LJN: BN4701,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 10/5424 BESLU
Datum uitspraak: 10-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: voorlopige voorziening, artikel 15 Paspoortwet, artikel 6 EVRM.
Bij besluit van 23 juni 2010 heeft verweerder geweigerd om verzoekster een laissez passer te verstrekken voor het bijwonen van een zitting van de rechtbank. De voorzieningenrechter (rechter) constateert dat verzoekster heeft verzocht om een laissez-passer, en begrijpt dat daarmede gedoeld wordt op het nooddocument bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Paspoortwet. De rechter constateert voorts dat verzoekster gelet op de wettelijke bepalingen, zoals door verweerder ook in het bestreden besluit aangehaald, niet kan worden aangemerkt als iemand die zich tijdelijk op het grondgebied van een der landen van het Koninkrijk mag bevinden. Verzoekster heeft evenwel aangevoerd dat aan haar, gelet op artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en de daaruit voortvloeiende verplichting van de verdragsluitende staten tot facilitering van de effectieve uitoefening van deze rechten, de toegang tot Nederland moet worden geboden, in het bijzonder om het recht op aanwezigheid bij de behandeling van de eigen zaak te waarborgen. De rechter volgt verzoekster hierin niet, nu artikel 6 EVRM niet van toepassing is op procedures waarin wordt beslist over de toelating van vreemdelingen. Een dergelijke procedure betreft immers niet de vaststelling van de civielrechtelijke rechten van verzoekster. De rechter verwijst in dit verband naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 5 oktober 2000 (LJN: AD 4680). Naar het voorlopig oordeel van de rechter was verweerder mitsdien bevoegd om de gevraagde verstrekking te weigeren.
Inhoudsindicatie: voorlopige voorziening, artikel 15 Paspoortwet, artikel 6 EVRM. Bij besluit van 23 juni 2010 heeft verweerder geweigerd om verzoekster een laissez passer te verstrekken voor het bijwonen van een zitting van de rechtbank. De voorzieningenrechter (rechter) constateert dat verzoekster heeft verzocht om een laissez-passer, en begrijpt dat daarmede gedoeld wordt op het nooddocument bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Paspoortwet. De rechter constateert voorts dat verzoekster gelet op de wettelijke bepalingen, zoals door verweerder ook in het bestreden besluit aangehaald, niet kan worden aangemerkt als iemand die zich tijdelijk op het grondgebied van een der landen van het Koninkrijk mag bevinden. Verzoekster heeft evenwel aangevoerd dat aan haar, gelet op artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en de daaruit voortvloeiende verplichting van de verdragsluitende staten tot facilitering van de effectieve uitoefening van deze rechten, de toegang tot Nederland moet worden geboden, in het bijzonder om het recht op aanwezigheid bij de behandeling van de eigen zaak te waarborgen. De rechter volgt verzoekster hierin niet, nu artikel 6 EVRM niet van toepassing is op procedures waarin wordt beslist over de toelating van vreemdelingen. Een dergelijke procedure betreft immers niet de vaststelling van de civielrechtelijke rechten van verzoekster. De rechter verwijst in dit verband naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 5 oktober 2000 (LJN: AD 4680). Naar het voorlopig oordeel van de rechter was verweerder mitsdien bevoegd om de gevraagde verstrekking te weigeren.
Bron: rechtspraak.nl
Informatie over het Nederlandse vreemdelingenrecht en nationaliteitsrecht, inburgering, diversiteit, expats, vluchtelingen en gezinshereniging enz. Maar ook vacatures voor juristen die bezig willen houden in een internationale setting of zich in het vreemdelingenrecht willen verdiepen.
- immigration law blog on Dutch visa, residence permits, citizenship, nationality etc. -
Redactie mevr. mr M.W.W. Raspe (berichten uit de media zijn niet altijd ook haar mening)
27 augustus 2010
Indicatoren art. 3.106 Vb 2000 en categoriale bescherming: Hoe werkt dat? (uitspraak ABRRvS)
LJN: BN4820, Raad van State , 201001390/1/V3
Datum uitspraak: 17-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Afghanistan / categoriale bescherming / indicatoren art. 3.106 Vb 2000
Zoals de Afdeling reeds eerder heeft overwogen (uitspraak van 6 april 2005 in zaak nr. 200500646/1; www.raadvanstate.nl), is niet voorgeschreven welk relatief gewicht aan de in artikel 3.106 van het Vb 2000 neergelegde indicatoren moet worden toegekend. Gelet daarop en gelet op de beoordelingsvrijheid die de staatssecretaris bij de aanwending – in overleg met de Tweede Kamer der Staten Generaal – van zijn uitsluitend door het nationale recht beheerste bevoegdheid tot het voeren van een beleid van categoriale bescherming toekomt, bestaat geen grond voor het oordeel dat de staatssecretaris niet in redelijkheid aan de afstemming van zijn beleid op het beleid in de omringende EU-landen doorslaggevende betekenis kan toekennen. Dit neemt echter niet weg dat de staatssecretaris ook de overige in artikel 3.106 van het Vb 2000 genoemde indicatoren in zijn beoordeling dient te betrekken. Bij de beoordeling van het beroep heeft de rechtbank met toepassing van artikel 83 van de Vw 2000 rekening gehouden met de door de vreemdeling overgelegde persberichten over Afghanistan en het ambtsbericht over dat land van maart 2009. Zoals volgt uit hetgeen hiervoor onder 2.7.3. is weergegeven, heeft de staatssecretaris bij brief van 21 augustus 2009 er blijk van gegeven kennis te hebben genomen van de inhoud van voormelde stukken, doch hij heeft daarin geen aanleiding gezien zijn beleid te wijzigen. De staatssecretaris behoefde bij de door hem aan de hand van artikel 3.106 van het Vb 2000 te verrichten beoordeling niet, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, nader aan te geven welk gewicht hij daarbij aan de overige in dat artikel genoemde indicatoren heeft gehecht. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van de Afdeling van 22 juli 2003 in zaak nr. 200302726/1; www.raadvanstate.nl), laat de beoordelingsvrijheid die de staatssecretaris bij de aanwending van zijn bevoegdheid tot het voeren van een categoriaal beschermingsbeleid toekomt, niet toe dat hij in rechte gehouden wordt geacht om – al dan niet naar aanleiding van hetgeen door de vreemdeling is aangevoerd – gespecificeerd te motiveren op welke wijze de in artikel 3.106 van het Vb 2000 neergelegde indicatoren door hem in zijn beoordeling zijn betrokken. De rechtbank heeft dit niet onderkend. De rechtbank heeft in het door de staatssecretaris op de voet van artikel 83, derde lid, van de Vw 2000 ingenomen standpunt ter zake van de door de vreemdeling aangevoerde feiten en omstandigheden als vermeld in 2.7.3. dan ook ten onrechte grond gevonden voor het oordeel dat het besluit van 10 maart 2009, voor zover daarbij een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000 is geweigerd, onzorgvuldig tot stand is gekomen en een kenbare motivering ontbeert. De grief slaagt.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 17-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Afghanistan / categoriale bescherming / indicatoren art. 3.106 Vb 2000
Zoals de Afdeling reeds eerder heeft overwogen (uitspraak van 6 april 2005 in zaak nr. 200500646/1; www.raadvanstate.nl), is niet voorgeschreven welk relatief gewicht aan de in artikel 3.106 van het Vb 2000 neergelegde indicatoren moet worden toegekend. Gelet daarop en gelet op de beoordelingsvrijheid die de staatssecretaris bij de aanwending – in overleg met de Tweede Kamer der Staten Generaal – van zijn uitsluitend door het nationale recht beheerste bevoegdheid tot het voeren van een beleid van categoriale bescherming toekomt, bestaat geen grond voor het oordeel dat de staatssecretaris niet in redelijkheid aan de afstemming van zijn beleid op het beleid in de omringende EU-landen doorslaggevende betekenis kan toekennen. Dit neemt echter niet weg dat de staatssecretaris ook de overige in artikel 3.106 van het Vb 2000 genoemde indicatoren in zijn beoordeling dient te betrekken. Bij de beoordeling van het beroep heeft de rechtbank met toepassing van artikel 83 van de Vw 2000 rekening gehouden met de door de vreemdeling overgelegde persberichten over Afghanistan en het ambtsbericht over dat land van maart 2009. Zoals volgt uit hetgeen hiervoor onder 2.7.3. is weergegeven, heeft de staatssecretaris bij brief van 21 augustus 2009 er blijk van gegeven kennis te hebben genomen van de inhoud van voormelde stukken, doch hij heeft daarin geen aanleiding gezien zijn beleid te wijzigen. De staatssecretaris behoefde bij de door hem aan de hand van artikel 3.106 van het Vb 2000 te verrichten beoordeling niet, zoals de rechtbank heeft geoordeeld, nader aan te geven welk gewicht hij daarbij aan de overige in dat artikel genoemde indicatoren heeft gehecht. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van de Afdeling van 22 juli 2003 in zaak nr. 200302726/1; www.raadvanstate.nl), laat de beoordelingsvrijheid die de staatssecretaris bij de aanwending van zijn bevoegdheid tot het voeren van een categoriaal beschermingsbeleid toekomt, niet toe dat hij in rechte gehouden wordt geacht om – al dan niet naar aanleiding van hetgeen door de vreemdeling is aangevoerd – gespecificeerd te motiveren op welke wijze de in artikel 3.106 van het Vb 2000 neergelegde indicatoren door hem in zijn beoordeling zijn betrokken. De rechtbank heeft dit niet onderkend. De rechtbank heeft in het door de staatssecretaris op de voet van artikel 83, derde lid, van de Vw 2000 ingenomen standpunt ter zake van de door de vreemdeling aangevoerde feiten en omstandigheden als vermeld in 2.7.3. dan ook ten onrechte grond gevonden voor het oordeel dat het besluit van 10 maart 2009, voor zover daarbij een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000 is geweigerd, onzorgvuldig tot stand is gekomen en een kenbare motivering ontbeert. De grief slaagt.
Bron: rechtspraak.nl
Hoe moet de rechtbank toetsen als de RvS een eerdere uitspraak heeft vernietigd (uitspraak ABRRvS)
LJN: BN4823, Raad van State , 201003996/1/V2
Datum uitspraak: 16-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Omvang van geding / teruggewezen zaak / schending art. 8:78 Awb
De rechtbank heeft niet onderkend dat zij het besluit van 28 augustus 2006 na terugwijzing diende te toetsen in het licht van alle daartegen aangevoerde beroepsgronden. Zij was daarbij niet gebonden aan de in de vernietigde uitspraak van 8 oktober 2007 vervatte overwegingen. Daarbij was evenmin van belang of de staatssecretaris in het hoger beroep van die uitspraak al dan niet tegen bepaalde overwegingen was opgekomen. In rechtsoverweging 2.4. van de uitspraak van de Afdeling van 21 januari 2008 dat de zaak naar de rechtbank wordt teruggewezen met toepassing van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de Raad van State, gezien de niet door haar behandelde beroepsgronden, ligt geen oordeel besloten over de door de rechtbank in de uitspraak van 8 oktober 2007 wél beoordeelde beroepsgronden. Het hoger beroep is reeds hierom kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd.
Www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 16-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Omvang van geding / teruggewezen zaak / schending art. 8:78 Awb
De rechtbank heeft niet onderkend dat zij het besluit van 28 augustus 2006 na terugwijzing diende te toetsen in het licht van alle daartegen aangevoerde beroepsgronden. Zij was daarbij niet gebonden aan de in de vernietigde uitspraak van 8 oktober 2007 vervatte overwegingen. Daarbij was evenmin van belang of de staatssecretaris in het hoger beroep van die uitspraak al dan niet tegen bepaalde overwegingen was opgekomen. In rechtsoverweging 2.4. van de uitspraak van de Afdeling van 21 januari 2008 dat de zaak naar de rechtbank wordt teruggewezen met toepassing van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de Raad van State, gezien de niet door haar behandelde beroepsgronden, ligt geen oordeel besloten over de door de rechtbank in de uitspraak van 8 oktober 2007 wél beoordeelde beroepsgronden. Het hoger beroep is reeds hierom kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd.
