag zou vallen en dientengevolge niet in aanmerking zou komen voor de door het Vluchtelingenverdrag toegekende rechten en waarborgen. Dat is in strijd met de ratio van het verdrag.
Ten slotte wijst de Afdeling er op, dat in de uitsluitingsgronden van het Vluchtelingenverdrag, waarin is neergelegd wanneer de persoon die binnen de termen valt van artikel 1(A) van het verdrag niettemin geen vluchteling is, niet is voorzien in beëindiging of uitsluiting van de toepasselijkheid van het Vluchtelingenverdrag indien vaststaat dat geen uitzetting naar het land van herkomst dreigt.
De rechtbank is derhalve terecht tot het oordeel gekomen dat de omstandigheid dat het ICC heeft toegezegd de vreemdelingen te zullen bijstaan en voor hervestiging in een derde land zorg zal dragen, niet betekent dat de vreemdelingen niet als vluchtelingen in de zin van het Vluchtelingenverdrag kunnen worden aangemerkt. Dat de bescherming van het ICC, zoals de staatssecretaris stelt, meer zou inhouden dan inachtneming van het refoulementverbod kan aan de toepasselijkheid van het Vluchtelingenverdrag dan ook niet afdoen.
 

Ook wordt uiteengezet dat onder de bescherming van het ICC staan iets anders betekent als wat de Staat tot nu toe dacht 


11.1. Zoals de staatsraad advocaat-generaal in de punten 4.10 en 8.4 van zijn conclusie heeft gesteld, is de reikwijdte van artikel 1(D) van het Vluchtelingenverdrag beperkt tot personen die reeds bescherming of bijstand van organen of agentschappen van de Verenigde Naties krijgen. De totstandkomingsgeschiedenis van het Vluchtelingenverdrag, waaruit kan worden afgeleid dat is gedacht aan organisaties als de voormalige 'Korean Reconstruction Agency' (hierna: UNKRA) en de 'United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East' (hierna: UNRWA) biedt geen steun voor het oordeel dat artikel 1(D) analoog kan worden toegepast op personen die bescherming door (tussenkomst van) andere internationale organisaties, zoals het ICC, genieten. Nu het hier een uitzonderingsbepaling betreft, op grond waarvan personen van de werking van het Vluchtelingenverdrag worden uitgesloten, dient deze bepaling restrictief te worden uitgelegd (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 2 november 2004 in zaak nr. 200404944/1, JV 2005/12 en de arresten van het Hof van 19 december 2012, C-364/11, El Kott, punten 47 en 48, en 17 juni 2010, C-31/09, Bolbol, punt 51; beide www.curia.europa.eu). Dat, zoals de staatssecretaris ter zitting heeft gesteld, in paragraaf 142 van het "Handbook on procedures and criteria for determining refugee status under the 1951 Convention and the 1967 Protocol relating to the Status of Refugees" (hierna: het Handbook) van de UNHCR staat dat er andere, vergelijkbare situaties met die van voornoemde UNKRA en UNRWA in de toekomst mogelijk zouden kunnen zijn, biedt geen grond voor een ander oordeel. Nog daargelaten dat volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling het Handbook geen regels bevat die de staatssecretaris binden bij de beoordeling van een aanvraag als hier aan de orde, valt uit bedoelde paragraaf niet af te leiden dat artikel 1(D) ook van toepassing zou kunnen zijn, indien een internationale organisatie als het ICC bescherming biedt, reeds omdat deze situatie niet vergelijkbaar is met die waarin bescherming door (voorheen) de UNKRA en de UNRWA geboden is.



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

22 januari 2014

ICC threatens to return asylum-seeking witnesses to Congo

 he Hague (AFP) - The International Criminal Court on Monday threatened to return to their home country three Congolese witness-detainees who sought asylum in the Netherlands almost three years ago, pressing the Dutch authorities for a decision.
The unnamed witnesses were sent from a prison in the Democratic Republic of Congo (DRC) to testify in March 2011 in the cases of Congolese ex-militia bosses Mathieu Ngudjolo Chui and Germain Katanga.
"The Appeals Chamber ordered the ICC Registrar to take the necessary steps to return the witnesses, without delay, to the DRC after consultation with the authorities of the Netherlands," the Hague-based ICC said in a statement.
The three witnesses were detained at the ICC's detention unit and applied for Dutch asylum shortly after giving evidence, saying they would be persecuted back home after incriminating President Joseph Kabila.
The ICC ruled they could not be sent home before a decision was made on their asylum applications.


