Veiligheidssituatie in Bagdad (uitspraak rechter)
LJN: BK2169, Rechtbank Roermond , 2009/15951
Datum uitspraak: 02-11-2009
Datum publicatie: 05-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Samenvatting AWB 09 / 15951 Ten aanzien van zijn beroep op artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn, heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat in Bagdad sprake is van een uitzonderlijke situatie. Ter onderbouwing hiervan heeft eiser verwezen naar de Eligibility guidelines for assessing the international protection needs of Iraqi asylum seekers van de UNHCR van april 2009. De rechtbank stelt vast dat in het noorden van Centraal-Irak, Bagdad, West-Irak en enkele delen van Zuid-Irak sprake is van een gewapend conflict. De rechtbank stelt vervolgens vast dat in het algemeen ambtsbericht van mei 2009 wordt geconstateerd dat de veiligheidssituatie in onder meer Bagdad in de verslagperiode van juli 2008 tot en met april 2009 zeer onstabiel was. Er vonden regelmatig ernstige geweldsincidenten plaats, waaronder zware bomaanslagen. Daarnaast werden burgers geconfronteerd met schietpartijen, moordaanslagen, ontvoeringen, bedreigingen en intimidatie. In zoverre komen de bevindingen in het algemeen ambtsbericht overeen met die van de UNHCR in de Eligibility Guidelines. Geconstateerd moet dan ook worden dat het verschil tussen de UNHCR en verweerder, met name zit in de daaraan gegeven waardering. Voor zover de UNHCR de veiligheidsituatie in Bagdad anders beoordeelt dan verweerder, overweegt de rechtbank dat de veiligheidssituatie in Irak zeer complex is en op uiteenlopende wijze gewaardeerd kan worden. De omstandigheid dat de UNHCR de situatie anders waardeert geeft dan ook geen reden om te oordelen dat verweerder op basis van die informatie niet tot de conclusie is kunnen komen dat er zich geen uitzonderlijke situatie voordoet in Bagdad. Niet kan worden gezegd dat genoemd ambtsbericht geen grondslag biedt voor de door verweerder daaraan, anders dan de UNHCR, verbonden conclusie.
Datum uitspraak: 02-11-2009
Datum publicatie: 05-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Samenvatting AWB 09 / 15951 Ten aanzien van zijn beroep op artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn, heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat in Bagdad sprake is van een uitzonderlijke situatie. Ter onderbouwing hiervan heeft eiser verwezen naar de Eligibility guidelines for assessing the international protection needs of Iraqi asylum seekers van de UNHCR van april 2009. De rechtbank stelt vast dat in het noorden van Centraal-Irak, Bagdad, West-Irak en enkele delen van Zuid-Irak sprake is van een gewapend conflict. De rechtbank stelt vervolgens vast dat in het algemeen ambtsbericht van mei 2009 wordt geconstateerd dat de veiligheidssituatie in onder meer Bagdad in de verslagperiode van juli 2008 tot en met april 2009 zeer onstabiel was. Er vonden regelmatig ernstige geweldsincidenten plaats, waaronder zware bomaanslagen. Daarnaast werden burgers geconfronteerd met schietpartijen, moordaanslagen, ontvoeringen, bedreigingen en intimidatie. In zoverre komen de bevindingen in het algemeen ambtsbericht overeen met die van de UNHCR in de Eligibility Guidelines. Geconstateerd moet dan ook worden dat het verschil tussen de UNHCR en verweerder, met name zit in de daaraan gegeven waardering. Voor zover de UNHCR de veiligheidsituatie in Bagdad anders beoordeelt dan verweerder, overweegt de rechtbank dat de veiligheidssituatie in Irak zeer complex is en op uiteenlopende wijze gewaardeerd kan worden. De omstandigheid dat de UNHCR de situatie anders waardeert geeft dan ook geen reden om te oordelen dat verweerder op basis van die informatie niet tot de conclusie is kunnen komen dat er zich geen uitzonderlijke situatie voordoet in Bagdad. Niet kan worden gezegd dat genoemd ambtsbericht geen grondslag biedt voor de door verweerder daaraan, anders dan de UNHCR, verbonden conclusie.
Reacties