30 juni 2010

Op de bres voor bekeerlingen (asielzoekers die hier Christen zijn geworden)

Bij terugkeer naar hun vaderland vrezen ze in de gevangenis te belanden, te worden gemarteld of zelfs gedood. Ex-moslims die in Nederland christen zijn geworden, doen een dringend beroep op de overheid hen niet uit te zetten naar landen zoals Iran en Afghanistan. Honderden van hen leven tussen hoop en vrees.

Hij zat al bijna in het vliegtuig naar Afghanistan, toen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vorige maand het sein op rood zette. De uitzetting van de Afghaanse bekeerling, die om veiligheidsredenen anoniem moet blijven, is daarmee voorlopig van de baan. Hij mag de inhoudelijke behandeling van zijn zaak door het Europees hof in Nederland afwachten, zo bepaalde de beroepsinstantie in een spoedprocedure.

Bron:

De Afghaan is een van de circa twintig ex-moslims die advocaat mr. F. W. Verbaas op dit moment verdedigt. Ze komen voornamelijk uit Iran, een enkeling komt uit Afghanistan of Irak. De meesten wachten na een afwijzing van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op een uitspraak van de rechter. Met de dossiers van twee uitgeprocedeerden wendde Verbaas zich tot het Europees hof.

De advocaat maakt het ook mee dat bekeerlingen wél een verblijfsvergunning krijgen. Dat gebeurt echter nooit alleen op grond van de gevaren die zij als afvalligen van de islam bij terugkeer hebben te vrezen, stelt hij vast. „Dat risico wordt altijd bekeken in combinatie met problemen die ze eerder al hadden in hun land.”

Voor asielzoekers uit Iran, Irak en Afghanistan zou het enkele feit dat ze vanwege afvalligheid van de islam in hun land op vervolging kunnen rekenen „voldoende reden” moeten zijn hun een verblijfsvergunning te verstrekken, meent Verbaas. „In deze landen kun je als ex-moslim niet zeggen dat je christen bent geworden en niet openlijk kerkdiensten bezoeken. Zwijgen is geen optie. Iedereen moet de vrijheid hebben om voor zijn geloof uit te komen.”

Bij de afwijzing van asielaanvragen spelen diverse factoren een rol. In sommige gevallen betwijfelt de IND of een moslim daadwerkelijk is overgegaan tot het christendom. Dit werd bijvoorbeeld aangevoerd in de zaak van de Afghaan die vorige maand uitgeprocedeerd raakte.

Van dergelijke tegenwerpingen is Verbaas niet altijd onder de indruk. „Aan de hand van een aantal vragen stelt de IND vast of iemand bekeerd is. Hij moet bijvoorbeeld de namen van de twaalf apostelen kunnen noemen. Die zou ik als domineeszoon ook niet eens allemaal weten.”

In het geval van de Afghaan voerde de IND ook aan dat de man niet kon zeggen wanneer hij bekeerd zou zijn tot het christendom. Verbaas: „Je kunt niet altijd precies een dag noemen. In veel gevallen, zoals ook bij deze Afghaan, is er sprake van een geleidelijk proces. Beslis­ambtenaren, die zelf niet altijd christen zijn, beseffen dat soms onvoldoende.”

Verbaas zelf neemt niet elk bekeringsverhaal zonder meer voor waar aan. „Ik ben niet naïef. Er zijn inderdaad gevallen waarbij je twijfels kunt hebben. Het lastige is dat er geen methode is om vast te stellen of iemand oprecht geloof. Alleen God kan in het hart kijken.”

Het probleem van mogelijke schijnbekeringen onderkent ook directeur J. van Tilborg van Inlia, een interkerkelijke organisatie die zich inzet voor (uitgeprocedeerde) asielzoekers. Onder hen zijn regelmatig ex-moslims. Op dit moment volgt de stichting zes bekeerlingen die nog in afwachting zijn van een definitieve uitspraak over hun zaak.

Zelden stuit Van Tilborg op een situatie waarin hij sterke aarzelingen heeft bij een bekeringsrelaas. „Ook voor ons is het van belang dat het verhaal oprecht is. In gesprekken merken we snel genoeg of iemand zich alleen uitgeeft voor christen of dat hij daadwerkelijk tot geloof in de Heere Jezus Christus is gekomen. Christen-zijn is meer dan het oplepelen van een aantal feiten. Het gaat om een levenshouding.”

Van Tilborg vindt het „logisch dat Justitie asielzoekers afwijst die alleen zeggen dat ze christen zijn geworden om zo toelating tot Nederland te krijgen.” Hij bespeurt bij de behandeling van zaken van ex-moslims echter vooral angst dat uiteindelijk te veel mensen op grond van een bekering als vluchteling zouden moeten worden toegelaten.

„Het is een ernstige zaak dat deze angst de leidraad is. Nederland heeft een lange traditie in het beschermen van mensen tegen geloofsvervolging. Daarin moeten we ruimhartig blijven. Dat Justitie soms bijna paranoïde reageert op bekeerlingen past niet bij onze geschiedenis.”

Voor Van Tilborg staat het vast dat terugkeer naar het land van herkomst voor ex-moslims gevaarlijk kan zijn. „Dat geldt voor alle islamitische landen, maar zeker voor Somalië, Iran, Afghanistan, Pakistan en Irak. Het is nodig om voortdurend de vinger aan de pols te houden en het ministerie van Justitie nadrukkelijk op de gevaren te wijzen.”

Bij de beslissingen over asielaanvragen spelen ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse Zaken vaak een belangrijke rol. Daaruit zou blijken dat bekeerlingen in diverse landen niet per definitie gevaar lopen om te worden vervolgd. Voorbeelden van mensen die vanwege afvalligheid om het leven zouden zijn gebracht, ontbreken veelal.

Van Tilborg toont zich uiterst kritisch over onder meer het begin dit jaar verschenen ambtsbericht over Iran. „Dat doet geen recht aan wat er in dat land speelt”, aldus de Inliadirecteur.

Advocaat Verbaas onderschrijft de kritiek. „Ik ken geen gevallen waarin bekeerlingen de doodstraf kregen, maar er is wel sprake van andere problemen. Ze worden door de politie aangehouden en belanden soms in de gevangenis. Daarbij wordt vaak een andere reden opgegeven dan hun bekering. Dat maakt het ingewikkeld. Intussen is wel duidelijk dat iedereen die in Iran in de gevangenis terechtkomt, het risico loopt te worden mishandeld of gefolterd. De situatie is echt heel ernstig.”




Wereldwijd zijn miljoenen mensen op de vlucht. Op Wereldvluchtelingendag, morgen, staan ze even in de schijnwerpers. Organisaties als ZOA-Vluchtelingenzorg en Stichting Gave roepen op tot gebed voor mensen die noodgedwongen huis en haard verlieten. Onder hen zijn moslims die ver van huis het Evangelie hoorden en zich lieten dopen. Door hun overgang naar het christendom stuiten ze op nieuwe vragen en problemen, bijvoorbeeld als ze naar hun land dreigen te worden teruggestuurd.




Dreigende uitzetting

Ex-moslims die in Nederland zijn overgegaan tot het christendom dreigen meer dan eens naar hun land te worden teruggestuurd. Drie zaken uitgelicht.

Mohammad Bouzarjomehri, afkomstig uit een „strengislamitische” familie in Iran en in Nederland tot het christendom overgegaan, is in oktober 2009 uitgeprocedeerd. Zijn advocaat, mr. P. Bogaers, maakt zijn zaak aanhangig bij het Europees hof. Naar aanleiding van berichtgeving in deze krant stelt SGP-Kamerlid Van der Staaij schriftelijke vragen aan staatssecretaris Albayrak van Justitie en minister Verhagen van Buitenlandse Zaken. De staatssecretaris antwoordt in december dat zij geen reden ziet om tot een andere beslissing te komen. Eind april bericht Justitie Bouzarjomehri alsnog dat hij een verblijfsvergunning krijgt. „Dit is een van de mooiste overwinningen die ik heb behaald”, aldus advocaat Bogaers. Van Justitie krijgt hij desgevraagd geen duidelijkheid over de motieven om tot een andere beslissing over het eerder afgewezen asielverzoek van zijn cliënt te komen.

Een ex-moslim uit Afghanistan die in Nederland christen is geworden, raakt in mei uitgeprocedeerd en dreigt vier dagen later te worden uitgezet. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) vindt het bekeringsverhaal van de man ongeloofwaardig. Zijn advocaat, mr. F. W. Verbaas, bestrijdt dat. Hij vraagt het Europees hof de uitzetting te blokkeren en dient vervolgens bij deze instantie een klacht tegen de afwijzing in. Via een spoedprocedure bepaalt het hof dat de man de behandeling van de klacht in Nederland mag afwachten. De daadwerkelijke uitzetting wordt daarmee ternauwernood voorkomen. Inmiddels verblijft de Afghaan weer in een opvangcentrum.

De asielaanvraag van een Somalische bekeerling die met Pasen 2009 is gedoopt in een hervormd-gereformeerde gemeente, wordt in mei afgewezen. Hij zou volgens de IND bij terugkeer naar Somalië niet per definitie te vrezen hebben voor vervolging. De rechtbank neemt het standpunt nog dezelfde maand over. Stichting Gave spreekt van een „opmerkelijke uitspraak” die om een „krachtig protest” vraagt. De rechtbank zou zich hebben gebaseerd op „onvolledige en onjuiste” berichten betreffende de situatie van christenen in Somalië. Op dit moment is de Somaliër in afwachting van de behandeling van zijn zaak door de Raad van State.




„Soms houd ik bij uitzetting mijn hart vast”

SGP-fractievoorzitter Van der Staaij krijgt regelmatig alarmerende berichten te horen over bekeerde moslims die dreigen te worden teruggestuurd naar een islamitisch land. Hoe gaat hij met deze zaken om?

Al meer dan tien jaar volgt Van der Staaij de ontwikkelingen rond dreigende uitzettingen van ex-moslims nauwlettend. Meer dan eens sprong hij voor hen in de bres door, al dan niet samen met een collega van de ChristenUnie, schriftelijke vragen over hun situatie aan de betrokken bewindslieden te stellen.

„Ik wil graag opkomen voor het belang van asielzoekers, juist ook als het gaat om het bieden van veiligheid aan mensen die om hun geloof worden vervolgd. Tegelijk geldt dat ik vaak maar een deel van een dergelijke zaak hoor en ook in de gaten moet houden dat misbruik van asielprocedures wordt tegengegaan.”

Zo kan Van der Staaij zich voorstellen dat er vraagtekens worden geplaatst bij het verhaal van „een asielzoeker die drie keer is afgewezen en dan ineens christen wordt. Ik zeg niet dat dat per definitie niet klopt, maar het wordt wel lastig de geloofwaardigheid van zo’n verhaal hard te krijgen. Het is goed dat daarnaar een zeker onderzoek plaatsvindt. Dat moet uiteraard zorgvuldig gebeuren.”

Worden de risico’s van terugkeer van ex-moslims naar islamitische landen voldoende gewogen?

„Dat blijft altijd een discussiepunt. Neem Iran. Daar zou een wet zijn aangenomen die op afvalligheid van de islam de doodstraf stelt. Vervolgens ontstaat er een discussie over de vraag of die wet een werkelijke bedreiging voor bekeerlingen vormt of dat het meer een papieren maatregel is die niet wordt geëffectueerd. Het is in ieder geval van belang alert te blijven dat er niet een te rooskleurig beeld van de situatie wordt geschetst.”

Op grond van de zaken die de afgelopen jaren onder zijn aandacht zijn gebracht, noemt Van der Staaij het ook van belang erop toe te zien „dat niet van christenen wordt verlangd dat ze in het land van herkomst maar over hun geloof moeten zwijgen. We mogen hen niet dwingen tot hypocrisie. Op papier is dat goed geregeld, maar het blijft een zorgpunt.”

Advocaten en andere betrokkenen uiten meer dan eens kritiek op de ambtsberichten. Hoe betrouwbaar zijn die?

„Er is de laatste jaren veel aan gedaan om de kwaliteit van de ambtsberichten te verbeteren. Vooral bij specifieke bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld christenen in een land als Iran, moet je oppassen dat ze niet op grond van beperkte informatie een algemeen oordeel geven dat het wel meevalt.

Vaak blijkt het lastig de juiste motieven boven tafel te krijgen als er iets ernstigs met mensen is gebeurd. Soms zijn er sterke vermoedens dat hierbij hun godsdienst een rol speelt, terwijl er andere redenen worden opgegeven. Het is van belang dat organisaties die in dergelijke landen aan informatie kunnen komen, die ook naar voren brengen. Die kan dan worden meegenomen bij het opstellen van ambtsberichten.”

Hebben er uitzettingen van ex-moslims plaatsgehad die in uw ogen onverantwoord waren?

„Het is wel voorgekomen dat ik mijn hart vasthield. Achteraf hoor je dan dat iemand na terugkeer de nodige problemen heeft ondervonden, bijvoorbeeld dat hij is mishandeld. Het lastige is dat die verhalen vaak niet kunnen worden gecheckt. Daardoor kan ik er weinig mee.”

Kan het ontbreken van bewijzen voor ernstige problemen ook betekenen dat het in de praktijk meevalt met de risico’s die bekeerlingen bij terugkeer lopen?

„Dat zou een te gemakkelijke conclusie zijn. Ik weet niet of het in een land als Iran mogelijk is heldere verklaringen te krijgen over wat er echt met deze mensen gebeurt. Wel zou ik ervoor pleiten te blijven zoeken naar mogelijkheden om hen bij terugkeer beter te kunnen blijven volgen.”


Bron: http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/op_de_bres_voor_bekeerlingen_1_485927

Moslimfundamentaliste uit Tunesie kreeg wel asiel en woont nu paar straten verder. Haar kinderen stuurt ze echter in Tunesië naar school omdat wij hier te christelijk zijn.

Nieuwe asielprocedure in werking

Op donderdag 1 juli 2010 treedt de nieuwe asielprocedure in werking. Deze verbeterde procedure zal leiden tot een snellere en zorgvuldigere afhandeling van asielaanvragen. Daarnaast zal het aantal herhaalde aanvragen door de wijzigingen in de asielprocedure afnemen. Door de asielprocedure in het aanmeldcentrum uit te breiden tot acht dagen zullen meer asielzoekers al in het aanmeldcentrum duidelijkheid krijgen over hun asielverzoek. De verlengde asielprocedure, waar asielverzoeken alleen zullen worden behandeld als nader onderzoek nodig is en niet tot een beslissing kan worden gekomen in de algemene asielprocedure, zal acht weken worden ingekort.

De asielprocedure en de rust- en voorbereidingstermijn
De algemene asielprocedure in het aanmeldcentrum duurt acht dagen, waarin er ruimte is voor rechtsbijstand aan de asielzoeker. Naar verwachting zullen meer aanvragen dan voorheen in het aanmeldcentrum kunnen worden afgehandeld. Door de uitbreiding van de asielprocedure in het aanmeldcentrum naar acht dagen, stromen naar verwachting minder asielzoekers door naar de verlengde procedure. Doordat in het aanmeldcentrum meer processtappen kunnen worden afgerond, wordt in de verlengde asielprocedure een tijdswinst geboekt van acht weken.

Voorafgaand aan de procedure wordt de asielzoeker een rust- en voorbereidingstermijn gegund, waarin een medisch onderzoek kan plaatsvinden, de asielzoeker wordt geïdentificeerd en waar mogelijk wordt onderzoek naar documenten ter ondersteuning van het asielverhaal (zoals arrestatiebevelen en vonnissen) opgestart. Bij de aanmelding zal van de asielzoeker vingerafdrukken worden genomen. Deze vingerafdrukken worden vergeleken met verschillende systemen om bijvoorbeeld na te gaan of hij staat gesignaleerd als ongewenst vreemdeling, of dat de asielzoeker al in een ander land asiel heeft aangevraagd. Als blijkt dat dat het geval is, dan zal al tijdens de rust- en voorbereidingstermijn een Dublin-claim bij dat andere land worden ingediend. Tijdens de rust- en voorbereidingstermijn wordt de asielzoeker door Vluchtelingenwerk voorgelicht over de asielprocedure. De advocaat bereidt de asielzoeker dan voor op de asielprocedure. Gedurende de hele procedure zal een asielzoeker zoveel mogelijk door dezelfde advocaat worden bijgestaan.

Tweede en volgende aanvragen

Medische aspecten zullen zo vroeg mogelijk in de asielprocedure worden gesignaleerd. Verder wordt het mogelijk gemaakt dat de rechter in de beroepsfase rekening houdt met relevante nieuwe omstandigheden en beleidswijzigingen. Ook zal de IND voortaan vaker uit eigener beweging relevante nieuwe omstandigheden die in de beroepsfase naar voren worden gebracht meewegen en onderzoeken of deze tot een andere afweging kunnen leiden. Hiermee wordt ernaar gestreefd tweede en volgende aanvragen zoveel mogelijk te voorkomen. De procedure voor tweede en volgende aanvragen wordt verder vereenvoudigd, waardoor zo spoedig mogelijk op een tweede of volgende aanvraag kan worden beslist.

Opvang en terugkeer

Nadat een aanvraag is afgewezen in het aanmeldcentrum wordt een vertrektermijn gegeven van vier weken. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat afgewezen asielzoekers op straat terechtkomen wordt er gedurende deze termijn opvang geboden van waaruit de afgewezen asielzoeker kan werken aan zijn vertrek. Ook zullen afgewezen asielzoekers na afloop van de vertrektermijn gedurende twaalf weken geplaatst kunnen worden in een beperkt aantal vrijheidsbeperkende locatie en van daaruit aanvullend worden begeleid bij hun terugkeer. Indien nodig kan, op basis van een individuele afweging, vanuit deze locaties worden overgegaan tot vreemdelingenbewaring. Om evident misbruik en oneigenlijk gebruik van de procedure te voorkomen kan in voorkomende gevallen aansluitend aan de asielprocedure vreemdelingenbewaring worden toegepast.

Illegale vreemdelingen in Nederland onnodig vaak opgesloten

Nederland moet alternatieven ontwikkelen

Nederland sluit in vergelijking met het buitenland uitzonderlijk veel illegale vreemdelingen op. Dat is in strijd met het Europese verdrag van de rechten van de mens, betoogt hoogleraar Anton van Kalmthout op donderdag 1 juli in zijn afscheidsrede aan de Universiteit van Tilburg. Van Kalmthout bepleit alternatieve opvang, waaronder inrichtingen die door private ondernemingen worden beheerd.

Jaarlijks worden in Nederland meer dan 10.000 illegale vreemdelingen opgesloten in een van de ruim 3.000 cellen die daarvoor in de penitentiaire inrichtingen zijn gereserveerd. In vergelijking met het buitenland zijn dit uitzonderlijk hoge aantallen. Anton van Kalmthout, hoogleraar Vrijheidsbeperking en vrijheidsbeneming in het strafrecht en vreemdelingenrecht, stelt in zijn afscheidsrede de vraag waarom Nederland in dit opzicht zo sterk afwijkt van het buitenland.

Van Kalmthout toetst de Nederlandse wetgeving en de uitvoeringspraktijk aan twee beginselen die in internationale verdragen zijn neergelegd: het beginsel dat vrijheidsbeneming alleen mag worden toegepast als het doel niet met minder ingrijpende middelen kan worden gerealiseerd en het beginsel dat als vrijheidsontneming onvermijdelijk is, de gedetineeerde aan geen andere beperking in zijn rechten mag worden onderworpen dan die noodzakelijk zijn om dit doel te bereiken. Op grond van deze beginselen concludeert hij dat illegale vreemdelingen in Nederland onnodig vaak worden opgesloten. De overheid schiet tekort in het bevorderen van alternatieven, zoals de internationale mensenrechtenstandaarden voorschrijven. De opsluiting van vreemdelingen in een huis van bewaring onder een strafrechtelijk regiem miskent dat vreemdelingen geen criminelen zijn. Door dat toch te doen, overtreedt de Nederlandse overheid het verbod van het Europese verdrag voor de rechten van de mens. Dat bepaalt in artikel 3 dat niemand mag worden onderworpen aan aan een vernederende behandeling.

De overheid heeft de plicht om alternatieven voor de vreemdelingenbewaring te ontwikkelen, aldus Van Kalmthout. Als vrijheidsbeneming onvermijdelijk is, zou deze ten uitvoer moeten worden gelegd in inrichtingen die niet zijn ingericht als gevangenissen. De hoogleraar pleit ervoor om deze inrichtingen niet meer te laten beheren door Justitie maar door private ondernemingen. Dit is niet alleen goedkoper, maar garandeert ook een humaner klimaat.

Congres met Hirsch Ballin en Brenninkmeijer
Ter gelegenheid van het afscheid van prof. dr. Anton van Kalmthout organiseert de Faculteit Rechtswetenschappen van de UvT op 1 juli het congres Mensbeeld, beeldvorming en mensenrechten. Gastsprekers zijn demissionair minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin en Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer. Zie de website voor het programma.

Noot voor de pers
Prof. dr. A.M. van Kalmthout spreekt zijn afscheidsrede uit op donderdag 1 juli om 16.15 uur in de aula van de Universiteit van Tilburg. Titel rede: ‘Illegalen’ in detentie: Minimale rechten of minimale beperkingen? Journalisten kunnen zich zowel voor het congres als voor de rede aanmelden bij Carla de Jongh, email c.dejongh@uvt.nl. Neem voor informatie over de afscheidsrede contact op met Corine Schouten, tel. 013 – 466 2993, email persvoorlichters@uvt.nl.

Bron: http://uvtapp.uvt.nl/fsw/spits.npc.ShowPressReleaseCM?v_id=6190356899658728

VACATURE: Medewerker AMV Opvang per direct fulltime

Medewerker alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV).Eindhoven

• Dagelijkse begeleiding van de doelgroep:
alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
• Het creëren van een evenwichtige leefomgeving.
• Intervenieert bij problemen, optredende spanningen en crisissituaties.
• Voert gesprekken gericht op terugkeer, verwijst door, controleert en stemt af met ketenpartners.
• Motiveert de doelgroep de opleidingen te volgen.
• Informeert en adviseert de amv over uitvoeringsregelingen.
• Onderhoudt contacten met ketenpartners, voogdij-instelling en relevante onderwijsinstellingen.

Aanbod
Flexibele en uitdagende baan in Eindhoven.

Vaardigheden
Functie relevante opleiding op MBO+/HBO niveau.
Bijvoorbeeld SPW/SPH of HBO Maatschappelijk werk.
Bij voorkeur bovenstaande opleiding aangevuld met specifieke trainingen gericht op het opvangen/begeleiden van de doelgroep.

Graag alleen reageren wanneer u aan de bovenstaande vraag kan voldoen.

Scholing: HBO, HEAO ..

Over de werkgever
De organisatie is voor de Nederlandse samenleving dé opvangorganisatie die zorgt voor probleemloze opvang van vreemdelingen. In opdracht van het ministerie van Justitie bieden deze mensen in een kwetsbare positie een veilige huisvesting en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, in Nederland of elders. Het gaat vooral om asielzoekers en vluchtelingen, en om specifieke groepen zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

Uren per week: Fulltime

Contract: Uitzenden

Plaatsingsdatum: 9 juni 2010


Contactpersoon: J.Wijnen
Telefoon: 0402649380
E-mail: jwijnen@startpeople.nl


Start People Medi Interim Eindhoven
Oude Stadsgracht 1
5611DD Eindhoven



29 juni 2010

Uitbreiding grensarbeid en kennismigratie

Minister Donner van SZW en Hirsch Balin van Justitie willen dat kennismigranten uit landen buiten de EU die in Duitsland of België willen (blijven) wonen en in Nederland willen werken, minder moeizaam toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt kunnen krijgen.
In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft Donner dat de provincies Limburg, Noord Brabant, Zeeland en Groningen signaleren, dat een derdelander die in Duitsland of België wil (blijven) wonen en die als kennismigrant bij een bedrijf in Nederland wil werken, nu alleen als ‘gewone arbeidsmigrant’ toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt krijgt. Want, hij voldoet niet aan de voorwaarde voor een verblijfsvergunning als kennismigrant op basis van de kennismigrantenregeling.



Aanvragen tewerkstellingsvergunning
Donner wijst de Tweede Kamer erop dat ook de per juli 2011 te implementeren Blue cardrichtlijn uit gaat van verblijf in Nederland. Zijn werkgever moet dus een tewerkstellingsvergunning (TWV) aanvragen, waarbij UWV een arbeidsmarkttoets uitvoert (de kennismigrantenregeling kent geen arbeidsmarkttoets). Genoemde grensprovincies vragen al langere tijd om versoepeling van de toegang tot onze arbeidsmarkt voor deze doelgroep.



Voorwaarden TWV
Het ministerie SZW heeft met Limburg samen een oplossing gevonden. Werkgevers van kennismigranten, die aan de voorwaarden van de kennismigrantenregeling en aan enkele andere reguliere TWV-voorwaarden voldoen, kunnen bij UWV zonder arbeidsmarkttoets een tewerkstellingsvergunning krijgen. Daarbij gaat het om de volgende voorwaarden:

•Allereerst toetst UWV (aan de hand van de bij de TWV-aanvraag te overleggen document) of de betrokken werknemer legaal verblijft in het land waar hij woont.
•Er worden geen voorwaarden gesteld aan de verblijfsduur voorafgaand aan de TWV-aanvraag.
•De werkgever is verplicht UWV te informeren, indien betrokken werknemer in het verblijfsland zijn verblijfstitel verliest. Indien dit gebeurt wordt de TWV ingetrokken.
•Belangrijk is ook dat de betrokken werknemer door arbeid in Nederland te verrichten, in het verblijfsland een geldige verblijfstitel behoudt.
•De betrokken werknemer moet op het moment van de TWV-aanvraag al feitelijk in Duitsland of België verblijven, dan wel aldaar tenminste een feitelijk woonadres hebben.
•De werkgever moet toegelaten zijn tot de Kennismigrantenregeling en vanaf 1 januari 2011, invoering Modern Migratiebeleid, erkend referent zijn.
•De duur van de te verrichten arbeid moet langer zijn dan drie maanden, en het arbeidscontract moet voldoen aan de inkomenskriteria van de Kennismigrantenregeling: €. 50.183 voor 30-plussers, €. 36.801 voor 30-minners, salarisniveaus 2010. Voor veel functiecategorieën in de sfeer van onderzoek en wetenschap gelden deze salariscriteria niet: zij kunnen ongeacht de salarishoogte als kennismigrant in ons land werken. De beloning is, mede gezien de functie-eisen, marktconform.
•UWV toetst of huisvesting en woonadres van betrokken werknemer in orde zijn.
•De maximale duur van de te verstrekken TWV is, net als bij andere TWV’s, drie jaar.


De wijziging zal in de uitvoeringsregels van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) worden verankerd en -in het kader van de lopende herziening van de WAV- in 2011 in werking treden.


Bron: http://www.hrpraktijk.nl/nieuws/nieuws/uitbreiding-grensarbeid-en-kennismigratie.549392.lynkx

’Drugs en alcohol in Detentiecentrum Alphen’

Illegalen die gevangen zitten in het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn, beschuldigen beveiligers ervan dat zij oogluikend smokkel van drugs en alcohol toelaten.

Zij zeggen dat de drugs de gedetineerden rustig houden en dat zij daardoor gemakkelijker en goedkoper te controleren zijn. Het ministerie van justitie 'herkent zich niet in dit verhaal' en wil de beweringen van de gedetineerden dan ook niet onderzoeken.

Woordvoerder Jochgem van Opstal zegt dat het ministerie die signalen niet heeft 'en derhalve uitgaat van de integriteit van het personeel'.

Het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn wordt deels bemand door particuliere beveiligers en deels door justitiepersoneel. Vooral de particuliere beveiligers zouden zich schuldig maken aan het doorlaten van drugs. ,,Er is hier handel in soft- en harddrugs en alcohol'', zegt één van de gedetineerden. ,,Zulke dingen heb ik nog nooit gezien.''

Bron: http://www.leidschdagblad.nl/nieuws/regionaal/rijnenveen/article6197052.ece/%C2%92Drugs-en-alcohol-in-Detentiecentrum-Alphen%C2%92

Vacature: Jurist Raad van State (Den Haag)


Functieomschrijving
Je beoordeelt en analyseert bestuursrechtelijke geschillen, onder meer aan de hand van jurisprudentie. Je bereidt de conceptuitspraken voor en neemt als adviseur deel aan beraadslagingen in de raadkamer. Vervolgens werk je de beslissingen van de raadkamer uit in uitspraken.

Functie-eisen
Je hebt een academische, juridische opleiding afgerond. Je beschikt over analytisch vermogen, kunt logisch redenen en weet goed hoofd- van bijzaken te scheiden. Je bezit uitstekende redactionele vaardigheden. Verder heb je een flexibele instelling en ben je communicatief. Ook kun je zowel zelfstandig als in teamverband goed functioneren.

Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 10
Minimum salaris: € 2396 bruto per maand
Maximum salaris: € 3852 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Salaris omschrijving De functie heeft een doorgroeimogelijkheid naar schaal 12 (maximaal € 4.867,41 bruto per maand).
Contractduur 2 jaar


Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaarkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.

De organisatie
Raad van State


De Raad van State adviseert regering en parlement over wetgeving en bestuur, en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State spreekt in hoogste instantie recht in bestuursrechtelijke geschillen. Werken bij de Raad betekent een confrontatie met maatschappelijke relevante thema’s (zoals ruimtelijke ordening, milieu, vreemdelingenzaken, onderwijs) en werken in een organisatie die volop in beweging is. De Raad van State heeft ongeveer 600 medewerkers in dienst, onder wie ruim 225 juristen.

Directie Bestuursrechtspraak


De directie Bestuursrechtspraak ondersteunt de leden van de Afdeling Bestuursrechtspraak bij hun werk als bestuursrechter. De directie is georganiseerd in vier kamers: ruimtelijke ordening, milieu, hoger beroep en hoger beroep in vreemdelingenzaken.

Bijzonderheden
Je schriftelijke sollicitatie, voorzien van c.v. en cijferlijst, kun je tot uiterlijk 1 oktober 2010 richten. mw. mr. R.A. de Wit, adjunct-directeur Bestuursrechtspraak, telefoon: 070 - 426 4164 (niet op vrijdag bereikbaar)

Je kunt tot 01/10/2010 reageren op deze vacature.

Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar werken@raadvanstate.nl.

Schriftelijk solliciteren:
Je reactie op de vacature Jurist ontvangen wij graag.

Stuur je Curriculum Vitae met begeleidende brief onder vermelding van vacaturenummer PFZ-2010/05 naar:

Raad van State
t.a.v.: mevr.mr. R.A. de Wit
Postbus 20019
2500 EA Den Haag

Bron: werkenbijdeoverheid.nl

27 juni 2010

Schengen-databank pakt reizigers van buiten EU onevenredig hard aan

Reizigers, toeristen en andere buitenlandse bezoekers van buiten de EU die een ‘lichte misstap’ begaan, worden onevenredig zwaar aangepakt. Zij worden meestal zonder het te weten automatisch gesignaleerd als ongewenste vreemdeling. Daardoor wordt hen een volgende keer automatisch een visum geweigerd. Of ze worden bij aankomst meteen gearresteerd en uitgewezen. De Nationale Ombudsman spreekt van een ‘zwarte lijst’ en slechte informatievoorziening.

Vorige week publiceerde de ombudsman daarover een onderzoek. Zaterdag wijdde het VPRO-radioprogramma Argos er een reportage aan, die hier is te beluisteren. (Sla de eerste vijf minuten met voetbal, verkeers- en algemeen nieuws over).

Het gaat om het Schengen Informatie Systeem (SIS), een gemeenschappelijke databank van de 25 bij ‘Schengen’ aangesloten landen. Wie daar de aantekening ‘OVR’ achter zijn naam krijgt is nog niet jarig. Een Ongewenste Vreemdeling wordt tenminste drie jaar automatisch geweigerd. Zo’n aantekening kan een niet EU-burger al oplopen als die zich per ongeluk vergeet af te melden bij de korpschef van de gemeente in Nederland waar hij verblijft. In de radio-uitzending was het geval te beluisteren van een Nijmeegse promovendus uit Afrika, de theoloog David John Ndegua, die na een aantal jaren rechtmatig verblijf binnen de termijn van zijn visum terugreisde. Hij meldde zich echter niet af bij de politie en kwam daardoor terecht in het SIS, waarna hem prompt door de ambassade in Nairobi een visum werd geweigerd, als ‘persona non grata’. Hij zou zich in Nederland namelijk hebben ‘onttrokken aan het toezicht’ van de vreemdelingenpolitie. Via de Nijmeegse universiteit kwam hij in contact met een andere promovendus, Eveline Brouwer, bezig met een onderzoek naar het SIS. Die wist hem via een bevriende advocaat snel uit het systeem te krijgen, waarna hij toch een visum kon krijgen. Brouwer promoveerde in 2007 op Twijfels over kwaliteit en juistheid gegevens in Schengen Informatie Systeem aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Volgens haar is het vrijwel onmogelijk voor buitenlanders om zonder advocaat te ontdekken waar en hoe er bezwaar gemaakt moet worden tegen onrechtmatige vermelding in het SIS. Wie dit overkomt, moet aan het KLPD schriftelijk een verzoek tot inzage, correctie of verwijdering van de vermelding sturen. Het KLPD stuurt dit door aan de IND, die daarop binnen vier weken moet beslissen. Wordt het verzoek afgewezen, dan kan daartegen beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter. David John Ndegua kwam zo bij de Utrechtse rechtbank uit, die hem terwille was.

Brenninkmeijer merkt op dat aan uitreizende buitenlanders meestal wel wordt verteld dat ze de regels soms niet helemaal hebben gevolgd, maar dat reizigers dat ‘in de haast van het vertrek’ niet kunnen onthouden. Laat staan dat reizigers zich realiseren dat er zware consequenties worden verbonden aan een eventuele overtreding. Ook vindt er door de marechaussee noch door de IND een afweging plaats van de ernst van de overtreding tegen het belang van de reiziger. De ombudsman acht dat in strijd met de eisen van transparantie en proportionaliteit. Ook de beveiliging van de Staat tegen (echte) ongewenste vreemdelingen lijdt daaronder.

Volgens Argos heeft Nederland vorig jaar 16.595 vreemdelingen gesignaleerd als ongewenst, van wie 43 procent als gevolg van een te lang verblijf in Nederland. Het SIS wordt gevuld door de 25 aangesloten EU-landen. Bij raadpleging kan de politie- of grensbewakingsambtenaar niet zien wat de achtergrond van de signalering is. In de praktijk kan dat uiteenlopen van de uitgewezen, afgestrafte Colombiaanse drugshandelaar tot de Amerikaanse studente die bij een vorig bezoek haar visumtermijn met een week overschreed. Ombudsman Brenninkmeijer vraagt de minister van Justitie om reizigers voortaan schriftelijk te informeren en hen te wijzen op correctiemogelijkheden. Ook vindt hij dat de overheid scherper moet selecteren wie het écht als ongewenst wil verklaren.

Lees hier meer over het proefschrift van Brouwer. Lees hier het hele rapport van de ombudsman.

Kijk hier: http://weblogs.nrc.nl/rechtenbestuur/2010/06/21/schengen-databank-pakt-reizigers-van-buiten-eu-onevenredig-hard-aan/ voor al de links.

Sneller vastellen identiteit illegale vreemdelingen

De vreemdelingenpolitie krijgt op onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een woning te doorzoeken naar identiteitsdocumenten ten behoeve van identiteitsonderzoek en voorbereiding van vertrek. Het gaat om situaties waarin de woning om andere redenen rechtmatig is betreden en in die woning een vreemdeling is aangehouden van wie de identiteit niet meteen kan worden vastgesteld.

Daarnaast kan de vreemdelingenpolitie na de wetswijziging onder voorwaarden de aan een werkplek grenzende woonruimte van vreemdelingen doorzoeken. Tot slot wordt met de voorgestelde wijziging beoogd dat de vreemdelingenpolitie verschillende onderzoekshandelingen kan verrichten om de identiteit van de vreemdeling in vreemdelingenbewaring vast te stellen. Hieronder valt bijvoorbeeld het 'uitlezen' van gegevensdragers, zoals gsm's.

De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin ingestemd met een wetsvoorstel dat de opsporingsbevoegdheden van de vreemdelingenpolitie zal uitbreiden.

Het kabinet acht het wetsvoorstel noodzakelijk, omdat illegale vreemdelingen er meer dan in het verleden van op de hoogte zijn dat zij documenten waarmee hun identiteit zou kunnen worden vastgesteld, 'beter niet op zak kunnen hebben'. Dat zou immers hun identificatie en uitzetting kunnen vergemakkelijken en bespoedigen.


Bron: http://www.justitie.nl/actueel/nieuwsberichten/archief-2010/100625sneller-vastellen-identiteit-illegale-vreemdelingen.aspx?cp=34&cs=578

Hoogte leges van verblijfsvergunning voor Zwitsers (uitspraak Raad van State). LET OP welke vergunning je vraagt!!!

LJN: BM9315, Raad van State , 200806637/1/V2

Datum uitspraak: 23-06-2010
Datum publicatie: 25-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep



Inhoudsindicatie: Hoogte leges / geen strijd met discriminatieverbod artikel 2 Overeenkomst EG/Zwitserland
De vreemdeling heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van strijd met het discriminatieverbod op grond van nationaliteit, omdat zij voor de afgifte van de aan haar verleende verblijfsvergunning een legesbedrag heeft moeten betalen dat hoger is dan het bedrag dat burgers van de Unie voor de afgifte van een verblijfsvergunning verschuldigd zijn. De vreemdeling verliest daarbij uit het oog dat de aantekening "EG langdurig ingezetene" op grond van de werkingssfeer van de richtlijn slechts kan worden toegekend aan een derdelander, niet aan een burger van de Unie. Op grond van de Overeenkomst moet de vreemdeling worden gelijkgesteld met een burger van de Unie, niet met een derdelander waarvoor de richtlijn geldt. Dit neemt niet weg dat de vreemdeling ook derdelander is en als zodanig zich op de bepalingen van de richtlijn kan beroepen. Indien de vreemdeling verzoekt om de aantekening "EG-langdurig ingezetene" zal zij de daarvoor voor derdelanders vastgestelde leges dienen te betalen. Indien zij een verblijfsvergunning aanvraagt op grond van de Overeenkomst en op grond van het daarin neergelegde discriminatieverbod in aanmerking wil komen voor het voor burgers van de Unie geldende legesbedrag, zal zij niet in het kader van die aanvraag in aanmerking komen voor de status "EG langdurig ingezetene", die aan derdelanders kan worden verleend. Omdat de vreemdeling heeft verzocht om verlening van de status "EG langdurig ingezetene" heeft de staatssecretaris terecht de daarvoor geldende leges geheven. Aangezien bij de implementatie van de richtlijn voor de vreemdeling als onderdaan van Zwitserland de mogelijkheid is blijven bestaan om een verblijfsvergunning te verkrijgen met toepassing van de voor burgers van de Unie geldende leges, kan niet worden gesteld dat hierdoor in strijd met het discriminatieverbod op grond van nationaliteit is gehandeld.

Bron: rechtspraak.nl

Vreemdelingenbewaring ongedocumenteerde Chinezen niet mogelijk (uitspraak rechtbank)

LJN: BM8575, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Dordrecht , 10/19737

Datum uitspraak: 22-06-2010
Datum publicatie: 22-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

2.2. Eiser voert aan dat verweerder hem niet in bewaring had mogen stellen. Eiser is afkomstig uit China en is ongedocumenteerd. Hierdoor is eiser niet uitzetbaar.

2.3. Verweerder voert aan dat er ontwikkelingen zijn met betrekking tot de uitzetting van Chinezen. Zo heeft verweerder in mei 2010 18 laissez-passer (hierna: lp) toezeggingen ontvangen van de Chinese autoriteiten. Daarnaast is een lp-toezegging ontvangen van de Chinese autoriteiten van een volledig ongedocumenteerde Chinees, waarbij de vreemdeling wel het lp-formulier juist had ingevuld. Verweerder ziet in deze ontwikkeling aanleiding te kunnen stellen dat er niet meer gesproken kan worden van het ontbreken van zicht op uitzetting.

2.4. Eiser heeft na schorsing van het onderzoek ter zitting aangevoerd dat tot nu toe vaste jurisprudentie is dat er geen zicht op uitzetting is naar China. De enkele toezegging van 18 lp's, waarvan één voor een volledig ongedocumenteerde vreemdeling is daartoe onvoldoende. Dit aantal is nog te beperkt om reeds op grond daarvan aannemelijk te achten dat thans weer sprake is van zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn voor ongedocumenteerde Chinezen.

2.5. De rechtbank acht het beroep gegrond en komt daartoe op grond van de navolgende overwegingen.

2.5.1. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser de Chinese nationaliteit heeft, dat hij niet in het bezit is van documenten die zijn uitzetting kunnen bevorderen. Gesteld noch gebleken is dat er aanknopingspunten zijn voor een uitzettingstraject naar een ander land.

2.5.2. In haar uitspraak van 26 november 2008 (LJN: BG5708) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State onder meer geoordeeld dat het verstrekken in twee gevallen van een lp weliswaar een belangrijke aanwijzing is voor een verandering in de opstelling van de Chinese autoriteiten, maar dat dit aantal lp's te beperkt is om reeds op die grond aannemelijk te achten dat thans weer sprake is van zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn.

In navolging van voornoemde uitspraak is de rechtbank van oordeel dat ook thans weliswaar een belangrijke aanwijzing bestaat dat er een verandering optreedt in de opstelling van de Chinese autoriteiten, maar dat ook thans de toezegging van één lp voor een volledig ongedocumenteerde Chinees nog niet voldoende is om aannemelijk te achten dat er thans weer sprake is van zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn. Daarbij overweegt de rechtbank voorts dat de toezegging van de Chinese autoriteiten nog niet heeft geleid tot daadwerkelijke uitzettingen, daar waar reeds in mei 2010 door verweerder toezeggingen zouden zijn ontvangen.
Gelet op het vorenstaande had verweerder, naar het oordeel van de rechtbank, eiser niet in bewaring mogen stellen.


Bron: rechtspraak.nl

Bij de beoordeling of iemand als zelfstandige zou bijdragen aan een wezenlijk economisch Nederlands belang moet expliciet in aanmerking worden genomen dat iemand Turks is ivm de Associatieovereenkomst (uitspraak rechter)

LJN: BM8662, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Maastricht , AWB 09 / 12395

Datum uitspraak: 18-06-2010
Datum publicatie: 22-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Arbeid als zelfstandige / Associatieovereenkomst EEG-Turkije / Standstill-bepaling / Nederlands economisch belang

Het criterium ‘wezenlijk Nederlands economisch belang’ is niet gewijzigd, maar de inkleuring van dit criterium is wel in de loop der jaren aan verandering onderhevig door wijziging van de economische situatie. Niet kan worden gesproken over een andere en striktere invulling van dit criterium in vergelijking met 1 januari 1973. Daarom is geen sprake van een nieuwe beperking. De rechtbank leidt uit het arrest van het Hof van Justitie van de EG van 20 september 2007 (JV 2007/494)af dat nieuwe beperkingen ook in beleidsregels dan wel een bestendige adviespraktijk van de Minister van Economische Zaken, die materieel hetzelfde effect heeft, kunnen zijn gelegen. Verweerder heeft bij de beoordeling van de aanvraag onvoldoende aandacht geschonken aan de Turkse nationaliteit van de vreemdeling en had met name dit gegeven expliciet moeten doorgeven aan de Minister van Economische Zaken. Verweerder had het advies niet aan het bestreden besluit ten grondslag mogen leggen zonder zich ervan te vergewissen of wel voldoende aandacht was geschonken aan de bijzondere positie van Turkse zelfstandigen en de standstill-bepaling en zonder zelfstandig af te wegen of bij de toegepaste adviespraktijk van de Minister van Economische Zaken materieel geen sprake was van een ongunstige wijziging ten opzichte van de situatie op 1 januari 1973. Beroep gegrond.

www. rechtspraak.nl

Moeten kosten voor contra-expertise documentenonderzoek worden vergoed? (uitspraak rechtbank)

LJN: BM9323, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 09/38497

Datum uitspraak: 24-06-2010
Datum publicatie: 25-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

4.1.1 In geschil is of er grond bestaat voor het oordeel dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kosten voor het opstellen van een contra-expertise documentenonderzoek geen noodzakelijke kosten zijn als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Rva 2005.

4.1.2 Blijkens de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 19 maart 2010 (LJN BL9320) worden de kosten verbonden aan het opstellen van een contra-expertise naar de authenticiteit van documenten in beginsel niet aangemerkt als noodzakelijke kosten als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Rva 2005. De Afdeling heeft overwogen dat een documentonderzoek een technische beoordeling is waarbij, onder meer, het document wordt vergeleken met een brondocument, indien dat beschikbaar is, en waarbij wordt vastgesteld of vervalsingstechnieken zijn toegepast. Deze beoordeling kan in de asielprocedure door de rechter worden gecontroleerd, aldus de Afdeling. Door te overwegen dat de kosten voor een contra-expertise in beginsel niet als noodzakelijke kosten aangemerkt dienen te worden, heeft de Afdeling kennelijk voor ogen gehad dat deze kosten in sommige gevallen wel als noodzakelijk aangemerkt dienen te worden, bijvoorbeeld indien de rechter in de procedure betreffende het verzoek om toestemming te verlenen voor het maken van kosten in verband met het laten verrichten van een contra-expertise, van oordeel is dat de rechter in de asielprocedure de technische beoordeling niet zal kunnen controleren.

4.1.3 De rechtbank ziet zich derhalve gesteld voor de vraag of de rechter in de asielprocedure aan de hand van de hem ter beschikking staande gegevens in staat zal zijn de technische beoordeling te controleren. Het Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, dat in opdracht van verweerder de door eiser in zijn asielprocedure overgelegde documenten op echtheid heeft onderzocht, heeft de onderzoeksresultaten neergelegd in een verklaring van onderzoek. De rechtbank is van oordeel dat de rechter in de asielprocedure niet in staat zal zijn de technische beoordeling aan de hand van voormelde verklaring van onderzoek te controleren. Redengevend hiervoor is dat de verklaring van onderzoek onvoldoende inzicht verschaft in de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, op grond van welke bevindingen en om welke redenen de documentonderzoeker tot zijn conclusies is gekomen. Immers, onder 2.1 en 3.1 van de verklaring van onderzoek is slechts vermeld dat de basisgegevens en het documentnummer middels een afwijkende techniek zijn aangebracht en dat de op de documenten aangebrachte afdrukken van inktstempels niet corresponderen met intern bekende informatie. De verklaring van onderzoek verschaft, ook gelezen in samenhang met de daarbij behorende algemene bijlage, dan ook onvoldoende inzicht in het documentonderzoek voor het oordeel dat de rechter in de asielprocedure de technische beoordeling zal kunnen controleren. Gelet hierop ontbeert het bestreden besluit een deugdelijke motivering.

4.1.4 Het voorgaande betekent dat verweerder zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de kosten voor het opstellen van een contra-expertise documentonderzoek geen noodzakelijke kosten zijn als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Rva 2005.

Bron: rechtspraak.nl

Aanpak overlast arbeidsmigranten uit Midden-en Oost-Europa

DEN HAAG (ANP i) - Het Rijk i gaat gemeenten een extra handje helpen met de huisvesting en inburgering van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa ('MOE-landers'). Dat schrijft minister Eimert van Middelkoop i voor Wonen, Wijken en Integratie mede namens minister Piet Hein Donner i van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vrijdag aan de Kamer.

In bepaalde wijken in sommige steden ontstaan er problemen door de hoeveelheid kamerverhuurpanden voor de Midden- en Oost-Europeanen. ,,Huisjesmelkerij, overbewoning en het steeds weer rouleren van nieuwe groepen arbeidsmigranten zetten de leefbaarheid in de toch al zwakke wijken verder onder druk'', aldus een woordvoerder van Van Middelkoop. Volgens de nieuwste schattingen van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) stijgt het aantal arbeidsmigranten uit de MOE-landers de komende jaren verder.

Een gemeentenetwerk gaat de gemeenten met kennis en methodes ondersteunen bij het nakomen van hun verantwoordelijkheid voor het huisvestingsbeleid. Op de website van het ministerie van VROM i staat inmiddels ook een uitgebreid overzicht van de mogelijkheden die gemeenten en andere partijen hebben om de komst van arbeidsmigranten uit de Europese Unie i in goede banen te leiden. Zo kunnen gemeenten sinds dit jaar behalve een bestuurlijke boete ook een bestuurlijke strafbeschikking opleggen. Overlastgevende situaties kunnen dan via het strafrecht worden aangepakt.

Ook kan het aanbod van tijdelijke passende woonruimte worden vergroot. Door wetswijzigingen kunnen gemeenten gemakkelijker toestaan dat gebouwen met een 'niet-wonen functie' geschikt worden gemaakt voor logies van tijdelijke werknemers. Ook moet meer huisvesting in de land- en tuinbouwgemeenten, plek waar arbeidsmigranten vaak werken, de stedelijke wijken ontlasten.

Nederlandse wijkbewoners ervaren volgens het departement overigens geen problemen met (gezinnen van) arbeidsmigranten die permanente woonruimte huren. ,,De overlast komt vooral van huurders die kortstondig ergens verblijven en parkeeroverlast, geluidshinder en verloedering door afval met zich meebrengen. De arbeidsmigranten noemen zelf de uitbuiting door uitzendbureaus, werkgevers en huisjesmelkers als groot probleem.''

Bron: http://www.europa-nu.nl/id/vigcf54mquyx/nieuws/aanpak_overlast_arbeidsmigranten_uit?ctx=vh1aly4653wh&s0e=vhdubxdwqrzw&goback=%2Envr_1624427_1

Celdeur openzetten is onvoldoende verbetering voor jonge vreemdelingen

Een cel blijft een cel. Minister van Justitie Hirsch Ballin stelt voor om van de huidige jeugdgevangenis ‘De Maasberg’ een vrijheidsbeperkende locatie te maken. Daarmee zou de capaciteit van ‘De Maasberg’ alsnog benut blijven, zo betoogt de minister. De organisaties in de coalitie ‘Geen Kind in de Cel’ waar ook INLIA deel van uit maakt zijn niet tevreden over de maatregelen die minister Hirsch Ballin aankondigt als alternatief voor de vreemdelingenbewaring van alleenstaande minderjarige jongeren op ‘De Maasberg’.


In Justitiële Jeugdinrichting ‘De Maasberg’ in Overloon (Noord-Brabant) worden sinds 2008 alleenstaande minderjarige vreemdelingen opgesloten die het land wilden binnenkomen of zijn aangehouden bij een identiteitscontrole terwijl ze geen verblijfsdocumenten hebben. De Verenigde Naties, de Raad van Europa en vele nationale mensenrechten- en vluchtelingenorganisaties hebben kritiek geuit op het opsluiten van jongeren om het enkele feit dat ze illegaal in Nederland zijn. Die kritiek erkent de minister en zijn voorstel ís ook een stap richting vrijheid. De maatregelen die hij aankondigt zijn echter zeer mager en komen ook niet tegemoet aan de eisen uit het Kinderrechtenverdrag.

Om ‘De Maasberg’ werkelijk kinderrechtenproof te maken zouden de hekken en poorten gesloopt moeten worden, de cellen afgebroken, de ontelbare sloten en camera’s ontmanteld. Er zou gelegenheid moeten zijn om gemakkelijk vanuit ‘De Maasberg’ naar school te gaan buiten de poort, vrienden te ontvangen en te laten logeren en naar het voetbal te kijken in de stad. ‘De Maasberg’ zou daarmee ook op een andere locatie moeten staan, want nu ligt de instelling te zeer geïsoleerd van de buitenwereld om enig normaal sociaal leven mogelijk te maken.

Gaat de minister dat sloopplan aanpakken? Natuurlijk niet. En dat hoeft ook niet. Het is veel eenvoudiger om fatsoenlijke, kleinschalige opvang te organiseren waarin jongeren geholpen worden bij het opbouwen van een perspectiefvol bestaan. In of buiten Nederland. En dan kunnen de mensen van ‘De Maasberg’ daar hun pedagogische kwaliteiten inzetten. Buiten de gevangenis. In de echte vrijheid.

Bron: http://www.inlia.nl/news/show/celdeur-openzetten-is-onvoldoende-verbetering-voor-jonge-vreemdelingen




Ook bij mij ging 's-nachts de deur op slot toen ik zestien was en mocht ik niet zomaar doen waar ik zin in had en dat was gewoon dan de buitendeur die mijn moeder dan op slot draaide. Het gaat hier wel om minderjarigen waar de overheid de verantwoordelijkheid voor heeft gekregen.


Daarbij komt dat als het als alternatief voor vreemdelingenbewaring is bedoeld hier ook het element van voorkomen dat mensen zich aan het toezicht onttrekken bij zit. Sowieso kunnen deze jongeren alleen in vreemdelingenbewaring zitten vermoed ik toch als ze niet als alleenstaande minderjarige vreemdeling zijn erkent of al in procedure waren.


Daarnaast zie je ook dat vaak jongeren naar Nederland komen en daar in handen vallen van de verkeerde personen. Het team mensenhandel probeert dat tegen te gaan en ligt daarom soms in een greppel te posten bij een asielzoekerscentrum en ziet de pooiers daar gewoon verschijnen. Dus een deur die op slot gaat kan ook bescherming bieden.


Dus aan zoiets als bovengenoemde situatie zitten vaak vele andere aspecten.

Kamervragen over uitzettingen naar Irak (22-06-10)

Op 31 mei berichtten wij al dat Amnesty International protest aantekende bij het Ministerie van Justitie tegen het gedwongen terugsturen van een groep van 35 afgewezen asielzoekers (op 30 maart) uit Nederland naar Irak. Bij de uitzetting beschikte Amnesty over aanwijzingen en getuigenverklaringen dat bij de uitzetting mogelijk buitensporig geweld is gebruikt door de Nederlandse autoriteiten.


Uit verschillende bronnen heeft VluchtelingenWerk Nederland vernomen dat na aankomst in Bagdad een deel van de groep door Iraakse functionarissen is mishandeld en/of gedetineerd. Enkelen zouden zelfs nog vastzitten en weer anderen zouden genoodzaakt zijn onder te duiken. Omdat Nederland gehouden is aan het beginsel van non-refoulement (in het vluchtelingenrecht: verbod een asielzoeker terug te zenden naar het land waar hij of zij te vrezen heeft voor vervolging) heeft VWN hierover op 4 juni 2010 een brief gestuurd naar de minister van Justitie, Hirsch Ballin. In de brief vraagt VWN aan de minister om duidelijkheid te scheppen over de signalen die uit Irak komen om zo te weten te komen of er op een veilige wijze naar Bagdad teruggekeerd kan worden.
Daarnaast vraagt VWN in de brief om een nieuwe groepsuitzetting – in dit geval op 9 juni samen met Noorwegen, Zweden, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk – om dezelfde reden op te schorten.

N.a.v. het protest van Amnesty en de brief van VWN heeft het GroenLinks kamerlid Azough op 16 juni kamervragen gesteld aan de minister van Justitie, waarin ook wordt aangedrongen op uitstel van de uitzettingen naar Irak zolang er nog geen duidelijkheid is over het lot van de groep Irakezen, die op 30 maart is uitgezet. Het wachten is op het antwoord van de minister.

Bron: http://www.inlia.nl/news/show/kamervragen-over-uitzettingen-naar-irak

25 juni 2010

Asielverzoeken uit Ivoorkust alleen nog op individuele gronden

Asielverzoeken uit Ivoorkust worden voortaan individueel behandeld. Tot nog toe gold een beleid van categoriale bescherming voor deze groep asielzoekers, vanwege de algehele situatie in Ivoorkust. Het besluit past in het in 2009 aanvaarde kabinetsbeleid om de categoriale bescherming te verminderen en de individuele beoordeling voorop te stellen.

De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Hirsch Ballin. Het kabinet acht geen grond meer aanwezig om dit beleid voort te zetten omdat volgens het nieuwe ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken de situatie in Ivoorkust is verbeterd.

In de nieuwe situatie zal alleen nog een asielvergunning worden gegeven aan asielzoekers uit Ivoorkust die op individuele gronden in aanmerking komen voor bescherming. Verder zullen de tijdelijke asielvergunningen die nog niet zijn omgezet naar een vaste vergunning worden herbeoordeeld. Het gaat naar schatting om 400 vergunningen.Asielverzoeken uit Ivoorkust alleen nog op individuele gronden

Asielverzoeken uit Ivoorkust worden voortaan individueel behandeld. Tot nog toe gold een beleid van categoriale bescherming voor deze groep asielzoekers, vanwege de algehele situatie in Ivoorkust. Het besluit past in het in 2009 aanvaarde kabinetsbeleid om de categoriale bescherming te verminderen en de individuele beoordeling voorop te stellen.

De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister Hirsch Ballin. Het kabinet acht geen grond meer aanwezig om dit beleid voort te zetten omdat volgens het nieuwe ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken de situatie in Ivoorkust is verbeterd.

In de nieuwe situatie zal alleen nog een asielvergunning worden gegeven aan asielzoekers uit Ivoorkust die op individuele gronden in aanmerking komen voor bescherming. Verder zullen de tijdelijke asielvergunningen die nog niet zijn omgezet naar een vaste vergunning worden herbeoordeeld. Het gaat naar schatting om 400 vergunningen.

Bron: justitie.nl

Ruim de helft van jonge Marokkaanse mannen in aanraking met politie

Ruim de helft van de Marokkaanse jongeren komt tussen zijn 16de en 22ste als verdachte in aanraking met de politie. Dat blijkt uit een studie van het Tijdschrift voor criminologie.

Daarvoor bekeken de onderzoekers cijfers van autochtone en allochtone jongeren die in 1984 in Nederland zijn geboren. 54 procent van de Marokkaans-Nederlandse jongeren was tussen de 16 en 22 verdacht van één of meerdere delicten. Overtredingen zoals door rood licht rijden, werden niet meegeteld, diefstal wel.

Van alle jongeren kwam 14 procent in aanraking met politie als verdachte. Van de Nederlandse jongens was dat 20 procent. Eerder concludeerde criminoloog Frank Bovenkerk dat 55 procent van de Marokkaanse jongens in Rotterdam tussen de 18 en de 24 verdachte van één of meerdere delicten was.

Onderzoeker Roel Jennissen van het onderzoekscentrum van het ministerie van Justitie (WODC) denkt dat de uitkomsten heel anders waren geweest als er naar de leeftijdsgroep dertig- tot veertigjarigen zou worden gekeken. Uit eigen onderzoek bleek dat Marokkanen hun criminele activiteiten vaak staken als ze een partner krijgen en een gezin stichten. Antillianen, zag Jennissen, blijven veel langer crimineel. Zij krijgen ook kinderen, maar spelen meestal geen rol van betekenis in het gezin.


Bron: http://www.nrc.nl/binnenland/article2570615.ece/Ruim_de_helft_van_jonge_Marokkaanse_mannen_in_aanraking_met_politie

Commissie daagt België en Ierland voor EU-Hof van Justitie wegens onvolledige omzetting van EU-regels asielprocedure

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op 24 juni 2010.

De Europese Commissie i heeft besloten een procedure bij het Hof van Justitie i van de EU te beginnen tegen België en Ierland omdat deze twee landen de EU-richtlijn over asielprocedures niet volledig hebben omgezet. De procedurerichtlijn bevat regels voor het vaststellen van minimumnormen die moeten worden nageleefd in de procedures voor het toekennen en intrekken van de vluchtelingenstatus.