However, almost three years after they testified and filed asylum claims, their case is still pending before the Dutch Supreme Court, their lawyer Ghislain Mabanga told AFP.
The ICC "cannot serve as an administrative detention unit for asylum seekers of persons otherwise involved in judicial proceedings with the Host State (the Netherlands)," the court said.
The three men had been in a Kinshasa prison pending trial for alleged war crimes.
Ngudjolo and Katanga were accused of being involved in the massacre of more than 200 people in the village of Bogoro in the DRCongo's restive northeastern Ituri province in 2003.
The witnesses' testimony included the allegation that President Kabila had a hand in the Bogoro attack.
The three, who themselves were being held in a Kinshasa prison pending trial for alleged war crimes, said they feared for their lives if sent back to the DRC.
In December 2012, Ngudjolo was acquitted of war crimes after judges said prosecutors failed to prove his commanding role in the Bogoro attack.
Katanga, whose case had since been separated from Ngudjolo's, is to face an ICC judgement for war crimes on February 7.
The Dutch authorities did not immediately respond to requests for comment on Monday night.

 Found here: http://news.yahoo.com/icc-threatens-return-asylum-seeking-witnesses-congo-231241386.html?soc_src=copy



In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

09 februari 2013

Vrijgesproken Congolees vraagt asiel aan

De Congolees Mathieu Ngudjolo Chui, die eind vorig jaar door het Internationaal Strafhof in Den Haag werd vrijgesproken van massamoord, heeft politiek asiel in Nederland aangevraagd.

Lees hier het hele verhaal: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3391411/2013/02/09/Vrijgesproken-Congolees-vraagt-asiel-aan.dhtml


Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

02 april 2010

Een verblijfsvergunning studie aan een niet-erkende opleiding? (uitspraak)

LJN: BL9291, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Haarlem , 08/22206


Datum uitspraak: 11-05-2009
Datum publicatie: 29-03-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Studie / instelling niet ingeschreven in openbaar register van onderwijsinstellingen die gedragscode hebben ondertekend
Niet in geschil is dat het ICC te Amsterdam de Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs niet heeft ondertekend en daarmee niet staat ingeschreven in het openbaar register van onderwijsinstellingen die de Gedragscode hebben ondertekend. Gelet hierop heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser niet heeft aangetoond dat hij voltijds hoger, voortgezet, of beroepsonderwijs volgt aan een bij ministeriele regeling aan te wijzen onderwijsinstelling en heeft de verweerder de aanvraag kunnen afwijzen omdat eiser niet aan de beperking van de gevraagde vergunning voldoet. Beroep ongegrond.





Uitspraak

RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht

Nevenzittingsplaats Haarlem

zaaknummer: AWB 08 / 22206 (beroep)

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 11 mei 2009

in de zaak van:

[naam eiser],
geboren op [geboortedatum], van Pakistaanse nationaliteit,
eiser,
gemachtigde: mr. A.A. Baldewsing, advocaat te Amsterdam,

tegen:

de staatssecretaris van Justitie,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.H. Belevska, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst te ’s-Gravenhage.


1. Procesverloop

1.1 Eiser heeft op 30 november 2007 een aanvraag ingediend tot het wijzigen van de aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd van de beperking ‘studie business administration aan HBO te ’s-Gravenhage’ in de beperking ‘studie chartered institute of marketing aan de ICC te Amsterdam’. Verweerder heeft de aanvraag bij besluit van 26 februari 2008 afgewezen. Eiser heeft tegen het besluit op 19 maart 2008 bezwaar gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar bij besluit van 26 mei 2008 ongegrond verklaard. Eiser heeft tegen dit besluit op 19 juni 2008 beroep ingesteld.

1.2 De openbare behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 9 april 2009. Eiser en zijn gemachtigde zijn met voorafgaand bericht niet ter zitting verschenen. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.


2. Overwegingen

2.1 In beroep toetst de rechtbank het bestreden besluit aan de hand van de voorgedragen beroepsgronden op rechtmatigheid en ambtshalve aan voorschriften van openbare orde.

2.2 Ingevolge artikel 16, eerste lid, aanhef en onder g, Vreemdelingenwet 2000 (Vw) kan een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd worden afgewezen indien de vreemdeling niet voldoet aan de beperking, verband houdende met het doel waarvoor hij wil verblijven.

