Onwil van familieleden om mantelzorg te bieden tijdens mvv-procedure is niet voldoende om vrijstelling te geven (uitspraak Raad van State)
N: BK3317, Raad van State , 200808843/1/V2
Datum uitspraak: 04-11-2009
Datum publicatie: 16-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Mvv-procedure / mantelzorg / familieleden in land van herkomst / onwil familieleden is onvoldoende
In de enkele omstandigheid dat de vreemdeling, naar gesteld, een slechte relatie heeft met haar echtgenoot en zoon en zij in Suriname hun eigen leven leiden, heeft de rechtbank ten onrechte grond gezien voor het oordeel dat de vreemdeling aldus heeft aangetoond dat deze familieleden gedurende de behandeling van de mvv aanvraag van de vreemdeling niet in staat zijn om haar in Suriname de benodigde zorg te bieden. De enkele onwil van deze familieleden om de vreemdeling de benodigde zorg te bieden dan wel de eventuele onwil van de vreemdeling om in dit verband een beroep op hen te doen, is onvoldoende voor zodanig oordeel, temeer nu de periode waarin de benodigde zorg moet worden geboden beperkt van duur is. Nu de vreemdeling enig onvermogen, anders dan de onwil, van haar echtgenoot en zoon om haar de benodigde zorg te bieden, niet met objectief verifieerbare stukken heeft aangetoond, heeft de rechtbank miskend dat geen grond bestaat voor het oordeel dat de staatssecretaris zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vreemdeling voor verkrijging van die zorg kan terugvallen op familie.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 04-11-2009
Datum publicatie: 16-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Mvv-procedure / mantelzorg / familieleden in land van herkomst / onwil familieleden is onvoldoende
In de enkele omstandigheid dat de vreemdeling, naar gesteld, een slechte relatie heeft met haar echtgenoot en zoon en zij in Suriname hun eigen leven leiden, heeft de rechtbank ten onrechte grond gezien voor het oordeel dat de vreemdeling aldus heeft aangetoond dat deze familieleden gedurende de behandeling van de mvv aanvraag van de vreemdeling niet in staat zijn om haar in Suriname de benodigde zorg te bieden. De enkele onwil van deze familieleden om de vreemdeling de benodigde zorg te bieden dan wel de eventuele onwil van de vreemdeling om in dit verband een beroep op hen te doen, is onvoldoende voor zodanig oordeel, temeer nu de periode waarin de benodigde zorg moet worden geboden beperkt van duur is. Nu de vreemdeling enig onvermogen, anders dan de onwil, van haar echtgenoot en zoon om haar de benodigde zorg te bieden, niet met objectief verifieerbare stukken heeft aangetoond, heeft de rechtbank miskend dat geen grond bestaat voor het oordeel dat de staatssecretaris zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vreemdeling voor verkrijging van die zorg kan terugvallen op familie.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties