Posts tonen met het label WMO. Alle posts tonen
Posts tonen met het label WMO. Alle posts tonen

17 december 2015

Uitspraak ABRRvS: Bij brief van 1 mei 2014 heeft de staatssecretaris gereageerd op een verzoek van de vreemdeling om hem onderdak te bieden.

Een zaak van mr Fisher. De Raad van State doet verkort af onder verwijzing naar de uitspraak over Wmo - Bed bad brood van november. Doorprocederen over dit soort zaken is dus inmiddels echt zinloos.



Instantie Raad van State
Datum uitspraak 10-12-2015
Datum publicatie 16-12-2015
Zaaknummer 201408349/1/V1
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Inhoudsindicatie Bij brief van 1 mei 2014 heeft de staatssecretaris gereageerd op een verzoek van de vreemdeling om hem onderdak te bieden.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl


Overwegingen
1. Hetgeen in het hogerberoepschrift is aangevoerd en aan artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 voldoet, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde, mede gelet op de uitspraak van de Afdeling van 26 november 2015 in zaak nr. 201500577/1/V1, geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
Link naar de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2015:3901

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

26 november 2015

Bed-bad-brood: onderdak in vrijheidsbeperkende locatie mag -> CRvB stopt met dit soort zaken

 De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 november 2015 beslist dat de gemeente Amsterdam opvang mag weigeren aan uitgeprocedeerde vreemdelingen en hen voor onderdak mag verwijzen naar een vrijheidsbeperkende locatie (VBL). Geoordeeld is dat verblijf in een VBL niet strijdig is met de verdragsrechtelijke verplichting om opvang te bieden. Daarom was er voor de gemeente geen noodzaak om opvang te verlenen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De VBL valt onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Het is zijn taak om te beoordelen of in een uitzonderlijk geval aan iemand toegang tot de VBL moet worden verleend, zonder daaraan de voorwaarde te verbinden dat moet worden meegewerkt aan vertrek uit Nederland.
 
De Centrale Raad van Beroep (Centrale Raad) is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
 
Het gaat om uitgeprocedeerde vreemdelingen die de gemeente Amsterdam hebben gevraagd om aan hen opvang te bieden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo-opvang). Zij zijn dakloos en volledig afhankelijk van hulp van derden. Een aantal van hen is afkomstig uit de Vluchthaven in Amsterdam. Zij bepleiten een onvoorwaardelijk recht op opvang, dat ook geldt indien zij niet als bijzonder kwetsbaar kunnen worden beschouwd en ook overigens niet in een volstrekt uitzichtloze situatie verkeren. Zij beroepen zich op de beslissingen van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) van 1 juli 2014. Verblijf in een VBL wijzen zij af, omdat volgens hen op grond van de beslissingen van het ECSR niet de voorwaarde mag worden gesteld dat zij meewerken aan hun vertrek uit Nederland.
 
De Centrale Raad komt tot de conclusie dat opvang in een VBL in overeenstemming is met de door de uitgeprocedeerde vreemdelingen ingeroepen verdragsrechtelijke bescherming. Dat is zo omdat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (staatssecretaris) een uitgeprocedeerde vreemdeling die niet aan zijn vertrek meewerkt in een uitzonderlijk geval wel toelaat tot de VBL.
 
De Centrale Raad heeft geoordeeld dat de gemeente ervan mag uitgaan dat een uitgeprocedeerde vreemdeling gebruik kan maken van de opvang in een VBL. Daarbij heeft de Centrale Raad betrokken dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als vreemdelingenrechter gelijktijdig uitspraak heeft gedaan over de meewerkverplichting aan vertrek bij verblijf in een VBL in een rechtszaak tussen de staatssecretaris en een andere uitgeprocedeerde vreemdeling. Met het in die uitspraak gegeven toetsingskader kan volgens de Centrale Raad recht worden gedaan aan de in de Wmo-opvangzaken ingeroepen verdragsrechtelijke aanspraak op opvang. Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak volgt dat het in beginsel voor risico van de vreemdeling komt als hij niet meewerkt aan zijn vertrek. De staatssecretaris moet er echter wel rekening mee houden dat zich bijzondere omstandigheden kunnen voordoen waarbij hij niet van de vreemdeling mag verlangen dat hij meewerkt aan zijn vertrek. Zulke bijzondere omstandigheden doen zich voor zolang blijkt dat de vreemdeling vanwege zijn geestelijke gesteldheid niet kan overzien dat als hij niet meewerkt hij geen onderdak krijgt van de staatssecretaris. In lijn met zijn eerdere rechtspraak heeft de Centrale Raad beslist dat de mogelijkheid tot verblijf in een VBL, waarbij verdragsrechtelijke verplichtingen worden gerespecteerd, meebrengt dat er geen noodzaak is voor Wmo-opvang door de gemeente. Het is de taak van de staatssecretaris om in een uitzonderlijk geval te beoordelen of er reden is om geen meewerkverplichting te verbinden aan de toegang tot de VBL.
 
