Posts tonen met het label oorlogsmisdadiger. Alle posts tonen
Posts tonen met het label oorlogsmisdadiger. Alle posts tonen

28 november 2019

UITSPRAAK: Om een 1F-er ("oorlogsmisdadiger etc.") een inreisverbod op te kunnen leggen is er een extra beoordeling nodig


ECLI:NL:RVS:2019:3954


Instantie Raad van State
Datum uitspraak 22-11-2019
Datum publicatie 27-11-2019
Zaaknummer 201602747/1/V2
Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:2164, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 7 april 2015 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Uitspraak

201602747/1/V2.
Datum uitspraak: 22 november 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 23 maart 2016 in zaak nr. 15/7947 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Procesverloop
Bij besluit van 7 april 2015 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.
Bij uitspraak van 23 maart 2016 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep voor zover gericht tegen het uitgevaardigde inreisverbod ongegrond verklaard en het beroep voor zover gericht tegen de afwijzing van zijn aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. G.J. Dijkman, advocaat te Utrecht, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
1.    Wat de vreemdeling in grieven een en twee heeft aangevoerd, leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is het geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
Inleiding
2.    Uit het falen van de eerste twee grieven volgt dat artikel 1(F), aanhef onder a, en b, van het Verdrag betreffende de status van Vluchtelingen van Genève van 28 juli 1951 (Trb. 1951, 131), zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 31 januari 1967 (Trb. 1967, 76) (hierna: artikel 1(F)) op de vreemdeling van toepassing is. In deze uitspraak staat de vraag centraal of het enkele feit dat aan een vreemdeling artikel 1(F) is tegengeworpen, voldoende is om tegen hem een inreisverbod uit te vaardigen. Over dat onderwerp zijn in een andere zaak prejudiciële vragen gesteld die door het Hof van Justitie (hierna: het Hof) met het arrest van 2 mei 2018, C-331/16 en C-366/16, ECLI:EU:C:2018:296 (hierna ook: het arrest) zijn beantwoord. Het arrest is dan ook relevant voor deze zaak. Deze zaak en het arrest gaan niet over de vraag of een vreemdeling al dan niet artikel 1(F) kan worden tegengeworpen.
Grieven
3.    In de derde en vierde grief betoogt de vreemdeling dat de rechtbank een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd bij de beoordeling of de staatssecretaris een terugkeerbesluit mocht uitvaardigen waarbij hem een vertrektermijn is onthouden en een inreisverbod van tien jaar is opgelegd. Hij voert daartoe aan dat bij de beoordeling of hij een daadwerkelijk en actueel gevaar voor de openbare orde vormt niet alleen van belang is of artikel 1(F) aan hem mocht worden tegengeworpen. Ook moet volgens hem worden betrokken de aard en de ernst van de strafbare feiten, zijn persoonlijke gedragingen en of hij die strafbare gedragingen wederom binnen de Europese Unie zal verrichten.
Rechtspraak van de Afdeling
4.    Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling volgt reeds uit de toepasselijkheid van artikel 1(F), aanhef en onder a, op een vreemdeling dat de dreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving die uitgaat van de aanwezigheid van die vreemdeling, naar haar aard blijvend actueel is (zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling van 18 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3525 en 28 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:270).
Arrest van het Hof
5.    In het arrest van 2 mei 2018 heeft het Hof overwogen:
"45. Zoals de advocaat-generaal in essentie in punt 68 van zijn conclusie heeft opgemerkt, kan niet worden uitgesloten dat redenen zoals die vermeld in de punten 43 en 44 van het onderhavige arrest door de lidstaten kunnen worden beschouwd als redenen van openbare orde of van openbare veiligheid in de zin van artikel 27, lid 1, van richtlijn 2004/38 die een rechtvaardiging kunnen vormen voor maatregelen die de vrijheid van verkeer en verblijf op hun grondgebied van een burger van de Unie of van een onderdaan van een derde land, familielid van een dergelijke burger, beperken.
46.  Bovendien moet worden opgemerkt dat de misdrijven en gedragingen bedoeld in artikel 1, afdeling F, van het Verdrag van Genève of in artikel 12, lid 2, van richtlijn 2011/95 een ernstige aantasting vormen van de fundamentele waarden zoals de eerbiediging van de menselijke waardigheid en de mensenrechten, waarop, zoals in artikel 2 VEU wordt verklaard, de Unie berust, en van de vrede, die, zoals artikel 3 VEU bepaalt, de Unie als doel heeft te bevorderen.
47. Uit het voorgaande volgt dat een beperking die door een lidstaat wordt opgelegd aan de vrijheden van verkeer en van verblijf van een burger van de Unie of van een onderdaan van een derde land, familielid van een dergelijke burger, ten aanzien van wie in het verleden een besluit tot uitsluiting van de vluchtelingenstatus krachtens artikel 1, afdeling F, van het Verdrag van Genève of artikel 12, lid 2, van richtlijn 2011/95 is gegeven, onder het begrip „om redenen van openbare orde of openbare veiligheid genomen maatregelen" in de zin van artikel 27, lid 2, eerste alinea, van richtlijn 2004/38 kan vallen."
6.    Vervolgens heeft het Hof overwogen:
"65. […] artikel 27, lid 2, van richtlijn 2004/38 moet aldus worden uitgelegd dat wanneer ten aanzien van een burger van de Unie of een onderdaan van een derde land, familielid van een dergelijke burger die de toekenning van een recht van verblijf op het grondgebied van een lidstaat aanvraagt, in het verleden een besluit tot uitsluiting van de vluchtelingenstatus is gegeven krachtens artikel 1, afdeling F, van het Verdrag van Genève of krachtens artikel 12, lid 2, van richtlijn 2011/95, de bevoegde instanties van die staat op grond daarvan niet automatisch mogen oordelen dat de loutere aanwezigheid van de betrokkene op dat grondgebied, ongeacht of er gevaar voor recidive bestaat, een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging voor een fundamenteel belang van de samenleving vormt die de vaststelling van maatregelen van openbare orde of openbare veiligheid kan rechtvaardigen.
66. Het bestaan van een dergelijke bedreiging moet worden vastgesteld op basis van een beoordeling door de bevoegde instanties van het gastland van het persoonlijke gedrag van de betrokken persoon, waarbij rekening moet worden gehouden met de vaststellingen in het besluit tot uitsluiting van de vluchtelingenstatus en met de daaraan ten grondslag liggende aspecten, inzonderheid de aard en de ernst van de aan de betrokkene verweten misdrijven of gedragingen, de mate waarin hij persoonlijk betrokken was bij die misdrijven of gedragingen, het eventuele bestaan van gronden voor uitsluiting van zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid en het al dan niet bestaan van een strafrechtelijke veroordeling. Bij die globale beoordeling moet ook in aanmerking worden genomen hoeveel tijd verstreken is sinds het vermoede plegen van de misdrijven of handelingen en hoe de betrokkene zich nadien heeft gedragen, met name om uit te maken of uit dat gedrag blijkt dat de betrokkene nog steeds een houding aanneemt die de in de artikelen 2 en 3 VEU bedoelde fundamentele waarden aantast en dat daardoor de gemoedsrust en de fysieke veiligheid van de bevolking zouden kunnen worden verstoord. De enkele omstandigheid dat het vroegere gedrag van die betrokken persoon zich heeft voorgedaan in de specifieke historische en maatschappelijke context van zijn land van herkomst, die zich niet opnieuw zal voordoen in het gastland, staat aan die vaststelling niet in de weg."



