Ondanks prejudiciële vragen over Turks Associatieverdrag toch vovo afgewezen wegens crimineel gedrag (uitspraak rechtbank)
LJN: BK3135,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/27154
Datum uitspraak: 20-10-2009
Datum publicatie: 17-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Een zwaarder gewicht dient toe te komen aan het belang van verweerder, gezien de ernst en het aantal gepleegde misdrijven en daarmee de ernst van de schending van de openbare orde. Verzoekers belang gelegen in zijn gezinsleven is weliswaar groot, maar kan niet zwaarder wegen. Bij de bestreden beschikking is aan verzoeker een vertrekplicht opgelegd, welke bij toewijzing van de voorziening zou worden opgeschort. Er is dan ook geen sprake van bevriezing van de status quo van de procedure. Voorts is de bodemzaak van verzoeker aangehouden in verband met de beantwoording van prejudiciële vragen door het HvJ EG, welke procedures doorgaans langdurig zijn. Dit maakt dat de gevraagde voorziening een voorlopig karakter ontbeert, terwijl ook bij positieve beantwoording van de gestelde prejudiciële vragen niet op voorhand vast staat dat de bijzondere verwijderingsbescherming van artikel 8.22, derde lid, aanhef en onder a, van het Vb 2000 aan verzoekers ongewenstverklaring in de weg staat. De gevraagde voorziening dient dan ook na afweging van alle belangen, te worden afgewezen.
Datum uitspraak: 20-10-2009
Datum publicatie: 17-11-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Een zwaarder gewicht dient toe te komen aan het belang van verweerder, gezien de ernst en het aantal gepleegde misdrijven en daarmee de ernst van de schending van de openbare orde. Verzoekers belang gelegen in zijn gezinsleven is weliswaar groot, maar kan niet zwaarder wegen. Bij de bestreden beschikking is aan verzoeker een vertrekplicht opgelegd, welke bij toewijzing van de voorziening zou worden opgeschort. Er is dan ook geen sprake van bevriezing van de status quo van de procedure. Voorts is de bodemzaak van verzoeker aangehouden in verband met de beantwoording van prejudiciële vragen door het HvJ EG, welke procedures doorgaans langdurig zijn. Dit maakt dat de gevraagde voorziening een voorlopig karakter ontbeert, terwijl ook bij positieve beantwoording van de gestelde prejudiciële vragen niet op voorhand vast staat dat de bijzondere verwijderingsbescherming van artikel 8.22, derde lid, aanhef en onder a, van het Vb 2000 aan verzoekers ongewenstverklaring in de weg staat. De gevraagde voorziening dient dan ook na afweging van alle belangen, te worden afgewezen.
Reacties