Inmiddels is vanuit verdragsrechtelijk perspectief een sluitend stelsel van opvang ontstaan. In dit stelsel is de staatssecretaris verantwoordelijk voor opvang van niet rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. Hierdoor vervalt de noodzaak tot de Wmo-rechtspraak, waarin de destijds bestaande lacune werd gedicht in het opvangrecht voor niet rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen. Volgens de Centrale Raad is er uitgaande van de huidige stand van zaken en regels geen reden meer om opvangvoorzieningen, zoals de Amsterdamse bed-bad-broodvoorziening van december 2014, nog langer aan te merken als Wmo-opvang. Deze gemeentelijke regelingen zijn immers speciaal bestemd voor uitgeprocedeerde vreemdelingen, die op grond van het koppelingsbeginsel geen aanspraak hebben op voorzieningen en voor wie de staatssecretaris verantwoordelijk is. De Centrale Raad zal gelet op deze ontwikkeling niet langer recht spreken in zaken over na 31 december 2014 door gemeenten genomen primaire besluiten ter uitvoering van buiten de Wmo vallende gemeentelijke opvangregelingen voor uitgeprocedeerde vreemdelingen.
 
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep is in deze zaken een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraken dan ook geen hoger beroep instellen.
 
Utrecht, 26 november 2015
------------------------------------------------------------------------------
Centrale Raad van Beroep, zittingsdatum 8 oktober 2015, zaaknummers: 14/4389 WMO, 15/5095 WMO, 14/4382 WMO, 15/5094 WMO, 14/4387 WMO, 15/5093 WMO, ECLI:NL:CRVB:2015:3803.
 
De uitspraken van de rechtbank zijn: Rechtbank Amsterdam van 11 juli 2014, zaaknummers: 14/3244, ECLI:NL:RBAMS:2014:5594; 14/3260 en 14/2925, ECLI:NL:RBAMS:2014:5593; 14/3265 en 14/2961, ECLI:NL:RBAMS:2014:5592
 
en
 
Centrale Raad van Beroep, zittingsdatum 28 oktober 2015, zaaknummers: 15/4189 WMO, 15/4353 WMO, 15/4252 WMO, 15/4351 WMO, 15/4255 WMO, 15/4350 WMO, 15/4267 WMO, 15/4268 WMO, 15/4354 WMO, ECLI:NL:CRVB:2015:3834.
 
De uitspraken van de rechtbank zijn: Rechtbank Amsterdam van 8 mei 2015, zaaknummers 14/4474, ECLI:NL:RBAMS:2015:2651, 14/5856, ECLI:NL:RBAMS:2015:2656, 15/656, ECLI:NL:RBAMS:2015:2654, 14/3887 en 14/5609, ECLI:NL:RBAMS:2015:2649.
 
De genoemde uitspraak van 26 november 2015 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betreft zaaknummer 201500577/1, ECLI:NL:RVS:2015:3415.
 
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
 
Dit is een persbericht op basis van de genoemde uitspraken van de Centrale Raad van Beroep. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraken zijn laatstgenoemde beslissend.
 
Voor eventuele vragen over dit persbericht kunt u zich wenden tot het secretariaat, tel: 088-3611730.
 
