Genocide-ontkenning in hapklare brokken
Ontkenning is de laatste fase van een genocide.
Daders willen het niet toegeven, de meeste slachtoffers zijn dood en de
rest vraagt zich af of het nou echt wel zo erg is geweest. Welke rol
spelen de Nederlandse media in deze cyclus?
door Jos van Oijen
Tijdens de rechtszaak van de Rwandese genocideverdachte Joseph Mugenzi zijn feiten aan het licht gekomen die een vaak geciteerd artikel over deze zaak in Vrij Nederland
onderuithalen. Het is niet voor het eerst dat zoiets gebeurt. Wat erger
is: elke keer dat er grote fouten worden gemaakt weigeren de auteurs ze
te erkennen en te rectificeren. Zo wordt in hapklare brokken een mythe
opgebouwd.
De meeste artikelen, reportages en open brieven die de laatste jaren over Rwandese verdachten van de volkerenmoord in 1994 zijn verschenen, blijken achteraf gebaseerd te zijn op drijfzand. Fouten zijn te wijten aan gebrekkige fact checking en goedgelovigheid.
Er wordt geen rekening gehouden met het eigenbelang van personen die
als bronnen zijn gebruikt. Vaak zijn dat de verdachten zelf of hun
advocaat. Een simpel ‘hoor en wederhoor’ zou hebben volstaan om het
merendeel van de fouten te voorkomen. Is dit gemakzucht of opzet?
Zo publiceerde Vrij Nederland op 14 mei j.l. een artikel
van Anneke Verbraeken over de genocideverdachte Jean Claude Iyamuremye.
Daarin wordt belastende informatie van het Rwanda Tribunaal verzwegen
om twijfel te zaaien over de rol van Iyamuremye als lid van de beruchte
Interahamwe-militie. Deze jeugdmilitie speelde een cruciale rol in de
genocide, maar Verbraeken laat een Belgische ‘expert’ de
Interahamwe-jongeren terloops afschilderen als padvinders in korte
broeken die alleen op fluitjes mochten blazen. Deze trivialiserende
beeldvorming kennen we ook van de Belgische professor Reyntjens, die de
oprichting van haatradio RTLM in een interview met het Leidsch Dagblad omschreef als ‘een leuk initiatief’. Gezelligheid troef.
Dergelijke rammelende teksten verschijnen niet in
obscure blogs of op webforums, maar juist in de zogenoemde
kwaliteitsmedia. Onder de verantwoordelijke schrijvers vinden we behalve
journalisten als Verbraeken bekende persoonlijkheden en wetenschappers
die beter zouden moeten weten, zoals David van Reybrouck,
Jan Gruiters, directeur van vredesorganisatie PAX, en het Afrika
Studiecentrum (ASC). Als bronnen gebruiken zij elkaar, de advocaat van
de genocideverdachten, of de eigen fantasie, zodat de desinformatie zich
als een olievlek verspreidt. De tendens is om de schuldvraag om te
draaien. Daders worden afgeschilderd als slachtoffers, slachtoffers als
daders en rechters en het kabinet als marionetten van de huidige
president van Rwanda.
Aanklacht tegen IND/Teeven
Het vorig jaar verschenen invloedrijke artikel in Vrij Nederland over Joseph Mugenzi, met de titel Mugenzi redde mensen,
is bijvoorbeeld een lange beschuldiging aan het adres van de Immigratie
en Naturalisatie dienst (IND) en voormalig staatssecretaris Teeven over
het laten verdwijnen van ontlastende getuigenverklaringen. De
staatssecretaris zou onschuldige vluchtelingen hebben willen uitleveren
op grond van ondeugdelijke en gefabriceerde bewijzen. Een dappere
klokkenluider zou dit aan het licht hebben gebracht. Deze
beschuldigingen zijn ongeverifieerd overgenomen in andere publicaties,
op websites van goede doelen en door het tv-programma Brandpunt dat er een reportage aan wijdde.