Beoordeling in deze zaak
7.    Het arrest gaat niet over de vraag op grond van welke gedragingen artikel 1(F) aan de vreemdeling kan worden tegengeworpen en welke omstandigheden daarbij in aanmerking moeten worden genomen. Bij de vraag of artikel 1(F) kan worden tegengeworpen, is niet relevant of de gedragingen op grond waarvan de staatssecretaris deze bepaling aan een vreemdeling wil tegenwerpen ook de conclusie rechtvaardigen dat de vreemdeling ten tijde van de tegenwerping nog een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving aantast.
7.1.    Het arrest en deze zaak gaan wel over de vraag welke elementen betrokken moeten worden indien de staatssecretaris een zwaar inreisverbod tegen een vreemdeling, aan wie artikel 1(F) is tegengeworpen, wil uitvaardigen. De staatssecretaris moet daarbij beoordelen of de vreemdeling een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt, als bedoeld in het arrest van het Hof van 11 juni 2015, Z.Zh. en I.O., ECLI:EU:C:2015:377.
7.2.    Dat artikel 1(F) op een vreemdeling van toepassing is, kan blijkens het arrest van 2 mei 2018 niet automatisch tot het oordeel leiden dat die vreemdeling een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt. Gelet hierop kan de in rechtsoverweging 4. vermelde rechtspraak van de Afdeling niet worden gehandhaafd.
7.3.    De staatssecretaris heeft zich in het besluit op het standpunt gesteld dat reeds omdat aan de vreemdeling artikel 1(F) is tegengeworpen, hij een actuele, werkelijk en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving aantast. Op grond van deze tegenwerping, heeft hij aan de vreemdeling een inreisverbod van tien jaar opgelegd.
7.4.    Zoals uit punten 65 en 66 van het arrest volgt, kon de staatssecretaris die conclusie niet trekken enkel omdat hij artikel 1(F) aan de vreemdeling heeft tegengeworpen. De staatssecretaris had immers ook de in punt 66 van het arrest genoemde omstandigheden kenbaar in zijn besluitvorming moeten betrekken, wat hij heeft nagelaten. Uit het voorgaande volgt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom hij aan de vreemdeling een inreisverbod voor tien jaar heeft opgelegd. De staatssecretaris zal dit alsnog moeten motiveren.
Conclusie
8.    Het hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Het beroep is gegrond en het besluit van 7 april 2015 wordt vernietigd voor zover daarbij is bepaald dat de vreemdeling onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd. De staatssecretaris moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.    verklaart het hoger beroep gegrond;
II.    vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, van 23 maart 2016 in zaak nr. 15/7947;
III.    verklaart het beroep gegrond;
IV.    vernietigt het besluit van 7 april 2015, V-nummer […], voor zover daarbij is bepaald dat de vreemdeling Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd;
V.    veroordeelt de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tot vergoeding van bij de vreemdeling in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.536,00 (zegge: vijftienhonderdzesendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, voorzitter, en mr. H. Troostwijk en mr. J.J. van Eck, leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, griffier.
w.g. Verheij    w.g. Van Loon
voorzitter    griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 november 2019
664.