Www.rechtspraak.nl
Ook een voorwaardelijk opgelegde straf blokkeert het krijgen van een Pardonvergunning (uitspraak Raad van State)
LJN: BN4812, Raad van State , 200905481/1/V2
Datum uitspraak: 16-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Ranov / contra-indicatie / gevaar voor de openbare orde / veroordeling wegens misdrijf / ten uitvoer gelegde voorwaardelijke gevangenisstraf
Volgens de Regeling, zoals neergelegd in het WBV 2007/11, wordt onder bepaalde voorwaarden een verblijfsvergunning verleend aan vreemdelingen die onder de Vreemdelingenwet (oud) een asielaanvraag hebben ingediend en nog immer in Nederland zijn. Evenbedoelde verblijfsvergunning wordt evenwel niet verleend, indien de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde. Dit is het geval indien, voor zover thans van belang, wegens misdrijf een veroordeling tot een gevangenisstraf heeft plaatsgevonden of een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd en het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf(fen) of maatregel(en) in totaal ten minste één maand bedraagt. Niet in geschil is dat de vreemdeling wegens het plegen van een misdrijf is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken en dat de volledige tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van één maand voor zover eerder voorwaardelijk opgelegd, is bevolen. De voorzieningenrechter heeft ten onrechte overwogen dat bij de berekening van de totaal opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf geen rekening kan worden gehouden met een tenuitvoergelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. Een voorwaardelijke veroordeling is een veroordeling tot een bepaalde straf, maar met het bevel de tenuitvoerlegging van die straf op te schorten. In dit geval heeft de rechter bij een latere veroordeling de tenuitvoerlegging alsnog bevolen. In aanmerking genomen dat aan de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf een rechterlijk oordeel ten grondslag ligt en dat de Regeling mede ten doel heeft de openbare orde te beschermen, heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat sprake is van een onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen straf in de zin van de Regeling en heeft hij derhalve terecht deze gevangenisstraf meegeteld in de beoordeling of de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde. De grief slaagt.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 16-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Ranov / contra-indicatie / gevaar voor de openbare orde / veroordeling wegens misdrijf / ten uitvoer gelegde voorwaardelijke gevangenisstraf
Volgens de Regeling, zoals neergelegd in het WBV 2007/11, wordt onder bepaalde voorwaarden een verblijfsvergunning verleend aan vreemdelingen die onder de Vreemdelingenwet (oud) een asielaanvraag hebben ingediend en nog immer in Nederland zijn. Evenbedoelde verblijfsvergunning wordt evenwel niet verleend, indien de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde. Dit is het geval indien, voor zover thans van belang, wegens misdrijf een veroordeling tot een gevangenisstraf heeft plaatsgevonden of een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd en het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf(fen) of maatregel(en) in totaal ten minste één maand bedraagt. Niet in geschil is dat de vreemdeling wegens het plegen van een misdrijf is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken en dat de volledige tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van één maand voor zover eerder voorwaardelijk opgelegd, is bevolen. De voorzieningenrechter heeft ten onrechte overwogen dat bij de berekening van de totaal opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf geen rekening kan worden gehouden met een tenuitvoergelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. Een voorwaardelijke veroordeling is een veroordeling tot een bepaalde straf, maar met het bevel de tenuitvoerlegging van die straf op te schorten. In dit geval heeft de rechter bij een latere veroordeling de tenuitvoerlegging alsnog bevolen. In aanmerking genomen dat aan de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf een rechterlijk oordeel ten grondslag ligt en dat de Regeling mede ten doel heeft de openbare orde te beschermen, heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat sprake is van een onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen straf in de zin van de Regeling en heeft hij derhalve terecht deze gevangenisstraf meegeteld in de beoordeling of de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde. De grief slaagt.
Bron: rechtspraak.nl
Aansluitende tewerkstellingsvergunningen niet langer seizoenarbeid
Schaalvergroting en teelttechnieken zorgen ervoor dat teeltseizoenen opgerekt worden en steeds meer op elkaar aansluiten. Dit leidt ertoe dat seizoenswerk de termijn van 24 weken overschrijd en op een aantal bedrijven zelfs overgaat in jaarrond werk. Aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen (TWV) voor werknemers aansluitend op de aflopende (vorige) TWV lopen het risico afgewezen te worden omdat ze niet meer vallen onder seizoenarbeid en hiermee niet in aanmerking komen voor de verkorte procedure (8 weken). Deze aanvragen voor reguliere arbeid vallen onder de reguliere procedure ( minimaal 3 maanden) met andere criteria voor werving en selectie.
Omdat het in de meeste gevallen gaat om moeilijk vervulbare vacatures wil LTO Seizoenarbeid de mogelijkheid voor een TWV aanvraag werkbaar houden.
Daarom is LTO Seizoenarbeid samen met het UWV (brancheservicepunt) gestart met het begeleiden van u als werkgever met deze vacature meldingen voor reguliere arbeid. Als blijkt dat invulling van de vacature met prioriteitsgenietend aanbod niet mogelijk is, dan is er de mogelijkheid om alsnog een TWV aan te vragen.
Bron: http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=118036
Omdat het in de meeste gevallen gaat om moeilijk vervulbare vacatures wil LTO Seizoenarbeid de mogelijkheid voor een TWV aanvraag werkbaar houden.
Daarom is LTO Seizoenarbeid samen met het UWV (brancheservicepunt) gestart met het begeleiden van u als werkgever met deze vacature meldingen voor reguliere arbeid. Als blijkt dat invulling van de vacature met prioriteitsgenietend aanbod niet mogelijk is, dan is er de mogelijkheid om alsnog een TWV aan te vragen.
Bron: http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=118036
Diversiteit op de werkvloer
Als wij het willen hebben over ‘diversiteit op de werkvloer’, dan haalt u misschien uw neus op. Maar als held Arjan Erkel daar een reuzespannend college over geeft wordt het andere koek, nietwaar?
Held Arjan Erkel, ja. Want je kunt niet anders dan een diepe buiging maken voor de manier waarop hij zichzelf heeft ontwikkeld na zijn gijzeling van twintig maanden in Dagestan.
Hij begint zichzelf steeds meer te profileren als een verstandig denker, die ook heel zinnige dingen te zeggen heeft over ondernemen.
Ondernemers
In een nieuw boek, dat hij samen schreef met Sezgin Yilgin, betoogt hij dat ondernemers veel te winnen hebben met diversiteit op de werkvloer –als ze er goed mee omgaan.
Ontgijzelen
Volgens ex-gegijzelde Erkel is de sleutel van het succes ‘ontgijzelen’. U heeft misschien schroom om dezer dagen aan uw Turkse medewerker te vragen hoe dat nu precies zit met die Ramadan. Maar dat is dus onzin, stelt Erkel: door te vragen naar achtergronden van werknemers, door mensen te laten praten over wat hen bezighoudt, ontgijzeld u ze.
Sollicitant
Maar dat door hem geïntroduceerde boek behelst meer. Het betekent ook dat u er oog voor heeft –en voordeel van plukt– dat een Marokkaanse sollicitant misschien al vanaf z’n tiende brieven voor zijn ouders moest schrijven. Dat negeren is dom, wil Erkel maar zeggen.
Allochtonen
En dat ontgijzelen werkt ook de andere kant op. Volgens Erkel zouden allochtonen er goed aan doen zichzelf te bevrijden uit al te cultureel-gebonden clubjes. Het is voor hun netwerk veel beter om daar uit te treden, stelt Erkel in Trouw.
Werkvloer
Gaat dat ontgijzelen dan alleen maar over allochtonen? Neen, benadrukt Erkel. Als iedereen op uw werkvloer in het weekend een potje hockey speelt, is het logisch dat daar over gesproken wordt tijdens de lunch.
Winnen
Maar vergeet vooral ook niet die ene medewerker die in het weekend liever op de bowlingbaan. Toon ook belangstelling voor die medewerker. Ontgijzel uzelf, want u heeft daar als ondernemer veel bij te winnen.
Bron: http://www.bizz.nl/7782-spannend-college-ontgijzelen-van-arjan-erkel.html
Held Arjan Erkel, ja. Want je kunt niet anders dan een diepe buiging maken voor de manier waarop hij zichzelf heeft ontwikkeld na zijn gijzeling van twintig maanden in Dagestan.
Hij begint zichzelf steeds meer te profileren als een verstandig denker, die ook heel zinnige dingen te zeggen heeft over ondernemen.
Ondernemers
In een nieuw boek, dat hij samen schreef met Sezgin Yilgin, betoogt hij dat ondernemers veel te winnen hebben met diversiteit op de werkvloer –als ze er goed mee omgaan.
Ontgijzelen
Volgens ex-gegijzelde Erkel is de sleutel van het succes ‘ontgijzelen’. U heeft misschien schroom om dezer dagen aan uw Turkse medewerker te vragen hoe dat nu precies zit met die Ramadan. Maar dat is dus onzin, stelt Erkel: door te vragen naar achtergronden van werknemers, door mensen te laten praten over wat hen bezighoudt, ontgijzeld u ze.
Sollicitant
Maar dat door hem geïntroduceerde boek behelst meer. Het betekent ook dat u er oog voor heeft –en voordeel van plukt– dat een Marokkaanse sollicitant misschien al vanaf z’n tiende brieven voor zijn ouders moest schrijven. Dat negeren is dom, wil Erkel maar zeggen.
Allochtonen
En dat ontgijzelen werkt ook de andere kant op. Volgens Erkel zouden allochtonen er goed aan doen zichzelf te bevrijden uit al te cultureel-gebonden clubjes. Het is voor hun netwerk veel beter om daar uit te treden, stelt Erkel in Trouw.
Werkvloer
Gaat dat ontgijzelen dan alleen maar over allochtonen? Neen, benadrukt Erkel. Als iedereen op uw werkvloer in het weekend een potje hockey speelt, is het logisch dat daar over gesproken wordt tijdens de lunch.
Winnen
Maar vergeet vooral ook niet die ene medewerker die in het weekend liever op de bowlingbaan. Toon ook belangstelling voor die medewerker. Ontgijzel uzelf, want u heeft daar als ondernemer veel bij te winnen.
Bron: http://www.bizz.nl/7782-spannend-college-ontgijzelen-van-arjan-erkel.html
VACATURE: Staff Lawyer European Roma Rights Center (ERRC)
Closing date: 30 Aug 2010
Location: Hungary - Budapest
The European Roma Rights Centre (ERRC) seeks experienced lawyers to litigate Roma rights, ethnic/race discrimination and related cases in domestic, European and international tribunals and to devise and conduct training sessions for lawyers in public interest litigation strategies and techniques.
The ERRC is a public interest law organisation that defends the human rights of Roma throughout Europe and serves as a legal resource centre for advocates working in this field. The ERRC pursues its objectives by engaging in legal representation, research, monitoring and reporting, human rights education and international advocacy. The ERRC's core legal work is to engage in impact litigation on behalf of Roma before both domestic and international courts.
Based in Budapest, the lawyers will work with the legal team to develop and implement legal strategy, handle selected cases, draft amicus curiae briefs and legal submissions to domestic and international dispute resolution fora, and will work with lawyers, judges, human rights organisations and other relevant institutions. The staff lawyers may also participate in or coordinate legislative and policy review and drafting, advocacy and lobbying, as well as training and public education on legal issues. Staff lawyers will also provide appropriate substantive input into research reports, donor reports and funding proposals.
SPECIFICATIONS
Essential Requirements:
- law degree and bar membership from a country within the Council of Europe region;
- a minimum of two years' litigation experience, preferably in a human rights area;
- a demonstrable commitment to human rights;
- good understanding of human rights norms and their enforcement mechanisms at the regional and international levels, including familiarity with the European Convention and Court on Human Rights, European Social Charter and Committee on Social Rights, and UN Treaty bodies;
- demonstrated capacity to develop and apply successfully innovative legal strategies;
- ability to deal with time pressure and a demanding work environment; and
- working knowledge of English, including ability to draft legal documents in English.
Preferred:
- working knowledge of Romani language and/or other languages of Europe;
- experience in one or more substantive rights areas, such as gender discrimination, trafficking, children's rights, housing;
- experience in training/teaching litigation skills;
- significant experience living and working in Romani communities;
- prior work experience with public interest organisations focusing on human rights.
REMUNERATION PACKAGE:
- Remuneration depending on education, experience and demonstrated skills: from annual EUR 28k to EUR 36k gross salary, paid in HUF. ERRC also offers a fringe benefit package.
PLACE OF WORK:
Budapest, Hungary
DEADLINE FOR APPLICATIONS:
As soon as possible and latest by 30 August 2010.
All applicants will be notified of our receipt of application; only selected applicants will be contacted. Short-listed candidates will be required to attend a formal interview. The job offer will be conditional upon the receipt of satisfactory references.
The ERRC is committed to equal opportunity for all. Romani candidates are particularly encouraged to apply.
How to apply
Applicants should submit a cover letter, curriculum vitae, salary history, together with an English-language legal writing sample and a list of three referees by email, to:
Hajnalka Nemeth, hajnalka.nemeth@errc.org
DEADLINE FOR APPLICATIONS:
As soon as possible and latest by 30 August 2010.
All applicants will be notified of our receipt of application; only selected applicants will be contacted. Short-listed candidates will be required to attend a formal interview. The job offer will be conditional upon the receipt of satisfactory references.
The ERRC is committed to equal opportunity for all. Romani candidates are particularly encouraged to apply.