Aan de hand van de recente uitspraak
van de rechter kunnen we nu opmaken dat er een eenvoudige reden is om
de vermeende bewijzen in het VN-artikel niet te gebruiken: De
klokkenluider blijkt naar eigen zeggen persoonlijke banden te hebben met
de familie van Mugenzi. Hij onderhoudt bijvoorbeeld een innige
vriendschap met diens zuster. Juridisch gezien is in zo’n geval de
objectiviteit niet gewaarborgd, wat de geleverde informatie onbruikbaar
maakt. Volgens minister Koenders
van Buitenlandse Zaken was deze uitleg vorig jaar al bekend bij de
raadsman van Mugenzi, Jan Hofdijk, één van de bronnen van het VN-artikel en de Brandpunt-reportage.
Het probleem van belangenverstrengeling blijft niet
beperkt tot de klokkenluider en de advocaat van Mugenzi. De betreffende
journalist van Vrij Nederland, Verbraeken, is bijvoorbeeld sinds
2008 persoonlijk bevriend met de politiek leider van de beweging waarin
de genocideverdachten zijn verenigd. De medewerker van het Afrika
Studiecentrum die de open brief van PAX en het ASC heeft opgesteld, kent
de klokkenluider persoonlijk. Advocaat Hofdijk, die natuurlijk een
zakelijk belang dient, Verbraeken en de klokkenluider dienen weer als
bronnen voor Van Reybrouck, Brandpunt en PAX.
Complottheorie
Het VN-artikel Mugenzi redde mensen bevat
meerdere suggesties die voor feiten worden aangezien. Eén daarvan is de
bewering dat de Britse geheime dienst MI5 een complot van Rwanda zou
hebben ontdekt om de in Engeland woonachtige zoon van Mugenzi te
vermoorden. Verbraeken blijkt hier twee verhalen door elkaar te hebben
gehaald. Het ene verhaal gaat over een groep van minimaal vijf Rwandese
dissidenten, waaronder Mugenzi, die een voorgedrukte brief van de
Londense politie hebben ontvangen met een waarschuwing dat hun
veiligheid in gevaar zou zijn. In The Independent, een Engelse krant die hierover publiceerde, wordt MI5 wel genoemd maar met betrekking tot een ander verhaal.
De herkomst en betrouwbaarheid van de complottheorie
worden niet duidelijk. Volgens de brief van Scotland Yard had de politie
geen andere informatie dan de verklaring van een anoniem gehouden
tipgever. Inhoudelijk lijken de verhalen sterk op een vier maanden
eerder gepubliceerd artikel
van de dissidente journalist Jean Bosco Gasasira. Een paar in België
woonachtige Rwandezen kenden de naam van de vermeende huurmoordenaar al
voordat de politie die bekendmaakte. De verdachte is na verhoor weer
vrijgelaten. Het bleek een goede vriend van een van de gewaarschuwde
Rwandezen in Engeland te zijn. In een radio-uitzending van de BBC spraken beiden hun verbazing uit over de verdenking.
De fout over MI5 in Vrij Nederland is letterlijk overgenomen door PAX en het ASC. Het was mede aanleiding voor hun open brief in NRC Handelsblad
december 2014 aan de staatssecretaris. In een schriftelijke reactie
laat het ASC weten dit helemaal niet als een fout te erkennen. ‘Dat
uiteindelijk de Metropolitan Police en niet MI5 de twee Rwandezen heeft
gewaarschuwd lijkt mij een minder relevant feit omdat het de ernst van
de zaak niet aantast’, schrijft de vertegenwoordiger van het ASC. Het
ASC wil niet ingaan op het gebrek aan controleerbare bronnen in deze
zaak, noch op de overeenkomsten met de complottheorie van Gasasira.
Getuigen in diskrediet gebracht
Een derde voorbeeld uit Mugenzi redde mensen is het in diskrediet brengen van getuigen tegen genocideverdachten in Rwanda. Dat is een populair thema dat ook door KRO’s Brandpunt,
Van Reybrouck, PAX, het ASC en vele anderen is overgenomen. Concrete
voorbeelden die de verdachtmakingen legitimeren worden niet gegeven. De
bronnen die worden opgevoerd om de beschuldigingen te verkondigen zijn
niet de meest betrouwbare. Vrij Nederland citeert de zoon van Mugenzi, Van Reybrouck put uit zijn eigen verbeelding en KRO’s Brandpunt laat Filip Reyntjens opdraven om nader uitleg te geven.