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email
Dagelijks nieuwe ZZP opdrachten op freelancespecialisten.nl

29 augustus 2014

Psychiater uit Den Bosch haalt uit naar IND in zaak van 1F-er die is teruggestuurd

DEN BOSCH - De Bossche psychiater Boris Drozdek heeft forse kritiek op het uitzetbeleid van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Dit naar aanleiding van de uitzetting donderdag van een Bosnische vluchteling uit Heesch.

Lees hier het artikel in het Brabants Dagblad:

http://www.bd.nl/regio/den-bosch-en-omgeving/s-hertogenbosch/psychiater-uit-den-bosch-haalt-uit-naar-ind-1.4505927




In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

25 juni 2014

De 1 F Discussie: Schindlers afwijzen of beulen laten rondlopen? En moet je beschuldigingen staven?

In de media kwamen afgelopen week twee verschillende visies op het Nederlandse 1 F beleid naar voren.
Wat is 1F? 1 F is het artikel in het Vluchtelingenverdrag wat misdadigers uitsluit van dat verdrag.

  • F.The provisions of this Convention shall not apply to any person with respect to whom there are serious reasons for considering that:
    • (a) he has committed a crime against peace, a war crime, or a crime against humanity, as defined in the international instruments drawn up to make provision in respect of such crimes;
    • (b) he has committed a serious non-political crime outside the country of refuge prior to his admission to that country as a refugee;
    • (c) he has been guilty of acts contrary to the purposes and principles of the United Nations
       
In het verleden ontdekten Afghaanse vluchtelingen hier in Nederland na een machtswisseling in het land van herkomst opeens hun voormalige beulen die jaren later hier ook asiel hadden aangevraagd. Als gevolg daarvan heeft Nederland voor Afghanen een speciaal 1F beleid waar iedereen die bijvoorbeeld bij de Geheime Dienst werkte geen asiel kan krijgen.

Bij landen waar geen speciaal Nederland beleid geldt geldt de gewone (internationale) jurisprudentie over 1F met dingen als "Knowing participation" etc.

Je ziet per land wel veel verschillen hoe zaken worden aangepakt. Het lijkt er op dat Nederland echt op oorlogsmisdadigers focust terwijl Engeland ook gewone misdadigers aanpakt. Maar in Engeland lijkt dan de behandeling van die zaak meer op een strafzaak terwijl je hier als Afghaan die zelf nooit iets verkeerds heeft gedaan de schuld van je collega's in de schoenen kan worden geschoven. Ben je dan een Nazi  punt uit of kan je dan ook een Schindler zijn die als nazi mensen redde?  Ik heb me laten vertellen dat Canada heel streng was maar dat men daar van "groepsschuld" af zou zijn gestapt.

Maar kort en goed gezegd: lees vooral beide artikelen:

'Geen meelij met foute asielzoeker'

door Jorn Jonker
DEN HAAG - De aanpak van vluchtelingen die waarschijnlijk ernstige misdaden hebben gepleegd, is helemaal niet te streng. Deze mensen worden onterecht als zielig afgebeeld en het is oneerlijk dat juist zij vaak niet worden uitgezet.
Dat schrijft de Federatie van Afghaanse Vluchtelingen Organisaties in Nederland (Favon) aan de Tweede Kamer en aan verantwoordelijk staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie).

