Posts tonen met het label Libië. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Libië. Alle posts tonen

03 augustus 2020

Minder migranten verdrinken – doordat ze al in Libië sterven

Van die kinderen waarvoor mensen blijkbaar bereid zijn om een hoopgeld neer te tellen aan een mensensmokkelaar. Omdat ze het kind een goede toekomst willen geven? Omdat ze zelf na willen reuzen? Wie zal het zeggen maar die kinderen komen hier terecht:

"Maar ik bleef haken bij het bericht van het International Rescue Committee (IRC) dat bijna alle 200 kinderen die dit jaar op zee uit wrakke bootjes zijn gered, nu in overbevolkte en zeer akelige gevangenkampen in Libië zijn opgeborgen. De meeste van deze kinderen zijn Somalisch, Eritrees, of Soedanees, tussen 12 en 15 jaar oud, een kwart heeft geen begeleider, 20 procent is gehandicapt.
Zowel de officiële als de onofficiële kampen waar onderschepte migranten worden gedumpt zijn hels. Ik ben niet zo van de paus, maar hij is een gezaghebbend persoon, en hij sprak zich er kort geleden over uit: „U kunt zich de hel niet voorstellen waarin mensen in die kampen worden vastgehouden”. Dit jaar zijn zo’n 6.000 migranten onderschept, meestal door de Libische kustwacht, en naar Libië teruggebracht, aldus cijfers van IOM, de migratieorganisatie van de Verenigde Naties. De VN-steunmissie voor Libië UNSMIL toonde zich vorige maand zeer bezorgd over hun lot (dus inclusief die 200 kinderen): „We blijven berichten krijgen over moorden, foltering, seksueel geweld, arbitraire opsluiting, ontvoeringen, handel in en verkoop van migranten, die, afhankelijk van de precieze feiten, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven kunnen zijn.” „Het lijden van migranten in Libië is onaanvaardbaar”, tweette vorige week IOM-Libië vertegenwoordiger Federico Soda. Toen waren net drie Soedanezen doodgeschoten die na terugkeer aan wal hadden geprobeerd te ontsnappen."

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/08/03/minder-migranten-verdrinken-doordat-ze-al-in-libie-sterven-a4007681

17 juli 2020

UITSPRAAK: Aanrander van vier vrouwen loopt als biseksueel gevaar bij terugkeer naar Libië en mag nu nog even in NL blijven omdat de IND stukje vergat te motiveren

Een echte aanwinst voor de maatschappij maar om iemand de vluchtelingenstatus te onthouden moet je wel aangeven wat door zijn persoonlijke gedrag een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving aantast. Dat had de I|ND niet gedaan. En dat is jammer aangezien de recidivekans matig is en dat ik dat als vrouw nog te veel vind. Als je als vluchteling bang bent dan hou je hier maar je handen in je zakken.

ECLI:NL:RBDHA:2020:6331

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak13-07-2020
Datum publicatie15-07-2020
Zaaknummer NL20.12417
RechtsgebiedenVreemdelingenrecht
Inhoudsindicatie
Eiser kan worden aangemerkt als verdragsvluchteling maar komt niet in aanmerking voor een asielvergunning vanwege openbare orde aspecten; volgens verweerder is eiser veroordeeld voor een bijzonder ernstig misdrijf en vormt hij een gevaar voor de gemeenschap. De rechtbank wijst op C2/7.10.1 van de Vc, arrest Ahmed van het Hof van Justitie (13 september 2018, C-369/17), de uitspraak van de Afdeling van 3 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:226) en de eerdere uitspraak van deze rechtbank in eisers zaak (ECLI:NL:RBDHA:2019:3086) en overweegt dat verweerder onvoldoende overeenkomstig heeft getoetst. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat de door eiser gepleegde feitelijke handelingen, de aard en de mate van geweld van een zodanige ernst en omvang zijn dat het onthouding van een asielvergunning rechtvaardigt. Daarnaast heeft verweerder t.a.v. het criterium ‘gevaar vormt voor de gemeenschap’ ten onrechte niet aan het Unierechtelijk openbare orde begrip getoetst. De rechtbank ziet niet in dat bij de intrekking van een asielvergunning wel aan dit Unierechtelijk openbare orde begrip wordt getoetst en bij de weigering van een asielvergunning niet, terwijl de toets in artikel 14 van de Kwalificatierichtlijn en artikel 3.105c en 3.105d van het Vb in beide gevallen hetzelfde is.
Vindplaatsen
Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.12417


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.P. de Boo).