Reference Code: RW_88NDDZ-41
Bron: reliefweb
Location: Hungary - Budapest
The European Roma Rights Centre (ERRC) seeks experienced lawyers to litigate Roma rights, ethnic/race discrimination and related cases in domestic, European and international tribunals and to devise and conduct training sessions for lawyers in public interest litigation strategies and techniques.
The ERRC is a public interest law organisation that defends the human rights of Roma throughout Europe and serves as a legal resource centre for advocates working in this field. The ERRC pursues its objectives by engaging in legal representation, research, monitoring and reporting, human rights education and international advocacy. The ERRC's core legal work is to engage in impact litigation on behalf of Roma before both domestic and international courts.
Based in Budapest, the lawyers will work with the legal team to develop and implement legal strategy, handle selected cases, draft amicus curiae briefs and legal submissions to domestic and international dispute resolution fora, and will work with lawyers, judges, human rights organisations and other relevant institutions. The staff lawyers may also participate in or coordinate legislative and policy review and drafting, advocacy and lobbying, as well as training and public education on legal issues. Staff lawyers will also provide appropriate substantive input into research reports, donor reports and funding proposals.
SPECIFICATIONS
Essential Requirements:
- law degree and bar membership from a country within the Council of Europe region;
- a minimum of two years' litigation experience, preferably in a human rights area;
- a demonstrable commitment to human rights;
- good understanding of human rights norms and their enforcement mechanisms at the regional and international levels, including familiarity with the European Convention and Court on Human Rights, European Social Charter and Committee on Social Rights, and UN Treaty bodies;
- demonstrated capacity to develop and apply successfully innovative legal strategies;
- ability to deal with time pressure and a demanding work environment; and
- working knowledge of English, including ability to draft legal documents in English.
Preferred:
- working knowledge of Romani language and/or other languages of Europe;
- experience in one or more substantive rights areas, such as gender discrimination, trafficking, children's rights, housing;
- experience in training/teaching litigation skills;
- significant experience living and working in Romani communities;
- prior work experience with public interest organisations focusing on human rights.
REMUNERATION PACKAGE:
- Remuneration depending on education, experience and demonstrated skills: from annual EUR 28k to EUR 36k gross salary, paid in HUF. ERRC also offers a fringe benefit package.
PLACE OF WORK:
Budapest, Hungary
DEADLINE FOR APPLICATIONS:
As soon as possible and latest by 30 August 2010.
All applicants will be notified of our receipt of application; only selected applicants will be contacted. Short-listed candidates will be required to attend a formal interview. The job offer will be conditional upon the receipt of satisfactory references.
The ERRC is committed to equal opportunity for all. Romani candidates are particularly encouraged to apply.
How to apply
Applicants should submit a cover letter, curriculum vitae, salary history, together with an English-language legal writing sample and a list of three referees by email, to:
Hajnalka Nemeth, hajnalka.nemeth@errc.org
DEADLINE FOR APPLICATIONS:
As soon as possible and latest by 30 August 2010.
All applicants will be notified of our receipt of application; only selected applicants will be contacted. Short-listed candidates will be required to attend a formal interview. The job offer will be conditional upon the receipt of satisfactory references.
The ERRC is committed to equal opportunity for all. Romani candidates are particularly encouraged to apply.
Reference Code: RW_88NDDZ-41
Bron: reliefweb
VACATURE: International Legal Researcher (International)
– Formal and Informal Judicial System
Norwegian Refugee Council (NRC)
The Norwegian Refugee Council is a non-governmental, humanitarian organization with 60 years of experience in helping to create a safer and more dignified life for refugees and internally displaced persons. We advocate for their rights and assist with shelter, education, food distribution, and counselling on repatriation
Closing date: 10 Sep 2010
Location: occupied Palestinian territory - Gaza
The Norwegian Refugee Council is a non-governmental, humanitarian organization with 60 years of experience in helping to create a safer and more dignified life for refugees and internally displaced persons. We advocate for their rights and assist with shelter, education, food distribution, and counselling on repatriation
The Norwegian Refugee Council seeks:
Legal Researcher (International) – Formal and Informal Judicial System
Gaza
The Norwegian Refugee Council (NRC) re-established its presence in the Occupied Palestinian Territories in January 2009 and is developing programme activities in the sectors of shelter and the provision of information, counselling and legal assistance (ICLA). The long term objective of the programme is to contribute to improved protection and living conditions for refugees and internally displaced persons in the OPT.
The ICLA programme is concentrating on providing legal assistance, particularly related to housing, land and property issues, for those displaced or facing displacement in the West Bank, including East Jerusalem. In late 2009, the NRC commenced a legal assistance programme in Gaza and established a legal aid center staffed by qualified lawyers who provide free legal assistance.
The ICLA programme requires a Legal Researcher (International) to undertake a detailed research study of the current Gazan legal system (formal and informal), with a specific focus on laws related to housing, land and property and access/freedom of movement and provide key information and recommendations for future interventions by the NRC.
The Legal Researcher (International) shall be assisted by a national Legal Researcher and shall work under the direct supervision of the ICLA Program Manager and the ICLA Project Coordinator in Gaza.
Functions/Key Results Expected
The Legal Researcher (International) will perform duties and responsibilities in accordance with the objectives and activities mentioned below:
Undertake a detailed research study of the current Gazan legal system (formal and informal), with a specific focus on laws related to housing, land and property and access/freedom of movement. The study shall include:
- background to the legal situation of Gaza (including the dispute over occupation and its legal relationship to the rest of the West Bank)
- summary of the current Gazan legal system (both formal and informal)
- summary of current challenges facing the Gazan legal system and those seeking to access justice through this system
- details on the relevant domestic laws, especially as they relate to housing, land and property and access/freedom of movement
- the applicability of international norms in Israel and Gaza
- provide recommendations for future interventions by the NRC ICLA programme in Gaza;
Undertake legal research on the Gazan legal system through a desk review;
Undertake a field mission to Gaza to undertake necessary research including interviews with key legal actors, as identified in cooperation with NRC Gaza staff.
Skills and Qualifications Required.
- Qualified lawyer, with a minimum of 7 years legal experience working in formal and non-formal justice systems;
- Strong experience with legal research and writing;
- High level of written and verbal English. Knowledge of either Arabic or Hebrew is desirable;
- Knowledge of international law (IHL and IHRL) applicable to housing, land and property;
- Knowledge of the context of Israel and oPt would be a significant advantage;
- Knowledge of ICLA programmes and objectives would be an advantage.
Commencement: As soon as possible
Contract period: 3 to 4 weeks (including at least 1 week in Gaza)
Salary/benefits: According to NRC’s general directions pay commessurate with experience.
The Norwegian Refugee Council has 2000 committed and competent employees involved in projects on four continents, to give refugees and internally displaced persons a better life and future. In addition we have one of the world’s largest standby forces with 600 professionals, ready to be deployed on 72 hours notice when crisis occur.
How to apply
Applications and CV in English are to be submitted by email to gzhr@opt.nrc.no.
Please ensure that you mark clearly the title of post that you are applying for.
Closing date: 10 September 2010
Reference Code: RW_88P9E7-92
Bron: reliefweb
Norwegian Refugee Council (NRC)
The Norwegian Refugee Council is a non-governmental, humanitarian organization with 60 years of experience in helping to create a safer and more dignified life for refugees and internally displaced persons. We advocate for their rights and assist with shelter, education, food distribution, and counselling on repatriation
Closing date: 10 Sep 2010
Location: occupied Palestinian territory - Gaza
The Norwegian Refugee Council is a non-governmental, humanitarian organization with 60 years of experience in helping to create a safer and more dignified life for refugees and internally displaced persons. We advocate for their rights and assist with shelter, education, food distribution, and counselling on repatriation
The Norwegian Refugee Council seeks:
Legal Researcher (International) – Formal and Informal Judicial System
Gaza
The Norwegian Refugee Council (NRC) re-established its presence in the Occupied Palestinian Territories in January 2009 and is developing programme activities in the sectors of shelter and the provision of information, counselling and legal assistance (ICLA). The long term objective of the programme is to contribute to improved protection and living conditions for refugees and internally displaced persons in the OPT.
The ICLA programme is concentrating on providing legal assistance, particularly related to housing, land and property issues, for those displaced or facing displacement in the West Bank, including East Jerusalem. In late 2009, the NRC commenced a legal assistance programme in Gaza and established a legal aid center staffed by qualified lawyers who provide free legal assistance.
The ICLA programme requires a Legal Researcher (International) to undertake a detailed research study of the current Gazan legal system (formal and informal), with a specific focus on laws related to housing, land and property and access/freedom of movement and provide key information and recommendations for future interventions by the NRC.
The Legal Researcher (International) shall be assisted by a national Legal Researcher and shall work under the direct supervision of the ICLA Program Manager and the ICLA Project Coordinator in Gaza.
Functions/Key Results Expected
The Legal Researcher (International) will perform duties and responsibilities in accordance with the objectives and activities mentioned below:
Undertake a detailed research study of the current Gazan legal system (formal and informal), with a specific focus on laws related to housing, land and property and access/freedom of movement. The study shall include:
- background to the legal situation of Gaza (including the dispute over occupation and its legal relationship to the rest of the West Bank)
- summary of the current Gazan legal system (both formal and informal)
- summary of current challenges facing the Gazan legal system and those seeking to access justice through this system
- details on the relevant domestic laws, especially as they relate to housing, land and property and access/freedom of movement
- the applicability of international norms in Israel and Gaza
- provide recommendations for future interventions by the NRC ICLA programme in Gaza;
Undertake legal research on the Gazan legal system through a desk review;
Undertake a field mission to Gaza to undertake necessary research including interviews with key legal actors, as identified in cooperation with NRC Gaza staff.
Skills and Qualifications Required.
- Qualified lawyer, with a minimum of 7 years legal experience working in formal and non-formal justice systems;
- Strong experience with legal research and writing;
- High level of written and verbal English. Knowledge of either Arabic or Hebrew is desirable;
- Knowledge of international law (IHL and IHRL) applicable to housing, land and property;
- Knowledge of the context of Israel and oPt would be a significant advantage;
- Knowledge of ICLA programmes and objectives would be an advantage.
Commencement: As soon as possible
Contract period: 3 to 4 weeks (including at least 1 week in Gaza)
Salary/benefits: According to NRC’s general directions pay commessurate with experience.
The Norwegian Refugee Council has 2000 committed and competent employees involved in projects on four continents, to give refugees and internally displaced persons a better life and future. In addition we have one of the world’s largest standby forces with 600 professionals, ready to be deployed on 72 hours notice when crisis occur.
How to apply
Applications and CV in English are to be submitted by email to gzhr@opt.nrc.no.
Please ensure that you mark clearly the title of post that you are applying for.
Closing date: 10 September 2010
Reference Code: RW_88P9E7-92
Bron: reliefweb
VACATURE: Internship for Regional counter-trafficking program (Jordan)
Heartland Alliance for Human Needs & Human Rights
Closing date: 31 Aug 2010
Location: Jordan
Regional Counter- Trafficking Program Description
Heartland Alliance – Iraq Program has a regional counter-trafficking program with Iraqis and Iraqi refugees in Iraq, Jordan, and Lebanon.
The program includes:
- Raising awareness and building capacity among law enforcement, courts, civil society organizations, and the general public about human trafficking
- Providing direct services to victims of trafficking (VoTs), including legal, psycho-social, and health services
- Tracking and documenting patterns and practices of human trafficking
- Conducting legislative and public advocacy
Internship Description
Heartland Alliance – Iraq Program is looking for an intern to support its Regional Counter-Trafficking Program from Amman, Jordan. The intern would assist with support of the partner organization in project implementation and evaluation; creation of training, outreach, and advocacy materials; and conducting of outreach and advocacy, as well as support of project administration and reporting.
Internship Responsibilities
Under the direct supervision of the Jordan Counter-Trafficking Program Coordinator, the intern would be responsible for:
Event management and program support:
- Coordinating logistics of partner development events
- Producing workshop evaluations
- Assisting in the overall project implementation and monitoring and evaluation
- Assisting the regional counter-trafficking program coordinator in reporting and translation.
- Establishing new contacts and relationships within Jordan as well as regionally and internationally
Training, outreach, and advocacy support:
- Supporting the creation of training materials for the program for different target groups such as law enforcement; judges and lawyers; health care providers; NGOs; and the general public
- Designing awareness and advocacy materials for the program
- Collecting new resources on human trafficking; shelters; and programs to address trafficking and gender based violence in the region
- Drafting print articles for publication
- Helping to support the partner organization in Lebanon with news articles, brochures, leaflets, etc.