Wat we in de Brandpunt-uitzending niet te
horen krijgen, is dat professor Reyntjens al eens een reprimande van het
Rwanda Tribunaal heeft gekregen voor vergelijkbare beschuldigingen.
Reyntjens trad in het proces
tegen de genocidepleger Joseph Kanyabashi, een vriend van Reyntjens, op
als deskundige voor de verdediging. De rechters van het tribunaal
verwierpen de beschuldigingen over de getuigen na die per individueel
geval beoordeeld te hebben. Zij concludeerden dat de verklaringen van
Reyntjens sterk bevooroordeeld waren en dat hij waarschijnlijk eigen
motieven had – zijn vriendschap met de verdachte – om de getuigen in
diskrediet te brengen.
Deskundigen en mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Redress
die in Rwanda onderzoek hebben gedaan naar dit onderwerp tonen de
keerzijde van de zaak. Het blijken vooral getuigen tegen genocideplegers
te zijn die worden bedreigd en vermoord en dus moed tonen.
Voormalig officier van justitie Hester van Bruggen vertelde eind vorig jaar in een interview
met Tjitske Lingsma over een getuige die door de familie van een
Nederlandse genocidepleger werd bedreigd: “hij moest zijn verklaring
tegen de verdachte aanpassen of het land verlaten.” Twee jongens die aan
het onderzoek van justitie hadden meegewerkt waren opeens verdwenen.
“Wij hebben nooit meer iets van ze gehoord”, aldus van Bruggen. “Ook hun
familie niet. Verschrikkelijk. Erger kan je niet gebeuren. Maar bij
alle zaken worden getuigen bedreigd. Ook de internationale tribunalen
worstelen daarmee.”
Reacties op dit soort nuanceringen mogen
teleurstellend worden genoemd. Organisaties als PAX en het ASC reageren
defensief en ontwijkend op kritiek. Fouten worden simpelweg ontkend of
men geeft er een draai aan om gezichtsverlies te voorkomen.
Redacties die de tendentieuze verhalen publiceren houden zich doof.
Historische fouten worden niet gecorrigeerd en de persoonlijke banden
van auteurs met bronnen en betrokkenen worden nergens vermeld.
Ondoorzichtige propaganda
Er lijkt een chronisch gebrek aan
verantwoordelijkheid ten grondslag te liggen aan de onzorgvuldige
berichtgeving over de genocideverdachten. Door de status van sommige
auteurs en de media die hen publiceren moet hun invloed op de publieke
opinie, en in het verlengde daarvan op de politiek, niet worden
onderschat. Een gevaarlijke ontwikkeling. Wie is er bestand tegen deze
ondoorzichtige propaganda?
Rwanda-kenner Roland Moerland van de Universiteit
Maastricht is in maart gepromoveerd op het onderwerp
genocide-ontkenning. Vorig jaar deed hij al een oproep tot meer verantwoordelijkheid bij professionals: ‘Daar waar advocaten die genocidaires bijstaan, vanwege fair trial-vereisten
waarheden in twijfel mogen trekken en alles moeten kunnen doen om hun
cliënt zo goed mogelijk bij te staan, hebben academici en journalisten
een professionele verantwoordelijkheid om de waarheid te respecteren en
aan het licht te brengen in plaats van deze te verduisteren.’ Daar sluit
ik mij graag bij aan.
Hier gepubliceerd: http://www.ravage-webzine.nl/2015/05/26/genocide-ontkenning-in-hapklare-brokken/
Hierop gewezen door de auteur van het artikel:
Geachte mevrouw Raspe,
Ik
maak me samen met enkele Rwanda-kenners al een tijdje zorgen over de
ongenuanceerde berichtgeving rond de Rwandese genocideverdachten in
Nederland. Ik heb vandaag een artikel gepubliceerd over dit onderwerp.
Helaas beginnen de zgn kwaliteitsmedia meteen te stijgeren elke keer dat
ik ze vragen stel over fouten in hun publicaties. Ironisch genoeg wil
een klein magazine als Ravage wel verder kijken dan de neus lang is:
Misschien is het iets om op uw site ook eens naar te kijken, of dit artikel te delen?
Met vriendelijke groet,
Jos van OijenInteressant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Reacties