Procesverloop
Bij besluit van 12 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast heeft verweerder het, bij besluit van 9 november 2015, aan eiser opgelegde inreisverbod voor de duur van twee jaar gehandhaafd.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.12418, plaatsgevonden op 8 juli 2020 te Dordrecht. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen N. al Wandaw. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser heeft voorafgaand aan deze procedure drie eerdere aanvragen om een asielvergunning gedaan. Deze aanvragen zijn afgewezen en de afwijzingen zijn onherroepelijk.
2. Op 5 juli 2018 heeft eiser opnieuw een asielaanvraag ingediend. Daaraan heeft eiser ten grondslag gelegd dat hij biseksueel is. Uit gevoelens van angst en schaamte heeft eiser hierover in de drie voorafgaande procedures niet durven verklaren. Daarnaast heeft eiser aan deze asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij als jonge jongen in Libië seksueel is misbruikt door een buurjongen. Ook heeft eiser verklaard dat hij in 2012 is ontvoerd en twee dagen is vastgehouden door een groep onbekende mannen, die hem mishandeld en misbruikt hebben. Eiser heeft verder, net als in de vorige procedures, naar voren gebracht dat hij deel uitmaakt van de stam Awlad Al Sheikh, die loyaal was aan het bewind van kolonel Gaddafi en dat eiser daarom te vrezen heeft bij terugkeer. Daarbij is ook van belang dat eisers opa een bekende dichter van Gaddafi was, dat eiser op een school zat waar de Bataljon Brigade 32 deel van uitmaakte en dat eisers stamleden en neven lid waren van de bataljons van Gaddafi, aldus eiser.
3. Bij besluit van 31 januari 2019 heeft verweerder deze asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. In dat besluit heeft verweerder onder meer overwogen dat eisers verklaringen over de ontvoering en het misbruik niet geloofwaardig zijn. Wel acht verweerder de biseksuele geaardheid van eiser en het behoren tot een stam die loyaal was aan Gadaffi geloofwaardig. Vanwege deze geloofwaardige elementen behoort eiser tot een risicogroep maar hij heeft volgens verweerder niet met geringe indicaties aannemelijk gemaakt dat sprake is van een gegronde vrees voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Wel acht verweerder in het besluit van 31 januari 2019 aannemelijk dat eiser vanwege zijn biseksuele geaardheid een reëel risico op ernstige schade loopt bij uitzetting naar Libië, maar aan eiser wordt geen asielvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) verleend omdat hij is veroordeeld voor een ernstig misdrijf.
4. Bij uitspraak van 28 maart 2019 (NL19.2498) heeft deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, het beroep tegen het besluit van 31 januari 2019 gegrond verklaard. In deze uitspraak volgt de rechtbank verweerder in zijn standpunt dat de verklaringen van eiser over de ontvoering en het misbruik op essentiële punten zodanig vaag, summier, wisselend en onvoldoende concreet zijn dat geen geloof kan worden gehecht aan de gebeurtenissen. Verder oordeelt de rechtbank dat verweerder op goede gronden heeft gesteld dat geen sprake is van geringe indicaties op grond waarvan eiser als lid van de risicogroepen LHBT’s en aan Gadaffi loyale stammen in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus. Wel is sprake van een reëel risico op ernstige schade vanwege eisers seksuele geaardheid. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in het besluit van 31 januari 2019 onvoldoende gemotiveerd dat eiser een ernstig misdrijf heeft gepleegd op grond waarvan hij niet in aanmerking komt voor subsidiaire bescherming.
Bij uitspraak van 9 december 2019 (201902647/1/V2) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van 28 maart 2019 gegrond verklaard. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank ten onrechte niet is ingegaan op de beroepsgrond van eiser dat verweerder niet heeft gemotiveerd waarom hij vanwege zijn seksuele geaardheid niet in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus. Daarbij overweegt de Afdeling dat verweerder in hoger beroep ook heeft erkend dat hij dit standpunt ondeugdelijk heeft gemotiveerd. Het overige dat eiser in hoger beroep heeft aangevoerd leidt volgens de Afdeling niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.
5. Op 12 juni 2020 heeft verweerder in het bestreden besluit opnieuw beslist op de asielaanvraag van eiser. In dit besluit en het daarin ingelaste voornemen heeft verweerder zich wederom op het standpunt gesteld dat de gestelde ontvoering en het misbruik ongeloofwaardig worden geacht omdat eiser daarover onvoldoende concreet en wisselend heeft verklaard. Eisers biseksuele geaardheid en het behoren tot de stam Awlad Al Sheikh acht verweerder wederom geloofwaardig. Eiser wordt evenwel vanwege het behoren tot deze stam niet aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag omdat hij niet met geloofwaardige en individualiseerbare geringe indicaties aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer te vrezen heeft voor vervolging. Wel kan eiser vanwege zijn biseksuele geaardheid als vluchteling worden aangemerkt, maar verweerder verleent eiser daarvoor geen asielvergunning omdat eiser een bijzonder ernstig misdrijf heeft gepleegd. Omdat sprake is van een ernstig misdrijf verleent verweerder eveneens geen asielvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw. Verweerder wijst de aanvraag af als kennelijk ongegrond omdat sprake is van een opvolgende aanvraag en omdat er sprake is van een gevaar voor de openbare orde. Verder handhaaft verweerder het in de tweede asielprocedure, bij besluit van 9 november 2015, opgelegde inreisverbod voor de duur van twee jaar.
6. Eiser voert aan dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat eisers verklaringen over de ontvoering en marteling ongeloofwaardig zijn; eiser heeft hierover gedetailleerd verklaard en er is geen sprake van bevreemdingwekkende en tegenstrijdige verklaringen. Ter zitting heeft eiser in dit kader verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 24 juni 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1499) waarin is geoordeeld dat verweerder zijn tegenwerpingen ten aanzien van de geloofwaardigheid had moeten relateren aan relevante externe geloofwaardigheidsindicatoren. Bovendien heeft verweerder er in de beoordeling geen rekening mee gehouden dat eiser door de gebeurtenissen is getraumatiseerd, aldus eiser.
6.1.
De rechtbank stelt vast dat het standpunt van verweerder ten aanzien van het relevante element ontvoering en misbruik in het onderhavige bestreden besluit en daarin ingelaste voornemen van 8 mei 2020 niet afwijkt van zijn standpunt in het besluit van
31 januari 2019 en daarin ingelaste voornemen van 25 juli 2018. Deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, heeft daarover reeds een oordeel gegeven in de uitspraak van 28 maart 2019. Ook hetgeen eiser destijds in de zienswijzen heeft aangevoerd verschilt wezenlijk niet van hetgeen hij thans in de zienswijze van 29 mei 2020 naar voren heeft gebracht. Verweerder heeft in het bestreden besluit dan ook terecht verwezen naar het oordeel van de rechtbank van 28 maart 2019 over dit relevante element. Eiser is in hoger beroep ook opgekomen tegen dit onderdeel van de uitspraak van de rechtbank, maar de Afdeling heeft in de uitspraak van 9 december 2019 dienaangaande overwogen dat het door eiser aangevoerde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank leidt. Daarmee staat het oordeel dat de rechtbank in de uitspraak van 28 maart 2019 heeft gegeven over de gestelde ontvoering en mishandeling, in rechte vast. In die uitspraak heeft de rechtbank verweerder gevolgd in zijn standpunt dat de verklaringen van eiser over de ontvoering en het misbruik op essentiële punten zodanig vaag, summier, wisselend en onvoldoende concreet zijn dat geen geloof kan worden gehecht aan de gebeurtenissen; ook heeft de rechtbank overwogen dat er geen aanknopingspunten worden gezien om eiser te volgen in zijn standpunt dat hij zodanig door de gebeurtenissen is getraumatiseerd dat hij daardoor niet in staat was om overtuigend hierover te verklaren. Eiser heeft thans in de gronden van beroep geen andere punten aangevoerd dan reeds in de uitspraak van 28 maart 2019 zijn beoordeeld. De rechtbank volstaat op dit punt dan ook met een verwijzing naar die uitspraak. Hetgeen eiser eerst ter zitting naar voren heeft gebracht op dit punt kan niet tot een ander oordeel leiden. Niet kan worden geconcludeerd dat de uitspraak van de Afdeling van 24 juni 2020 waarnaar eiser heeft verwezen, zonder meer afbreuk doet aan de beoordeling van de rechtbank in de uitspraak van 28 maart 2019.
