Posts tonen met het label gezinnen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gezinnen. Alle posts tonen

22 december 2014

WBV 2014/37: wijzigingen in het Vreemdelingenbeleid - Gezinnen met kinderen in vreemdelingenbewaring


ALGEMEEN

De Gesloten Gezinsvoorziening (GGV) in Zeist is een nieuwe bewaringsmodaliteit voor gezinnen met minderjarige kinderen. Het nieuwe beleid omtrent bewaring van gezinnen met minderjarigen en alleenstaande minderjarigen is aangekondigd in de kamerbrieven van 26 september 2014, 4 augustus 2014, 28 mei 2014, en 29 januari 2014. Uit de kamerbrieven volgt dat de GGV is bedoeld voor gezinnen met minderjarige kinderen die aan de buitengrens asiel hebben gevraagd en aan wie, na een negatieve uitkomst van de screening aan de grens, de verdere toegang tot Nederland is ontzegd. Ook kunnen gezinnen met minderjarige kinderen ter fine van uitzetting er kort voor vertrek worden geplaatst alsmede alleenstaande minderjarige vreemdelingen die in een gesloten setting aan hun terugkeer dienen te werken. De tijdelijke voorziening van de GGV is per 1 oktober 2014 in gebruik genomen, waarbij de structurele locatie van de GGV voor eind eerste kwartaal 2015 zal worden opgeleverd. In onderhavig WBV wordt het beleid zoals dat volgt uit bovengenoemde kamerbrieven meer expliciet opgenomen in de Vreemdelingencirculaire.

ARTIKELSGEWIJS

A

Met de in gebruik neming van de GGV per 1 oktober 2014 wordt aan de doelgroep zoals bedoeld in dit artikel een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd met plaatsing in de GGV in Zeist waar dat voor 1 oktober 2014 plaats vond in AC Schiphol.

B

Met deze aanpassing wordt uitvoering gegeven aan de toezegging van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dat de IND verblijfsdocumenten zal signaleren in het Shengen Informatiesysteem (SIS). De Nationale Politie (NP) heeft hierop het SIS aangepast en het Bureau Documenten van de IND is per 1 september 2014 gestart met het signaleren van gestolen en vermiste documenten. Daarnaast een tekstuele aanpassing in dit artikel.

C

In dit artikel wordt uiteengezet dat bewaring van gezinnen met minderjarigen en alleenstaande minderjarigen, nog meer dan bij volwassenen die in bewaring geplaatst worden, alleen als laatste middel zal worden toegepast om terugkeer te realiseren. Dit volgt uit de kamerbrieven van 26 september 2014, 4 augustus 2014, 28 mei 2014, en 29 januari 2014. Hierbij is het belang van de motivering van de inbewaringstelling benadrukt waarbij eveneens de medische achtergrond, de leeftijd van de kinderen en, bij een gezin met minderjarigen, de samenstelling (volledigheid) van het gezin meegewogen dienen te worden. In dit artikel zijn de gronden voor inbewaringstelling van gezinnen met minderjarigen meer expliciet uiteengezet. Daarbij is aangegeven dat de termijn van bewaring, zoals volgt uit bovengenoemde kamerbrieven, in beginsel twee weken is, waar van kan worden afgeweken op gronden die reeds zijn vermeld in dit artikel. Voorts is in dit artikel opgenomen binnen welke termijn plaatsing in de GGV kan plaatsvinden.
De vrijheidsontneming van één meerderjarig familielid is hiermee beleidsmatig niet langer mogelijk. De eenheid van het gezin dient te prevaleren.

D

Dit artikel betreft toegangsweigering van gezinnen met minderjarigen. Zoals volgt uit artikel A1/7.3 van de Vreemdelingencirculaire zal dit slechts in uitzonderlijke situaties aangewezen zijn. Wanneer bewaring op grond van artikel 6, eerste en tweede lid of artikel 6a Vw aangewezen is voor gezinnen met minderjarige kinderen duurt dat tot maximaal twee weken voort na het moment waarop het gezin verwijderbaar is geworden. Voorts is in dit artikel opgenomen dat gezinnen met minderjarigen die landen op luchthaven Eindhoven, zonder dat zij asiel aanvragen, in de GGV worden geplaatst nu op deze luchthaven geen lounge beschikbaar is.

