16 november 2009

Als de IND weet dat een verblijfsvergunning onterecht is verleend en niets doet mag het later niet meer wegens inbreuk op het vertrouwensbeginsel. (Uitspraak Raad van State) Dus werken ambtenaren!

LJN: BK3313, Raad van State , 200809179/1/V2

Datum uitspraak: 09-11-2009
Datum publicatie: 16-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Intrekking verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd / onjuiste verklaringen / vertrouwensbeginsel
De hoofdpersoon en haar dochter [dochter] zijn op 16 juni 1997 toegelaten als vluchteling. Op 1 april 2001 is deze status van rechtswege aangemerkt als een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Aan de overige vreemdelingen is bij besluit van 1 april 2003 een van de hoofdpersoon afhankelijke verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend, met een geldigheidsduur van 24 december 2002 tot 24 december 2005. Met uitzondering van één van de kinderen van de hoofdpersoon, is bovendien aan deze vreemdelingen vervolgens bij besluit van 24 mei 2006 een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd verleend. De staatssecretaris heeft in het gehoor van 16 november 2000, op grond waarvan kon worden vastgesteld dat de hoofdpersoon op basis van onjuiste gegevens rechten heeft verworven geen aanleiding gezien het recht op verblijf hier te lande van de hoofdpersoon opnieuw te beoordelen en te onderzoeken of er reden was de verleende verblijfsvergunning in te trekken. Naar aanleiding van het onderzoek om de familiebanden van de hoofdpersoon met de overige vreemdelingen vast te stellen, waarvan de resultaten op 24 december 2002 bekend zijn geworden, heeft de staatssecretaris evenmin een dergelijk onderzoek gedaan. Integendeel, de staatssecretaris heeft aan de overige vreemdelingen van de hoofdpersoon afhankelijke verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd verleend die later zijn omgezet in verblijfsvergunningen asiel voor onbepaalde tijd. Een plausibele verklaring daarvoor heeft de staatssecretaris niet kunnen geven. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de staatssecretaris onder deze omstandigheden, zoals ter zitting bij de Afdeling nader toegelicht, door te handelen en na te laten als hierboven omschreven, waarvoor de staatssecretaris geen verklaring heeft kunnen geven, in dit geval bij de vreemdelingen het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat het afleggen van onjuiste verklaringen door de hoofdpersoon niet langer grond vormde om verblijf hier te lande alsnog te weigeren en dat de hun nadien verleende verblijfsvergunningen derhalve niet zouden worden ingetrokken.


Bron: rechtspraak.nl




Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...