Lees verder hier in de Telegraaf: http://www.telegraaf.nl/binnenland/22757812/___Geen_meelij_met_foute_asielzoeker___.html

In dezelfde periode stond er in Vrij Nederland een stuk over een  65-jarige Rwandese apotheker die na 14 jaar verblijf in Nederland opeens zijn vluchtelingenstatus zag afgepakt omdat hij aan de genocide zou hebben meegedaan:

'Mugenzi redde mensen'

Door Anneke Verbraeken
 
 
De Nederlandse overheid negeert informatie over 
genocideverdachten, zegt een Rwandese vertrouwensadvocaat. Is Joseph Mugenzi een onschuldige verdachte? Met dank aan een dappere klokkenluider is er voor het eerst tegenspel geboden aan Fred Teeven en de IND.
 


In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

09 mei 2014

Acquitted by the ICC, but still not free

Since he was acquitted by the International Criminal Court (ICC) in December 2012, the fate of the Congolese ex-militia leader Mathieu Ngudjolo Chui remains unsettled. Last week he appeared in a Dutch district court to appeal against a decision to deny him asylum in The Netherlands, showing how the ICC, like its ad hoc predecessors, has not prepared for possible acquittals.
(.....)
Ngudjolo was tried at the ICC for war crimes and crimes against humanity committed during an attack in February 2003 on the village of Bogoro, in Ituri in the Democratic Republic of Congo (DRC). After a three-year long trial, he was acquitted on 18 December 2012. 'We were ready to go to the ICC detention centre to take him to a hotel, when suddenly the Dutch authorities said they would take him to another hotel near Schiphol airport', recalls his Congolese defence counsel Jean-Pierre Kilenda. On 21 December 2012 the Dutch police took Ngudjolo straight to the airport. 'When it became clear I was going to be sent to Congo, I asked for asylum', said Ngudjolo, in a brief interview with IJT after his hearing. He was locked up at the immigration detention centre at Schiphol airport. 'The conditions there were far worse than at the ICC', adds Ngudjolo. After more than four months at the airport detention centre, a Dutch court ruled in early May 2013 that Ngudjolo had to be released and secured him 2,400 EUR in compensation for that period of unlawful detention.

Read the rest of the article here: http://justicetribune.com/article/?tx_ijtarticles_homecarousel[article]=26&tx_ijtarticles_homecarousel[action]=show&tx_ijtarticles_homecarousel[controller]=Article&cHash=f3bf8246b6f5b66d5176312347de58cf





-------















In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

21 augustus 2012

Canada declares bogus Turkish refugee a war criminal

It's hard for any refugee claimant, nowadays, to convince Canada's Immigration & Refugee Board (IRB) that he or she is a real refugee since most claims are rejected offhand as lacking credibility. This claimant's problem isn't that the Board didn't believe him. His problem is that the IRB was only too willing to believe everything he said about the story allegedly created by a member of a terrorist organisation, and his claim was rejected for the wrong reasons.
Like many "economic refugees" that Canada just loathes GY thought his only option to remain in Canada was to apply for refugee status after he dumped his Canadian wife. His father HY, who's a naturalised Canadian citizen and drives a late model BMW, says this is a stupid kid that just doesn't listen to advice from his elders. Although he lacks any formal education and hardly speaks any English let alone his native tongue, HY has successfully helped many inhabitants of his village in the old country settle in Canada. Judging by his car and brand-new SUV, he knows more about business and the system than the millions of university-educated immigrants that are barely scraping a living in this country. HY spent hours trying to convince me that his son is no good and stupid, and I'm convinced that he's probably stupider than others involved in his case.
Since professional help is expensive, and daddy wasn't willing to pay for a lawyer or consultant to draft his application, GY decided to use the free services offered by a Burnaby fast-food vendor who, he says, is a member of the local chapter of the PKK terrorist organisation. PKK, an acronym for Kurdistan Workers Party, is the separatist guerrilla group that has been fighting the Turkish Government for three decades. After being declared a terrorist organisation the PKK went underground in Canada, but still carries on its fund-raising and lobbying activities through immigrants of Kurdish extraction, many of whom were accepted as refugees.
According to the graphically explicit story submitted to the Immigration Board, and which GY says is a complete fabrication, GY killed and tortured Kurdish civilians in Eastern Turkey when he was serving in the Turkish Army as an infantryman. He told the Board that he and other soldiers often shot at and tortured civilians because they did not know if they were PKK terrorists or innocent peasants. The Burnaby "Donair Guy" told him to make sure that he recount at the interview graphic details of how he tortured people under orders, which he did. He was then recruited after completing military service, as the story goes, by JITEM, an allegedly secret Turkish gendarmerie intelligence unit, to spy on fellow Kurds. Although he volunteered his services as a spy, he now feels persecuted by Turkey so Canada should accept him as a refugee.
The IRB Member, who's the equivalent of an administrative tribunal judge, believed the whole story. In her written decision she said the story fits in with the Board's own information (from the same PKK Donair Guy or other fast-food vendors ?). Unfortunately for GY, Canada considers the killing of civilians and employing torture to be war crimes. Those who commit war crimes not only cannot be accepted as refugees under the law, but they are inadmissible to Canada under any condition, period. The Member referred GY to the government for an admissibility hearing.
HY says he hired a lawyer for his son's admissibility hearing in July, and the lawyer turned out to be completely incompetent. Although GY retracted his story and told them about the PKK Donair Guy, the government decided to err on the side of war crimes and declared GY a war criminal that is inadmissible to Canada.
In a posting placed 4 days ago on the Canada Border Services Agency web site Government of Canada stressed its policy that the country will not be a safe haven for war criminals of any kind.
For those unfamiliar with Eastern Mediterranean cuisine, Donair is the name of meat roasted on a rotating spit often served as a sandwich in pita bread with tsatziki sauce and a whole variety of other garnishes (no metaphor intended for Canada's administrative tribunals). Greeks call it Gyros, Arabs call it Shawarma. For a great Donair experience, unlike the Donair GY was served, I'd recommend the Donair Dude on Davie Street in Vancouver.