7. Eiser voert aan dat hij vanwege zijn biseksualiteit de vluchtelingenstatus heeft en dat hem daarvoor een asielvergunning moet worden verleend nu hij geen gevaar vormt voor de openbare orde. Eiser heeft geen bijzonder ernstig misdrijf gepleegd. Zoals volgt uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) van 13 september 2018 (C-369/17, hierna: arrest Ahmed) kan verweerder niet betogen dat sprake is van een bijzonder ernstig misdrijf vanwege de strafmaat; er moet een volledig onderzoek naar alle feiten en omstandigheden plaatsvinden. In voornoemde uitspraak van 28 maart 2019 heeft de rechtbank ook geoordeeld dat verweerder niet louter op basis van de strafmaat (en de aard van het misdrijf) kan stellen dat er sprake is van een bijzonder ernstig misdrijf. Zo heeft verweerder geen vergelijking gemaakt met andere zedenmisdrijven; relatief bezien wordt eiser namelijk in verband gebracht met ‘de lichtste vorm’ van een zedenmisdrijf. Eiser verwijst daarbij naar het arrest Omojudi van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 24 november 2009 (1820/08). Ook dient verweerder de veroorzaakte schade en de mate van geweld in de beoordeling te betrekken. Verweerder heeft niet deugdelijk gemotiveerd dat de aard van het misdrijf, het tijdsverloop en onder meer de verklaringen van de Reclassering niet opwegen tegen de schade die eiser zou kunnen aanrichten. Bovendien heeft de rechtbank in voornoemde uitspraak van 28 maart 2019 benoemd welke criteria in de besluitvorming moeten worden onderzocht en verweerder heeft niet met inachtneming van die uitspraak op de aanvraag beslist. Daarnaast lijkt verweerder te stellen dat niet hoeft te worden onderzocht of eiser ook een actueel gevaar voor de gemeenschap vormt, maar dat is onjuist en kan ook niet uit het arrest Ahmed worden afgeleid. Er dient een volledig onderzoek naar de omstandigheden plaats te vinden, waaronder de actualiteit van het gevaar. Gelet op het tijdsverloop en onder meer de verklaringen van de Reclassering (Inforsa) vormt eiser geen actueel gevaar meer. Eiser heeft een succesvolle behandeling bij de Waag doorlopen en uit verklaringen van Inforsa blijkt dat het recidive risico matig is. Er is voldoende gebleken van een positieve gedragsverandering en verweerder heeft dit alles ten onrechte niet in de beoordeling betrokken, aldus eiser.
7.1.
In de uitspraak van 28 maart 2019 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, geoordeeld dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd dat eiser een ernstig misdrijf heeft gepleegd op grond waarvan hij niet in aanmerking kan komen voor een asielvergunning. De rechtbank heeft daarin onder meer verwezen naar het arrest Ahmed van het Hof en in rechtsoverweging 15.3. overwogen:
De rechtbank is van oordeel dat verweerder hiermee niet conform zijn eigen beleid en de criteria van het Hof heeft gehandeld. De rechtbank overweegt hiertoe in de eerste plaats dat verweerder voorbij is gegaan aan het feit dat hij weliswaar de bevoegdheid heeft een asielvergunning te weigeren in geval sprake is van een ‘ernstig misdrijf’, maar dat dit geen verplichting is. Verweerder dient derhalve een belangenafweging te maken. In het voornemen is van een belangenafweging geen sprake. In de tweede plaats dient verweerder niet alleen te kijken naar de opgelegde gevangenisstraf en de aard van het misdrijf, maar dient hij tevens te kijken naar alle (andere) relevante feiten, juridische gegevens en bijzondere omstandigheden. Ook daarvan is in het voornemen niet gebleken. In het bestreden besluit heeft verweerder voor wat betreft de inhoudelijke beoordeling volstaan met een verwijzing naar het voornemen. De rechtbank is daarom van oordeel dat het bestreden besluit in dit opzicht derhalve onvoldoende is gemotiveerd, dan wel onzorgvuldig is voorbereid.
Ook heeft de rechtbank vervolgens gewezen op aanbevelingen in de EASO “Practical Guide: Exclusion”, van januari 2017 en het rapport van EASO van januari 2016 waar het Hof in het arrest Ahmed naar verwijst en in rechtsoverweging 15.5. en 15.6. overwogen:
De rechtbank concludeert hieruit dat de uitsluitingsgrond ‘ernstig misdrijf’ restrictief toegepast dient te worden, gelet op de zwaarwegende gevolgen hiervan. Tevens is de rechtbank van oordeel dat de gevolgen proportioneel moeten zijn ten opzichte van de gepleegde strafbare feiten.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder ook hier ten onrechte geen aandacht aan besteed. Noch in het voornemen, noch in het bestreden besluit is immers aandacht besteed aan de omstandigheden waaronder de strafbare feiten zijn begaan. Evenmin is gekeken naar de daadwerkelijke “zwaarte” van de gepleegde delicten. De rechtbank overweegt in dit kader dat de term “zedendelict” niet alleen juridisch diverse gradaties kent, maar vooral ook qua feitelijke handelingen. Uit het bestreden besluit blijkt niet dat verweerder is nagegaan welke feitelijke handelingen eiser nu daadwerkelijk heeft gepleegd en of deze handelingen - en de schade die hij hiermee aan de slachtoffers en de gemeenschap heeft toegebracht - van dusdanige omvang en proportie zijn en dat zij rechtvaardigen dat geen subsidiaire bescherming wordt geboden aan een vreemdeling van wie vast staat dat hij in beginsel recht heeft op deze bescherming.
Dit onderdeel van de uitspraak van de rechtbank staat in rechte vast met de uitspraak van de Afdeling van 9 december 2019.
7.2.
De rechtbank merkt op dat verweerder zich destijds in het besluit van
31 januari 2019 op het standpunt heeft gesteld dat eiser niet kan worden aangemerkt als vluchteling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw (verdragsvluchteling) maar wel een reëel risico loopt op ernstige schade als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw (de b-grond). Thans stelt verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt dat eiser wel als vluchteling kan worden aangemerkt. Zowel destijds als thans heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat verlening van een asielvergunning achterwege blijft omdat zich openbare orde aspecten voordoen. Het criterium daarvoor is wel verschillend; een verdragsvluchteling kan een asielvergunning worden geweigerd als de vreemdeling bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar vormt voor de gemeenschap (artikel 3.105c, aanhef en onder b, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb)), terwijl een vreemdeling die in aanmerking zou kunnen komen voor een vergunning op de b-grond, die vergunning kan worden onthouden als de vreemdeling een ernstig misdrijf heeft gepleegd (artikel 3.105e, aanhef en onder b, van het Vb). In paragraaf C2/7.10 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) is het beleid voor beide gevallen opgenomen. Dat de uitspraak van de rechtbank van 28 maart 2019 en het arrest Ahmed van het Hof betrekking hebben op het criterium dat de vreemdeling een ernstig misdrijf heeft gepleegd, maakt niet dat deze in de onderhavige procedure, waarin het criterium geldt dat de vreemdeling is veroordeeld voor een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar vormt voor de gemeenschap, niet relevant zijn. In beide gevallen gaat het om de toetsing of de verblijfsvergunning kan worden onthouden en hetgeen wordt overwogen over het criterium ‘ernstig misdrijf’ heeft tenminste te gelden voor het zwaardere criterium ‘bijzonder ernstig misdrijf’. Verweerder heeft ter zitting ook erkend dat de toets voor het onthouden van een vergunning op de b-grond de toets voor het onthouden van een vluchtelingenstatus omvat.
7.3. Verweerder heeft in het bestreden besluit en daarin ingelaste voornemen gesteld dat eiser een bijzonder ernstig misdrijf heeft gepleegd. Verweerder heeft daartoe gewezen op het vonnis van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 10 april 2018. Eiser is daarbij veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, en het zich houden aan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, voor drie maal feitelijke aanranding van de eerbaarheid, één maal voor een poging daartoe en voor een diefstal, gepleegd op 12 maart 2017. Verweerder heeft in het voornemen benoemd dat eiser zich binnen een kort tijdsbestek schuldig heeft gemaakt aan het aanranden van vier vrouwen; dat hij heeft geprobeerd om de geslachtsdelen van vrouwen vast te pakken dan wel een poging gedaan tot het betasten van het lichaam van de slachtoffers. Eiser heeft met zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en algemeen bekend is dat dergelijke misdrijven langdurige en ernstige schade kunnen toebrengen aan de geestelijke gezondheid van de slachtoffers, aldus verweerder. Verweerder wijst erop dat uit het arrest blijkt dat het handelen van eiser grote impact heeft gehad op een van zijn slachtoffers. Ook betrekt verweerder in de beoordeling dat het Hof een forse gevangenisstraf heeft opgelegd (meer dan door de rechtbank was opgelegd) vanwege de aard, ernst en hoeveelheid feiten. Daarnaast acht verweerder van belang dat bij iedere aanranding en poging tot aanranding sprake is geweest van geweldsgebruik. Voorts merkt verweerder op dat uit de strafmaat voor feitelijke aanranding valt op te maken dat sprake is van een ernstig zedendelict en niet de ‘lichtste vorm’ van een zedendelict zoals eiser stelt.
7.4.1.
In onderdeel C2/7.10.1 van de Vc staat dat verweerder beoordeelt of sprake is van een (bijzonder) ernstig misdrijf op individuele basis en aan de hand van alle relevante feitelijke en juridische gegevens; de IND betrekt daarbij in ieder geval de door de vreemdeling aangevoerde bijzondere omstandigheden, die zien op de aard en de ernst van het delict en het tijdsverloop dat is verstreken sinds het delict. Dit sluit aan bij het arrest Ahmed waarin het Hof overweegt dat een beslissing waarbij een persoon van de vluchtelingenstatus wordt uitgesloten, vooraf moet worden gegaan door een volledig onderzoek van alle omstandigheden van zijn individuele geval en niet automatisch kan worden genomen. Het Hof overweegt dat de straf die op een misdrijf is gesteld weliswaar bijzonder belangrijk is bij de beoordeling, maar dat de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat slechts gebruik kan maken van de in die bepaling genoemde uitsluitingsgrond na met betrekking tot de individuele persoon de haar ter kennis gebrachte specifieke feiten te hebben onderzocht om uit te maken of er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de daden van de betrokkene, die voor het overige voldoet aan de criteria om de gevraagde status te krijgen, onder de desbetreffende uitsluitingsgrond vallen. In de uitspraak van