"Het feit dat de lidstaten de EU-regels op verschillende manieren toepassen, kan het gehele Europese asielstelsel ondermijnen, omdat het kan leiden tot lagere beschermingsnormen voor degenen die conflicten en vervolging proberen te ontvluchten. Dat is onaanvaardbaar" zei Cecilia Malmström, commissaris voor Binnenlandse Zaken. "Deze normen vertegenwoordigen fundamentele Europese waarden: de rechten van de meest kwetsbaren beschermen. We moeten erop toezien dat deze rechten worden geëerbiedigd. Ik ben bereid België en Ierland te helpen bij hun laatste omzettingswerkzaamheden."

De procedurerichtlijn had uiterlijk 1 december 2007 moeten zijn omgezet. Deze richtlijn verplicht de lidstaten wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om aan de richtlijn te voldoen en de inhoud van die nationale bepalingen aan de Commissie mee te delen. De afgelopen drie jaar hebben België en Ierland veel bepalingen van de richtlijn omgezet, maar ondanks aandringen van de Commissie is de omzetting in nationaal recht nog steeds niet voltooid en zijn de omzettingsmaatregelen niet aan de Commissie meegedeeld. Daarom heeft de Commissie besloten beide lidstaten voor het Europese Hof van Justitie te dagen.

Om volledig aan de richtlijn te voldoen, moet België onder andere nog minimumnormen voor het persoonlijk onderhoud invoeren, alsmede een aantal specifieke waarborgen voor niet-begeleide minderjarigen en waarborgen die gelden bij het intrekken van de vluchtelingenstatus.

Ierland moet onder andere nog minimumnormen voor het persoonlijk onderhoud invoeren, alsmede een aantal waarborgen voor niet-begeleide minderjarigen, de verplichting om asielzoekers in te lichten over vertragingen in de procedure, en procedures voor de behandeling van volgende verzoeken.

Achtergrond

De procedurerichtlijn moet ervoor zorgen dat asielprocedures in eerste aanleg in de gehele EU aan dezelfde minimumnormen voldoen. Afgezien van enkele uitzonderingsgevallen, biedt de richtlijn asielzoekers de mogelijkheid tot een persoonlijk onderhoud en de garantie dat bij de behandeling van een asielverzoek bepaalde uitgangspunten en waarborgen gelden. Deze waarborgen houden onder andere in dat asielzoekers bij het begin van de procedure uitvoerige informatie moeten krijgen over het verloop van de asielprocedure, dat zij een gemotiveerde beslissing over hun asielverzoek moeten krijgen, dat zij toegang hebben tot rechtsbijstand en gebruik kunnen maken van een tolk, en dat de lidstaten verplicht zijn rekening te houden met de bijzondere behoeften van niet-begeleide minderjarigen.

De richtlijn bepaalt dat alle asielbeslissingen voor de rechter moeten kunnen worden aangevochten. Tevens verplicht zij de asielautoriteiten van de lidstaten zo spoedig mogelijk te beslissen over asielverzoeken van personen die legitiem de vluchtelingenstatus aanvragen in de EU.

De procedurerichtlijn is bindend voor alle EU-lidstaten behalve Denemarken.

Op 21 oktober 2009 heeft de Commissie een wijziging van de richtlijn voorgesteld (zie IP/09/1552 en MEMO/09/472), met de bedoeling: (i) één enkele procedure in te voeren door de asielprocedures te vereenvoudigen en te rationaliseren, waardoor tevens de administratieve belasting voor de lidstaten wordt beperkt; (ii) voor te schrijven dat personen die een verzoek om internationale bescherming willen indienen, in een zeer vroeg stadium van hun verblijf moeten kunnen beschikken over informatie en advies; (iii) de behandeling van een verzoek efficiënter te doen verlopen, door bijvoorbeeld een algemene termijn van zes maanden in te voeren voor de afronding van de procedure in eerste aanleg; (iv) meer procedurele waarborgen te bieden, met name voor kwetsbare groepen zoals slachtoffers van foltering of niet-begeleide kinderen; (v) duidelijk te bepalen dat beslissingen in eerste aanleg door een rechterlijke instantie zowel op feitelijke als op juridische gronden moeten worden getoetst en heldere regels vast te stellen betreffende de opschortende werking van een beroep.

Toekomst

Voor meer informatie over de drie fasen van de inbreukprocedure, zie IP/798.

Voor meer informatie:

Homepage van Cecilia Malmström, Commissaris voor Binnenlandse Zaken:

http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/malmstrom/welcome/default_en.htm

Newsroom Justitie en Binnenlandse Zaken:

http://ec.europa.eu/justice_home/news/intro/news_intro_en.htm


Bron: http://www.europa-nu.nl/id/vigbg1d3wxz8/nieuws/commissie_daagt_belgie_en_ierland_voor?ctx=vh1aly4653wh&s0e=vhdubxdwqrzw

Inhoudsopgave nieuwberichten migratierecht.nl van de SDU

Normaliter is dit een betaalde informatieservice maar om u een idee te geven wat dat dan zoal inhoudt bij deze de inhoudsopgave:

Tip van de week


Nieuwsberichten asiel
ο 2010/643 Hirsch Ballin treft interim-maatregelen voor amv’s
ο 2010/644 UNHCR vraagt meer aandacht voor Afghaanse kinderen op de vlucht
ο 2010/645 Terugkeerrichtlijn: inreisverbod illegale vreemdelingen voor hele Schengengebied
ο 2010/646 Lange asielprocedure maakt mensen psychisch ziek
ο 2010/647 UNHCR: Sinds 2007 100.000 Iraakse vluchtelingen naar derde landen in het kader van hervestiging
ο 2010/648 Antwoorden Kamervragen over ‘Uitzetting Afghaanse christen geblokkeerd’


Jurisprudentie asiel
ο 2010/649 AbRS, 7 april 2010 nr. 200906777/1/H2
ο 2010/650 AbRS, 7 april 2010 nr. 200906777/1/H2
ο 2010/651 AbRS, 7 april 2010 nr. 200906777/1/H2
ο 2010/652 AbRS 27 mei 2010 nr. 200908922/1/V2
ο 2010/653 AbRS 28 mei 2010 nr. 200909378/1/V3
ο 2010/654 AbRS 4 juni 2010 nr. 200908052/1/V2
ο 2010/655 AbRS 4 juni 2010 nr. 200908052/1/V2
ο 2010/656 AbRS 9 juni 2010 nr. 201000789/1/V2, LJN: BM8434
ο 2010/657 AbRS 15 juni 2010 nr. 200908530/1/V3, LJN: BM8422
ο 2010/658 AbRS 15 juni 2010 nr. 201001266/1/V3, LJN: M8438
ο 2010/659 Rechtbank ’s-Gravenhage zp ’s-Hertogenbosch (mk) 24 november 2009 AWB 07/24619 AWB 07/24620, LJN: BM8181
ο 2010/660 Rechtbank ’s-Gravenhage zp Rotterdam (mk) 10 juni 2010 AWB 08/6752, LJN: BM8768
ο 2010/661 Rechtbank ’s-Gravenhage zp Zwolle (mk) 11 juni 2010 AWB 09/35809, LJN: BM8632
ο 2010/662 Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage zp ’s-Hertogenbosch 26 maart 2010 AWB 09/29333, LJN: BM8113
ο 2010/663 Rechtbank ’s-Gravenhage zp ’s-Hertogenbosch 22 april 2010 AWB 10/6177, LJN: BM8124
ο 2010/664 Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage zp ’s-Hertogenbosch 28 mei 2010 AWB 09/35964, LJN: BM8127
ο 2010/665 Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage zp ’s-Hertogenbosch 19 maart 2010 AWB 10/2813 AWB 10/2815, LJN: BM8104


Nieuwsberichten regulier
ο 2010/666 Terugkeerrichtlijn: inreisverbod illegale vreemdelingen voor hele Schengengebied
ο 2010/667 Gevolgen uitspraak HvJ voor legesheffing Turkse onderdanen
ο 2010/668 Schengen Informatie Systeem is zwarte lijst met verstrekkende gevolgen

Jurisprudentie regulier
ο 2010/669 EHRM decision 18 mei 2010, El Morabit tegen Nederland, zaak nr. 46897/07
ο 2010/670 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Haarlem 10 mei 2010, AWB 09/15407, LJN: BM8210
ο 2010/671 Rechtbank ’s-Gravenhage 24 maart 2010, Awb 09/35469, LJN: BM8109
ο 2010/672 Rechtbank ’s-Gravenhage 6 april 2010, AWB 09/26182 (beroep), AWB 09/26184 (voorlopige voorziening), AWB 09/26181 (beroep), LJN: BM8087
ο 2010/673 Rechtbank ’s-Gravenhage10 juni 2010 , AWB 09/45732 BEPTDN, LJN: BM8074
ο 2010/674 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen 16 jini 2010, AWB 09/20323, LJN: BM8018
ο 2010/675 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen 16 juni 2010, AWB 09/887, LJN: BM8017
ο 2010/676 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam 2 juni 2010, AWB 09/874, 09/878, LJN: BM7562
ο 2010/677 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam 28 mei 2010, AWB 09/13753, LJN: BM7552
ο 2010/678 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Zutphen 26 mei 2010, AWB 09/43641 COA, LJN: BM7620
ο 2010/679 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam 28 mei 2010, AWB 09/20919, 09/7590, 09/17378, LJN: BM7549
ο 2010/680 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam 26 mei 2010, AWB 10/16577, LJN: BM7585
ο 2010/681 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam 1 juni 2010, AWB 09/12231, 09/12232, LJN: BM7587
ο 2010/682 Rechtbank ’s-Gravenhage , zittingsplaats Groningen 10 juni 2010, Awb 09/48167, LJN: BM7522
ο 2010/683 Rechtbank Amsterdam 28 april 2010, AWB 09/1221 RWNL, LJN: BM7546

Meer info: http://www.sdu.nl/klantenservice/Pages/default.aspx

VACATURE: Huismeester bij de COA in Apeldoorn

‘Huismeester’ te APELDOORN
Opleidingsniveau:Middelbaar beroepsonderwijs (MBO, MEAO ..)Rijbewijs:Verplicht
Loonindicatie:In overleg
Studievoorkeur:
Techniek

Omschrijving
Organisatie
Het COA
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor de Nederlandse samenleving dé opvangorganisatie die zorgt voor probleemloze opvang van vreemdelingen. In opdracht van het ministerie van Justitie biedt het COA mensen in een kwetsbare positie veilige huisvesting en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, in Nederland of elders. Het gaat vooral om asielzoekers en vluchtelingen, en om specifieke groepen zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen.

De samenleving doet steeds vaker een ander beroep op de opvang- en huisvestingsexpertise van het COA. Daardoor ontwikkelt het COA zich tot een organisatie met een grote maatschappelijke betrokkenheid en anticipeert het op ontwikkelingen in Nederland en Europa. Het COA is een uitvoeringsorganisatie met opvanglocaties in heel Nederland.


Functiebeschrijving
Je hebt overzicht van zaken die gedaan moeten worden en fungeert als werkvoorbereider.
Je controleert onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden.
Je bent verantwoordelijk voor de "huisvestingsaspecten" mét in- door- en uitstroom van asielzoekers.
Je signaleert spanningen, spreekt bewoners aan op ongewenst gedrag.
Je hebt functionleel over leg met de stafmedewerker Facilitaire Zaken.
De eerste 3 weken werk je 32 uur per week, daarna ben je 8 uur per week werkzaam.


Functie-eisen
Ervaring als huismeester, of met facilitaire zaken.


