ECLI:NL:RBDHA:2015:7229
- Instantie Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak 25-06-2015
- Datum publicatie 25-06-2015
- Zaaknummer AWB-15_11674u
- Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken Bodemzaak
- Inhoudsindicatie Concreet zicht op verwijdering naar Marokko.
-
- Vindplaatsen Rechtspraak.nl
-
-
16. De rechtbank stelt vast dat op het model M113 (Opheffing van een
maatregel als bedoeld in artikel 59 Vw 2000) van 3 april 2015 als reden
van opheffing staat vermeld: “geen zicht op uitzetting op korte
termijn”. Gelet hierop dient de rechtbank, zoals onder meer volgt uit de
uitspraak van de Afdeling van 16 juli 2008 (ECLI:NL:RVS:2008: BD8560),
te beoordelen of ten tijde van het opleggen van de onderhavige maatregel
sprake was van aanknopingspunten die leiden tot het oordeel dat, anders
dan ten tijde van de opheffing van de eerdere bewaring, zicht op
uitzetting binnen redelijke termijn niet ontbreekt. Naar het oordeel van
de rechtbank kunnen dergelijke aanknopingspunten worden gevonden in de
brief van de minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid van 6 mei
2015, waarin is vermeld dat Marokko heeft toegezegd de samenwerking met
Nederland op het terrein van gedwongen terugkeer per direct te
hervatten. Ter zitting heeft verweerder aangegeven dat inmiddels drie
vreemdelingen bij de Marokkaanse autoriteiten zijn gepresenteerd en hun
aanvragen tot afgifte van een laissez-passer in onderzoek zijn genomen.
Voorts is de Dienst Terugkeer en Vertrek over volgende presentaties in
gesprek met de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank is van oordeel dat
voormelde toezegging, waaraan kennelijk door de Marokkaanse
autoriteiten gevolg is gegeven, voldoende grond vormt om ook ten aanzien
van eiser, voor wie reeds eerder zonder resultaat
laissez-passeraanvragen bij Marokko zijn ingediend, een concreet zicht
op verwijdering aan te nemen. Daarbij betrekt de rechtbank dat nimmer
een laissez-passeraanvraag van eiser door de Marokkaanse autoriteiten is
afgewezen en bovendien nog een aanvraag bij de Algerijnse autoriteiten
in onderzoek is. Tot slot mag hierbij niet uit het oog worden verloren
dat eiser niet of in onvoldoende mate medewerking aan zijn verwijdering
verleent.
17. Gelet op het
vorenstaande ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat de
toepassing van de maatregel onrechtmatig is. Daarom acht de rechtbank
het beroep ongegrond en wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
- De hele uitspraak vindt u hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:7229
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com
In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak.
Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten