Kan Albayrak Moayad A. blijven weigeren?
Gaat de staatssecretaris een uitspraak van de rechter negeren? In de zaak van de Iraakse eerwraakmoordenaar Moayad A. klonk het wel zo.
Staatssecretaris Albayrak (asiel, PvdA) zei de Kamer toe ‘er alles aan te doen’ om de man een verblijfsvergunning te blijven weigeren, hoewel de IND de zaak verloor.
Tegelijk achtte ze de kans dat het zou lukken ‘heel klein’. Gezien het procesverloop tot nu toe lijkt dat een understatement.
Het ging om een gruwelijke moord uit 1993 die de Irakese vluchteling Moayad A. op zijn schoonmoeder pleegde. Hij liet haar voor de ogen van haar dochter meerdere malen overrijden. Volgens de rechtbank Assen was het een ’slachtpartij’, waarvoor hij 10 jaar kreeg. Volgens een aantal media heeft de Raad van State geoordeeld dat de man nu een vergunning moet krijgen.
Maar klopt dat wel? Op de website van de Raad is de uitspraak van 21 september na te lezen. En wie dat doet komt tot de conclusie dat de Raad van State zeer summier het beroep afwijst, daarvoor geen enkele inhoudelijke motivering geeft en de zaak feitelijk open laat. De staatssecretaris moet nòg maar eens beslissen. Hoe kan de hoogste bestuursrechter zo’n gevoelige zaak zo beperkt motiveren?
Uit navraag blijkt het om een zogeheten ‘91.2′ uitspraak te gaan, gereserveerd voor gevallen waarin het zó evident is dat het beroep vergeefs is dat de Raad er geen woorden aan vuil hoeft te maken. Het beroep is ‘kennelijk’ ongegrond: al bij eerste lezing. Dat zal de landsadvocaat niet leuk hebben gevonden. Wie naar beneden scrollt komt maar liefst 13 velletjes met ‘grieven’ tegen: inhoudelijke bezwaren. De Raad van State was niet onder de indruk. Kennelijk was het een hele zwakke zaak voor de staat.
Feitelijk blijkt er sprake te zijn geweest van twee procedures. Eén over de ongewenst-verklaring van de man. Daar heeft de IND standaard beleid toegepast – na tien jaar is de verklaring tot ongewenste vreemdeling vervallen. En die beslissing is onherroepelijk geworden. Lees onder ‘2. Overwegingen’ nummer 2.1 de tweede volzin.
De staatssecretaris blijkt daartegen dus niet in beroep te zijn gegaan. De kwestie van het strafblad was daarmee afgekaart. De asielzoeker heeft weer een gewone status. Maar in het tweede proces over de verblijfsvergunning blijft de staatssecretaris echter hameren op dat criminele verleden.
De Groningse bestuursrechter geeft daarover een duidelijk oordeel. Lees in het pdf-bestand in diens uitspraak onder de ‘Beoordeling’ de overweging onder 2.4 Ook daar krijgt de staat te horen dat de kwestie van het misdrijf afgehandeld is. De (inmiddels weer ‘gewenste’) vreemdeling heeft nu hetzelfde recht op familie- en gezinsleven in Nederland als andere vreemdelingen. Daarna ontbrandt de strijd of dat strafbare (maar verjaarde) feit niet alsjeblieft alsnog kan worden meegewogen. Dat gaat niet. Dat staat letterlijk zo in de vreemdelingencirculaire 2000 (paragraaf B 1/4.4.1). “Indien er geen sprake is van het meermalen plegen van strafbare feiten en de vreemdeling ook niet ongewenst is verklaard, de veroordeling[ ....] na verloop van tijd niet meer wordt gebruikt om de aanvraag af te wijzen.” Lex dura, sed lex. De wet is hard maar het is de wet. En de rechter mag daar niet omheen. Die wet moet dan maar veranderd worden, meende de staatssecretaris bij Pauw en Witteman:
De IND mag nu nog eens proberen om de man te weigeren, maar dan op nieuwe gronden. Met de verjaarde misdaad hoeft de staatssecretaris niet meer aan te komen. Zie onder 2.12 in de uitspraak van de Groningse rechter. De man is afgestraft en ook geen gevaar voor de openbare orde of veiligheid meer.
Misschien had Albayrak achteraf toch ook maar in de eerste zaak beroep tegen het vervallen van de ongewenst-verklaring moeten aantekenen?
Een nieuwe wet kan niet met terugwerkende kracht op deze zaak worden toegepast. Dat is het ‘lex certa’ beginsel: de wet moet voor iedereen kenbaar zijn en voldoende nauwkeurig. Dat is per definitie niet het geval als handelingen uit je verleden alsnog strafbaar worden gesteld.
De staatssecretaris wil nu voor toekomstige gevallen van deze verjaringstermijn af. Wat vindt u? Moet de verjaringstermijn voor asielzoekers worden geschrapt?
Reageren kunt u op de pagina waar dit bericht was geplaatst: http://weblogs.nrc.nl/rechtenbestuur/2009/11/11/kan-albayrak-moayad-a-blijven-weigeren/
Staatssecretaris Albayrak (asiel, PvdA) zei de Kamer toe ‘er alles aan te doen’ om de man een verblijfsvergunning te blijven weigeren, hoewel de IND de zaak verloor.
Tegelijk achtte ze de kans dat het zou lukken ‘heel klein’. Gezien het procesverloop tot nu toe lijkt dat een understatement.
Het ging om een gruwelijke moord uit 1993 die de Irakese vluchteling Moayad A. op zijn schoonmoeder pleegde. Hij liet haar voor de ogen van haar dochter meerdere malen overrijden. Volgens de rechtbank Assen was het een ’slachtpartij’, waarvoor hij 10 jaar kreeg. Volgens een aantal media heeft de Raad van State geoordeeld dat de man nu een vergunning moet krijgen.
Maar klopt dat wel? Op de website van de Raad is de uitspraak van 21 september na te lezen. En wie dat doet komt tot de conclusie dat de Raad van State zeer summier het beroep afwijst, daarvoor geen enkele inhoudelijke motivering geeft en de zaak feitelijk open laat. De staatssecretaris moet nòg maar eens beslissen. Hoe kan de hoogste bestuursrechter zo’n gevoelige zaak zo beperkt motiveren?
Uit navraag blijkt het om een zogeheten ‘91.2′ uitspraak te gaan, gereserveerd voor gevallen waarin het zó evident is dat het beroep vergeefs is dat de Raad er geen woorden aan vuil hoeft te maken. Het beroep is ‘kennelijk’ ongegrond: al bij eerste lezing. Dat zal de landsadvocaat niet leuk hebben gevonden. Wie naar beneden scrollt komt maar liefst 13 velletjes met ‘grieven’ tegen: inhoudelijke bezwaren. De Raad van State was niet onder de indruk. Kennelijk was het een hele zwakke zaak voor de staat.
Feitelijk blijkt er sprake te zijn geweest van twee procedures. Eén over de ongewenst-verklaring van de man. Daar heeft de IND standaard beleid toegepast – na tien jaar is de verklaring tot ongewenste vreemdeling vervallen. En die beslissing is onherroepelijk geworden. Lees onder ‘2. Overwegingen’ nummer 2.1 de tweede volzin.
De staatssecretaris blijkt daartegen dus niet in beroep te zijn gegaan. De kwestie van het strafblad was daarmee afgekaart. De asielzoeker heeft weer een gewone status. Maar in het tweede proces over de verblijfsvergunning blijft de staatssecretaris echter hameren op dat criminele verleden.
De Groningse bestuursrechter geeft daarover een duidelijk oordeel. Lees in het pdf-bestand in diens uitspraak onder de ‘Beoordeling’ de overweging onder 2.4 Ook daar krijgt de staat te horen dat de kwestie van het misdrijf afgehandeld is. De (inmiddels weer ‘gewenste’) vreemdeling heeft nu hetzelfde recht op familie- en gezinsleven in Nederland als andere vreemdelingen. Daarna ontbrandt de strijd of dat strafbare (maar verjaarde) feit niet alsjeblieft alsnog kan worden meegewogen. Dat gaat niet. Dat staat letterlijk zo in de vreemdelingencirculaire 2000 (paragraaf B 1/4.4.1). “Indien er geen sprake is van het meermalen plegen van strafbare feiten en de vreemdeling ook niet ongewenst is verklaard, de veroordeling[ ....] na verloop van tijd niet meer wordt gebruikt om de aanvraag af te wijzen.” Lex dura, sed lex. De wet is hard maar het is de wet. En de rechter mag daar niet omheen. Die wet moet dan maar veranderd worden, meende de staatssecretaris bij Pauw en Witteman:
De IND mag nu nog eens proberen om de man te weigeren, maar dan op nieuwe gronden. Met de verjaarde misdaad hoeft de staatssecretaris niet meer aan te komen. Zie onder 2.12 in de uitspraak van de Groningse rechter. De man is afgestraft en ook geen gevaar voor de openbare orde of veiligheid meer.
Misschien had Albayrak achteraf toch ook maar in de eerste zaak beroep tegen het vervallen van de ongewenst-verklaring moeten aantekenen?
Een nieuwe wet kan niet met terugwerkende kracht op deze zaak worden toegepast. Dat is het ‘lex certa’ beginsel: de wet moet voor iedereen kenbaar zijn en voldoende nauwkeurig. Dat is per definitie niet het geval als handelingen uit je verleden alsnog strafbaar worden gesteld.
De staatssecretaris wil nu voor toekomstige gevallen van deze verjaringstermijn af. Wat vindt u? Moet de verjaringstermijn voor asielzoekers worden geschrapt?
Reageren kunt u op de pagina waar dit bericht was geplaatst: http://weblogs.nrc.nl/rechtenbestuur/2009/11/11/kan-albayrak-moayad-a-blijven-weigeren/
Reacties
dat dat tot gevolg heeft;
automatische verklaring tot ongewenste vreemdeling,
en uitzetting na afloop straf?
Dan wel bij een tweede veroordeling?
Besef dat familie daar ook mee gestraft wordt,maar anderzijds zou in land van herkomst straf waarschijnlijk veel zwaarder zijn geweest, in genoemd geval grote kans op doodstraf of levenslang.