Arbeidsvoorwaarden


•8 uur per week.
- Maatschappelijk betrokken organisatie.
- Leuk als bijbaan of te combineren met iets anders

Bron: http://vacatures.trovit.nl/index.php/cod.frame/url.http%253A%252F%252Fwww.studentenbaan.nl%252Fbaan%252F30200%252FHuismeester/id_ad.6723389/type.0/what.vreemdelingen/pos.0/

23 juni 2010

Pas in beroep komen met bijzondere feiten is te laat (uitspraak Raad van State)

LJN: BM8419, Raad van State , 200903815/1/V1

Datum uitspraak: 16-06-2010
Datum publicatie: 21-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep

Inhoudsindicatie: Bijzondere omstandigheden aanvoeren in bestuurlijke fase / artikel 4:2, tweede lid, van de Awb


De vreemdelingen hebben in aanvullende bezwaarschriften van 1 juli 2005 alleen aangevoerd dat de minister in de besluiten van 21 april 2005 in het geheel geen belangenafweging heeft gemaakt en hun individuele omstandigheden niet heeft meegenomen. Eerst in beroep hebben zij aangevoerd dat en waarom huns inziens sprake is van bijzondere omstandigheden die tot afwijking van het beleid zouden kunnen nopen en waarmee de staatssecretaris rekening had moeten houden bij het nemen van de besluiten. Gelet op artikel 4:2, tweede lid, van de Awb had het echter op de weg van de vreemdelingen gelegen deze omstandigheden reeds bij hun aanvraag doch uiterlijk in de bezwaarfase te stellen en, zo nodig, aannemelijk te maken. Te meer, nu de minister zich in de desbetreffende besluiten van 21 april 2005 op het standpunt heeft gesteld dat de vreemdelingen geen bijzondere omstandigheden hebben aangevoerd, mocht van hen worden verwacht dat zij in elk geval in hun bezwaarschriften melding hadden gemaakt van de persoonlijke omstandigheden die volgens hen aanleiding geven af te wijken van het beleid. Weliswaar hebben de vreemdelingen in de aanvullende bezwaarschriften van 1 juli 2005 aangekondigd dat op korte termijn een nadere toelichting op de persoonlijke omstandigheden zou worden toegezonden, doch daaraan hebben zij geen uitvoering gegeven. De rechtbank heeft in de in beroep gestelde bijzondere omstandigheden dan ook ten onrechte grond gevonden voor het oordeel dat de staatssecretaris de besluiten van 16 april 2007 onvoldoende heeft gemotiveerd.




Bron: rechtspraak.nl

VluchtelingenWerk ATC Sambeek zoekt vrijwilliger voor spreekuur

VluchtelingenWerk West en Oost Brabant & Bommelerwaard zoekt voor haar Lokatie ATC Sambeek een spreekuurvrijwilliger. Interesse? Bel 0623688054 (Jacqueline Slikker) of mail azcsambeek@vluchtelingenwerk-wobb.nl

Algemeen
In het ATC verblijven asielzoekers die in afwachting zijn van een beslissing op de asielaanvraag.

Werkzaamheden Vluchtelingenwerk ATC Sambeek
De werkzaamheden van Vluchtelingenwerk bestaan uit: het geven van voorlichting, bieden van juridische ondersteuning en belangenbehartiging.

De werkzaamheden zijn o.a.:

Uitvoeren van intakegesprekken
Voeren van adviesgesprekken tijdens spreekuren
Contacten onderhouden met advocaten en rapportage
Uitvoeren van Vluchtverhaalanalyses
Competenties vrijwilligers
Als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk komt u in contact met verschillende mensen uit allerlei culturen. Ook komt u in contact met advocaten, rechtshulpverleners en overheidsorganisaties.
Wij vragen derhalve:

Affiniteit met de doelgroep
HBO werk- en denkniveau
Goede contactuele vaardigheden
Zelfstandig en in teamverband kunnen werken
Flexibiliteit
Bereidheid tot scholing, volgen van basisscholing VluchtelingenWerk is verplicht (modules begeleiding/basisinformatie/asielprocedure)
Beschikbaarheid van minimaal 1 dag per week
Gezien de ligging en bereikbaarheid van het centrum is het beschikken over eigen vervoer van belang.

Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/vrijwilligers/vluchtelingenwerk-atc-sambeek-zoekt-vrijwilliger-voor-spreekuur.php

VACATURE: Bewaarder detentie- en uitzetcentrum (meerdere vacatures)

Dienst Justitiële Inrichtingen, sectordirectie Bijzondere Voorzieningen (Schiphol-Oost, Zaandam en Zeist)

Vacaturenummer: DJI_5143_016_10
Sluitingsdatum: 01/07/2010

Functie-omschrijving
Je werkt met gedetineerden die zijn ingesloten in detentie- en uitzetcentra. Dit betekent bijvoorbeeld dat je toegang- en uitgangcontroles uitvoert, legitimatiedocumenten registreert en risicovolle goederen opspoort door gebruik te maken van detectiepoorten en doorlichtingsapparatuur, of door te fouilleren. Met camera’s signaleer je onveilige situaties en stel je vast of de afsluitingen goed verlopen. Verder zorg je voor het beheer van de sleutels, piepers en portofoons.

Als bewaarder in een detentie- of uitzetcentrum moet je oog hebben voor detail. Je houdt de mensen niet alleen in de gaten, maar je staat hen ook bij tijdens hun verblijf. Dat vraagt om respect voor de andere culturen, en voor de verschillende ideeën en gebruiken die je in zo’n centrum tegenkomt. En om nauwe samenwerking met je collega’s.

Functie-eisen
In de detentie- en uitzetcentra zitten mensen die op korte termijn – gedwongen - ons land gaan verlaten. Bijvoorbeeld bolletjesslikkers of uitgeprocedeerde asielzoekers. Vaak zijn ze onzeker over hun toekomst. Of ronduit teleurgesteld.
Als bewaarder moet je dan ook stevig in je schoenen staan. Je moet over een goede lichamelijke conditie beschikken. En minimaal het niveau van een vmbo’er hebben. Wij vervullen een voorbeeldfunctie in de maatschappij. Daarom moeten we hoge eisen aan je stellen. Je moet - zowel tijdens, als buiten de werkuren - een fatsoenlijk mens zijn. Vandaar dat we een antecedentenonderzoek uitvoeren. Tijdens dit onderzoek wordt bekeken of je ooit veroordeeld bent geweest, en zo ja, waarvoor. Zo nodig onderzoeken we daarna of een eventuele veroordeling een bezwaar is voor je aanstelling als bewaarder. Voor het antecedentenonderzoek vragen we je eerst om toestemming.
Als je een bewaarder in jezelf ziet, een rijbewijs bezit, op maximaal 60 reisminuten van onze locaties woont en 23 jaar of ouder bent, dan horen we graag van je. Je kunt direct solliciteren op deze pagina.

Meer: http://www.werkenbijdeoverheid.nl/vacatures/detail/bewaarder-detentie-en-uitzetcentrum-meerdere-vacatures/index.cfm?vacature_id=HJUKMTHG&adm_pin=01481

Kamerstuk 5655163 inspectierapport doorlichting detentiecentrum Zeist

Dit is het rapport over het Detentiecentrum zelf http://www.justitie.nl/images/aanbieding%20ISt%20onderzoek%20doorlichting%20DC%20Zeist.doc_20584_tcm34-285260.pdf?cp=34&cs=580

Let met name op hoofdstuk 6 over het voorbereiden van terugkeer (pagina 71-76). Opmerkelijk om te zien dat vreemdelngen dat niet kunnen voorbereiden door zelf informatie op internet op te zoeken of e-mails te sturen. Ook blijkt het Juridisch Loket onvoldoende bekend en de functie van terugkeerfunctionaris is niet afgebakend. Op zich een interessant stuk om te lezen hoe de voortgang daar gaat. Ook handig in procedures. Je ziet bijvoorbeeld dat na een intake gesprek er geen geregeld georganiseerd contactmoment meer is met een terugkeerfunctionaris. En dat de vreemdeling zelf weinig kan doen. Dus hoe zo actieve medewerking geven? Dit terwijl de IND vaak ter zitting aanvoert dat de vreemdeling niets doet om de bewaring te beperken door zelf stappen te nemen ter terugkeer.

Bron: justitie.nl

Meezingen voor NT2 cursisten

Hollandse meezingavonden
Vanaf september organiseert NedLes Hollandse meezingavonden, speciaal voor cursisten Nederlands als tweede taal.
Onder begeleiding van een accordeonist en een zanger kan iedereen die dat wil Hollandse liederen meezingen. De teksten, met Engelse vertaling, liggen klaar.
De avonden zijn gratis en vrijblijvend; wie het leuk vindt komt de volgende keer weer, men hoeft zich niet van te voren op te geven.
De meezingavonden worden gehouden in Café Waterloo 77; een mooi Amsterdams café, vlakbij metrostation Waterlooplein en tramhalte 9 en 14.

Data: Iedere tweede donderdag van de maand, te beginnen op donderdag 9 september
Tijd: 20.00 - 22.00 uur
Adres: café Waterlooplein 77, Rapenburgerstraat 169, 1011 VM Amsterdam
Toegang: gratis

Als u als docent NT2 met uw cursisten wilt langskomen bent u van harte welkom. Indien u de flyers voor deze avonden wilt ontvangen of meer informatie wilt, stuur dan een mail naar info@nedles.nl.

Alle informatie is te vinden op www.nedles.nl/zingen

Wie weet tot 9 september!

NedLes, Annelies Braams

Bron: Linkedin groep

18 juni 2010

IND zou mvv-advies formulier eens moeten wijzigen!!! Hoe vraag je een mvv-advies dan wel aan?

Nu denkt een verzoeker dat hij alle relevante zaken heeft verteld en meegestuurd als hij het formulier helemaal heeft ingevuld. Dat er echter ook een separaat beroep op omstandigheden rond de belangenafweging van artikel 8 EVRM kunnen zijn blijkt nergens uit het formulier. En een leek weet dit niet en heeft dan ook rechtvaardig vertrouwen op de volledigheid van zijn aanvraag. Dus komt er dan een standaardriedeltje in het advies te staan dat van bijzondere omstandigheden waardoor het gezinsleven niet in het buitenland kan worden uitgeoefend niet is gebleken.

Dus mensen stop er een brief bij waarin u bijvoorbeeld deze omstandigheden noemt en artikel 8 EVRM waar u zich op beroept:
- Kinderen uit een eerdere relatie waarmee een omgangsregeling is;
- De situatie waarin een Nederlandse vrouw en eventuele kinderen in het land van de buitenlandse partner terecht komt;
- Het afmoeten breken van een schoolopleiding van kinderen;
- De medische situatie van de Nederlandse partner / kinderen;
- De mate waarin de relatie in het land van herkomst zal worden geaccepteerd.
- Mantelzorg die in Nederland aan een ouder wordt geboden etc.

Beroept u zich ook separaat op het Europese recht als u bijvoorbeeld niet voldoende inkomsten hebt op het moment (geen 100% minimumloon of geen vast contract) maar u al wel al vele jaren geen gebruik hebt gemaakt van bijstand.Beroept u zich op de zaak Chakroun tegen de Minister van Buitenlandse Zaken waarin het Hof van Justitie heeft op 4 maart 2010 de prejudiciële vragen beantwoord van de Afdeling Bestuursrechtspraak vande Raad van State. Deze heeft veel bekendheid gekregen omdat daardoor de 120% norm is afgeschoten maar uit de overwegingen valt ook af te leiden dat als je kunt aantonen dat je voor je gezin kan zorgen een Europees land geen gezinshereniging mag weigeren. Dus stel dat u al jaren uw gezin in Marokko hebt onderhouden en altijd gewerkt en geen uitkering of huursubsidie hebt gekregen meldt dit dan. Dit is nog wel jurisprudentie in wording maar als u zich er op beroept moet de IND er iets over zeggen.

Rechtbank geeft advocaat poeier (uitspraak)

LJN: BM7238, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/21382

Datum uitspraak: 27-04-2010
Datum publicatie: 16-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenwet / advocaat niet bepaaldelijk gevolmachtigd

De rechtbank is van oordeel dat de advocaat van eiser niet bepaaldelijk gevolmachtigd is geweest tot het instellen van het beroep van 11 juni 2009, nu hij in zijn brief van 17 maart 2010 heeft verklaard al zeker gedurende een jaar geen contact met eiser te hebben. Ook al zou de advocaat bij voorbaat door eiser zijn gemachtigd, dan is dit niet voldoende. Uit artikel 70, eerste lid, van de Vw 2000 volgt immers dat de volmacht aan de advocaat afzonderlijk per instantie dient te worden verleend en niet in het algemeen voor alle nog aan te wenden rechtsmiddelen kan worden verleend. De rechtbank verwijst hierbij naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 31 maart 2009 (LJN: BI0062).