- Re-purposing HA workshop presentations into reference materials, eLearning modules and other resources for staff
Administration:
- Providing administrative and logistical support to the regional counter-trafficking program coordinator as needed, including some filing
- Creating and managing a contact and resource database
Requirements for Applicants
- Obtained or pursuing a related undergraduate or graduate degree in International Relations, International Development, Political Science, Gender Studies, International Law, Middle East Studies, or another field in Social Sciences or Humanities.
- Strong organizational and administrative skills; good with deadlines.
- Excellent verbal and written communication skills.
- Creative problem-solving skills.
- Very comfortable with technology, especially Microsoft Word, Excel, and PowerPoint, and Google Docs.
- Fluency in written and spoken English and Arabic.
- Previous knowledge and work experience with issues of gender based violence, human trafficking and refugees is desirable, as well as familiarity with human rights and development frameworks.
- Previous knowledge and work experience in the Middle East and North Africa is desirable.
- Experience living abroad or working at international organizations a plus.
- Experience working with websites/blogs, graphic design, eLearning, or social media a plus.
How to apply
Please send a cover letter together with a detailed CV amaytah@ha-iraq.org
All applications must be submitted in English.
Reference Code: RW_88MAVH-29
Bron: reliefweb
Closing date: 31 Aug 2010
Location: Jordan
Regional Counter- Trafficking Program Description
Heartland Alliance – Iraq Program has a regional counter-trafficking program with Iraqis and Iraqi refugees in Iraq, Jordan, and Lebanon.
The program includes:
- Raising awareness and building capacity among law enforcement, courts, civil society organizations, and the general public about human trafficking
- Providing direct services to victims of trafficking (VoTs), including legal, psycho-social, and health services
- Tracking and documenting patterns and practices of human trafficking
- Conducting legislative and public advocacy
Internship Description
Heartland Alliance – Iraq Program is looking for an intern to support its Regional Counter-Trafficking Program from Amman, Jordan. The intern would assist with support of the partner organization in project implementation and evaluation; creation of training, outreach, and advocacy materials; and conducting of outreach and advocacy, as well as support of project administration and reporting.
Internship Responsibilities
Under the direct supervision of the Jordan Counter-Trafficking Program Coordinator, the intern would be responsible for:
Event management and program support:
- Coordinating logistics of partner development events
- Producing workshop evaluations
- Assisting in the overall project implementation and monitoring and evaluation
- Assisting the regional counter-trafficking program coordinator in reporting and translation.
- Establishing new contacts and relationships within Jordan as well as regionally and internationally
Training, outreach, and advocacy support:
- Supporting the creation of training materials for the program for different target groups such as law enforcement; judges and lawyers; health care providers; NGOs; and the general public
- Designing awareness and advocacy materials for the program
- Collecting new resources on human trafficking; shelters; and programs to address trafficking and gender based violence in the region
- Drafting print articles for publication
- Helping to support the partner organization in Lebanon with news articles, brochures, leaflets, etc.
- Re-purposing HA workshop presentations into reference materials, eLearning modules and other resources for staff
Administration:
- Providing administrative and logistical support to the regional counter-trafficking program coordinator as needed, including some filing
- Creating and managing a contact and resource database
Requirements for Applicants
- Obtained or pursuing a related undergraduate or graduate degree in International Relations, International Development, Political Science, Gender Studies, International Law, Middle East Studies, or another field in Social Sciences or Humanities.
- Strong organizational and administrative skills; good with deadlines.
- Excellent verbal and written communication skills.
- Creative problem-solving skills.
- Very comfortable with technology, especially Microsoft Word, Excel, and PowerPoint, and Google Docs.
- Fluency in written and spoken English and Arabic.
- Previous knowledge and work experience with issues of gender based violence, human trafficking and refugees is desirable, as well as familiarity with human rights and development frameworks.
- Previous knowledge and work experience in the Middle East and North Africa is desirable.
- Experience living abroad or working at international organizations a plus.
- Experience working with websites/blogs, graphic design, eLearning, or social media a plus.
How to apply
Please send a cover letter together with a detailed CV amaytah@ha-iraq.org
All applications must be submitted in English.
Reference Code: RW_88MAVH-29
Bron: reliefweb
Stageplaats bij de UNHCR in Equador
Refugee Protection Intern United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR)
Closing date: 03 Sep 2010
Location: Ecuador - Quito
Brief project description:
UNHCR's operation in Ecuador started in 2000 as part of the organization's strategy to protect and assist the victims of the Colombian conflict. The operation aims to support the Ecuadorian government in strengthening protection mechanisms, developing asylum and identifying solutions. It also involves distribution of humanitarian aid and public information initiatives. The refugee caseload is mostly composed of Colombian nationals.
UNHCR has its main office in Quito, two field offices, in Ibarra and Lago Agrio, and antenna offices in Cuenca, Esmeraldas and Santo Domingo. We work with partner organizations in the provinces of Esmeraldas, Carchi, Imbabura, Sucumbíos, Orellana, Pichincha and Azuay.
This internship is based in Quito, capital of Ecuador.
Duties and Responsibilities:
Under direct supervision of the Head of Quito Unit and the Associate Protection Officer in Quito, the Refugee Protection Intern:
- Conducts basic interviews with asylum-seekers and refugees in order to provide legal counseling and/or determine and address their needs; takes further action where necessary;
- Identifies cases with Special Protection Needs for eventual resettlement;
- Participates in Durable Solutions Committees;
- Assists in assessing determination of refugee status under HCR´s mandate, interviews asylum-seekers: prepares all documentation (including legal analysis when appropriate) with regard to decisions on mandate cases; provides recommendations to supervisor;
- Assists Protection Unit staff in the preparation of asylum appeals;
- Supports compilation/research of developments in the field of legislation, regulations and relevant country of origin information;
- Contributes to the prevention of refoulement or expulsion;
- Provides logistic support to the Protection Unit or other Units when and as necessary;
- Contributes to reporting activities to HQ when and as required;
- Performs other duties as required.
Requirements:
- University degree, preferably in Refugee or Human Rights Law, or related.
- Relevant experience, particularly in legal analysis, desirable
- Sound knowledge of Human Rights, particularly Refugee Rights
- Fluent Spanish is essential for the post; fluent English is a requirement to perform duties.
- Strong analytical writing skills
- Proficiency in Excel, Word and PowerPoint.
- Capable of working both on own initiative and as a part of a team
- Capable of working to deadlines
- Practical understanding of the region
Notes:
a) Proposed internship period: Minimum six months- expected from September-October 2010 to beginning-end March 2011.
b) Subsequent Employment by UNHCR: There is no expectation of employment at the end of the Internship.
c) This is an unpaid internship. Per UNHCR policy, no compensation or expense reimbursement will be made available.
How to apply
Please send cover letter and CV (drafted in Spanish) to Ms Leyre BENITO OTAZU: benito@unhcr.org
Documents drafted in other languages will not be considered.
Bron: relieefweb.com
Closing date: 03 Sep 2010
Location: Ecuador - Quito
Brief project description:
UNHCR's operation in Ecuador started in 2000 as part of the organization's strategy to protect and assist the victims of the Colombian conflict. The operation aims to support the Ecuadorian government in strengthening protection mechanisms, developing asylum and identifying solutions. It also involves distribution of humanitarian aid and public information initiatives. The refugee caseload is mostly composed of Colombian nationals.
UNHCR has its main office in Quito, two field offices, in Ibarra and Lago Agrio, and antenna offices in Cuenca, Esmeraldas and Santo Domingo. We work with partner organizations in the provinces of Esmeraldas, Carchi, Imbabura, Sucumbíos, Orellana, Pichincha and Azuay.
This internship is based in Quito, capital of Ecuador.
Duties and Responsibilities:
Under direct supervision of the Head of Quito Unit and the Associate Protection Officer in Quito, the Refugee Protection Intern:
- Conducts basic interviews with asylum-seekers and refugees in order to provide legal counseling and/or determine and address their needs; takes further action where necessary;
- Identifies cases with Special Protection Needs for eventual resettlement;
- Participates in Durable Solutions Committees;
- Assists in assessing determination of refugee status under HCR´s mandate, interviews asylum-seekers: prepares all documentation (including legal analysis when appropriate) with regard to decisions on mandate cases; provides recommendations to supervisor;
- Assists Protection Unit staff in the preparation of asylum appeals;
- Supports compilation/research of developments in the field of legislation, regulations and relevant country of origin information;
- Contributes to the prevention of refoulement or expulsion;
- Provides logistic support to the Protection Unit or other Units when and as necessary;
- Contributes to reporting activities to HQ when and as required;
- Performs other duties as required.
Requirements:
- University degree, preferably in Refugee or Human Rights Law, or related.
- Relevant experience, particularly in legal analysis, desirable
- Sound knowledge of Human Rights, particularly Refugee Rights
- Fluent Spanish is essential for the post; fluent English is a requirement to perform duties.
- Strong analytical writing skills
- Proficiency in Excel, Word and PowerPoint.
- Capable of working both on own initiative and as a part of a team
- Capable of working to deadlines
- Practical understanding of the region
Notes:
a) Proposed internship period: Minimum six months- expected from September-October 2010 to beginning-end March 2011.
b) Subsequent Employment by UNHCR: There is no expectation of employment at the end of the Internship.
c) This is an unpaid internship. Per UNHCR policy, no compensation or expense reimbursement will be made available.
How to apply
Please send cover letter and CV (drafted in Spanish) to Ms Leyre BENITO OTAZU: benito@unhcr.org
Documents drafted in other languages will not be considered.
Bron: relieefweb.com
Stageplek in Gambia: Internship - Committee for the Prevention of Torture in Africa (CPTA) Association for the Prevention of Torture (APT)
The APT envisions a world in which no one is subjected to torture or other cruel, inhuman or degrading treatment or punishment, as proclaimed by the Universal Declaration of Human Rights. The APT seeks to achieve this vision through a preventive and cooperative approach. The APT works globally, regionally and nationally with a wide range of partners including State authorities, national institutions and civil society.
Closing date: 21 Sep 2010
Location: Gambia (the) - Banjul
COMMITTEE FOR THE PREVENTION OF TORTURE IN AFRICA (CPTA)
TERMS OF REFERENCE – INTERN
Job Title: Intern
Organization: African Commission on Human and Peoples’ Rights (ACHPR)
Reports to: Executive Secretary
Location: ACHPR Secretariat, Banjul, The Gambia
Duration: 12 months renewable, starting soonest
Job Description
Under the day-to-day guidance of the Senior Legal Officer assisting the Chairperson of the Committee for the Prevention of Torture in Africa (CPTA) of the African Commission on Human and Peoples’ Rights (ACHPR), and the overall supervision of the Executive Secretary, the Intern will be the Focal Point for coordination of CPTA activities, event-planning, field projects, internet searches, routine follow-up, and website-updating.
The position is an entry level post, and would suit a person in the early stages of his/her career, as well as someone seeking further work experience in the human rights field.
Terms of reference
1. Focal Point for CPTA promotional activities, advocacy, fact-finding missions and monitoring visits;
2. Assisting in the implementation and development of the mandate of the CPTA;
3. Drafting concept notes and researching on human rights issues as necessary;
4. Responding to queries from stakeholders including Member States, NGOs, National Human Rights Institutions and individuals;
5. Assisting in organizing workshops/seminars and other promotional activities of the CPTA;
6. Participating in the ACHPR Secretariat work of supporting the CPTA in the implementation of its mandate;
7. Performing any other task as may be assigned by the Executive Secretary.
Resources
The Intern will have access to office working space, a computer and internet.
Evaluation
Evaluation will consist of:
1. An interim written report from the Intern due 6 months after assumption of responsibilities;
2. A final written report from the Intern due 12 months after the start of the internship;
3. A final written report from the attachment supervisor due 12 months after the start of the internship.
All these reports should be cleared by the Executive Secretary before they are transmitted.
Remuneration
The post is an unpaid voluntary internship, but a monthly stipend to be determined will be provided by the Association for the Prevention of Torture (APT), the ACHPR partner sponsoring the position.
Insurance
It is understood that the Intern will make his/her own arrangements with regards to insurance, and that the ACHPR will not be held responsible for medical or other costs related to this internship.
Intern’s Professional Undertaking
The Intern undertakes to respect all AU Rules and Regulations as well as instructions and directives governing the operations and/or functioning of the ACHPR.
In the event that the Intern breaches his/her undertaking, the internship may be terminated at once upon the decision of the authorities at the ACHPR, who will notify the sponsoring Organization in writing.
Benefits
1. Opportunity to participate in CPTA advocacy, promotional or fact finding missions as well as in its torture prevention visits.