E

Model M101 Vreemdelingencirculaire wordt in lijn gebracht met de huidige werkwijze omtrent documentenbeheer.

F

Model M102 Vreemdelingencirculaire wordt aangepast om meer ruimte te geven voor de motivering van het opleggen van een artikel 56 maatregel.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, de directeur-generaal Vreemdelingenzaken, J.C. Goet







Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

07 november 2014

Tarakhel v Switzerland: Another nail in the coffin of the Dublin system?


 
Steve Peers

Introduction

Despite the EU’s purported adherence to high standards of human rights protection, the EU’s Dublin system, which allocates responsibility for each asylum-seeker’s application to a single Member State, has repeatedly run foul of human rights standards. Yesterday’s judgment of the European Court of Human Rights (‘ECtHR’, or ‘Strasbourg Court’) in Tarakhel v Switzerland, and the recent judgment of the same court in Sharifi v Italy and Greece, have further confirmed the problems in making this system compatible with ECHR obligations.

In fact, the Tarakhel judgment goes further than the prior judgments, which had merely exposed the lack of sufficient human rights protection in the EU legislation, as applied by Member States. Rather, it is now clear that the approach of the Court of Justice of the European Union (CJEU) in interpreting the Dublin rules is also incompatible with the ECHR. 

Continue here: http://eulawanalysis.blogspot.co.uk/2014/11/tarakhel-v-switzerland-another-nail-in.html






Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

24 juni 2011

Reactie van Leers op kamervragen over vreemdelingenbewaring en uitzetting van Iraakse gezinnen