Bron: rechtspraak.nl

Maar wat nu als je je client niet in die 28 dagen te pakken krijgt en geen beroep instelt? Dan krijg je misschien een klacht aan je broek. Deze uitspraak geeft een beetje de boodschap "zit je eigen rekening niet te spekken". Wat dan te doen? Ik denk dat het redelijk is om het beroep als je de client al een jaar nioet te pakken hebt gekregen ruim voor iets op zitting wordt geplaatst in te trekken. Wat denk u?

Wat als iemand in beroep zijn hele verhaal wijzigt en dan claimt bij uitzetting ex artikel 3 EVRM gevaar te lopen? (uitspraak rechtbank)

Ondanks een strijd met de goede procesorde moet de IND als het er toch echt op lijkt dat iemand dan een gevaar voor eigen leven loopt onderzoek doen. In Nijntje taal "Better safe then sorry".

LJN: BM8113, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 09 / 29333


Datum uitspraak: 26-03-2010
Datum publicatie: 17-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Inhoudsindicatie: Bahaddar, vervangend Congolees paspoort, artikel 3 EVRM, Burundese nationaliteit Naar het oordeel van de rechtbank diende eiseres haar gestelde Congolese nationaliteit reeds ten tijde van haar eerste asielaanvraag met onderliggende stukken te onderbouwen en kan het overgelegde Congolese paspoort, aangezien dit niet eerder is overgelegd, niet als nieuw gebleken feit en omstandigheid worden aangemerkt. De omstandigheid dat eiseres in de eerdere asielprocedure op advies van haar toenmalige gemachtigde haar verklaringen aangaande haar nationaliteit heeft gewijzigd, doet hieraan niet af en dient voor haar eigen rekening en risico te komen. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling volgt dat, ook indien de vreemdeling stelt dat bij gedwongen terugkeer naar het land van herkomst het risico bestaat van een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing, moet worden voldaan aan de in het nationale recht neergelegde procedureregels. Slechts indien zich bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende feiten en omstandigheden, als bedoeld in overweging 45 van het arrest Bahaddar tegen Nederland (LJN: AG8817), voordoen, kan noodzaak bestaan om deze regels niet tegen te werpen. In dat geval kan het besluit, ondanks dat er eerst in beroep en in strijd met de goede procesorde nieuwe beroepsgronden zijn aangevoerd met betrekking tot artikel 3 van het EVRM, worden getoetst door de bestuursrechter, voor zover deze feiten en omstandigheden daartoe nopen. Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 april 2009 (LJN: BJ1636) blijkt dat dit niet betekent dat bij de beoordeling of sprake is van evenbedoelde bijzondere feiten en omstandigheden ter toetsing staat of verweerder zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat het beroep van de vreemdeling op artikel 3 van het EVRM faalt. Aan die toetsing van het standpunt van verweerder komt de rechtbank eerst toe, nadat zij tot het oordeel is gekomen dat de feiten en omstandigheden die de vreemdeling in het kader van artikel 3 van het EVRM heeft aangevoerd, in het licht van de beoordeling eerder in de procedure en het bepaalde in artikel 13 van het EVRM, zodanig zwaarwegend zijn dat de wijze waarop de rechtbank het besluit naar nationaal recht dient te beoordelen er aan in de weg staat dat een reëel risico van een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing in de beoordeling van het beroep wordt betrokken. Gelet hierop zal dienen te worden beoordeeld of het beoordelingskader er aan in de weg staat dat een reëel risico op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing in de beoordeling van het beroep wordt betrokken. Verweerder stelt dat niet kan worden herleid op grond van welke onderliggende informatie de Congolese autoriteiten zijn overgegaan tot afgifte van het vervangend paspoort. Ter zitting heeft eiseres aangevoerd dat zij bij de Congolese ambassade in België haar achtergrond heeft geschetst en haar Congolese geboorteakte heeft laten zien. Nu op basis hiervan de bevoegde Congolese autoriteiten haar een vervangend paspoort hebben verstrekt en verweerder niet op basis van onderzoek gemotiveerd heeft bestreden dat het een authentiek paspoort betreft, kan naar het oordeel van de rechtbank niet op voorhand worden uitgesloten dat eiseres hiermee uitzetbaar is naar de DRC. Nu verweerder in het bestreden besluit geen uitsluitsel biedt of er met betrekking tot eiseres als (alleenstaande) vrouw, behorend tot de Banyamulenge en de dusdanig ernstige situatie in de provincie Kivu, alwaar sprake is van een binnenlands gewapend conflict, een arguable claim op schending van artikel 3 van het EVRM bestaat. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder in de door eiseres aangedragen informatie aanleiding had moeten zien om nader onderzoek in te stellen of deze aangevoerde feiten en omstandigheden zodanig zwaarwegend zijn dat geoordeeld moet worden dat zij bij terugkeer naar de DRC een reëel risico loopt op een artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling of bestraffing. Dit teneinde te kunnen beoordelen of sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden als bedoeld in de Bahaddar-zaak van het EHRM, die maken dat het in rechtsoverweging 6 weergegeven beoordelingskader buiten toepassing moet blijven. Het bestreden besluit komt daarom voor vernietiging in aanmerking wegens strijd met het bepaalde in artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het beroep is derhalve gegrond

Bron: rechtspraak.nl

Ongewenstverklaring en een buitenlands vonnis (uitspraak rechtbank)

LJN: BM8121, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 09 / 24601


Datum uitspraak: 29-03-2010
Datum publicatie: 17-06-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Inhoudsindicatie: Ongewenstverklaring, art. 3.86 lid 3 Vb 2000, buitenlands vonnis, strafmaatvergelijking, richtlijnen OM (Bos Polaris), advies strafeis OvJ, oriëntatiepunten van straftoemeting en LOVS-afspraken, AVV, beleid (B1/5.3.6 Vc 2000). Ingevolge artikel 3.86 lid 3 Vb 2000 dient bij een in het buitenland gepleegd of bestraft misdrijf een strafmaatvergelijking plaats te vinden met de strafmaat die in Nederland zou zijn opgelegd. Hiertoe vraagt verweerder advies aan de OvJ. Ten aanzien van dit advies overweegt de rechtbank, in navolging van de Afdeling (JV 2004), dat dit in beginsel kan worden aangemerkt als een deskundigenadvies aan verweerder. Indien een zodanig advies op onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze is opgesteld, mag verweerder van dat advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten bestaan voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan. Naar het oordeel van de rechtbank is in het onderhavige geval van dit laatste sprake. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich voor de strafmaatvergelijking niet uitsluitend heeft mogen baseren op hetgeen de OvJ zou hebben geëist. De enkele eis van de OvJ acht de rechtbank onvoldoende voor de beoordeling of de in het buitenland opgelegde straf vergelijkbaar is met de strafmaat die in Nederland zou zijn opgelegd wanneer. De rechtbank is van oordeel dat het advies van de OvJ onvoldoende informatie bevat om tot een adequate strafmaatvergelijking te komen, nu uit dat advies niet blijkt of de OvJ bij zijn onderzoek zich heeft georiënteerd op bijvoorbeeld recente jurisprudentie waaruit blijkt welke straffen in soortgelijke gevallen als de onderhavige door de rechter zijn opgelegd of de zogenoemde oriëntatiepunten van straftoemeting en LOVS-afspraken. Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder nader toegelicht dat verweerder bij de strafmaatvergelijking van in het buitenland gepleegde strafbare feiten niet anders kan dan aan het OM te vragen welke straf in Nederland zou zijn geëist. Dat daarbij wordt aangesloten bij de gepubliceerde richtlijnen van het OM met betrekking tot de eis van de OvJ acht de rechtbank echter onvoldoende. De rechtbank onderkent dat het voor een OvJ niet mogelijk zal zijn aan te geven welke straf uiteindelijk door de Nederlandse rechter zou zijn opgelegd. Het moet echter wel mogelijk worden geacht een, op jurisprudentie en oriëntatiepunten van straftoemeting gebaseerde, inschatting te geven van de in Nederland te verwachten straf. Thans is slechts de te verwachten eis van de OvJ bij de beoordeling door verweerder betrokken. Het staat de OvJ vrij om, om hem moverende redenen, een eis te formuleren die hoger ligt dan hetgeen gemiddeld genomen voor een dergelijk delict door de rechter wordt opgelegd. Hiermee wordt thans op geen enkele wijze rekening gehouden. De rechtbank acht dit onjuist, mede gelet op de ingrijpendheid van het besluit dat op het advies van de OvJ is gebaseerd. Voor zover in verweerders beleid (B1/5.3.6 Vc 2000) is bepaald dat voor de strafmaatvergelijking wordt aangesloten bij de gepubliceerde richtlijnen van het OM met betrekking tot de eis van de OvJ, verhoudt dit beleid zich niet (geheel) met artikel 3.86, derde lid, van het Vb 2000, zijnde een AVV waarvan niet bij beleidsregel kan worden afgeweken. Verweerder heeft zich derhalve niet uitsluitend op de strafeis van de OvJ mogen baseren. Beroep gegrond.

Terugkeerrichtlijn: inreisverbod illegale vreemdelingen voor hele Schengengebied

Vandaag is een wetsvoorstel van Minister Hirsch Ballin ingediend bij de Tweede Kamer waarmee de Vreemdelingenwet 2000 wordt aangepast aan de Europese Terugkeerrichtlijn.

In deze richtlijn staan gemeenschappelijke normen en procedures om de terugkeer van illegale vreemdelingen te bevorderen. Voor Nederland houdt de aanpassing in dat vreemdelingen voortaan een inreisverbod kunnen krijgen dat automatisch geldt voor het hele Schengengebied. Daarnaast wordt de maximale termijn voor toepassing van vreemdelingenbewaring wettelijk vastgelegd.

Aan vreemdelingen die Nederland onmiddellijk moeten verlaten, bijvoorbeeld omdat zij illegaal in ons land zijn, kan voortaan een terugkeerbesluit worden gegeven met een Europees inreisverbod, waartegen zij rechtsmiddelen kunnen aanwenden. Afgewezen asielzoekers krijgen net als nu de aanzegging om Nederland binnen de wettelijke vertrektermijn te verlaten. De beschikking waarbij de asielaanvraag is afgewezen, kan mede strekken tot een inreisverbod.

Naast het inreisverbod blijft de mogelijkheid bestaan om vreemdelingen ongewenst te verklaren als er sprake is van criminele antecedenten, of wanneer zij herhaaldelijk de vreemdelingenwet hebben overtreden. Het overtreden van het Europees inreisverbod in Nederland is niet strafbaar. Vreemdelingen die ondanks een ongewenstverklaring toch in Nederland verblijven, zijn echter wel strafbaar.

Volgens de richtlijn mogen illegale vreemdelingen die een terugkeerbesluit hebben gehad, en die niet uit eigen beweging vertrekken, maximaal zes maanden worden vastgehouden in vreemdelingenbewaring. Vreemdelingenbewaring kan worden toegepast als er risico is dat een vreemdeling zich aan het toezicht onttrekt of de voorbereiding van de terugkeer ontwijkt of belemmert. De termijn van zes maanden mag worden verlengd met nog eens twaalf maanden, mits er zicht bestaat op uitzetting. De verlenging moet door de rechter worden beoordeeld. In Nederland geldt op dit moment geen wettelijke maximumtermijn voor vreemdelingenbewaring. Deze bewaring wordt op grond van jurisprudentie doorgaans na zes maanden door de rechter opgeheven. Het opnemen van de maximum termijn van zes maanden in de vreemdelingenwet sluit aan op deze praktijk. Net als in de huidige situatie kunnen vreemdelingen op elk moment in beroep gaan tegen het voortduren van de bewaring.

Bron: http://www.justitie.nl/actueel/nieuwsberichten/archief-2010/100617wetsvoorstel-terugkeerrichtlijn-ingediend-bij-de-tweede-kamer.aspx?cp=34&cs=578

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...