Amsterdamse rechtbank gaat contrair aan de Raad van State inzake wachten met uitzetting van vreemdeling met paspoort tot achtste dag (uitspraak)

LJN: BK2243,President Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/38469


Datum uitspraak: 03-11-2009
Datum publicatie: 09-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Eerste uitzettingshandeling op achtste dag van de bewaring is onvoldoende voortvarend.

Adverteren bij Daisycon


Eiser is op 21 oktober 2009 in bewaring gesteld. Op 23 oktober 2009 (dag 3) is hij overgeplaatst naar het UC Schiphol; zijn dossier is daar op 27 oktober 2009 (dag 7) aangekomen. Op 28 oktober 2009 (dag 8) heeft verweerder voor eiser een vlucht aangevraagd. Op 29 oktober 2009 (dag 9) heeft verweerder een vluchtakkoord ontvangen. Eiser zal op 5 november 2009 (dag 16) worden uitgezet. Niet in geschil is dat verweerder bij het opleggen van de maatregel van bewaring reeds beschikte over eisers geldige paspoort. De rechtbank concludeert op grond van de weergegeven handelingen van verweerder dat pas op de achtste dag van de bewaring een concrete uitzettingshandeling heeft verricht. Niet is gebleken dat de staatssecretaris vóór 28 oktober 2009 zodanige handelingen heeft verricht. De overplaatsing van eiser en het overbrengen van zijn dossier worden, volgens vaste jurisprudentie, niet aangemerkt als handelingen die van directe betekenis zijn voor de uitzetting. Verweerder heeft ter zitting aangevoerd dat pas een vlucht voor eiser kon worden geboekt nadat zijn dossier op het UC Schiphol was aangekomen. De rechtbank overweegt dat deze handelwijze bij vreemdelingen die beschikken over een geldig paspoort, voor rekening en risico van verweerder dient te komen. In ieder geval wordt deze handelwijze van verweerder niet aangemerkt als een bijzondere omstandigheid of concreet beletsel op grond waarvan het aan verweerder niet is toe te rekenen dat hij niet eerder uitzettingshandelingen heeft verricht. De rechtbank concludeert ook overigens niet is gebleken dat sprake is geweest van bijzondere omstandigheden of concrete beletselen Evenmin is gebleken dat de vreemdeling heeft geweigerd de benodigde medewerking aan zijn uitzetting te verlenen. Onder verwijzing naar de voornoemde uitspraak van 29 juni 2009 van de AbRS, welke uitspraak overigens zag op een situatie waar eerst op de negende dag een eerste uitzettingshandeling is verricht, oordeelt de rechtbank dat verweerder door onder deze omstandigheden pas op de achtste dag van de bewaring een aanvang te maken met de daadwerkelijke voorbereiding van de uitzetting van de vreemdeling, in dit geval onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.

www.rechtspraak.nl

Reacties

Populaire posts van deze blog

Stichting LOS schreef boek "Post Deportation Risk" over de mensenrechten situatie na terugkeer

𝗪𝗼𝗲𝗻𝘀𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟳 𝗷𝗮𝗻𝘂𝗮𝗿𝗶 𝘂𝗶𝘁𝘀𝗽𝗿𝗮𝗮𝗸 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝘁𝗶𝗷𝗱𝗲𝗹𝗶𝗷𝗸𝗲 𝗯𝗲𝘀𝗰𝗵𝗲𝗿𝗺𝗶𝗻𝗴 𝘃𝗮𝗻 ‘𝗱𝗲𝗿𝗱𝗲𝗹𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀’

VACATURE: Programma manager bij Forum voor Programma Immigratie & Burgerschap (Migratierecht)

Immigratiedienst: Minder vaak voordeel van twijfel voor asielzoeker

Interview met Aad van Elswijk, advocaat vreemdelingenrecht te Rotterdam

Wat als je vergeten bent je verblijfsvergunning te verlengen?

VACATURE: (junior) juridisch medewerker bij advocatenkantoor Everaert

Met je buitenlandse partner naar Nederland: 20 tips (artikel van Gart Adang op zijn verzoek geplaatst)

Vraag: Kan ik mijn oude moeder naar Nederland halen?

UItspraak: Artikel 8 EVRM bij volwassen gezinsleden (moeder bij dochter)