2.3 Ingevolge artikel 3.41, eerste lid, aanhef en onder a, Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) kan de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 14 Vw, onder een beperking verband houdend met het volgen van studie worden verleend aan de vreemdeling die voltijds hoger, voortgezet of beroepsonderwijs volgt aan een bij ministeriële regeling aan te wijzen onderwijsinstelling.

2.4 In artikel 3.18a, aanhef en onder a, Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV) is bepaald dat als onderwijsinstelling, die voltijds hoger onderwijs verzorgt als bedoeld in artikel 3.41 Vb, wordt aangewezen een instelling voor hoger onderwijs die de ‘Gedragscode internationaal student in het Nederlands Hoger Onderwijs’ heeft ondertekend en voorkomt in het openbaar register van onderwijsinstellingen die de Gedragscode hebben ondertekend (hierna: het register).

2.5 In B6/2.1.1 Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) heeft verweerder het volgende beleid opgenomen. Instellingen die de Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs hebben ondertekend staan vermeld in het openbare register dat wordt beheerd door de Informatie Beheer Groep (IB-groep). Indien een hoger onderwijsinstelling in dit openbare register voorkomt is toelating van een student aan de onderwijsinstelling toegestaan, indien ook aan de overige voorwaarden genoemd in dit hoofdstuk is voldaan.

2.6 De rechtbank betrekt bij de beoordeling de volgende feiten. Eiser is op 24 oktober 2005 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘studie business administration aan de Dutch Delta University te Deventer’. Deze verblijfsvergunning is verleend met ingang van 9 september 2005 met een geldigheidsduur tot 5 april 2006. Deze verblijfsvergunning is verlengd tot 1 september 2007.

2.7 Verweerder heeft zich, samengevat, op de volgende standpunten gesteld. De instelling waaraan eiser wil studeren voldoet niet aan het gestelde in artikel 3.41, eerste lid, onder a, Vb in samenhang met artikel 3.18a VV, verder uitgewerkt in B6/2.1.1 Vc. Nu het ICC niet staat ingeschreven in het Register, komt eiser niet in aanmerking voor de gevraagde wijziging van zijn verblijfsvergunning.

2.8 Eiser heeft hiertegen, samengevat, het volgende aangevoerd. Ten onrechte heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard omdat het ICC te Amsterdam niet in het Register is ingeschreven. Het besluit van de IB-groep om niet tot inschrijving over te gaan is nog niet onherroepelijk en verweerder had hiermee rekening moeten houden. De lopende procedure tegen het besluit van de IB-groep om niet over te gaan tot inschrijving is kansrijk. Door de aanvraag af te wijzen heeft verweerder in strijd gehandeld met de bedoelingen van Richtlijn 2004/114/EG. Verweerder had eiser moeten horen op zijn bezwaar.

De rechtbank overweegt als volgt.

2.9 Niet in geschil is dat het ICC te Amsterdam de Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs niet heeft ondertekend en daarmee niet staat ingeschreven in het openbaar register van onderwijsinstellingen die de Gedragscode hebben ondertekend. Gelet hierop heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiser niet heeft aangetoond dat hij voltijds hoger, voortgezet, of beroepsonderwijs volgt aan een bij ministeriele regeling aan te wijzen onderwijsinstelling en heeft de verweerder de aanvraag kunnen afwijzen omdat eiser niet aan de beperking van de gevraagde vergunning voldoet.

2.10 In zijn gronden van beroep houdt eiser een inhoudelijk betoog over de kansrijkheid van zijn procedure die hij voert tegen het besluit van de IB-groep tot weigering van de registratie. Kort samengevat stelt hij dat het ICC in mei 2008 een certificaat van het Institute Chartered Accountants in Engeland en Wales heeft verkregen waaruit blijkt dat de ICC de voor accreditatie geldende criteria heeft vervuld. De Britse Accreditatie organisatie (BAC) is te vergelijken met de Nederlands-Vlaamse Accreditatie organisatie NVAO). Eiser vergelijkt het ICC met de CIM, welke instelling wel is geaccrediteerd door de BAC, omdat het beide kwalitatief hoogwaardige opleidingen zijn. Daarom zou het ICC ook een dergelijke accreditatie moeten krijgen. Ook stelt hij dat de IB-groep zich in het besluitvormingsproces niet mocht baseren op de Gedragscode omdat voor deze Gedragscode geen wettelijke basis zou bestaan. Voorts stelt hij dat sprake is van een inbreuk op de artikelen 49 en 50 van het EG-Verdrag, welke artikelen het vrije verkeer van diensten beschermen. Verweerder mag zich niet verschuilen achter nationale bepalingen en eiser beroept zich in dit verband op artikel 94 Grondwet: bij onderlinge strijd tussen nationale en internationale bepalingen hebben de laatste voorrang. Eiser beroept zich op artikel 14 EVRM (discriminatieverbod) omdat hij in Engeland wel aan de CIM zou kunnen studeren en hier in Nederland niet aan de ICC, terwijl het om dezelfde studie gaat.