E-mail: voorlichting.crvb@rechtspraak.nl
Website: www.rechtspraak.nl/organisatie/CRvB


 Bron: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie/CRvB/Nieuws/Pages/Bed-bad-brood,-onderdak-in-vrijheidsbeperkende-locatie-mag.aspx




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

12 mei 2015

Uitspraak over opvang van illegalen gedaan door rechtbank Amsterdam


ECLI:NL:RBAMS:2015:2656

Instantie Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak 08-05-2015
Datum publicatie 08-05-2015
Zaaknummer AWB 14-5856
Rechtsgebieden Bestuursrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie
Mede gelet op de uitspraak van de ECSR van 1 juli 2014 is de rechtbank van oordeel ook meerderjarige vreemdelingen zonder geldige verblijfsstatus een onvoorwaardelijk recht hebben op toegang tot onderdak, voedsel en kleding om te voorkomen dat deze personen hun basale levensbehoeften wordt onthouden. Daarbij wijst de rechtbank erop dat op de Staat geen rechtsplicht rust om uitgeprocedeerde vreemdelingen een opvang- en verzorgingsniveau te bieden dat gelijk is aan het niveau dat zij tot dan toe in het land van verblijf hebben ontvangen dan wel dat uitstijgt boven het niveau dat nodig is ter voorkoming van een humanitaire noodsituatie. Er bestaat dus in zijn algemeenheid geen verdergaand recht dan een recht op een sobere basisvoorziening. Een aanspraak op maatschappelijke opvang op grond van de Wmo bestaat niet als de noodzaak daartoe ontbreekt omdat gebruik gemaakt kan worden van een specifieke feitelijke voorziening.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl
 De volledige uitspraak vindt u hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2015:2656

De berichtgeving hierover in de Telegraaf hier: http://www.telegraaf.nl/binnenland/24020164/__Rechter__iedereen_heeft_recht_op_bed__bad_en_brood__.html


Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

07 oktober 2014

Aanvraag opvang ogv Wmo door vreemdeling zonder rechtmatig verblijf, 8 EVRM (Uitspraak)

Al een paar maanden oud maar wellicht toch boeiend.Juist omdat ik niet veel uitspraken over dit onderwerp heb gepubliceerd.


ECLI:NL:RBAMS:2014:4495

Instantie Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak 25-07-2014
Datum publicatie 27-08-2014
Zaaknummer AMS-13_6710
Rechtsgebieden Bestuursrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig 
 