23 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:226) heeft de Afdeling over het arrest Ahmed overwogen dat daaruit volgt dat het begrip 'ernstig misdrijf' beperkt moet worden uitgelegd vanwege de mogelijke gevolgen en dat de beoordeling of wegens de ernst van het gepleegde misdrijf tot uitsluiting van subsidiaire bescherming kan worden overgegaan, moet zijn gebaseerd op een volledig onderzoek naar alle omstandigheden van het specifieke geval. Die beoordeling vindt plaats aan de hand van meerdere criteria, waaronder de aard van het gepleegde feit, de veroorzaakte schade, de vraag of gebruik is gemaakt van geweld of een wapen, de mate van geweld, de gevolgde strafprocedure, de aard en duur van de opgelegde straf, het wettelijk strafmaximum en de vraag of de meeste rechterlijke instanties in andere lidstaten het gepleegde feit ook aanmerken als een ernstig misdrijf, aldus de Afdeling.
7.4.2. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende overeenkomstig getoetst en een op de individuele zaak betrekking hebbende belangenafweging gemaakt. Verweerder heeft in het bestreden besluit en daarin ingelaste voornemen met name aandacht besteed aan de aard van het misdrijf en de opgelegde straf en - in algemene bewoordingen - de toegebrachte schade benoemd. Verder heeft verweerder summier en alleen in algemene bewoordingen de door eiser gepleegde misdrijven omschreven en benoemd dat (naar de aard van het feit, (poging tot) aanranding) sprake is van geweld bij deze delicten. De feitelijk door eiser gepleegde handelingen, de daadwerkelijke zwaarte daarvan en de aard en mate van geweld bij die handelingen ziet de rechtbank niet kenbaar betrokken in de beoordeling. Zoals de rechtbank in de uitspraak van 28 maart 2019 heeft overwogen kent een delict gradaties qua feitelijke handelingen en dient verweerder na te gaan welke feitelijke handelingen eiser nu daadwerkelijk heeft gepleegd en of deze handelingen van dusdanige omvang en proportie zijn dat zij onthouding van de vergunning rechtvaardigen. Verweerder stelt terecht dat de uitspraak van de strafrechter belangrijk is in de beoordeling die verweerder moet maken, maar er kan niet worden volstaan met een verwijzing daarnaar en de stelling dat de strafrechter alle omstandigheden in zijn beoordeling heeft meegenomen. Uit voornoemde jurisprudentie volgt dat verweerder zelf een beoordeling moet maken van de ernst van het misdrijf in relatie tot de mogelijkheid van het onthouden van een asielvergunning en daarbij kenbaar alle omstandigheden van het geval moet betrekken. Hiervan is de rechtbank onvoldoende gebleken. Daarbij zij opgemerkt dat het hier gaat om een bevoegdheid die restrictief moet worden toegepast en om een beperkte uitlegging van het begrip (bijzonder) ernstig misdrijf, gelet op de zwaarwegende gevolgen. Dit vraagt te meer om een volledige en kenbare motivering voor het gebruik van die bevoegdheid in een individueel geval. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat de door eiser gepleegde feitelijke handelingen, de aard en de mate van geweld van een zodanige ernst en omvang zijn dat het onthouding van een asielvergunning rechtvaardigt.
7.5. Voor het kunnen onthouden van een vergunning aan een verdragsvluchteling geldt bovendien niet alleen het criterium dat sprake is van een bijzonder ernstig misdrijf maar ook het criterium dat de vreemdeling een gevaar voor de gemeenschap vormt. In dat kader is door eiser aangevoerd dat dit criterium het Unierechtelijk openbare orde begrip omvat en dat verweerder dus had moeten toetsen of eiser een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging voor de openbare orde vormt. Volgens verweerder behoeft er niet te worden getoetst aan de actualiteit; verweerder leidt dit af uit overweging 47 van het arrest Ahmed. De rechtbank ziet aanleiding om eiser in zijn standpunt te volgen.
7.5.1. De rechtbank merkt op dat de rechtbank in de uitspraak van 28 maart 2019 hierover een oordeel heeft gegeven en dat verweerder hiertegen in hoger beroep niet is opgekomen. Deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, heeft in rechtsoverweging 12.1. overwogen dat, indien eiser inderdaad als verdragsvluchteling aangemerkt had moeten worden, verweerder aan de hand van het Unierecht had moeten toetsen of hij een gevaar voor de openbare orde vormt. De rechtbank ziet nu geen aanleiding anders te oordelen. Daartoe acht de rechtbank van belang dat uit het beleid van verweerder (paragraaf C2/10.3 van de Vc) en vaste jurisprudentie (zie onder meer de uitspraak van de Afdeling van 2 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1550) volgt dat bij intrekking van een asielvergunning vanwege de openbare orde wel aan het Unierechtelijk begrip wordt getoetst. Paragrafen C2/7.10.1 en C2/10.3 zijn daarbij gelijktijdig opgenomen in de Vc, onder “AA” en “AB” (Staatscourant 2018, 69964), waarbij in de toelichting geen onderscheid is gemaakt tussen het weigeren en intrekken van de vluchtelingenstatus. In de toelichting is verwezen naar de uitspraak van de Afdeling van 17 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2368), waarin wordt verwezen naar voornoemde uitspraak van de Afdeling van 2 juni 2016. In die uitspraak heeft de Afdeling in rechtsoverweging 3.4 overwogen dat voor de toepassing van artikel 14, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kwalificatierichtlijn minstens is vereist dat de betreffende vreemdeling door zijn persoonlijke gedrag een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenleving aantast. Niet valt in te zien dat die toets of sprake is van een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging dan niet bij het weigeren van een asielvergunning op dezelfde grond (de openbare orde) aan de orde zou zijn. Uit de bewoordingen van het vierde en vijfde lid van artikel 14 van de Kwalificatierichtlijn kan ook worden afgeleid dat de toets voor het intrekken van een vluchtelingenstatus niet afwijkt van de toets voor het weigeren van een vluchtelingenstatus. In het vijfde lid, dat ziet op de weigering van een asielvergunning, wordt immers verwezen naar de in het vierde lid genoemde criteria die gelden voor de intrekking van een asielvergunning. Ook uit artikel 3.105c, onder b, en artikel 3.105d, tweede lid, onder b, van het Vb volgt dat zowel bij de intrekking als bij de weigering van een asielvergunning hetzelfde criterium geldt, namelijk dat sprake is van een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar voor de gemeenschap. De rechtbank ziet niet in dat bij de intrekking van een asielvergunning het gevaar voor de gemeenschap wordt uitgelegd als een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging die een fundamenteel belang van de samenleving aantast, terwijl bij de weigering van een asielvergunning voor het vaststellen van een gevaar voor de gemeenschap alleen een beoordeling van alle individuele omstandigheden moet worden gemaakt, zonder een beoordeling van de actualiteit, zoals verweerder stelt. Evenmin kan de rechtbank uit de door verweerder genoemde overweging 47 van het arrest Ahmed afleiden dat van een verschillende toetsing sprake is.
7.6. Gelet op het voorgaande heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd dat sprake is van een bijzonder ernstig misdrijf en onvoldoende gemotiveerd dat eiser een gevaar voor de gemeenschap vormt door niet te toetsen aan het Unierechtelijk openbare orde begrip. Verweerder heeft dus onvoldoende gemotiveerd dat het onthouden van een asielvergunning aan eiser gerechtvaardigd is.
8. Ten aanzien van het inreisverbod voert eiser aan dat verweerder ten onrechte al hetgeen door eiser in de zienswijze is aangevoerd niet heeft betrokken bij de vraag of het reeds opgelegde inreisverbod had moeten worden opgeheven.
8.1. De rechtbank stelt vast dat eiser reeds bij besluit van 9 november 2015 een inreisverbod door de duur van twee jaar is opgelegd. In het voornemen heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat er reden is om de duur van het inreisverbod te verhogen naar vijf jaar. In de zienswijze heeft eiser gemotiveerd gesteld dat het inreisverbod moet worden ingetrokken. In het bestreden besluit heeft verweerder zijn voornemen laten varen en het inreisverbod van twee jaar gehandhaafd. Eiser stelt terecht dat hetgeen door hem is aangevoerd in de zienswijze door verweerder had moeten worden opgevat als een verzoek om opheffing van het inreisverbod. Verweerder heeft in het bestreden besluit evenwel volstaan met de opmerking dat het inreisverbod voor de duur van twee jaar wordt gehandhaafd en niet beoordeeld of er aanleiding bestond om het opgelegde inreisverbod op te heffen. Verweerder heeft dit ter zitting erkend en gevraagd om met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het gebrek te passeren omdat eiser niet aan de voorwaarden voor opheffing voldoet aangezien hij de Unie niet heeft verlaten. De rechtbank ziet hier evenwel geen aanleiding toe. Naar aanleiding van hetgeen door eiser was aangevoerd had verweerder in het bestreden besluit moeten toetsen of eiser in aanmerking kwam voor opheffing van het inreisverbod. Dit is in het geheel niet gebeurd en dat gebrek kan niet met toepassing van artikel 6:22 van de Awb worden geheeld door eerst op zitting te stellen dat eiser niet aan de voorwaarden voor opheffing voldoet. Overigens is ook ter zitting geen volledige beoordeling van het verzoek tot opheffing gegeven.
9. Het beroep is dus gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Awb. Verweerder zal een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Het bedrag van deze kosten stelt de rechtbank vast op € 1.050,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en
1. punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 525,- en wegingsfactor 1).