2.11 De rechtbank is van oordeel dat deze gronden in de onderhavige procedure niet aan de orde kunnen komen. Al hetgeen eiser in dit verband heeft aangevoerd ziet op de procedure die eiser stelt te hebben aangespannen tegen het besluit van de IB-groep de ICC niet op te nemen in het register. De beantwoording van de vraag of de IB-groep tot dit besluit heeft kunnen komen is immers niet aan de vreemdelingenrechter.

2.12 Gelet op het vorenstaande behoefde verweerder bij het bestreden besluit slechts rekening te houden met de op dat moment aan de orde zijnde omstandigheid dat het ICC te Amsterdam de Gedragscode internationale student in het Nederlands Hoger Onderwijs niet heeft ondertekend en daarmee niet staat ingeschreven in het openbaar register van onderwijsinstellingen die de Gedragscode hebben ondertekend.

2.13 Eisers stelling dat verweerder door de aanvraag af te wijzen in strijd heeft gehandeld met de doelstelling van Richtlijn 2004/114/EG wordt door de rechtbank evenmin gevolgd. Hoewel in de preambule bij die richtlijn onder 6 en 7, kort samengevat, is vermeld dat de mobiliteit van onderdanen van derde landen die voor studiedoeleinden naar de Gemeenschap willen komen moet worden bevorderd, kan hieruit niet de conclusie worden getrokken dat lidstaten geen (kwaliteits)eisen mogen stellen aan onderwijsinstellingen. Uit artikel 2, onder e, van Richtlijn 2004/114/EG volgt immers dat onder een ‘instelling’ waaraan de vreemdeling wil studeren moet worden verstaan een ‘openbare of particuliere instelling die door de ontvangende lidstaat wordt erkend en/of waarvan de studies overeenkomstig de nationale wetgeving of gebruiken worden erkend voor de doeleinden van deze richtlijn’. Aldus zijn de lidstaten vrij in hun nationale regelgeving neer te leggen aan welke (kwaliteits)eisen onderwijsinstellingen moeten voldoen om te worden erkend.

2.14 De rechtbank verwerpt tenslotte de beroepsgrond van eiser dat verweerder hem in bezwaar ten onrechte niet heeft gehoord. Uit het bezwaarschrift, bezien in het licht van het primaire besluit en de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn, was op voorhand in redelijkheid geen twijfel mogelijk dat het bezwaar niet tot een ander besluit had kunnen leiden. Verweerder heeft daarom op goede gronden geoordeeld dat het bezwaarschrift kennelijk ongegrond was als bedoeld in artikel 7:3, aanhef en onder b, Awb.

2.15 De rechtbank zal het beroep ongegrond verklaren.

2.16 Er is geen grond een van de partijen te veroordelen in de door de andere partij gemaakte proceskosten.


3. Beslissing

De rechtbank:
verklaart het beroep ongegrond.


Deze uitspraak is gedaan door mr. H.C. Greeuw, rechter, en op 11 mei 2009 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. S. Rabbering, griffier.

Bron: rechtspraak.nl

03 augustus 2009

Vacature Legal Officer Internationaal Strafhof (Nederland)

Legal Officer (P3)
Applications must be accompanied by a fully completed ICC Personal History Form. The ICC will not accept other than the ICC Personal History Form.


Vacancy Announcement No. 09-LEG-090-PR
Deadline For Applications 11.08.2009
Post number General Temporary Assistance (GTA)
Duty Station The Hague, The Netherlands
Organizational Unit Appeals Division/Judiciary
Type of Appointment and duration To be determined
Minimum net annual salary (single rate) € 61,847 (subject to change) tax-free


The International Criminal Court is recruiting Legal Officers (P-3) to serve in the Appeals Division on a GTA basis. Employment may also be offered in the Pre-Trial or Trial Divisions of the Judiciary.
ORGANISATIONAL CONTEXT
The Appeals Division is composed of the President of the Court and four other Judges. The Judges of the Appeals Division elect from amongst their members a President of the Division, who oversees its administration. Judicial functions are carried out by the Appeals Chamber, which comprises the five Judges of the Appeals Division. In relation to each appeal, the Judges decide on a Presiding Judge.