 .2.
Op grond van artikel 10, eerste lid van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000, voor zover van belang, kan een vreemdeling die geen rechtmatig verblijf heeft, geen aanspraak maken op toekenning van verstrekkingen en voorzieningen van een bestuursorgaan.
4.3. Op grond van het Raadsbesluit van 15 december 2010 (Vaststellen van de toegangscriteria voor verblijf in de maatschappelijke opvang, opvang zwerfjongeren en vrouwenopvang) behoort tot de criteria voor toegang tot verblijf in een instelling voor opvang in Amsterdam, voor zover van belang, het houden van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vw 2000.
4.4. Op grond van artikel 8 van het EVRM heeft een ieder recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
4.5. De rechtbank overweegt dat onbetwist is dat eiser niet rechtmatig in Nederland verblijft. Daarom kan eiser gelet op het koppelingsbeginsel geen aanspraak maken op toelating tot de maatschappelijke opvang. Uit jurisprudentie van de Raad volgt dat daar tegenover staat dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) respect voor menselijke waardigheid en menselijke vrijheid als de “very essence” van het EVRM aanmerkt. Het in artikel 8 van het EVRM besloten liggende recht op respect voor het privéleven en gezinsleven van een persoon omvat mede de fysieke en psychische integriteit van die persoon en is er primair op gericht, zonder inmenging van buitenaf, de ontwikkeling van de persoonlijkheid van elke persoon in zijn betrekkingen tot anderen te waarborgen en het gezinsleven te beschermen. Het artikel beoogt niet alleen de staten tot onthouding van inmenging te dwingen, maar kan onder omstandigheden ook inherente positieve verplichtingen meebrengen die noodzakelijk zijn voor een effectieve waarborg van het recht op privéleven en bescherming van het gezinsleven. Daarbij hebben kinderen en andere kwetsbare personen in het bijzonder recht op bescherming. Het EHRM heeft meer malen geoordeeld dat artikel 8 van het EVRM ook relevant is in zaken die betrekking hebben op de besteding van publieke middelen. Daarbij is wel van belang dat aan de Staat een extra ruime “margin of appreciation” toekomt, terwijl het EHRM bij de bepaling van de bescherming die betrokkenen genieten onder het EVRM belang toekent aan de al dan niet legale status van het verblijf van betrokkene. De Raad wijst in haar uitspraak van 15 april 2010 (ECLI:NL:CRVB: 2010:BM3583 dit verband onder meer op het arrest van het EHRM van 27 mei 2008, in de zaak N. vs het Verenigd Koninkrijk, nr. 26565/05 (EHRC 2008, 91).
4.6. Gelet op het hierboven staande staat ter beoordeling of eiser behoort tot de groep kwetsbare personen waar artikel 8 van het EVRM op doelt. Verweerder heeft in dat verband aan de GGD de vraag gesteld of de fysieke gezondheid van eiser substantieel wordt bedreigd wanneer hij verstoken blijft van opvang. Blijkens het bestreden besluit is eiser geen kwetsbare persoon, nu het antwoord van de GGD op hierboven genoemde vraag ontkennend is.
4.7. Eiser heeft ter zitting aangevoerd dat niet de vraag of de fysieke gezondheid van eiser substantieel wordt bedreigd wanneer hij verstoken blijft van opvang, door de GGD is beantwoord, maar de vraag of een indicatie bestaat tot opname van eiser in de zogenaamde ziekenboeg. Eiser ondersteunt zijn stelling met de brief van 15 april van [naam], arts bij de GGD ([de arts]). Uit deze brief blijkt dat de eerste geneeskundige nogmaals naar het dossier van eiser gekeken heeft en de mening van de arts deelt dat tijdens het laatste consult op 7 juli 2013 geen medische handelingen nodig waren waarvoor een ziekenboeg bed geïndiceerd was. Eiser stelt zich dan ook op het standpunt dat verweerder zich bij de beoordeling of sprake is van een kwetsbare persoon, ten onrechte heeft gebaseerd op het antwoord van de GGD.
4.8. De rechtbank overweegt als volgt. Uit de rechtspraak van de Raad volgt onder meer dat als naar objectief medische maatstaf wordt vastgesteld dat de fysieke en psychische gezondheid van de vreemdeling substantieel wordt bedreigd wanneer hij verstoken blijft van opvang, hij behoort tot de categorie van kwetsbare personen. Uit de brief van [de arts] van 15 april 2014 blijkt dat [de arts] stelt dat de GGD de taak heeft om tot beoordeling te komen of er wel of niet een indicatie bestaat tot opname in de zogenaamde ziekenboeg en dat in dat kader ten aanzien van eiser is beoordeeld of medische handelingen nodig zijn waarvoor een ziekenboeg bed is geïndiceerd. Dat bleek niet het geval te zijn. De rechtbank is van oordeel dat zonder nadere motivering van verweerder niet zonder meer kan worden aangenomen dat met het antwoord van de GGD een sluitend antwoord is gegeven op de vraag of de fysieke en psychische gezondheid van eiser substantieel wordt bedreigd wanneer hij verstoken blijft van opvang. Immers, niet kan worden uitgesloten dat verweerder het criterium “opvang” te strikt en beperkt uitlegt door daaraan de toets ten grondslag te leggen of iemand een ziekenboegindicatie heeft. Een ziekenboegindicatie lijkt geen synoniem voor opvang te zijn.
5. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het bestreden beluit vanwege strijd met het motiveringsbeginsel moet worden vernietigd. De rechtbank ziet geen aanleiding zelf in de zaak te voorzien, nu het eerst aan verweerder is zich uit te laten over de bovengenoemde kwestie. De rechtbank zal het beroep dan ook gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank draagt verweerder op binnen zes weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 974,-- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 487,-- en een wegingsfactor 1).
7. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.

De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2014:4495









Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

19 november 2012

Verdiepingsbijeenkomst WMO - De praktijk wijst de weg...


Hoe zorg je ervoor dat de stem van de migrant vertaald en aanwezig is in de aansturing, uitvoering en evaluatie van de Wmo? Hoe organiseer je het zo dat migranten effectief participeren in deze ontwikkeling? Hoe ziet dan het beleid en de uitvoering eruit?
Op 4 december 2012 organiseert Pharos een bijeenkomst om inspirerende kennis uit de praktijk met de deelnemers te delen en te verdiepen. Zo willen we de praktijk en het beleid een stap verder brengen.

Centraal staat de vraag ‘Hoe betrek je migranten bij de Wmo?’