Bron: http://www.examiner.com/article/canada-declares-bogus-turkish-refugee-a-war-criminal

Tjonge soms moet je lachen om het vreemdelingenrecht. Maar dit soort dingen wordt ook serieus door mensensmokkelaars gezegd waardoor soms mensen met een echt vluchtverhaal in hiun eigen voet schieten.


Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

18 september 2009

Pardonregeling en gezinsleden van 1-f-er (uitspraak)

LJN: BJ7946, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Middelburg , Awb 08/39725


Datum uitspraak: 17-09-2009
Datum publicatie: 17-09-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet / ontvankelijkheid / definitie gezinslid van een 1 F'er



10. De vraag is of het gerechtvaardigd is dat verweerder de situatie van eiseres zondermeer gelijkstelt aan die van gezinsleden van een 1-F’er die in zijn of haar land van herkomst reeds deel uitmaakten van dat gezin en zich beroepen op de Pardonregeling.
De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat uit de parlementaire geschiedenis niet is gebleken dat verweerder bij de totstandkoming van de Pardonregeling een situatie waarin eiseres verkeert in ogenschouw heeft genomen en daarin heeft verdisconteerd. Zo is er in de definitie van gezinslid geen nuance aangebracht voor het geval dat een asielzoeker eerst hier te lande een relatie of huwelijk is aangegaan met een zogeheten 1-F’er. De regeling gaat er klaarblijkelijk vanuit dat het gezin in het land van herkomst van de 1-F’er en zijn partner bestond ten tijde van de aan die 1-F’er verweten gedragingen. Dit klemt in het geval van eiseres omdat zij eerst hier te lande een relatie is aangegaan met een 1-F’er, welke 1-F’er daarenboven afkomstig is uit een ander land van herkomst (Libanon) dan eiseres (Iran). Verweerders argument voor het onthouden van een aanbod aan eiseres - een 1-F’er zou bij het doen van een aanbod aan de echtgenoot of partner via artikel 8 van het EVRM rechtmatig verblijf kunnen verkrijgen - overtuigt de rechtbank zonder een nadere motivering van verweerder niet, mede omdat onder omstandigheden gezinsleden van 1-F’ers op zelfstandige gronden in aanmerking kunnen komen voor een vergunning tot verblijf. Mede in het licht hiervan komt het de rechtbank onjuist voor dat eiseres die een niet met dat van haar partner samenvallend asielrelaas heeft met een dergelijk gezinslid gelijk wordt gesteld. Hierbij komt dat eiseres toch niet op enige wijze (mede)verantwoordelijk is te houden voor de door haar partner begane gedragingen in zijn land van herkomst terwijl zij op geen enkele wijze toen en daar deel uitmaakte van zijn leven en via de veel later aangegane relatie daarvoor de onderhavige haar persoonlijk betreffende gevolgen heeft te dragen.

11. Gelet op het vorenstaande is het beroep gegrond en dient het bestreden besluit wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Awb te worden vernietigd.

Bron: rechtspraak.nl

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...