Beslissing


De rechtbank:
  • - verklaart het beroep gegrond;
  • - vernietigt het bestreden besluit;
  • - draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
  • - veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.050,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.J. Adriaansen, rechter, in aanwezigheid van mr. A.L. van der Duijn Schouten, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken. Deze uitspraak is gedaan op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2020:6331

23 maart 2020

Privatized Pushbacks: How the EU and Libya Use Merchant Ships to Block Migrant Boats

Persoonlijk vind ik het goed dat smokkelaars worden tegengehouden. Grof geld verdienen aan mensen laten verdrinken. De site waar dit artikel van komt denkt precies het tegenovergestelde. Ik ben een voorstander van alle kanten lezen.


 Reporting by Patrick Kingsley, New York Times: “[O]ne day a few months ago the Libyan Coast Guard ordered [a German merchant ship] to divert course, rescue 68 migrants in distress in the Mediterranean and return them to Libya, which is embroiled in civil war. The request, which the [merchant ship] was required to honor, was at least the third time that day, Jan. 11, that the Libyans had called on a merchant ship to assist migrants. The Libyans could easily have alerted a nearby rescue ship run by a Spanish charity. The reason they did not goes to the core of how the European authorities have found a new way to thwart desperate African migrants trying to reach their shores from across the Mediterranean. And some maritime lawyers think the new tactic is unlawful. Commercial ships like the [German ship] Panther must follow instructions from official forces, like the Libyan Coast Guard, which works in close cooperation with its Italian counterpart.  Humanitarian rescue ships, on the other hand, take the migrants to Europe, citing international refugee law, which forbids returning refugees to danger. After the Panther arrived in Tripoli, Libyan soldiers boarded, forced the migrants ashore at gunpoint, and drove them to a detention camp in the besieged Libyan capital. ‘We call them privatized pushbacks,’ said Charles Heller, the director of Forensic Oceanography, a research group that investigates migrant rights abuses in the Mediterranean. ‘They occur when merchant ships are used to rescue and bring back migrants to a country in which their lives are at risk — such as Libya.’ [***] Since the 2015 crisis, European governments have frequently stopped the nongovernmental rescue organizations that patrol the southern Mediterranean — like the Spanish ship, Open Arms — from taking rescued migrants to European ports. European navies and coast guards have also largely withdrawn from the area, placing the Libyan Coast Guard in charge of search-and-rescue. Now Europe has a new proxy: privately-owned commercial ships. And their deployment is contested by migrant rights watchdogs. Although a 1979 international convention on search and rescue requires merchant ships to obey orders from a country’s Coast Guard forces, the agreement also does not permit those forces to pick and choose who helps during emergencies, as Libya’s did. ‘That’s a blatantly illegal policy,’ said Dr. Itamar Mann, an expert on maritime law at the University of Haifa in Israel. [***] Between 2011 and 2018, only one commercial ship returned migrants to Libya, according to research by Forensic Oceanography. Since 2018 there have been about 30 such returns, involving roughly 1,800 migrants, in which merchant ships have either returned migrants to Libyan ports or transferred them to Libyan Coast Guard vessels, according to data collated by The New York Times and Forensic Oceanography. The real number is likely to be higher….” Full story here.

 Bron: https://migrantsatsea.org/2020/03/23/privatized-pushbacks-how-the-eu-and-libya-use-merchant-ships-to-block-migrant-boats/




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

15 maart 2019

Staatssecretaris Habers zegt wel hele rare dingen voorafgaand aan zijn reis naar de Libische detentiekampen

 - Is dat toch afschrikking? „Zo kun je het noemen”, zegt Harbers, nog voor zijn bezoek aan het detentiecentrum. „Maar ook: veel preventiever optreden. Het gaat toch vooral om illegale migratie en daarvoor is asiel nooit bedoeld.” - 

Lieve staatssecretaris wilt u mij dan eens vertellen hoe je legaal kunt reizen om asiel aan te vragen? Ik ken geen enkele methode of bedoelt u liegen bij het aanvragen van een visum? Dat maakt het voor de echte zakenreiziger en toerist alleen maar moeilijker. Ja vroeger kon je asiel vragen op een ambassade maar die kan niemand meer binnen komen. Dus wat bent u nu toch aan het kletsen?


Van de helse boot naar de helse cel

Libië Staatssecretaris Harbers (Migratie) bezocht de barre detentiecentra in Libië. De Europese steun aan de kustwacht veroorzaakt deze situatie niet, vindt hij.
Staatssecretaris Mark Harbers (Migratie, VVD) bezocht deze week een detentiecentrum voor vluchtelingen en migranten in Libië.
Staatssecretaris Mark Harbers (Migratie, VVD) bezocht deze week een detentiecentrum voor vluchtelingen en migranten in Libië. Foto Abdurrauf Ben Madi


 Lees het artikel in de NRC: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/03/14/van-de-helse-boot-naar-de-helse-cel-a3953356

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

15 november 2017

VN: terugsturen vluchtelingen naar Libië inhumaan

"Medewerkers van VN-organisatie zijn vorige week nog in Libië geweest. Ze spraken met mensen die in Tripoli zijn vastgezet. "Ze waren geschrokken van wat ze zagen", zegt Hussein. "Duizenden uitgemergelde en getraumatiseerde mannen, vrouwen en kinderen opgestapeld op elkaar. Ze zaten opgesloten in hangars zonder toegang tot de meest elementaire voorzieningen en waren ontdaan van hun menselijke waardigheid."
Volgens de Libische autoriteiten zitten er nu bijna 20.000 vluchtelingen vast. De VN wijst erop dat ze geen mogelijkheid hebben om hun gevangenschap aan te vechten en zegt dat ze geen juridische bijstand krijgen. "Alles wat de EU tot nu toe heeft gedaan heeft er niets aan bijgedragen om de misstanden te verminderen."

Het hele artikel staat hier: https://nos.nl/artikel/2202861-vn-terugsturen-vluchtelingen-naar-libie-inhumaan.html




*********************








Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context. Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

11 juli 2017

Libië en asiel: New Libya Country Guidance

De Brits Pakistaanse advocaat Asad Ali Khan behandelt op zijn weblog de zaak 

ZMM (Article 15(c)) Libya CG [2017] UKUT 263 (IAC) (28 June 2017)
Het gaat hier om de vraag of de situatie in Libië dusdanig onveilig is dat er geen bescherming kan worden geboden aan de eigen onderdanen en er sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 15(c) van de Kwalificatierichtlijn.

De Britse rechter gaat in op allerlei bronnenmateriaal.

Ik begreep vorige week van een gerenomeerde Nederlandse advocate dat Libische zaken erg moeilijk zijn omdat Nederland de situatie veilig genoeg vindt.

Wellicht heeft u wat aan het artikel van meneer Khan.

U kunt op deze link klikken https://asadakhan.wordpress.com/2017/07/09/human-marketplace-new-libya-country-guidance/

‘Human Marketplace’: New Libya Country Guidance




Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l
Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

21 februari 2017

The migrant slave trade is booming in Libya. Why is the world ignoring it?


I’ve seen the dangerous route to Europe through Libya, with thousands of people at the mercy of cruelty for profit. But our leaders prefer to keep them there







‘We have a heightened responsibility towards Libya because of the role Britain played in bringing down the Gaddafi dictatorship.’ Photograph: Dave Williams/Sound Ltd

It’s a mass grave that we don’t need the United Nations to verify. Every day an average of 14 migrants, the vast majority from countries in sub-Saharan Africa, die crossing the Mediterranean. Many more see their European dream turn into a nightmare long before they’re corralled on to flimsy rubber dinghies on Libya’s beaches. They’re the victims of a silent massacre in the Sahara desert – a journey more deadly than the crossing from the coast, according to the International Organisation for Migration

Come the spring, thousands of migrants and refugees fleeing poverty and violence will die in Libya, but I doubt you’ll hear much about it. Compassion fatigue has set in. The numbers have become too big to comprehend. It’s an old story; we feel numbed by the now familiar news images of men huddled together on boats. Maybe it’s because they’re African and have been written off as “undeserving economic migrants”. These are the people some of our political leaders have in mind when they talk of swarms, plagues and marauders. The understandable focus on Syrian refugees has taken the spotlight away from the more dangerous route to Europe through Libya. 

  ‘What I saw there is nothing short of a modern-day slave trade.’

Or maybe it’s because, with three rival governments presiding over anarchy in Libya, and the real power lying in the hands of armed militias, getting inside the country to tell the story is just too difficult and dangerous. One thing is becoming clear – many people have come to see this tragic situation as though it were more a problem for us than for the migrants. We have stopped caring about them. As a documentary-maker, I believe it’s our job to make people care. That was the reason my team and I went to Libya – to try to shine a light on the under-reported plight of migrants away from the coastline and to tell the human stories of the men and women making the journey.
What I saw there is nothing short of a modern-day slave trade, with migrants treated as commodities. It’s as though nothing has changed in the 300 years since desert tribes used the very same routes to bring slaves to north Africa: Nigerian women told they are going to Italy to work as housemaids only to be trafficked into desert brothels with no idea when they might leave, young men cruelly beaten and held captive for months until their families pay a ransom, women forced to take contraception to stop themselves becoming pregnant at the hands of smugglers.

Continue: https://www.theguardian.com/commentisfree/2017/feb/20/migrant-slave-trade-libya-europe



Wellicht is mijn boekenblog ook interessant: http://dutchysbookreviews.blogspot.nl/l


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

10 november 2016

Uitspraak Afdeling over veiligheidssituatie in Libie en in het bijzonder Tripoli


Uitspraak

201604761/1/V2.
Datum uitspraak: 3 november 2016
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK


1. De staatssecretaris klaagt in de enige grief dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat zich in Libië, in het bijzonder in Tripoli, niet een uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vreemdelingenwet 2000 bescherming biedt.
1.1. De Afdeling heeft in haar uitspraken van 20 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2123 en ECLI:NL:RVS:2016:2124, overwogen dat uit de in die zaken betrokken stukken niet kan worden afgeleid dat voormelde uitzonderlijke situatie zich voordoet in Libië, in het bijzonder in Tripoli en Benghazi. In laatstvermelde uitspraak heeft de Afdeling verder overwogen dat de omstandigheid dat de ons omringende landen de algemene veiligheidssituatie in Libië verschillend beoordelen, niet leidt tot een ander oordeel.
1.2. De door de vreemdeling ingeroepen stukken geven, voor zover die niet reeds in voormelde uitspraken zijn beoordeeld, geen wezenlijk ander beeld van de veiligheidssituatie in Tripoli. De rechtbank heeft daarom ten onrechte het besluit ondeugdelijk gemotiveerd geacht. De grief slaagt.
2. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Ten aanzien van het beroep van de vreemdeling tegen het besluit van 22 juli 2015 overweegt de Afdeling dat voor zover met het vorenoverwogene niet op de bij de rechtbank voorgedragen beroepsgronden is beslist, aan deze gronden niet wordt toegekomen. Over die gronden is door de rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud een oordeel gegeven, waartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Evenmin is sprake van een nauwe verwevenheid tussen het oordeel over die gronden, dan wel onderdelen van het bij de rechtbank bestreden besluit waarop deze betrekking hebben, en hetgeen in hoger beroep aan de orde is gesteld. Deze beroepsgronden vallen dus buiten het geding.