Nr. 69
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2011
Tijdens het algemeen overleg ter zake de herijking beleid Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen op 24 mei 2011, heeft het lid Spekman gerefereerd aan een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage1. Deze uitspraak ziet op de beoordeling van de rechtmatigheid van de opgelegde maatregel van vreemdelingenbewaring aan een Irakees gezin voorafgaand aan hun verwijdering.
Mij is daarbij gevraagd waarom deze uitspraak niet is betrokken bij de beantwoording van de schriftelijke kamervragen van 7 april 2011 met kenmerk 2011Z07338, over de verwijdering en inbewaringstelling van Irakese gezinnen met minderjarige kinderen. Tevens is mij gevraagd of deze uitspraak reden is mijn beleid aan te passen en of ik een schadevergoeding zal betalen aan de betrokken vreemdelingen. Met deze brief reageer ik op deze vragen.
De uitzettingen naar Irak naar aanleiding waarvan de voornoemde vragen zijn gesteld, hebben geleid tot een aantal uitspraken waarin de rechtmatigheid van de maatregel van vreemdelingenbewaring is beoordeeld. Ook de genoemde uitspraak ziet op de rechtmatigheid van de vreemdelingenbewaring van Irakese gezinnen die op 31 maart in vreemdelingenbewaring waren gesteld in verband met de geplande verwijdering op 7 april 2011. Door de Rechtbank ’s-Gravenhage, nevenzittingsplaats Rotterdam, zijn ten aanzien van vijf andere gezinnen gelijkluidende uitspraken gedaan en is de maatregel van vreemdelingenbewaring onrechtmatig geacht en is een schadevergoeding toegewezen.
Gezien de inhoud van de eerder op 7 april 2011 gestelde vragen, wordt er terecht op gewezen dat het beter was geweest als, in dit geval, dit in de beantwoording van deze uitspraken was meegenomen. De inhoud van het antwoord op de eerdere vragen van 7 april 2011 verandert daardoor echter niet. Ik wil dat graag kort toelichten.
In de genoemde uitspraak en de overige, hoegenaamd identieke uitspraken, oordeelt de rechter dat de maatregel van de vreemdelingenbewaring onrechtmatig is, omdat de gronden van de maatregel niet voldoende zijn. De rechtbank passeert een aantal door mijn gemachtigde ter zitting aangevoerde argumenten, omdat deze niet al eerder in de maatregel van vreemdelingenbewaring zelf naar voren zijn gebracht. De gronden die in de maatregel naar voren zijn gebracht acht de rechtbank niet voldoende om de maatregelen van bewaring te kunnen rechtvaardigen. Dit oordeel van de rechter betekent niet zonder meer dat de rechtbank van oordeel is dat de omstandigheid dat sprake is van gezinnen met kinderen, steeds met zich meebrengt dat inbewaringstelling niet mogelijk is.
Ik heb moeten constateren dat de rechtbank terecht constateert dat niet alle relevante gronden in het inleidende besluit zijn opgenomen en dat sprake is van een motiveringsgebrek. Dat heeft mij doen besluiten geen hoger beroep in te stellen. Dat laat onverlet dat ik in een vergelijkbare situatie in de toekomst, met volledige motivering, opnieuw het middel van vreemdelingenbewaring zal overwegen, conform mijn beleid zoals ik in voornoemd antwoord op de vragen van 7 april 2011 heb aangegeven.
Volledigheidshalve verduidelijk ik nog dat, zoals bericht in mijn antwoord op de voormelde vragen, de terugkeer van deze gezinnen op 7 april 2011 doorgang heeft gevonden. De uitspraken waaraan wordt gerefereerd, doen ook op geen enkele wijze afbreuk aan de rechtmatigheid van de verwijdering. Zij zien alleen op de vraag of voorafgaand daaraan een maatregel van vreemdelingenbewaring kon worden opgelegd. Overigens is ten aanzien van twee gezinnen een voorlopige voorziening getroffen door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State en heeft de verwijdering niet plaatsgevonden.
Zoals uit het voorgaande valt op te maken, zie ik in deze uitspraken geen reden mijn beleid aan te passen. Dat ik berust in deze uitspraken, is gelegen in de onvoldoende draagkrachtige motivering van de beslissing in de individuele dossiers, niet in de uitwerking van mijn beleid in het concrete geval. Nu ik in de uitspraak berust, betekent dat ook dat het in de uitspraken toegekende bedrag aan schadevergoeding op de gebruikelijke wijze zal worden uitgekeerd.
Ik neem aan dat ik middels deze brief Uw kamer voldoende heb geïnformeerd omtrent de inhoud van deze uitspraken.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G. B. M. Leers

Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27062-69.html

Law Blogs
Law blog

04 april 2011

Bewaring gezinnen niet langer dan veertien dagen (uitspraak)

LJN: BP9723, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats 's-Hertogenbosch , AWB 11/8814

Datum uitspraak: 29-03-2011
Datum publicatie: 31-03-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Inhoudsindicatie: Met betrekking tot de bewaring van een volwassene met minderjarige kinderen, zoals eiseres, voert verweerder het beleid dat de bewaring niet langer dan veertien dagen zal duren. Deze termijn kan slechts worden overschreden indien de binnen de hier be...Met betrekking tot de bewaring van een volwassene met minderjarige kinderen, zoals eiseres, voert verweerder het beleid dat de bewaring niet langer dan veertien dagen zal duren. Deze termijn kan slechts worden overschreden indien de binnen de hier bedoelde termijn geplande uitzetting geen doorgang kan vinden vanwege, voor zover hier van belang, fysiek verzet van (één van) de gezinsleden.
De rechtbank stelt vast dat geen sprake is geweest van fysiek verzet om de uitzetting uit Nederland te voorkomen. Verweerder heeft ter zitting betoogd dat, hoewel geen sprake is geweest van daadwerkelijk fysiek verzet, dit fysiek verzet wel was aangekondigd en dat om die reden de omstandigheid dat de daarna geplande vluchten – die allemaal binnen de termijn van veertien dagen plaats zouden vinden – geen doorgang hebben kunnen vinden, voor risico van eiseres en haar gezin dienen te komen. De rechtbank volgt verweerder hierin niet. Het beleid van verweerder biedt slechts ruimte om de bewaringstermijn langer dan veertien dagen te laten duren indien sprake is van fysiek verzet. Verweerder heeft niet afgewacht of dit fysiek verzet daadwerkelijk plaats zou vinden, maar heeft de op handen zijnde vlucht preventief geannuleerd. Gelet daarop dient de omstandigheid, dat de daarna geplande vluchten vanwege het ontbreken van escorts en een onvoorziene regel van de Zweedse autoriteiten, geen doorgang hebben kunnen vinden, voor rekening van verweerder te komen. Het is immers verweerder die ervoor kiest om de eerste vlucht geen doorgang te laten vinden, waarmee het risico dat de termijn van veertien dagen zal worden overschreden, in het leven wordt geroepen. Indien dit risico zich vervolgens verwezenlijkt, kan dit niet – bij het ontbreken van daadwerkelijk fysiek verzet – voor rekening van eiseres en haar gezin komen, in die zin dat daardoor de termijn van de bewaring in weerwil van verweerders beleid langer dan veertien dagen zou mogen duren.
Volgt gegrondverklaring beroep, opheffing bewaring, matiging schadevoergoeding en proceskosten