Neem actief deel aan één van de vier uitdagende workshops met Best Practices en laat u inspireren!
Programma

14.30 uur Inloop met thee en koffie
15.00 uur Opening
door Jung Im Kim, dagvoorzitter
15.05 uur Presentatie Handreiking Wmo participatie oudere migranten en vluchtelingen
door Helena Kosec (Pharos)
Presentatie Gebruik van individuele voorzieningen en dagbestedingen door migranten
door Trijnke van Dijk (Pharos)
15.35 uur Workshops: vier Best Practices, inclusief theepauze
17.00 uur Plenaire terugkoppeling
17.30 uur Afsluiting en Borrel

Best Practices - Workshops

Werkgroep Migranten Senioren Dordrecht (WMSD)/Wmo-adviesraad Dordrecht
Project Welslagen
NOMU, Netwerk Oudere Migranten Utrecht
Project Agenderen en beïnvloeden van beleid en praktijk
Laurens Rotterdam
Project Dagbesteding voor migranten ouderen van Laurens in Rotterdam
Stichting Welzijn Ouderen Harderwijk
Project Huiskamer, i.s.m. de Turkse moskee

Uitgebreide beschrijving van de workshops onder het aanmeldformulier
Doelgroep

De verdiepingsbijeenkomst Wmo is bedoeld voor gemeentelijke ambtenaren Wmo en beleidsmedewerkers Zorg en Welzijn.
Praktische informatie

Datum: 4 december 2012

Locatie: Colour Kitchen te Utrecht, www.colourkitchen.nl voor routebeschrijving.
Aanmelden

Meld u vóór 19 november 2012 aan via het online aanmeldformulier of via email s.burgt@pharos.nl (Sandra van der Burgt-Hundersmarck). Wij verzoeken u aan te geven welke workshop u wenst te volgen. U kunt dit aangeven op het online aanmeldformulier of via bovenstaande emailadres.

Bron: http://www.pharos.nl/nl/home



Law Blogs
Law blog
Klik op +1 als u dit een interessant artikel vindt en Google zal het dan beter zichtbaar maken in de zoekresultaten.



Bookmark and Share

30 juli 2010

Opvang in speciale gevallen: hier moeder met Aids en baby (uitspraak rechtbank)

LJN: BN2753, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 10 / 12456 en Awb 10 / 12455

Datum uitspraak: 01-06-2010
Datum publicatie: 29-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Inhoudsindicatie: Besluit tot beëindiging verstrekkingen door het COA. Verhouding tussen de Wet COA en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het COA heeft zich niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als bedoeld in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 maart 2007, LJN BA 4652. Beroep gegrond.

15. De rechtbank is met partijen van oordeel dat eiseres ook buiten de in artikel 3 van de Rva geregelde gevallen recht op opvang door verweerder kan hebben. Dit is het geval indien zich zeer bijzondere omstandigheden voordoen die tot feitelijke opvang nopen. De rechtbank verwijst naar de uitspraken van de Afdeling van 28 maart 2007, LJN BA4652 en van
17 juli 2007, LJN BB1431.

16. Eiseres heeft gesteld dat dergelijke zeer bijzondere omstandigheden in dit geval aanwezig zijn en daartoe gewezen op de medische situatie van eiseres, welke is onderbouwd met een medische informatie van dr. P.P. Koopmans en M. Bosch van 20 december 2009. Voorts heeft eiseres gewezen op de zorg die zij heeft voor een jong kind, van thans ongeveer zeven maanden. Zij dient haar kind voldoende voeding en onderdak te bieden, hetgeen buiten de verstrekkingen van het COA niet mogelijk is. Eiseres is voorts emotioneel en psychisch verre van stabiel, de kans dat eiseres decompenseert is groot. Voorts behoeft ook het kind regelmatig medische controle. Voorts betrekt de rechtbank bij de beoordeling dat, zo is niet in geschil, eiseres in Nederland nog een lopende vreemdelingrechtelijke procedure heeft, strekkende tot verlening van een reguliere verblijfsvergunning op medische gronden.