2. Training in office management skills, program administration, publications drafting, grant research, public relations and outreach
3. Gaining a varied experience working for a regional human rights body
4. Acquiring further knowledge of the African human rights system and its procedures
5. Opportunity for networking with human rights professionals and experts and with a variety of partners of the ACHPR
6. Annual holidays total 25 days
7. The post is an unpaid voluntary internship but a monthly stipend to be determined will be provided
8. Opportunity to participate in field activities/missions with all costs covered and to interact with various stakeholders in different countries
Personal specifications
Essential characteristics:
1. Post-graduate Degree (LLM/masters) preferably in Law, International Relations, Political Science or related areas with a strong Human Rights component;
2. Excellent oral and written communication skills;
3. Excellent interpersonal skills and team working skills;
4. Fluent in English and French;
5. Excellent organizational skills and the ability to classify and manage information from different sources;
6. Sound analytical and research skills;
7. Proficiency in Microsoft Office applications and internet tools;
8. Methodical and highly motivated;
9. Creative and innovative thinking;
10. Self-motivating and ability to use initiative where necessary;
11. Willingness to work with good work ethic;
12. Willingness to travel;
13. Willingness to learn new things and use innovative procedures;
14. National of an African Union Member State.
Desirable characteristics:
1. Good editorial skills;
2. Knowledge of torture prevention related issues;
3. Interest in Human rights and administration of justice issues;
How to apply
Applications can be sent by 21 September 2010 to the Executive Secretary, at achpr@achpr.org, secretary@achpr.org , with copies to the APT Secretary General, at jobs@apt.ch with the following documents:
1. A motivational letter
2. A curriculum vitae
3. 2 to 4 page writing sample in English or French
4. Contact details of 2 referees
Bron: reliefweb
Closing date: 21 Sep 2010
Location: Gambia (the) - Banjul
COMMITTEE FOR THE PREVENTION OF TORTURE IN AFRICA (CPTA)
TERMS OF REFERENCE – INTERN
Job Title: Intern
Organization: African Commission on Human and Peoples’ Rights (ACHPR)
Reports to: Executive Secretary
Location: ACHPR Secretariat, Banjul, The Gambia
Duration: 12 months renewable, starting soonest
Job Description
Under the day-to-day guidance of the Senior Legal Officer assisting the Chairperson of the Committee for the Prevention of Torture in Africa (CPTA) of the African Commission on Human and Peoples’ Rights (ACHPR), and the overall supervision of the Executive Secretary, the Intern will be the Focal Point for coordination of CPTA activities, event-planning, field projects, internet searches, routine follow-up, and website-updating.
The position is an entry level post, and would suit a person in the early stages of his/her career, as well as someone seeking further work experience in the human rights field.
Terms of reference
1. Focal Point for CPTA promotional activities, advocacy, fact-finding missions and monitoring visits;
2. Assisting in the implementation and development of the mandate of the CPTA;
3. Drafting concept notes and researching on human rights issues as necessary;
4. Responding to queries from stakeholders including Member States, NGOs, National Human Rights Institutions and individuals;
5. Assisting in organizing workshops/seminars and other promotional activities of the CPTA;
6. Participating in the ACHPR Secretariat work of supporting the CPTA in the implementation of its mandate;
7. Performing any other task as may be assigned by the Executive Secretary.
Resources
The Intern will have access to office working space, a computer and internet.
Evaluation
Evaluation will consist of:
1. An interim written report from the Intern due 6 months after assumption of responsibilities;
2. A final written report from the Intern due 12 months after the start of the internship;
3. A final written report from the attachment supervisor due 12 months after the start of the internship.
All these reports should be cleared by the Executive Secretary before they are transmitted.
Remuneration
The post is an unpaid voluntary internship, but a monthly stipend to be determined will be provided by the Association for the Prevention of Torture (APT), the ACHPR partner sponsoring the position.
Insurance
It is understood that the Intern will make his/her own arrangements with regards to insurance, and that the ACHPR will not be held responsible for medical or other costs related to this internship.
Intern’s Professional Undertaking
The Intern undertakes to respect all AU Rules and Regulations as well as instructions and directives governing the operations and/or functioning of the ACHPR.
In the event that the Intern breaches his/her undertaking, the internship may be terminated at once upon the decision of the authorities at the ACHPR, who will notify the sponsoring Organization in writing.
Benefits
1. Opportunity to participate in CPTA advocacy, promotional or fact finding missions as well as in its torture prevention visits.
2. Training in office management skills, program administration, publications drafting, grant research, public relations and outreach
3. Gaining a varied experience working for a regional human rights body
4. Acquiring further knowledge of the African human rights system and its procedures
5. Opportunity for networking with human rights professionals and experts and with a variety of partners of the ACHPR
6. Annual holidays total 25 days
7. The post is an unpaid voluntary internship but a monthly stipend to be determined will be provided
8. Opportunity to participate in field activities/missions with all costs covered and to interact with various stakeholders in different countries
Personal specifications
Essential characteristics:
1. Post-graduate Degree (LLM/masters) preferably in Law, International Relations, Political Science or related areas with a strong Human Rights component;
2. Excellent oral and written communication skills;
3. Excellent interpersonal skills and team working skills;
4. Fluent in English and French;
5. Excellent organizational skills and the ability to classify and manage information from different sources;
6. Sound analytical and research skills;
7. Proficiency in Microsoft Office applications and internet tools;
8. Methodical and highly motivated;
9. Creative and innovative thinking;
10. Self-motivating and ability to use initiative where necessary;
11. Willingness to work with good work ethic;
12. Willingness to travel;
13. Willingness to learn new things and use innovative procedures;
14. National of an African Union Member State.
Desirable characteristics:
1. Good editorial skills;
2. Knowledge of torture prevention related issues;
3. Interest in Human rights and administration of justice issues;
How to apply
Applications can be sent by 21 September 2010 to the Executive Secretary, at achpr@achpr.org, secretary@achpr.org , with copies to the APT Secretary General, at jobs@apt.ch with the following documents:
1. A motivational letter
2. A curriculum vitae
3. 2 to 4 page writing sample in English or French
4. Contact details of 2 referees
Bron: reliefweb
26 augustus 2010
Oud cliente uit Irak wil graag haar Nederlands verbeteren door bij oude mensen schoon te maken. Wie kent iemand?
U kunt mij helpen door met mij de Nederlandse taal te oefenen en mij als weduwe net wat meer inkomsten voor mijn gezin te laten verdienen. Ik kan voor u het huis schoonmaken of eens lekker voor u Iraaks koken. Of misschien wilt u gewoon samen naar de supermarkt gaan wandelen of een kopje thee drinken om de eenzaamheid te verdrijven. Wie ik ben? Ik ben een weduwe van eind dertig die een paar jaar geleden met mijn man en kinderen uit Irak is gevlucht. Inmiddels heb ik alle inburgeringslessen gevolgd en kan ik aardig Nederlands maar niet goed genoeg om weer net als vroeger bij een bank te gaan werken. Maar ik wil graag een paar uur per week aan de slag als de kinderen op school zitten. Dus liefst een paar uur in de ochtend. Ik ben bang van honden. Ik woon in Roelofarendsveen en heb geen auto. Mocht u een schoonmaakbedrijf hebben dan kunt u ook bellen. (prijs is exclusief reiskosten openbaar vervoer). Werkzaam in: Leiden, Haarlem
Werktijden: onder schooltijden
Meer info:
http://link.marktplaats.nl/359513452
Werktijden: onder schooltijden
Meer info:
http://link.marktplaats.nl/359513452
24 augustus 2010
Voorlichtingsbijeenkomsten over kennismigranten
Het Loket Kennis- en Arbeidsmigratie (LKA) organiseert voorlichtingsbijeenkomsten voor bedrijven die geen of weinig ervaring hebben met aanvragen voor kennismigranten. Tijdens deze bijeenkomsten geven IND-medewerkers voorlichting over de procedure om een verblijfsvergunning als kennismigrant te krijgen. Uiteraard is er voldoende gelegenheid om vragen te stellen.
De data voor 2010 zijn:
– Dinsdag 21 september 2010
– Dinsdag 16 november 2010
De voorlichtingsbijeenkomsten vinden plaats in het IND-kantoor te Rijswijk (Gebouw Churchillhof, Sir Winston Churchilllaan 293, 2288 DC Rijswijk).
Inschrijven
Bij belangstelling voor deze bijeenkomst stuurt u een e-mail naar arbeid@ind.minjus.nl. In het onderwerpveld vermeldt u: "voorlichtingsbijeenkomst kennismigranten (datum vermelden)".
Verder vermeldt u:
- uw organisatienaam,
- uw organisatienummer,
- de deelnemers. Bij meerdere deelnemers namens uw bedrijf, dus graag ook hun namen vermelden.
U ontvangt dan zo spoedig mogelijk een uitnodiging.
Bron: IND.nl
De data voor 2010 zijn:
– Dinsdag 21 september 2010
– Dinsdag 16 november 2010
De voorlichtingsbijeenkomsten vinden plaats in het IND-kantoor te Rijswijk (Gebouw Churchillhof, Sir Winston Churchilllaan 293, 2288 DC Rijswijk).
Inschrijven
Bij belangstelling voor deze bijeenkomst stuurt u een e-mail naar arbeid@ind.minjus.nl. In het onderwerpveld vermeldt u: "voorlichtingsbijeenkomst kennismigranten (datum vermelden)".
Verder vermeldt u:
- uw organisatienaam,
- uw organisatienummer,
- de deelnemers. Bij meerdere deelnemers namens uw bedrijf, dus graag ook hun namen vermelden.
U ontvangt dan zo spoedig mogelijk een uitnodiging.
Bron: IND.nl
Intrekken lopende aanvraag en indienen bezwaar van een kennismigrant
Het is mogelijk om een lopende aanvraag voor een verblijfsvergunning van een kennismigrant in te trekken. De kennismigrant moet zélf dit verzoek tot intrekking indienen. Hij heeft namelijk ook de aanvraag ondertekend en ingediend. Het komt regelmatig voor dat een werkgever of een bemiddelende instantie de IND verzoekt om een aanvraag in te trekken. Dit kan alleen als de kennismigrant de werkgever, bemiddelende instantie of advocaat schriftelijk heeft gemachtigd om de aanvraag namens hem in te trekken.
Een advocaat kan een eventueel bezwaarschrift indienen zonder machtiging van de kennismigrant. U als werkgever of een derde kan een bezwaarschrift indienen als een machtiging van de kennismigrant is bijgevoegd.
Bron: IND.nl
Een advocaat kan een eventueel bezwaarschrift indienen zonder machtiging van de kennismigrant. U als werkgever of een derde kan een bezwaarschrift indienen als een machtiging van de kennismigrant is bijgevoegd.
Bron: IND.nl
Is dit niet weer concurrentievervalsing van de IND? Lees: Proef met au pair bureau's
Proef met au-pairbureaus
Nieuwsbericht | 19-08-2010 | laatst bijgewerkt 19-08-2010
Onder het modern migratiebeleid krijgt het au-pairbureau een belangrijke rol toebedeeld als (erkend) referent van de au pair. Gastgezinnen die na de inwerkingtreding van de nieuwe wet een au pair naar Nederland willen laten komen kunnen de verblijfsaanvraag uitsluitend indienen via zo’n door de IND erkend au-pairbureau.
De erkende referent (het au-pairbureau) kan straks zelf een verblijfsaanvraag voor de au pair indienen en krijgt toegang tot een versnelde procedure. Daarnaast krijgt de referent een aantal wettelijke verplichtingen.
Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe wet doet de IND met een aantal au pairbureaus in een pilot (proeftuin) ervaring op met o.m. de referentensystematiek. Op dit moment doen 24 bureaus mee.
De bureaus die deelnemen zijn:
1) Au Pair Interactive
2) Au Pairs Worldwide
3) House O Orange
4) Mission Hollandaise
5) Nedsa
6) Smiling Faces
7) SNAPS
8) Travel Active
9) WWA&N
10) Yes Au Pair
11) Au Pair Exclusive
12) Jorel Agency
13) Filippijnse Au Pair
14) Robmin Agency
15) Ideal au pair
16) Bianca's Au Pair
17) Wecare Au Pair
18) Au Pair Trust
19) Au Pair International
20) Hoom Au Pair
21) Allstar Au Pairs
22) Au Pair Anywhere
23) Surined au pair
24) Au Pair in Holland
Bron: IND.nl
Nieuwsbericht | 19-08-2010 | laatst bijgewerkt 19-08-2010
Onder het modern migratiebeleid krijgt het au-pairbureau een belangrijke rol toebedeeld als (erkend) referent van de au pair. Gastgezinnen die na de inwerkingtreding van de nieuwe wet een au pair naar Nederland willen laten komen kunnen de verblijfsaanvraag uitsluitend indienen via zo’n door de IND erkend au-pairbureau.
De erkende referent (het au-pairbureau) kan straks zelf een verblijfsaanvraag voor de au pair indienen en krijgt toegang tot een versnelde procedure. Daarnaast krijgt de referent een aantal wettelijke verplichtingen.
Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe wet doet de IND met een aantal au pairbureaus in een pilot (proeftuin) ervaring op met o.m. de referentensystematiek. Op dit moment doen 24 bureaus mee.
De bureaus die deelnemen zijn:
1) Au Pair Interactive
2) Au Pairs Worldwide
3) House O Orange
4) Mission Hollandaise
5) Nedsa
6) Smiling Faces
7) SNAPS
8) Travel Active
9) WWA&N
10) Yes Au Pair
11) Au Pair Exclusive
12) Jorel Agency
13) Filippijnse Au Pair
14) Robmin Agency
15) Ideal au pair
16) Bianca's Au Pair
17) Wecare Au Pair
18) Au Pair Trust
19) Au Pair International
20) Hoom Au Pair
21) Allstar Au Pairs
22) Au Pair Anywhere
23) Surined au pair
24) Au Pair in Holland
Bron: IND.nl
VACATURE: Arts (medisch adviseur)
Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst (Rijswijk)
Functieomschrijving
Je geeft op verzoek van de IND individuele adviezen over de lichamelijke of geestelijke gezondheidssituatie van vreemdelingen. Daartoe win je informatie in bij de betrokken behandelaar(s) en onderzoek je de behandelmogelijkheden in het betreffende land van herkomst. Vanuit de uitvoeringspraktijk signaleer je knelpunten en kom je daarvoor, waar nodig, met verbeteringsvoorstellen. Zolang dat nodig is, werk je onder de supervisie van een senior arts.
Functie-eisen
Je hebt een academische opleiding tot medicus, affiniteit met dossierwerkzaamheden en zo mogelijk (enige) ervaring met medische advisering of klinische ervaring. Daarmee zoeken we primair een arts met enige jaren werkervaring, maar ook pas afgestudeerde artsen kunnen reageren. Je bent in elk geval een jonge, energieke, praktisch ingestelde en adviesvaardige arts die medische problematiek helder weet te vertalen. Je weet wat er in jouw omgeving omgaat en je kunt werken in een politiek krachtenveld, wetend dat je actief bent in een complexe, politiek gevoelige context van partijen met tegenstrijdige belangen. Je hebt dan ook goede communicatieve vaardigheden, je kunt zelfstandig werken, maar je bent daarnaast ook een echte teamspeler.
Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 12, schaal 13
Minimum salaris: € 3340 bruto per maand
Maximum salaris: € 5553 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Salaris omschrijving:
Afhankelijk van opleiding en relevante ervaring vindt inschaling plaats in (aanloop) schaal 12 tot (functionele) schaal 13 (conform BBRA 1984). Inschaling vindt indien van toepassing plaats in de aanloopschaal.
Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaarkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.
De organisatie
Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst
Werken bij het Rijk betekent werken aan zaken die het hele land aangaan. Dus ook aan een veilige en rechtvaardige samenleving waar alle mensen volwaardig aan kunnen deelnemen. Justitie verdedigt en beschermt de rechtsorde. Van beleid tot uitvoering. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslist wie in Nederland wordt toegelaten en wie het Nederlanderschap krijgt. De IND vervult hiermee een belangrijke taak. We zorgen ervoor dat het vreemdelingenbeleid goed wordt uitgevoerd. Het is boeiend werk, want elk verhaal heeft meerdere kanten en beslissingen zijn ingrijpend. Medewerkers van de IND moeten dan ook beschikken over een grote mate van klantgerichtheid, flexibiliteit en doortastendheid. In alle gevallen houden we ons bezig met zaken die direct van invloed zijn op het dagelijks leven. Dat maakt werken voor de IND zo bijzonder. Want recht raakt mensen.
Meer informatie over de organisatie
Bureau Medische Advisering
Ons Bureau Medische Advisering (BMA), onderdeel van de IND, geeft de IND op een onafhankelijke basis medische adviezen met betrekking tot de gezondheidssituatie van vreemdelingen. Deze adviezen, gebaseerd op een professionele autonome beantwoording van voorgelegde vragen, zijn naast andere aspecten relevant voor de vreemdelingrechtelijke beslissingen die de IND neemt. Het Haagse BMA zal waarschijnlijk vanaf 2011 in het aangrenzende Rijswijk gevestigd zijn.
Bijzonderheden
Je kunt je gemotiveerde brief met CV insturen tot en met 7 september 2010. Een Verklaring Omtrent het Gedrag (V.O.G.) kan onderdeel uitmaken van de procedure. Kosten van een eventuele aanvraag worden achteraf vergoed. Na het eventuele sollicitatiegesprek zal er een casus moeten worden uitgevoerd. Een assessment kan deel uitmaken van de sollicitatieprocedure.
Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar vacature@ind.minjus.nl.
Bron: werkenbijhetrijk.nl
Functieomschrijving
Je geeft op verzoek van de IND individuele adviezen over de lichamelijke of geestelijke gezondheidssituatie van vreemdelingen. Daartoe win je informatie in bij de betrokken behandelaar(s) en onderzoek je de behandelmogelijkheden in het betreffende land van herkomst. Vanuit de uitvoeringspraktijk signaleer je knelpunten en kom je daarvoor, waar nodig, met verbeteringsvoorstellen. Zolang dat nodig is, werk je onder de supervisie van een senior arts.
Functie-eisen
Je hebt een academische opleiding tot medicus, affiniteit met dossierwerkzaamheden en zo mogelijk (enige) ervaring met medische advisering of klinische ervaring. Daarmee zoeken we primair een arts met enige jaren werkervaring, maar ook pas afgestudeerde artsen kunnen reageren. Je bent in elk geval een jonge, energieke, praktisch ingestelde en adviesvaardige arts die medische problematiek helder weet te vertalen. Je weet wat er in jouw omgeving omgaat en je kunt werken in een politiek krachtenveld, wetend dat je actief bent in een complexe, politiek gevoelige context van partijen met tegenstrijdige belangen. Je hebt dan ook goede communicatieve vaardigheden, je kunt zelfstandig werken, maar je bent daarnaast ook een echte teamspeler.
Arbeidsvoorwaarden
Salarisniveau schaal 12, schaal 13
Minimum salaris: € 3340 bruto per maand
Maximum salaris: € 5553 bruto per maand
(Het genoemde salaris is gebaseerd op een volledige werkweek.)
Salaris omschrijving:
Afhankelijk van opleiding en relevante ervaring vindt inschaling plaats in (aanloop) schaal 12 tot (functionele) schaal 13 (conform BBRA 1984). Inschaling vindt indien van toepassing plaats in de aanloopschaal.
Overige arbeidsvoorwaarden
Bovenop het salaris en vakantiegeld kun je rekenen op een eindejaarsuitkering. Het Rijk hecht sterk aan persoonlijke groei en loopbaanontwikkeling en biedt daarvoor tal van mogelijkheden. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden behoren onder meer 75% betaald ouderschapsverlof (onder voorwaarden), studiefaciliteiten, een extra verlofregeling voor ouderen en een volledige vergoeding woon-werkverkeer (jaarkaart openbaar vervoer tweede klas). Bij het Rijk heb je een aantal individuele keuzemogelijkheden bij het samenstellen van je arbeidsvoorwaardenpakket.
De organisatie
Ministerie van Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst
Werken bij het Rijk betekent werken aan zaken die het hele land aangaan. Dus ook aan een veilige en rechtvaardige samenleving waar alle mensen volwaardig aan kunnen deelnemen. Justitie verdedigt en beschermt de rechtsorde. Van beleid tot uitvoering. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beslist wie in Nederland wordt toegelaten en wie het Nederlanderschap krijgt. De IND vervult hiermee een belangrijke taak. We zorgen ervoor dat het vreemdelingenbeleid goed wordt uitgevoerd. Het is boeiend werk, want elk verhaal heeft meerdere kanten en beslissingen zijn ingrijpend. Medewerkers van de IND moeten dan ook beschikken over een grote mate van klantgerichtheid, flexibiliteit en doortastendheid. In alle gevallen houden we ons bezig met zaken die direct van invloed zijn op het dagelijks leven. Dat maakt werken voor de IND zo bijzonder. Want recht raakt mensen.
Meer informatie over de organisatie
Bureau Medische Advisering
Ons Bureau Medische Advisering (BMA), onderdeel van de IND, geeft de IND op een onafhankelijke basis medische adviezen met betrekking tot de gezondheidssituatie van vreemdelingen. Deze adviezen, gebaseerd op een professionele autonome beantwoording van voorgelegde vragen, zijn naast andere aspecten relevant voor de vreemdelingrechtelijke beslissingen die de IND neemt. Het Haagse BMA zal waarschijnlijk vanaf 2011 in het aangrenzende Rijswijk gevestigd zijn.
Bijzonderheden
Je kunt je gemotiveerde brief met CV insturen tot en met 7 september 2010. Een Verklaring Omtrent het Gedrag (V.O.G.) kan onderdeel uitmaken van de procedure. Kosten van een eventuele aanvraag worden achteraf vergoed. Na het eventuele sollicitatiegesprek zal er een casus moeten worden uitgevoerd. Een assessment kan deel uitmaken van de sollicitatieprocedure.
Digitaal solliciteren:
Je kunt meteen digitaal solliciteren door je CV met begeleidende brief op te sturen naar vacature@ind.minjus.nl.
Bron: werkenbijhetrijk.nl
20 augustus 2010
VACATURE: Detentietoezichthouder
Functiebeschrijving
Ben jij op zoek naar een fulltime of parttime baan met een maatschappelijke en sportieve uitdaging? Ben je stressbestendig en kun jij uitstekend in teamverband werken? Dan hebben wij de baan voor jou!
Als detentietoezichthouder ben je verantwoordelijk voor de beveiliging van het detentiecentrum en lever je een belangrijke bijdrage aan het bewaren van de rust en orde. Het uitdagende van deze functie is dat je werkzaam bent binnen een omgeving waar uitgeprocedeerde vreemdelingen wachten op uitzetting naar hun land van herkomst.
Je taken bestaan uit het begeleiden en verzorgen van de gedetineerden. Hierbij kun je denken aan het uitvoeren van celinspecties, het houden van toezicht tijdens het dagprogramma en de dagelijkse looprondes buiten.
Je bent het eerste aanspreekpunt voor de gedetineerden en je beschikt dan ook over uitstekende sociale en contactuele vaardigheden. Wanneer er conflictsituaties ontstaan, voorkom jij met je natuurlijk overwicht dat het conflict uit de hand loopt. Met agressieve situaties weet jij op een gepaste en humane manier om te gaan.
Gezien de omstandigheden en risico's waar je als detentietoezichthouder mee te maken kunt krijgen, zijn wij op zoek naar stressbestendige mensen met een zekere vakvolwassenheid die voldoende levens- en werkervaring met zich meebrengen.
Tevens is het van belang dat je over een uitstekende fysieke conditie beschikt. Bij aanname en aansluitend jaarlijks wordt je fitheid getoetst door het afleggen van een fitheidstest. Een training elementaire zelfverdediging is onderdeel van je opleiding. Om je conditie op peil te houden volg je periodiek een training 'praktisch penitentiair optreden', waarbij je met verschillende oefeningen je weerbaarheid en conditie traint.
Functie-eisen
Je komt voor deze functie in aanmerking indien je:
Een diploma beveiliger 2 / ABM / basisdiploma beveiliger hebt, òf:
Wanneer je nog niet in het bezit bent van je beveiliger diploma, bereidheid dit binnen de organisatie te halen terwijl je een volledig salaris verdient
Flexibel inzetbaar bent (dag-, avond-, nacht- en weekenddiensten) voor minimaal 24 uur per week
Een goede fysieke conditie hebt (het afleggen van een fitheidstest is onderdeel van de sollicitatieprocedure)
Van onbesproken gedrag bent (een antecedentenonderzoek is onderdeel van de sollicitatieprocedure)
In het bezit bent van rijbewijs B en eigen vervoer
Binnen een straal van 40 kilometer rondom het detentiecentrum woont
Arbeidsvoorwaarden
Een leuke, afwisselende functie bij één van de grootste werkgevers ter wereld. Bij G4S waarderen wij jouw prestaties en bieden we je kansen. Daarnaast kun je bij ons rekenen op:
Een baan met maatschappelijke betrokkenheid binnen een unieke werkomgeving.
Voldoende trainingen om jouw vakbekwaamheid te garanderen en je tot een volwaardig detentietoezichthouder te maken en te houden.
Goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder een salaris conform CAO, 25 vakantie- en 13 adv-dagen.
Ons 'Score' programma: het voordeelprogramma speciaal voor onze werknemers met o.a. kortingen op attractieparken, sportactiviteiten en nog veel meer!
Een capaciteitentest kan deel uitmaken van de selectieprocedure. Heb je vragen of wil je meer informatie over de vacature, neem dan contact op met onze recruiter.