Inhoudsindicatie: Met betrekking tot de bewaring van een volwassene met minderjarige kinderen, zoals eiseres, voert verweerder het beleid dat de bewaring niet langer dan veertien dagen zal duren. Deze termijn kan slechts worden overschreden indien de binnen de hier bedoelde termijn geplande uitzetting geen doorgang kan vinden vanwege, voor zover hier van belang, fysiek verzet van (één van) de gezinsleden.
De rechtbank stelt vast dat geen sprake is geweest van fysiek verzet om de uitzetting uit Nederland te voorkomen. Verweerder heeft ter zitting betoogd dat, hoewel geen sprake is geweest van daadwerkelijk fysiek verzet, dit fysiek verzet wel was aangekondigd en dat om die reden de omstandigheid dat de daarna geplande vluchten – die allemaal binnen de termijn van veertien dagen plaats zouden vinden – geen doorgang hebben kunnen vinden, voor risico van eiseres en haar gezin dienen te komen. De rechtbank volgt verweerder hierin niet. Het beleid van verweerder biedt slechts ruimte om de bewaringstermijn langer dan veertien dagen te laten duren indien sprake is van fysiek verzet. Verweerder heeft niet afgewacht of dit fysiek verzet daadwerkelijk plaats zou vinden, maar heeft de op handen zijnde vlucht preventief geannuleerd. Gelet daarop dient de omstandigheid, dat de daarna geplande vluchten vanwege het ontbreken van escorts en een onvoorziene regel van de Zweedse autoriteiten, geen doorgang hebben kunnen vinden, voor rekening van verweerder te komen. Het is immers verweerder die ervoor kiest om de eerste vlucht geen doorgang te laten vinden, waarmee het risico dat de termijn van veertien dagen zal worden overschreden, in het leven wordt geroepen. Indien dit risico zich vervolgens verwezenlijkt, kan dit niet – bij het ontbreken van daadwerkelijk fysiek verzet – voor rekening van eiseres en haar gezin komen, in die zin dat daardoor de termijn van de bewaring in weerwil van verweerders beleid langer dan veertien dagen zou mogen duren.
Volgt gegrondverklaring beroep, opheffing bewaring, matiging schadevoergoeding en proceskosten

Bron: rechtspraak.nl


Law Blogs
Law blog

30 juli 2010

Bewaring van gezinnen met minderjarige kinderen mag slechts veertien dagen duren. Alleen als ze gaan knokken en daardoor niet kunnen worden uitgezet mag de bewaring langer duren (rechtbank)