17. De rechtbank stelt bij de beantwoording van de vraag of sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als hier bedoeld voorop dat de vraag of eiseres bij of krachtens het gestelde in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wellicht aanspraak kan maken op opvang buiten beschouwing dient te blijven. De rechtbank verwijst daartoe naar het bepaalde in artikel 2 van de Wmo, waarin is bepaald dat geen aanspraak op maatschappelijke ondersteuning bestaat voor zover met betrekking tot de problematiek die in het gegeven geval aanleiding geeft voor de noodzaak tot ondersteuning een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat. Uit deze bepaling leidt de rechtbank af dat niet eerder wordt bezien of in het kader van de Wmo opvang wordt geboden dan nadat vaststaat dat niet krachtens enige andere wettelijke regeling, in dit geval het gestelde bij en krachtens de Wet COA, aanspraak op opvang bestaat. De rechtbank ziet zich in deze opvatting gesterkt door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 19 april 2010, LJN BM0956, in het bijzonder rechtsoverwegingen 4.8.4 en 4.8.5. Voor het overige is niet gesteld of anderszins aannemelijk geworden dat eiseres aanspraak kan maken op alternatieve vormen van opvang.

18. Van zeer bijzondere omstandigheden in de hier bedoelde zin kan volgens genoemde uitspraak van de Afdeling van 17 juli 2007 sprake zijn in geval van een acute medische noodsituatie. Ter beoordeling of sprake is van een acute medische noodsituatie die tot opvang noopt, dient verweerder te beoordelen of de vreemdeling lijdt aan een stoornis, waarvan op basis van de huidige medisch-wetenschappelijke inzichten vaststaat dat het achterwege blijven van onmiddellijke behandeling in deze fase van de stoornis zal leiden tot overlijden, invaliditeit of een andere vorm van ernstige geestelijke en/of lichamelijke schade. Dat hiervan sprake is, behoeft niet aan beëindiging van de verstrekkingen in de weg te staan, indien een beroep van de vreemdeling op artikel 10 van de Vw 2000 het intreden van de gevolgen van het achterwege laten van medische behandeling voorkomt.

19. Uit de medische informatie van het BMA van 24 maart 2010 en van dr. P.P. Koopmans en M. Bosch van 20 december 2009 kan worden afgeleid dat eiseres, gedurende de rest van haar leven, medische zorg behoeft. Ook haar kind behoeft regelmatig medische controle. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee genoegzaam komen vast te staan dat zowel eiseres als haar kind medisch noodzakelijke zorg behoeven. Op deze zorg kunnen zij op grond van het bepaalde in artikel 10 van de Vw 2000, zo valt derhalve aan te nemen, aanspraak maken. Daarmee kan de behoefte aan medische zorg bij eiseres en haar kind op zichzelf genomen niet als zeer bijzondere omstandigheid in de hier bedoelde zin gelden. Deze omstandigheid kan echter als bijkomende omstandigheid wel bijdragen aan de conclusie dat van zeer bijzondere omstandigheden sprake is.

20. Naar het oordeel van de rechtbank heeft, alle door eiseres gestelde feiten en omstandigheden tezamen genomen, verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat geen sprake is van zeer bijzondere omstandigheden als bedoeld in voormelde uitspraak van de Afdeling van 28 maart 2007. De rechtbank heeft hierbij - in navolging van de Centrale Raad van Beroep in meergenoemde uitspraak van 19 april 2010 - betrokken dat het EHRM als “the very essence” van het EVRM aanmerkt respect voor menselijke waardigheid en menselijke vrijheid. Het in artikel 8 van het EVRM besloten liggende recht op respect voor het privéleven van een persoon omvat mede de fysieke en psychische integriteit van die persoon en is er primair op gericht, zonder inmenging van buitenaf, de ontwikkeling van de persoonlijkheid van elke persoon in zijn betrekkingen tot anderen te waarborgen. Dit artikel beoogt niet alleen de staten tot onthouding van inmenging in het privéleven te dwingen, maar kan onder omstandigheden ook aan het recht op eerbiediging van het privéleven inherente positieve verplichtingen meebrengen die noodzakelijk zijn voor een effectieve waarborging ervan. Daarbij hebben kinderen en andere kwetsbare personen in het bijzonder recht op bescherming. Het EHRM heeft meerdere malen geoordeeld dat artikel 8 van het EVRM ook relevant is in zaken die betrekking hebben op de besteding van publieke middelen. Daarbij is wel van belang dat in een dergelijk geval aan de Staat een extra ruime “margin of appreciation” toekomt. Eiseres is reeds gelet op haar medische situatie aan te merken als een kwetsbare persoon als hier bedoeld en heeft voorts, zoals eerder vastgesteld, de zorg over een (jong) kind. Daarbij komt nog dat eiseres weliswaar thans niet legaal in Nederland verblijft, maar dat uit de medische informatie over eiseres in het kader van dit geding genoegzaam is komen vast te staan dat terugkeer van eiseres naar Sierra Leone of Senegal om medische redenen thans niet als een reële mogelijkheid kan worden aangemerkt. De stelling van verweerder dat thans de ontruiming van de door eiseres in gebruik zijnde woonruimte niet aan de orde is kan aan dit oordeel voorts niet afdoen, nu de rechtbank gelet op de uitspraak van de Afdeling van
28 mei 2007 reeds thans is gehouden te beoordelen wat de gevolgen zijn van beëindiging van de opvang door verweerder.

21. Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard en zal het bestreden besluit worden vernietigd. Verweerder zal worden gelast een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Nu als gevolg van de vernietiging van het bestreden besluit, welk besluit immers mede ertoe strekt de verlening van opvang aan eiseres te beëindigen, eiseres weer in de situatie wordt gebracht dat aan haar opvang wordt geboden, bestaat geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek om een voorlopige voorziening zal daarom worden afgewezen.


Bron: rechtspraak.nl

14 januari 2010

Oudere migrant dupe bezuiniging AWBZ


AMSTERDAM - Oudere migranten worden onevenredig hard getroffen door de bezuinigingen in de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Meer dan de helft van de oudere migranten heeft vorig jaar het recht op zorg verloren door de nieuwe strengere indicatiestelling, tegen 34 procent van de autochtone ouderen.

Dit blijkt uit representatief onderzoek van de CSO (koepelorganisaties van ouderenorganisaties) en het NOOM (Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten) naar de gevolgen van de beperking van het recht op ‘ondersteunende en activerende begeleiding’. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) maakte maandag bekend dat ruim zestigduizend Nederlanders hun indicatie vorig jaar hebben verloren, waarmee staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid haar beoogde bezuiniging van 800 miljoen euro zou hebben bereikt.

Indicatie kwijt
Volgens de ouderenorganisaties hebben ‘naar schatting enkele duizenden’ oudere migranten het recht op zorg ten onrechte verloren. Een van de oorzaken is dat het CIZ de herindicaties telefonisch heeft afgehandeld. Migranten met een taal- en culturele barrière zijn hiervan extra de dupe, stelt Yvonne Heygele van het NOOM. ‘Aan de telefoon zeggen de ouderen dat het goed met ze gaat en dat ze kinderen hebben die goed voor ze zorgen. Voor je het weet ben je de indicatie kwijt.’

Stichting Humanitas in Rotterdam, die dagactiviteiten aanbiedt aan Marokkaanse, Turkse, Hindoestaanse en Surinaamse ouderen, bevestigt dit beeld. ‘Zeker de helft van onze klanten die hun indicatie kwijt zijn, heeft lichamelijke en psychische klachten. Zonder deze zorg belanden ze binnen twee jaar in een verzorgingshuis’, zegt consulent Margriet May.

Mantelzorgers
Volgens May bloeien oudere migranten door dagbesteding in de eigen culturele groep op. ‘Ze komen minder bij de huisarts met lichamelijke klachten, dementeren en vereenzamen minder snel. En mantelzorgers, die ook gewoon een baan hebben, worden ontlast.’

Humanitas gaat voorlopig door met de zorg aan ouderen, in de hoop dat gemeenten gaan bijdragen vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In een brief roepen de ouderenorganisaties Bussemaker op de overgang naar de WMO te bespoedigen. ‘Het is in ieders belang te voorkomen dat cultuurspecifieke zorg aan oudere migranten, die net een beetje op gang is gekomen, verloren gaat’, zegt Heygele.

Bezwaarschriften
In het Amsterdamse woonzorgcentrum de Kastanjehof van Cordaan is zorgconsultant Fatima Benaya druk met het invullen van bezwaarschriften. ‘Mensen die eerder een indicatie kregen op grond van sociaal isolement, vallen nu buiten de boot.’ Ten onrechte, vindt ze. ‘Een aantal heeft ernstige psychische klachten. Zonder structurele dagactiviteiten liggen ze de hele dag in bed en ontwikkelen ze ook lichamelijke aandoeningen.’

Eind deze week presenteren de ouderenorganisaties een rapport over de effecten van de bezuiniging op alle doelgroepen.

Bron: http://www.volkskrant.nl/economie/article1337247.ece/Oudere_migrant_dupe_bezuiniging_AWBZ


Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...