Wil een illegaal asielaanvragen terwijl hij vast zit dan moet de IND wel HEEEL snel zijn (uitspraak Raad van State)
LJN: BN0229, Raad van State , 201003322/1/V3
Datum uitspraak: 24-06-2010
Datum publicatie: 05-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / strafrechtelijke detentie / asielaanvraag / inspanningsverplichting
Nu een vreemdeling in bewaring wordt gesteld ter fine van uitzetting, is de genoemde inspanningsverplichting primair gericht op het tijdens de strafrechtelijke detentie voorbereiden van de uitzetting van de betrokken vreemdeling. In dat kader is ook van belang dat een vreemdeling zo spoedig mogelijk in staat wordt gesteld een asielaanvraag in te dienen, wanneer hij daartoe de wens heeft geuit. Het tijdsverloop tussen het uiten van deze wens en het daadwerkelijk indienen van de asielaanvraag kan van invloed zijn op de voorbereiding van de uitzetting en daarmee op de noodzaak van de inbewaringstelling en/of de duur van deze maatregel. In dit geval is de vreemdeling op 20 januari 2010 strafrechtelijk gedetineerd en heeft hij op dezelfde dag te kennen gegeven een asielaanvraag te willen indienen. Nu de minister de vreemdeling tijdens de strafrechtelijke detentie reeds hiertoe in de gelegenheid had kunnen stellen, hetgeen uiteindelijk na het eindigen van deze detentie op 21 maart 2010 eerst op 24 maart 2010 is gebeurd, kan de minister niet gevolgd worden in zijn standpunt dat hij in dit opzicht zijn inspanningsverplichting voldoende is nagekomen.
www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 24-06-2010
Datum publicatie: 05-07-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / strafrechtelijke detentie / asielaanvraag / inspanningsverplichting
Nu een vreemdeling in bewaring wordt gesteld ter fine van uitzetting, is de genoemde inspanningsverplichting primair gericht op het tijdens de strafrechtelijke detentie voorbereiden van de uitzetting van de betrokken vreemdeling. In dat kader is ook van belang dat een vreemdeling zo spoedig mogelijk in staat wordt gesteld een asielaanvraag in te dienen, wanneer hij daartoe de wens heeft geuit. Het tijdsverloop tussen het uiten van deze wens en het daadwerkelijk indienen van de asielaanvraag kan van invloed zijn op de voorbereiding van de uitzetting en daarmee op de noodzaak van de inbewaringstelling en/of de duur van deze maatregel. In dit geval is de vreemdeling op 20 januari 2010 strafrechtelijk gedetineerd en heeft hij op dezelfde dag te kennen gegeven een asielaanvraag te willen indienen. Nu de minister de vreemdeling tijdens de strafrechtelijke detentie reeds hiertoe in de gelegenheid had kunnen stellen, hetgeen uiteindelijk na het eindigen van deze detentie op 21 maart 2010 eerst op 24 maart 2010 is gebeurd, kan de minister niet gevolgd worden in zijn standpunt dat hij in dit opzicht zijn inspanningsverplichting voldoende is nagekomen.
www.rechtspraak.nl
Reacties