13 maart 2015

UITSPRAAK: IND wint Hoger Beroep in de zaak van Libische asielzoeker die algemeen gevaar claimt


ECLI:NL:RVS:2015:786

Instantie Raad van State
Datum uitspraak 27-02-2015
Datum publicatie 11-03-2015
Zaaknummer 201409480/1/V2
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
InhoudsindicatieBij besluit van 28 oktober 2014 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl


In het hoger beroep van de staatssecretaris
4. De rechtbank heeft overwogen dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken blijkt dat de veiligheidssituatie in Tripoli zeer ernstig is en zich in een neerwaartse spiraal bevindt. Daarbij heeft zij betrokken dat blijkens die stukken een steeds toenemend aantal burgerslachtoffers valt als gevolg van het gebruik van inaccuraat wapentuig door de strijdende partijen, dat vele tienduizenden Libiërs zijn gevlucht naar buurlanden en dat er berichten zijn over Libische milities die strijdend om de controle over Tripoli en naaste omgeving willekeurige burgers en hun bezittingen aanvallen. Volgens de rechtbank heeft de staatssecretaris daarom niet deugdelijk gemotiveerd dat zich in Tripoli, Libië, geen uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming biedt.
5. In de enige grief klaagt de staatssecretaris dat de rechtbank, door aldus te overwegen, niet heeft onderkend dat uit de door de vreemdeling overgelegde stukken niet blijkt dat de mate van willekeurig geweld in het aan de gang zijnde gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar Tripoli louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in voormeld artikelonderdeel bedoelde bedreiging.
5.1. In het besluit van 28 oktober 2014 en het ingelaste voornemen daartoe, zoals toegelicht ter zitting bij de rechtbank, heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat, hoewel de veiligheidssituatie in Tripoli zorgelijk is, uit de door de vreemdeling overgelegde stukken niet blijkt dat sprake is van wijdverspreid geweld. Uit die stukken kan evenmin worden opgemaakt dat de strijdende partijen doelbewust burgers in de strijd betrekken, noch dat het aantal willekeurige burgerslachtoffers dusdanig hoog is dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zich in Tripoli een uitzonderlijke situatie voordoet als vorenbedoeld, aldus de staatssecretaris. De staatssecretaris heeft op 5 januari 2015 onder meer het landenrapport 'Libya: Security Situation' van 19 december 2014 (hierna: het landenrapport van 19 december 2014) overgelegd. Dit rapport is gezamenlijk opgesteld door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de migratiediensten van België, Zweden en Noorwegen. Ter zitting bij de Afdeling heeft de staatssecretaris toegelicht dat het landenrapport van 19 december 2014 geen aanleiding geeft zijn standpunt te herzien. Volgens de staatssecretaris blijkt uit dat landenrapport dat in juli 2014 in Tripoli gevechten zijn uitgebroken. Deze concentreerden zich aanvankelijk op de controle over het internationale vliegveld, maar breidden zich later uit tot woonwijken in Tripoli. Daarbij liepen burgers, onder meer als gevolg van de slechte kwaliteit van het gebruikte wapentuig en het feit dat de strijders doorgaans onvoldoende zijn getraind, risico willekeurig slachtoffer te worden van deze gewapende strijd. De gevechten in Tripoli eindigden toen het internationale vliegveld en Tripoli op 23 augustus 2014 in handen kwamen van de Misrata Brigades. Uit het landenrapport van 19 december 2014 blijkt voorts dat in september 2014 een aanzienlijk aantal bewoners van Tripoli ontheemd was. Eind november 2014 was het dagelijkse leven in Tripoli genormaliseerd, zo blijkt volgens de staatssecretaris uit het landenrapport van 19 december 2014. Ten westen en zuiden van Tripoli duurden de gevechten echter voort. De staatssecretaris heeft te kennen gegeven dat hij de verdere ontwikkelingen nauwlettend blijft volgen. Verder heeft hij erop gewezen dat de rivaliserende groeperingen, onder leiding van onder meer de Verenigde Naties, gesprekken voeren om een einde te maken aan het conflict. Dat uit de stukken verder blijkt dat de politie en het leger buitengewoon zwak zijn en dat pogingen om milities hierin te incorporeren niet zijn gelukt, is als zodanig niet voldoende voor het aannemen van een uitzonderlijke situatie als vorenbedoeld, aldus de staatssecretaris.
5.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraken van 4 februari 2011 in zaak nr. 201011249/1/V2, 23 mei 2013 in zaak nr. 201302478/1/V2 en 19 februari 2014 in zaak nr. 201307429/1/V2) beoogt artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming te bieden in de uitzonderlijke situatie dat de mate van willekeurig geweld in het aan de gang zijnde gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar het betrokken land of, in voorkomend geval, naar het betrokken gebied, louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in dat artikelonderdeel bedoelde bedreiging. Zoals de Afdeling eveneens eerder heeft overwogen (uitspraken van 25 mei 2009 in zaak nr. 200702174/2/V2 en 22 maart 2012 in zaak nr. 201107996/1/V1) valt deze uitzonderlijke situatie onder de 'most extreme case of general violence' als bedoeld in het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 17 juli 2008, nr. 25904/07, NA. tegen het Verenigd Koninkrijk (www.echr.coe.int). Zoals verder volgt uit voormelde uitspraken van de Afdeling van 4 februari 2011, 23 mei 2013 en 19 februari 2014 is bij de beoordeling of zich een uitzonderlijke situatie als vorenbedoeld voordoet, onder meer van belang of de bij het gewapend conflict betrokken partijen zich richten tegen burgers dan wel vechten op een manier die het risico op willekeurige burgerslachtoffers vergroot, het gebruik van dergelijke middelen van geweldpleging wijdverspreid is, het gewapend conflict al dan niet beperkt is tot bepaalde gebieden, het al dan niet aanwezig zijn van een veiligheidsstructuur alsmede het aantal burgers dat slachtoffer is geworden van het geweld dan wel als gevolg daarvan ontheemd is geraakt.
5.3. De Afdeling betrekt de stukken waarop partijen eerst na de aangevallen uitspraak een beroep hebben gedaan, ter wille van de rechtsontwikkeling omtrent de behandeling van asielzaken van Libische vreemdelingen die zich beroepen op de algehele veiligheidssituatie in hun land van herkomst, bij de beoordeling van de grief. Deze beoordeling beperkt zich, gelet op het bepaalde in de artikelen 8:65, eerste lid, en 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tot het moment van sluiting van het onderzoek ter zitting bij de Afdeling op 16 januari 2015. De ontwikkelingen na deze datum zijn derhalve niet beoordeeld. De Afdeling beperkt zich verder, gelet op hetgeen door partijen in deze procedure is aangevoerd, tot een beoordeling van de veiligheidssituatie in Tripoli.