De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2016:3000

Als Libiër moet je dus niet naar Nederland vluchten. Het lijkt er op dat andere landen coulanter zijn. 


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.


Subscribe to Vreemdelingenrecht.com blog by Email

05 juni 2016

Libië verdient aan vluchtelingen smokkelen maar wil ze niet terug


Sinds de Balkanroute voor migranten die naar West-Europa willen vrijwel is afgesloten, worden weer veel pogingen gedaan om via Noord-Afrika de Europese kust te bereiken. Libië geldt als een belangrijk vertrekpunt voor vluchtelingenbootjes. Het land verkeert al jaren in chaos.
Premier Seraj van de door de VN gesteunde eenheidsregering zit dan ook niet te wachten op vluchtelingen die Europa weer zijn uitgezet. ,,We kunnen niet accepteren dat de EU migranten naar ons terugstuurt'', waarschuwde hij. ,,Ze kunnen niet bij ons leven.''

 Meer in de Telegraaf: http://www.telegraaf.nl/buitenland/25935521/__Libie___Stuur_geen_vluchtelingen_terug___.html



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

22 april 2015

GORE smeerlap!

Bij het openen van de internetpagina van een Britse krant kom ik een artikel tegen over de Tunesische kapitein die voor veel geld migranten beloofde de zee over te zetten en ze toen liet verdrinken. Wat je ook van mensensmokkel denkt, iemand die dikke winst hiermee verdient is in mijn optiek een enorme zak.

'You could tell he was lying. He kept forgetting his fake name': Rescuers describe moment they confronted migrant ship captain and how they're haunted by red eyes of dead in 'cemetery on the sea'


Doctor Giuseppe Pomilla and nurse Enrico Vitiello, of the Order of Malta (left) said they were haunted by the sea of 'red eyes' from dead bodies during the rescue. Dr Pomilla said he confronted Tunisian skipper Mohammed Ali Malek (right) when he saw him on the rescue ship and accused him of being the trafficker. He claims Malek, who has since been arrested for multiple manslaughter, lied about who he was and gave a fake name. Nurse Vitiello, (believed to be in the picture main speaking to Malek after the rescue) described how the captain angrily pushed away other survivors on board. Around 900 people are believed to have died aboard the ill-fated ship, despite the efforts of rescuers and the coast guard on Sunday night (right) when the tragedy took place.
Lees verder:http://www.dailymail.co.uk/news/article-3049164/EXCLUSIVE-tell-lying-kept-forgetting-fake-Rescuers-moment-confronted-migrant-ship-captain-moments-searched-cemetery-sea-900-perished.html


We gaan nog even door:




The migrant cargo worth $800,000 to ruthless smugglers: Italian police arrest crew of latest boat bringing desperate passengers to Europe… who paid $8,500 each to be packed onto Turkish yacht
Meer: http://www.dailymail.co.uk/news/article-3049459/The-migrant-cargo-worth-800-000-ruthless-smugglers-taking-people-Europe.html

Wie vluchten er zo al?








EXCLUSIVE: 'They cut off your head or shoot you': Christian migrants reveal how they fled Libya and made perilous journey across Med to escape ISIS
 

De reacties:

Ukip candidate apologises over Twitter message calling victims of Mediterranean refugee crisis 'Labour's floating voters'

Meer: http://www.dailymail.co.uk/news/article-3049119/Ukip-candidate-apologises-Twitter-message-calling-victims-Mediterranean-refugee-crisis-Labour-s-floating-voters.html

'If you want to stop migrants crossing the Mediterranean, don't let them set foot on land': Australian PM urges EU to adopt their tough policies... which HAVE proved a success

Meer: http://www.dailymail.co.uk/news/article-3048375/If-want-stop-migrants-crossing-Mediterranean-don-t-let-asylum-seekers-set-foot-land-Australian-Prime-Minister-urges-EU-adopt-tough-policies-proved-success.html

'We can't leave people to drown': Miliband demands new rescue missions to save fleeing migrants and calls on Britain to take more refugees



En nou nog tot slot een echt verhaal van vervolging:



The children hunted because of their skin: Malawi's albino youths who are under protection from the police and army to stop hunters slaughtering them to use body parts in magic rituals

 These are the albino men and women put under police and army protection in a desperate bid to stop the cruel East African black market trade of their body parts. Police across Malawi have been ordered to shoot anyone caught attacking albinos, while Tanzania's prime minister has previously urged citizens to kill anyone found with albino body parts. And in nearby Burundi, youngsters from East Africa with albinism are being housed in special accommodation under army protection in a bid to fend off attackers. The drastic developments come as the United Nations reports at least 15 people with albinism, mostly children, have been killed, wounded, abducted or kidnapped in East Africa in the past six months by those seeking to profit from tragic and terrifying beliefs in black magic and witchcraft - where it is believed spells using albino body parts will bring luck, love and wealth. Pictured centre is an albino boy sitting beside his parents; left is Dorothy Mausen, 22; and right is Mainasi Issa, 23, all from Malawi.

 

lees meer: http://www.dailymail.co.uk/news/article-3049233/The-children-hunted-skin-Malawi-s-albino-youths-protection-police-army-stop-hunters-slaughtering-use-body-parts-magic-rituals.html



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

13 maart 2015

UITSPRAAK: IND wint Hoger Beroep in de zaak van Libische asielzoeker die algemeen gevaar claimt


ECLI:NL:RVS:2015:786

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 27-02-2015
Datum publicatie 11-03-2015
Zaaknummer 201409480/1/V2
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
InhoudsindicatieBij besluit van 28 oktober 2014 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl


In het hoger beroep van de staatssecretaris
4. De rechtbank heeft overwogen dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken blijkt dat de veiligheidssituatie in Tripoli zeer ernstig is en zich in een neerwaartse spiraal bevindt. Daarbij heeft zij betrokken dat blijkens die stukken een steeds toenemend aantal burgerslachtoffers valt als gevolg van het gebruik van inaccuraat wapentuig door de strijdende partijen, dat vele tienduizenden Libiërs zijn gevlucht naar buurlanden en dat er berichten zijn over Libische milities die strijdend om de controle over Tripoli en naaste omgeving willekeurige burgers en hun bezittingen aanvallen. Volgens de rechtbank heeft de staatssecretaris daarom niet deugdelijk gemotiveerd dat zich in Tripoli, Libië, geen uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming biedt.
5. In de enige grief klaagt de staatssecretaris dat de rechtbank, door aldus te overwegen, niet heeft onderkend dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken niet blijkt dat de mate van willekeurig geweld in het aan de gang zijnde gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar Tripoli louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in voormeld artikelonderdeel bedoelde bedreiging.
5.1. In het besluit van 28 oktober 2014 en het ingelaste voornemen daartoe, zoals toegelicht ter zitting bij de rechtbank, heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat, hoewel de veiligheidssituatie in Tripoli zorgelijk is, uit de door de vreemdeling overgelegde stukken niet blijkt dat sprake is van wijdverspreid geweld. Uit die stukken kan evenmin worden opgemaakt dat de strijdende partijen doelbewust burgers in de strijd betrekken, noch dat het aantal willekeurige burgerslachtoffers dusdanig hoog is dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zich in Tripoli een uitzonderlijke situatie voordoet als vorenbedoeld, aldus de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft op 5 januari 2015 onder meer het landenrapport 'Libya: Security Situation' van 19 december 2014 (hierna: het landenrapport van 19 december 2014) overgelegd. Dit rapport is gezamenlijk opgesteld door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de migratiediensten van België, Zweden en Noorwegen. Ter zitting bij de Afdeling heeft de staatssecretaris toegelicht dat het landenrapport van 19 december 2014 geen aanleiding geeft zijn standpunt te herzien. Volgens de staatssecretaris blijkt uit dat landenrapport dat in juli 2014 in Tripoli gevechten zijn uitgebroken. Deze concentreerden zich aanvankelijk op de controle over het internationale vliegveld, maar breidden zich later uit tot woonwijken in Tripoli. Daarbij liepen burgers, onder meer als gevolg van de slechte kwaliteit van het gebruikte wapentuig en het feit dat de strijders doorgaans onvoldoende zijn getraind, risico willekeurig slachtoffer te worden van deze gewapende strijd. De gevechten in Tripoli eindigden toen het internationale vliegveld en Tripoli op 23 augustus 2014 in handen kwamen van de Misrata Brigades. Uit het landenrapport van 19 december 2014 blijkt voorts dat in september 2014 een aanzienlijk aantal bewoners van Tripoli ontheemd was. Eind november 2014 was het dagelijkse leven in Tripoli genormaliseerd, zo blijkt volgens de staatssecretaris uit het landenrapport van 19 december 2014. Ten westen en zuiden van Tripoli duurden de gevechten echter voort. De staatssecretaris heeft te kennen gegeven dat hij de verdere ontwikkelingen nauwlettend blijft volgen. Verder heeft hij erop gewezen dat de rivaliserende groeperingen, onder leiding van onder meer de Verenigde Naties, gesprekken voeren om een einde te maken aan het conflict. Dat uit de stukken verder blijkt dat de politie en het leger buitengewoon zwak zijn en dat pogingen om milities hierin te incorporeren niet zijn gelukt, is als zodanig niet voldoende voor het aannemen van een uitzonderlijke situatie als vorenbedoeld, aldus de staatssecretaris.
5.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraken van 4 februari 2011 in zaak nr. 201011249/1/V2, 23 mei 2013 in zaak nr. 201302478/1/V2 en 19 februari 2014 in zaak nr. 201307429/1/V2) beoogt artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming te bieden in de uitzonderlijke situatie dat de mate van willekeurig geweld in het aan de gang zijnde gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar het betrokken land of, in voorkomend geval, naar het betrokken gebied, louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in dat artikelonderdeel bedoelde bedreiging. Zoals de Afdeling eveneens eerder heeft overwogen (uitspraken van 25 mei 2009 in zaak nr. 200702174/2/V2 en 22 maart 2012 in zaak nr. 201107996/1/V1) valt deze uitzonderlijke situatie onder de 'most extreme case of general violence' als bedoeld in het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 17 juli 2008, nr. 25904/07, NA. tegen het Verenigd Koninkrijk (www.echr.coe.int). Zoals verder volgt uit voormelde uitspraken van de Afdeling van 4 februari 2011, 23 mei 2013 en 19 februari 2014 is bij de beoordeling of zich een uitzonderlijke situatie als vorenbedoeld voordoet, onder meer van belang of de bij het gewapend conflict betrokken partijen zich richten tegen burgers dan wel vechten op een manier die het risico op willekeurige burgerslachtoffers vergroot, het gebruik van dergelijke middelen van geweldpleging wijdverspreid is, het gewapend conflict al dan niet beperkt is tot bepaalde gebieden, het al dan niet aanwezig zijn van een veiligheidsstructuur alsmede het aantal burgers dat slachtoffer is geworden van het geweld dan wel als gevolg daarvan ontheemd is geraakt.
5.3. De Afdeling betrekt de stukken waarop partijen eerst na de aangevallen uitspraak een beroep hebben gedaan, ter wille van de rechtsontwikkeling omtrent de behandeling van asielzaken van Libische vreemdelingen die zich beroepen op de algehele veiligheidssituatie in hun land van herkomst, bij de beoordeling van de grief. Deze beoordeling beperkt zich, gelet op het bepaalde in de artikelen 8:65, eerste lid, en 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tot het moment van sluiting van het onderzoek ter zitting bij de Afdeling op 16 januari 2015. De ontwikkelingen na deze datum zijn derhalve niet beoordeeld. De Afdeling beperkt zich verder, gelet op hetgeen door partijen in deze procedure is aangevoerd, tot een beoordeling van de veiligheidssituatie in Tripoli.

(...... stukken over feitelijke situatie.....)


5.5. Uit de door partijen overgelegde stukken kan worden opgemaakt dat de veiligheidssituatie in Tripoli zorgelijk is. Tussen juli en september 2014 vonden gevechten plaats rond het internationale vliegveld en in bepaalde wijken van en rond de stad. Nadien is blijkens de overgelegde stukken de veiligheidssituatie in Tripoli verbeterd en het dagelijks leven grotendeels genormaliseerd. De verbetering van de veiligheidssituatie is echter fragiel, nu uit deze stukken eveneens kan worden opgemaakt dat eind november 2014 ten zuidwesten van Tripoli nog gevechten plaatsvonden en door een aantal partijen een militair offensief was aangekondigd. Het vorenstaande neemt echter niet weg dat uit de stukken het beeld naar voren komt dat, hoewel als gevolg van de gebruikte gevechtsmethoden burgerslachtoffers te betreuren zijn, het geweld in intensiteit wisselt en voornamelijk tussen rivaliserende groeperingen plaatsvindt. De cijfers over slachtoffers en ontheemden in de door de vreemdeling ingeroepen stukken en die in het landenrapport van 19 december 2014 zijn gebaseerd op gegevens van dezelfde organisaties, te weten UNSMIL, OHCHR, Libya Body Count en de UNHCR. Uit die stukken blijkt weliswaar dat het aantal slachtoffers en ontheemden aanzienlijk is, maar dit aantal is, zoals de staatssecretaris terecht aanvoert, afgezet tegen het aantal inwoners van Tripoli, niet dusdanig hoog dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zich in Tripoli de in 5.2. bedoelde uitzonderlijke situatie voordoet, nu in die stukken geen onderscheid wordt gemaakt tussen slachtoffers van gericht geweld en willekeurige burgerslachtoffers. Reeds gelet op het vorenstaande klaagt de staatssecretaris terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat zich in Tripoli, Libië, niet de uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming biedt. De grief slaagt.
6. Het hoger beroep van de staatssecretaris is gegrond.

 Lees verder hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2015:786


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...