LJN: BN2770, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 10 / 22403

Datum uitspraak: 06-07-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Inhoudsindicatie: Bewaring; ism A6/5.3.3.8 Vc 2000; geen sprake van fysiek verzet; uitzetting niet binnen 14 dagen na ibs; gegrond. Paragraaf A6/5.3.3.8 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000) luidt: Bewaring op grond van artikel 59 Vw kan slechts aan gezinnen met minderjarige kinderen worden opgelegd wanneer gedwongen vertrek op korte termijn gerealiseerd kan worden. Hierbij gaat het om de situatie dat de voor het vertrek noodzakelijke reisdocumenten voorhanden zijn of binnen korte termijn voorhanden zullen zijn. (…) De bewaring die op grond van artikel 59, eerste of tweede lid, van de Vw is opgelegd aan een gezin met minderjarige kinderen zal niet langer dan veertien dagen duren. Deze termijn kan slechts worden overschreden indien de binnen de hier bedoelde termijn geplande uitzetting geen doorgang kan vinden vanwege: - fysiek verzet van (één van) de gezinsleden; - (…) Verweerder was voornemens om eiseres op 1 juli 2010 uit te zetten naar Zwitserland. De vlucht is evenwel geannuleerd en gepland voor 8 juli 2010. Verweerder is blijkbaar niet voornemens om eiseres uit te zetten binnen de bewaringstermijn van 14 dagen die daarvoor geldt op basis van het beleid van verweerder. Voor zover hier van belang kent het beleid op deze situatie slechts een uitzondering indien er sprake is geweest van fysiek verzet door eiseres tegen haar uitzetting. De rechtbank is niet gebleken van daadwerkelijk fysiek verzet tegen de uitzetting door eiseres. Verweerders beleid biedt geen ruimte om eiseres langer dan 14 dagen in bewaring te houden. Verweerder wist op 1 juli 2010 dat de uitzetting van eiseres niet binnen 14 dagen na aanvang van de bewaring kon plaatsvinden. De bewaring dient mitsdien sinds 1 juli 2010 niet meer ter fine van uitzetting en is dus met ingang van die datum onrechtmatig. Schadevergoeding vanaf 1 juli 2010.

Bron: rechtspraak.nl

17 juni 2010

Inhoudsopgave Update 24 (jurisprudentie en beleid, uitgegeven door Vluchtelingenwerk)

▼ ABRvS, 18 mei 2010, over vrijheidsontneming van minderjarige kinderen
▼ Vzr Haarlem, 25 mei 2010: medewerker LTTE liep bij vertrek geen, maar bij terugkeer mogelijk wel gevaar
▼ Oproep voor onderzoek naar effecten antiterrorisme
▼ Brief minister van Justitie aan Tweede Kamer, 8 juni 2010, over motie-van Velzen en gezinnen met kinderen
▼ Ontwikkelingen rond Dublin/Griekenland en Somalische (Dublin)zaken
- Minister: Centraal- en Zuid-Somaliërs tijdelijk niet overdragen
aan Griekenland
- EHRM: Interim measure ter voorkoming
uitzetting Somaliër
- EHRM: reactie Nederland en Griekenland
in 14 Nederlandse Dublin/Griekenland-zaken
- Conseil d’Etat (Frankrijk): overdracht geschorst familie
vanwege schending recht op asiel
▼ Uitvoeringsbrief minister van Justitie, 11 juni 2010, over nieuwe asielprocedure
▼ Gedwongen groepsuitzetting Irakezen doorgegaan
▼ Signaleringen Landeninformatie 0
▼ Nieuw op VluchtWeb
▼ Naar het UPdate-archief

Gratis UPdate per e-mail?
Stuur een mail naar: update@vluchtelingenwerk.nl
U ontvangt de UPdate vervolgens elke woensdagmiddag.
Redactie: mr. Yves Bonroy (YB), Paddy Deinum (PD), mr. Marije Jongejan (MJ),
drs. Hans van Oosterhout (HO), mr. drs. Arno Pinxter (AP), mr. Myrthe Wijnkoop
(MW), drs. Frank van der Meer (FM, eindredactie).

Vragen of suggesties: (020) 346 72 50 of helpdesk@vluchtelingenwerk.nl.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...