DUTIES AND RESPONSIBILITIES
The Legal Officer will provide high quality specialised legal assistance as well as administrative support to the Appeals Division/Appeals Chamber, in particular by performing the following tasks:

· conducting and supervising in-depth legal research in international criminal law, humanitarian law, human rights law and other relevant areas of law, on both procedural and substantive issues;

· preparing memoranda and drafts of decisions and judgments, either alone or in conjunction with others;

· ensuring that the Judges are informed of relevant developments in international law and practice;

· coordinating and supervising the work of more junior staff members and of the interns of the Appeals Division;

· coordinating and managing the appeals, as part of the Appeals Chamber’s team;

· anticipating procedural issues that may arise in the course of judicial proceedings;

· providing legal support during court hearings;

· liaising with the participants in the proceedings, when instructed to do so;

· liaising with the other judicial Divisions and Chambers of the Court, other organs of the Court and the public, when instructed to do so.

QUALIFICATIONS AND EXPERIENCE
Applicants should have the following qualifications and experience:

•advanced university degree in law, preferably with a specialisation in international criminal law, international humanitarian law or human rights law;
•at least five years (seven years with a first level university degree) of relevant and progressively responsible professional experience in the legal field, in particular in international criminal law, international humanitarian law, human rights law, or criminal law and procedure;
•good knowledge of the common law and the Romano-Germanic systems of law;
•proven research skills and experience in working with search engines and databases;
•extensive experience in analysing complex and/or novel legal issues and in arriving at appropriate solutions in relation to those issues;
•excellent drafting skills and ability to prepare independently legal opinions and memoranda;
•excellent interpersonal skills and written and oral communication skills;
•ability to establish and maintain effective working relationships with people of different national and cultural backgrounds with respect for diversity;
•capability to work collaboratively and proactively with colleagues in order to achieve organisational goals and the timeliness of work;
•ability to make quality decisions under extreme time constraints;
•excellent computer skills and ability to use relevant software applications, in particular information databases and internet/intranet services.
KNOWLEDGE OF LANGUAGES
Fluency in either of the working languages of the Court, English or French, is essential. Working knowledge of the other is desirable. Knowledge of another official language of the Court would be considered an asset (Arabic, Chinese, Russian, Spanish).

INFORMATION FOR APPLICANTS FOR VACANCY ANNOUNCEMENT 09-LEG-047-PR
Candidates who submitted an application for the recently advertised position of Legal Officer (P-3) in the Appeals Division (09-LEG-047-PR) will be automatically considered for the present vacancy and do not have to submit a new application.

NB:
The Court reserves the right not to make any appointment to this vacancy, to make an appointment at a lower grade, or to make an appointment with a modified job description.



--------------------------------------------------------------------------------

TO APPLY

Please carefully read and follow the Guidelines to applicants.

Send your application and submit a fully completed Personal History Form, preferably via email, to:

applications@icc-cpi.int
(Please indicate the Job vacancy number in the email subject line)

Fax: +31 70 515 8553
(Use this number for applications only)

ICC - International Criminal Court
Recruitment - HR
P.O. BOX 19519
2500 CM The Hague
The Netherlands


--------------------------------------------------------------------------------

Post to be filled preferably by a national of a State Party to the Rome Statute of the International Criminal Court, or of a State which has signed and is engaged in the ratification process or which is engaged in the accession process, but nationals from non-state parties may also be considered.

In accordance with the Rome Statute, the ICC aims to achieve fair representation of women and men for all positions, representation of the principal legal systems of the world for legal positions, and equitable geographical representation for positions in the professional category.



Internationaal Strafhof

Dit onafhankelijke, permanente, internationale strafhof houdt zich bezig met de vervolging van individuen voor oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide .

Het Internationaal Strafhof behandelt alleen zaken als het land waar het misdrijf is gepleegd, of het land waaruit de dader afkomstig is, aangesloten is bij het Hof. Voorwaarde is ook dat nationale staten, die in principe wel bevoegd zijn, niet bereid of in staat zijn de zaak te onderzoeken of te behandelen. De misdaden moeten na 1 juli 2002

Meer informatie over de organisatie
Afdeling



Standplaats
Nederland

Reageren op deze vacature
http://www2.icc-cpi.int/NR/exeres/DE6824AF-56A7-4AFC-BDE1-A117168E4258.htm


Zowel mannen als vrouwen worden uitgenodigd te solliciteren, tenzij anders vermeld.
Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld!

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...