(...... stukken over feitelijke situatie.....)


5.5. Uit de door partijen overgelegde stukken kan worden opgemaakt dat de veiligheidssituatie in Tripoli zorgelijk is. Tussen juli en september 2014 vonden gevechten plaats rond het internationale vliegveld en in bepaalde wijken van en rond de stad. Nadien is blijkens de overgelegde stukken de veiligheidssituatie in Tripoli verbeterd en het dagelijks leven grotendeels genormaliseerd. De verbetering van de veiligheidssituatie is echter fragiel, nu uit deze stukken eveneens kan worden opgemaakt dat eind november 2014 ten zuidwesten van Tripoli nog gevechten plaatsvonden en door een aantal partijen een militair offensief was aangekondigd. Het vorenstaande neemt echter niet weg dat uit de stukken het beeld naar voren komt dat, hoewel als gevolg van de gebruikte gevechtsmethoden burgerslachtoffers te betreuren zijn, het geweld in intensiteit wisselt en voornamelijk tussen rivaliserende groeperingen plaatsvindt. De cijfers over slachtoffers en ontheemden in de door de vreemdeling ingeroepen stukken en die in het landenrapport van 19 december 2014 zijn gebaseerd op gegevens van dezelfde organisaties, te weten UNSMIL, OHCHR, Libya Body Count en de UNHCR. Uit die stukken blijkt weliswaar dat het aantal slachtoffers en ontheemden aanzienlijk is, maar dit aantal is, zoals de staatssecretaris terecht aanvoert, afgezet tegen het aantal inwoners van Tripoli, niet dusdanig hoog dat de conclusie gerechtvaardigd is dat zich in Tripoli de in 5.2. bedoelde uitzonderlijke situatie voordoet, nu in die stukken geen onderscheid wordt gemaakt tussen slachtoffers van gericht geweld en willekeurige burgerslachtoffers. Reeds gelet op het vorenstaande klaagt de staatssecretaris terecht dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat hij ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat zich in Tripoli, Libië, niet de uitzonderlijke situatie voordoet waartegen artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, onderdeel 3, van de Vw 2000 bescherming biedt. De grief slaagt.
6. Het hoger beroep van de staatssecretaris is gegrond.

 Lees verder hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2015:786


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...