Bij het invullen van deze vacature maken wij geen gebruik van werving en selectie of uitzendbureau's. Acquisitie wordt daarom niet op prijs gesteld.
Meer info hier: http://vacatures.roc.nl/default.php?fr=details&vac=92396
Ben jij op zoek naar een fulltime of parttime baan met een maatschappelijke en sportieve uitdaging? Ben je stressbestendig en kun jij uitstekend in teamverband werken? Dan hebben wij de baan voor jou!
Als detentietoezichthouder ben je verantwoordelijk voor de beveiliging van het detentiecentrum en lever je een belangrijke bijdrage aan het bewaren van de rust en orde. Het uitdagende van deze functie is dat je werkzaam bent binnen een omgeving waar uitgeprocedeerde vreemdelingen wachten op uitzetting naar hun land van herkomst.
Je taken bestaan uit het begeleiden en verzorgen van de gedetineerden. Hierbij kun je denken aan het uitvoeren van celinspecties, het houden van toezicht tijdens het dagprogramma en de dagelijkse looprondes buiten.
Je bent het eerste aanspreekpunt voor de gedetineerden en je beschikt dan ook over uitstekende sociale en contactuele vaardigheden. Wanneer er conflictsituaties ontstaan, voorkom jij met je natuurlijk overwicht dat het conflict uit de hand loopt. Met agressieve situaties weet jij op een gepaste en humane manier om te gaan.
Gezien de omstandigheden en risico's waar je als detentietoezichthouder mee te maken kunt krijgen, zijn wij op zoek naar stressbestendige mensen met een zekere vakvolwassenheid die voldoende levens- en werkervaring met zich meebrengen.
Tevens is het van belang dat je over een uitstekende fysieke conditie beschikt. Bij aanname en aansluitend jaarlijks wordt je fitheid getoetst door het afleggen van een fitheidstest. Een training elementaire zelfverdediging is onderdeel van je opleiding. Om je conditie op peil te houden volg je periodiek een training 'praktisch penitentiair optreden', waarbij je met verschillende oefeningen je weerbaarheid en conditie traint.
Functie-eisen
Je komt voor deze functie in aanmerking indien je:
Een diploma beveiliger 2 / ABM / basisdiploma beveiliger hebt, òf:
Wanneer je nog niet in het bezit bent van je beveiliger diploma, bereidheid dit binnen de organisatie te halen terwijl je een volledig salaris verdient
Flexibel inzetbaar bent (dag-, avond-, nacht- en weekenddiensten) voor minimaal 24 uur per week
Een goede fysieke conditie hebt (het afleggen van een fitheidstest is onderdeel van de sollicitatieprocedure)
Van onbesproken gedrag bent (een antecedentenonderzoek is onderdeel van de sollicitatieprocedure)
In het bezit bent van rijbewijs B en eigen vervoer
Binnen een straal van 40 kilometer rondom het detentiecentrum woont
Arbeidsvoorwaarden
Een leuke, afwisselende functie bij één van de grootste werkgevers ter wereld. Bij G4S waarderen wij jouw prestaties en bieden we je kansen. Daarnaast kun je bij ons rekenen op:
Een baan met maatschappelijke betrokkenheid binnen een unieke werkomgeving.
Voldoende trainingen om jouw vakbekwaamheid te garanderen en je tot een volwaardig detentietoezichthouder te maken en te houden.
Goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder een salaris conform CAO, 25 vakantie- en 13 adv-dagen.
Ons 'Score' programma: het voordeelprogramma speciaal voor onze werknemers met o.a. kortingen op attractieparken, sportactiviteiten en nog veel meer!
Een capaciteitentest kan deel uitmaken van de selectieprocedure. Heb je vragen of wil je meer informatie over de vacature, neem dan contact op met onze recruiter.
Bij het invullen van deze vacature maken wij geen gebruik van werving en selectie of uitzendbureau's. Acquisitie wordt daarom niet op prijs gesteld.
Meer info hier: http://vacatures.roc.nl/default.php?fr=details&vac=92396
Wordt ook lid van de werkgroep Vreemdelingenrecht op Linkedin
Eigenlijk bedoeld voor professionals maar ook belangstellenden zijn welkom.
VACATURE: AC Den Bosch zoekt een bijwoner van gehoren bij de IND (vrijwilligersfunctie)
Asielgehoren zijn de interviews die door de Immigratie en Naturalisatiedienst te 's-Hertogenbosch worden afgenomen. Zoals momenteel op het Behandelkantoor 's-Hertogenbosch zullen binnenkort op het Aanmeldcentrum 's-Hertogenbosch volwassen, maar ook veel minderjarige asielzoekers worden gehoord.
Werkzaamheden:
Het asieldossier wordt door de vrijwilliger voor aanvang van het gehoor doorgenomen.
Het gehoor wordt bijgewoond
Na bijwoning wordt een schriftelijke rapportage t.b.v. de advocaat gemaakt en eventueel ondersteunende informatie verzameld, bv van Vluchtweb.
VluchtelingenWerk is erbij om de asielzoeker te helpen om zijn/haar verhaal zo goed mogelijk te kunnen vertellen.
Wanneer:
Maandag tot en met vrijdag, minimaal een dag in de week, aanvang 7.45!
Leeftijd:
Mannen en vrouwen vanaf 21 jaar.
Vaardigheden:
Affiniteit met asielzoekers en vluchtelingen,
belangstelling voor juridische procedures
een goede beheersing, zowel mondeling als schriftelijk, van de Nederlandse taal.
eventuele kennis van een vreemde taal (Engels, Frans, Arabisch e.a.) vergemakkelijkt het werken, maar is niet strikt noodzakelijk
een tijdsinvestering van minimaal 1 dag / week
Wij bieden:
prettige samenwerking in een enthousiast team
professionele begeleiding
een ruime inwerktijd, scholing en cursussen
interessante ontmoetingen
onkostenvergoeding, WA-verzekering
Meer informatie: www.vluchtelingenwerk-wobb.nl
E-mail: m.strijbos@vluchtelingenwerk-wobb.nl
tel.: 073 – 6126788
Vraag naar Marijke Strijbos, Floor van Riel of Sascha Harding
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/vrijwilligers/ac-den-bosch-zoekt-een-bijwoner-van-gehoren-bij-de-ind.php
Werkzaamheden:
Het asieldossier wordt door de vrijwilliger voor aanvang van het gehoor doorgenomen.
Het gehoor wordt bijgewoond
Na bijwoning wordt een schriftelijke rapportage t.b.v. de advocaat gemaakt en eventueel ondersteunende informatie verzameld, bv van Vluchtweb.
VluchtelingenWerk is erbij om de asielzoeker te helpen om zijn/haar verhaal zo goed mogelijk te kunnen vertellen.
Wanneer:
Maandag tot en met vrijdag, minimaal een dag in de week, aanvang 7.45!
Leeftijd:
Mannen en vrouwen vanaf 21 jaar.
Vaardigheden:
Affiniteit met asielzoekers en vluchtelingen,
belangstelling voor juridische procedures
een goede beheersing, zowel mondeling als schriftelijk, van de Nederlandse taal.
eventuele kennis van een vreemde taal (Engels, Frans, Arabisch e.a.) vergemakkelijkt het werken, maar is niet strikt noodzakelijk
een tijdsinvestering van minimaal 1 dag / week
Wij bieden:
prettige samenwerking in een enthousiast team
professionele begeleiding
een ruime inwerktijd, scholing en cursussen
interessante ontmoetingen
onkostenvergoeding, WA-verzekering
Meer informatie: www.vluchtelingenwerk-wobb.nl
E-mail: m.strijbos@vluchtelingenwerk-wobb.nl
tel.: 073 – 6126788
Vraag naar Marijke Strijbos, Floor van Riel of Sascha Harding
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/vrijwilligers/ac-den-bosch-zoekt-een-bijwoner-van-gehoren-bij-de-ind.php
Rechtzaak inburgering buitenland
Op 10 augustus diende voor de rechtbank in Zwolle het beroep in de zaak van de Afghaanse familie Safi. De vader woont in Vianen met zijn acht kinderen, de moeder verblijft noodgedwongen in Pakistan omdat zij het inburgeringsexamen niet heeft gehaald en daarom niet met de kinderen naar Nederland mocht komen. VluchtelingenWerk vindt dat een uitzondering moet worden gemaakt op de eis om vóór de komst naar Nederland het inburgeringsexamen te halen. Uiterlijk binnen vier weken doet de rechtbank uitspraak.
Kinderen missen moeder
Het is zeer de vraag of de moeder ooit zonder enige hulp het inburgeringsexamen zal halen: zij is analfabeet. De vader is niet in staat om voor hun acht kinderen in Nederland te zorgen. Hij is al minder gaan werken om meer tijd en aandacht te hebben voor de kinderen. Desondanks gaat het slecht met hen: ze missen hun moeder enorm.
Uitzondering op inburgeringsvereiste in buitenland?
De advocaat heeft de rechtbank gevraagd voor de moeder een uitzondering op het inburgeringsvereiste te maken, zodat zij naar Nederland kan komen om voor haar kinderen te zorgen en hier het inburgeringsexamen kan doen. Daar het een belangrijke principiële zaak betreft, heeft Prof. mr. K. Groenendijk de advocaat van advies gediend. In dit advies geeft hij een onderbouwing voor de stelling dat de Wet inburgering buitenland in strijd is met Europees en internationaal recht.
Ontheffing inburgeringsplicht
In de petitie vraagt VluchtelingenWerk de minister de moeder van de inburgeringsplicht te ontheffen. Als u het hiermee eens bent en ook vindt dat de moeder beter in Nederland kan inburgeren, teken dan de petitie.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/actueel/rechtzaak-inburgering-buitenland.php
Kinderen missen moeder
Het is zeer de vraag of de moeder ooit zonder enige hulp het inburgeringsexamen zal halen: zij is analfabeet. De vader is niet in staat om voor hun acht kinderen in Nederland te zorgen. Hij is al minder gaan werken om meer tijd en aandacht te hebben voor de kinderen. Desondanks gaat het slecht met hen: ze missen hun moeder enorm.
Uitzondering op inburgeringsvereiste in buitenland?
De advocaat heeft de rechtbank gevraagd voor de moeder een uitzondering op het inburgeringsvereiste te maken, zodat zij naar Nederland kan komen om voor haar kinderen te zorgen en hier het inburgeringsexamen kan doen. Daar het een belangrijke principiële zaak betreft, heeft Prof. mr. K. Groenendijk de advocaat van advies gediend. In dit advies geeft hij een onderbouwing voor de stelling dat de Wet inburgering buitenland in strijd is met Europees en internationaal recht.
Ontheffing inburgeringsplicht
In de petitie vraagt VluchtelingenWerk de minister de moeder van de inburgeringsplicht te ontheffen. Als u het hiermee eens bent en ook vindt dat de moeder beter in Nederland kan inburgeren, teken dan de petitie.
Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/actueel/rechtzaak-inburgering-buitenland.php
Interessante uitspraak over gerechtvaardigd vertrouwen in een zaak waar de IND een verblijfsvergunning weigerde omdat de Visadienst foutief een mvv had verstrekt. (Raad van State)
LJN: BN4037, Raad van State , 200904213/1/V2
Datum uitspraak: 05-08-2010
Datum publicatie: 16-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd / mvv / gerechtvaardigd vertrouwen
Op 8 mei 2006 hebben de ouders van de vreemdeling een verzoek om advies voor afgifte van een mvv ingediend met als doel dat de vreemdeling bij hen gaat verblijven op grond van het bepaalde in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000. Bij brief van 29 september 2006 heeft de minister van Buitenlandse Zaken bericht dat indien door de vreemdeling een aanvraag om een mvv wordt ingediend deze in beginsel wordt ingewilligd. De vreemdeling is op 4 april 2007 met een mvv Nederland ingereisd en heeft op 24 april 2007 de onderhavige aanvraag ingediend. De staatssecretaris heeft zich in het in het besluit ingelaste voornemen van 10 oktober 2007, voor zover thans van belang, op het standpunt gesteld dat de vreemdeling niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een afgeleide verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000, omdat de vreemdeling niet als partner of als meerderjarig kind zodanig afhankelijk is van een vreemdeling die een verblijfstitel heeft verkregen op basis van één van de gronden a tot en met d van voormeld artikel, dat hij om die reden behoort tot het gezin van die vreemdeling en omdat hij het verzoek om een mvv eerst zes maanden na het verlenen van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan de overige gezinsleden heeft ingediend. In de hiervoor genoemde brief van 29 september 2006 heeft de minister van Buitenlandse Zaken bericht dat hij, gelet op de overgelegde gegevens en bescheiden, van oordeel is dat aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan en dat indien door de vreemdeling een aanvraag om een mvv wordt ingediend deze in beginsel zal worden verleend indien zich geen feiten of omstandigheden voordoen die zich tegen de afgifte van de mvv verzetten. Nu de vreemdeling met een mvv Nederland is ingereisd, moet, gelet op de inhoud van voornoemde brief van 29 september 2006, worden aangenomen dat ten tijde van het verlenen daarvan is onderzocht en vastgesteld dat aan de ter zake van het beoogde verblijfsdoel gestelde voorwaarden is voldaan en dat er geen andere redenen waren die zich verzetten tegen verlening van de gevraagde mvv. Gelet daarop mocht de vreemdeling er op vertrouwen dat hem bij gelijkblijvende omstandigheden een verblijfsvergunning voor het doel waarvoor de mvv is afgegeven zou worden verleend. Dat zou in een geval als het onderhavige anders zijn indien de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt die hebben geleid tot de verlening van de mvv. Nu daarvan uit het bestreden besluit en het daarin ingelaste voornemen niet blijkt en daarin slechts feiten en omstandigheden zijn tegengeworpen die reeds bekend waren of bekend konden zijn ten tijde van het verlenen van de mvv, heeft de rechtbank terecht overwogen dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd. Dat de aanvraag een verblijfsvergunning asiel betreft, maakt dit niet anders. Ook een vreemdeling die, zoals in dit geval, verblijf beoogt op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000, heeft op grond van paragraaf van de Vc 2000 de mogelijkheid om daartoe eerst een mvv aan te vragen. De grieven falen. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 05-08-2010
Datum publicatie: 16-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd / mvv / gerechtvaardigd vertrouwen
Op 8 mei 2006 hebben de ouders van de vreemdeling een verzoek om advies voor afgifte van een mvv ingediend met als doel dat de vreemdeling bij hen gaat verblijven op grond van het bepaalde in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000. Bij brief van 29 september 2006 heeft de minister van Buitenlandse Zaken bericht dat indien door de vreemdeling een aanvraag om een mvv wordt ingediend deze in beginsel wordt ingewilligd. De vreemdeling is op 4 april 2007 met een mvv Nederland ingereisd en heeft op 24 april 2007 de onderhavige aanvraag ingediend. De staatssecretaris heeft zich in het in het besluit ingelaste voornemen van 10 oktober 2007, voor zover thans van belang, op het standpunt gesteld dat de vreemdeling niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een afgeleide verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000, omdat de vreemdeling niet als partner of als meerderjarig kind zodanig afhankelijk is van een vreemdeling die een verblijfstitel heeft verkregen op basis van één van de gronden a tot en met d van voormeld artikel, dat hij om die reden behoort tot het gezin van die vreemdeling en omdat hij het verzoek om een mvv eerst zes maanden na het verlenen van de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd aan de overige gezinsleden heeft ingediend. In de hiervoor genoemde brief van 29 september 2006 heeft de minister van Buitenlandse Zaken bericht dat hij, gelet op de overgelegde gegevens en bescheiden, van oordeel is dat aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan en dat indien door de vreemdeling een aanvraag om een mvv wordt ingediend deze in beginsel zal worden verleend indien zich geen feiten of omstandigheden voordoen die zich tegen de afgifte van de mvv verzetten. Nu de vreemdeling met een mvv Nederland is ingereisd, moet, gelet op de inhoud van voornoemde brief van 29 september 2006, worden aangenomen dat ten tijde van het verlenen daarvan is onderzocht en vastgesteld dat aan de ter zake van het beoogde verblijfsdoel gestelde voorwaarden is voldaan en dat er geen andere redenen waren die zich verzetten tegen verlening van de gevraagde mvv. Gelet daarop mocht de vreemdeling er op vertrouwen dat hem bij gelijkblijvende omstandigheden een verblijfsvergunning voor het doel waarvoor de mvv is afgegeven zou worden verleend. Dat zou in een geval als het onderhavige anders zijn indien de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt die hebben geleid tot de verlening van de mvv. Nu daarvan uit het bestreden besluit en het daarin ingelaste voornemen niet blijkt en daarin slechts feiten en omstandigheden zijn tegengeworpen die reeds bekend waren of bekend konden zijn ten tijde van het verlenen van de mvv, heeft de rechtbank terecht overwogen dat het besluit onvoldoende is gemotiveerd. Dat de aanvraag een verblijfsvergunning asiel betreft, maakt dit niet anders. Ook een vreemdeling die, zoals in dit geval, verblijf beoogt op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000, heeft op grond van paragraaf van de Vc 2000 de mogelijkheid om daartoe eerst een mvv aan te vragen. De grieven falen. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
rechtspraak.nl
Het verschil tussen een artikel 6 en een artikel 59 Vw procedure ten aanzien van due dilligence (uitspraak Raad van State)
LJN: BN4045, Raad van State , 201004951/1/V3
Datum uitspraak: 09-08-2010
Datum publicatie: 16-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / due diligence / voortvarend handelen
In de enige grief klaagt de minister dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de minister niet met de vereiste "due diligence" aan de verwijdering van de vreemdeling heeft gewerkt, nu hij tussen 26 april 2010 en 3 mei 2010 geen handelingen heeft verricht die daadwerkelijk op het vertrek van de vreemdeling zien. Hiertoe betoogt de minister dat "due diligence" is betracht en de vrijheidsontneming niet onredelijk langer heeft geduurd dan noodzakelijk, nu op 29 april 2010 kenbaar is gemaakt dat niet wordt afgezien van een claimprocedure, en op 3 mei 2010 het dossier van de vreemdeling reeds naar het Bureau Dublin is verzonden. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 19 juli 2010 in zaak nr. 200908081/1/V3, www.raadvanstate.nl) is het doel van de oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vw 2000, de desbetreffende vreemdeling te beletten zich toegang te verschaffen tot Nederland en daarmee tot het Schengen-gebied. Indien een vreemdeling de toegang is geweigerd, dient hij zich op eigen initiatief zo spoedig mogelijk te begeven naar een land waar hem mogelijk wel toegang wordt verleend. Anders dan in het geval van inbewaringstelling op grond van artikel 59 van de Vw 2000, dat ziet op een zich reeds op het Nederlands grondgebied verblijvende vreemdeling, is bij het opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 6 van de Vw 2000 geen zicht op uitzetting vereist. Gelet hierop zal de minister niet in alle gevallen na toepassing van artikel 6 van de Vw 2000 onmiddellijk handelingen moeten verrichten om het vertrek te bewerkstelligen. In die gevallen echter waarin de minister handelingen verricht om het vertrek van de desbetreffende vreemdeling naar zijn land van herkomst of een ander land waartoe hij toegang kan verkrijgen, te faciliteren en waarin de duur van de vrijheidsontneming mede van het handelen van de minister afhankelijk wordt, zal hij daarbij, evenals bij een maatregel op grond van artikel 59 van de Vw 2000, voortvarend moeten handelen. Op 26 april 2010 heeft de minister in de asielprocedure schriftelijk aan de vreemdeling laten weten dat hij heeft besloten hem bij Italië te gaan claimen en hem hieromtrent te zullen horen. Het zogeheten Dublin-gehoor heeft op 27 april 2010 plaatsgevonden. Op 28 april 2010 heeft de minister het voornemen uitgebracht om de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen af te wijzen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek op grond van artikel 9, tweede lid, van de Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (hierna: de Verordening). De vreemdeling heeft op dezelfde dag een zienswijze ingediend. Op 29 april 2010 heeft de minister naar aanleiding hiervan in de asielprocedure schriftelijk aan de vreemdeling laten weten niet af te zien van de claimprocedure. Omdat eerst op 29 april 2010 in de asielprocedure een definitief standpunt is ingenomen omtrent het leggen van een claim op grond van de Verordening, heeft de minister eerst daarna aanleiding behoeven te zien de vreemdeling in diens vertrek te faciliteren, zodat de duur van de vrijheidsontneming vanaf dat moment mede afhankelijk is geworden van het handelen van de minister. Nu het dossier van de vreemdeling vier dagen later is verzonden naar het Bureau Dublin, bestaat geen grond voor het oordeel dat de minister niet de vereiste voortvarendheid heeft betracht. De rechtbank is dan ook ten onrechte tot het bestreden oordeel gekomen. De grief slaagt derhalve.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 09-08-2010
Datum publicatie: 16-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / due diligence / voortvarend handelen
In de enige grief klaagt de minister dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de minister niet met de vereiste "due diligence" aan de verwijdering van de vreemdeling heeft gewerkt, nu hij tussen 26 april 2010 en 3 mei 2010 geen handelingen heeft verricht die daadwerkelijk op het vertrek van de vreemdeling zien. Hiertoe betoogt de minister dat "due diligence" is betracht en de vrijheidsontneming niet onredelijk langer heeft geduurd dan noodzakelijk, nu op 29 april 2010 kenbaar is gemaakt dat niet wordt afgezien van een claimprocedure, en op 3 mei 2010 het dossier van de vreemdeling reeds naar het Bureau Dublin is verzonden. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 19 juli 2010 in zaak nr. 200908081/1/V3, www.raadvanstate.nl) is het doel van de oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel, bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vw 2000, de desbetreffende vreemdeling te beletten zich toegang te verschaffen tot Nederland en daarmee tot het Schengen-gebied. Indien een vreemdeling de toegang is geweigerd, dient hij zich op eigen initiatief zo spoedig mogelijk te begeven naar een land waar hem mogelijk wel toegang wordt verleend. Anders dan in het geval van inbewaringstelling op grond van artikel 59 van de Vw 2000, dat ziet op een zich reeds op het Nederlands grondgebied verblijvende vreemdeling, is bij het opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel als bedoeld in artikel 6 van de Vw 2000 geen zicht op uitzetting vereist. Gelet hierop zal de minister niet in alle gevallen na toepassing van artikel 6 van de Vw 2000 onmiddellijk handelingen moeten verrichten om het vertrek te bewerkstelligen. In die gevallen echter waarin de minister handelingen verricht om het vertrek van de desbetreffende vreemdeling naar zijn land van herkomst of een ander land waartoe hij toegang kan verkrijgen, te faciliteren en waarin de duur van de vrijheidsontneming mede van het handelen van de minister afhankelijk wordt, zal hij daarbij, evenals bij een maatregel op grond van artikel 59 van de Vw 2000, voortvarend moeten handelen. Op 26 april 2010 heeft de minister in de asielprocedure schriftelijk aan de vreemdeling laten weten dat hij heeft besloten hem bij Italië te gaan claimen en hem hieromtrent te zullen horen. Het zogeheten Dublin-gehoor heeft op 27 april 2010 plaatsgevonden. Op 28 april 2010 heeft de minister het voornemen uitgebracht om de aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen af te wijzen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek op grond van artikel 9, tweede lid, van de Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (hierna: de Verordening). De vreemdeling heeft op dezelfde dag een zienswijze ingediend. Op 29 april 2010 heeft de minister naar aanleiding hiervan in de asielprocedure schriftelijk aan de vreemdeling laten weten niet af te zien van de claimprocedure. Omdat eerst op 29 april 2010 in de asielprocedure een definitief standpunt is ingenomen omtrent het leggen van een claim op grond van de Verordening, heeft de minister eerst daarna aanleiding behoeven te zien de vreemdeling in diens vertrek te faciliteren, zodat de duur van de vrijheidsontneming vanaf dat moment mede afhankelijk is geworden van het handelen van de minister. Nu het dossier van de vreemdeling vier dagen later is verzonden naar het Bureau Dublin, bestaat geen grond voor het oordeel dat de minister niet de vereiste voortvarendheid heeft betracht. De rechtbank is dan ook ten onrechte tot het bestreden oordeel gekomen. De grief slaagt derhalve.
Bron: rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring voor illegale Chinezen kan weer want er is zicht op uitzetting naar China (uitspraak Raad van State)
LJN: BN4049, Raad van State , 201006274/1/V3
Datum uitspraak: 09-08-2010
Datum publicatie: 16-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / China / zicht op uitzetting / toezegging afgifte achttien lp’s
Thans hebben de Chinese autoriteiten in mei 2010 toezeggingen gedaan voor de afgifte van 18 laissez passer en hebben zij inmiddels op verzoek van de DT&V voor 17 van de desbetreffende vreemdelingen de toegezegde laissez passer verstrekt. Bedoelde toezeggingen waren dermate concreet dat de rechtbank deze, anders dan de vreemdeling betoogt, ook zonder dat de laissez passer al daadwerkelijk waren verstrekt, van betekenis heeft kunnen achten bij de beantwoording van de vraag of zicht op uitzetting bestaat. Voorts bestaat geen grond voor het oordeel dat de Chinese autoriteiten het van belang hebben geacht dat de desbetreffende vreemdelingen niet in bewaring waren gesteld. Voormelde ontwikkeling wijst erop dat concrete vooruitgang is geboekt in het voortgezette overleg tussen de Nederlandse en Chinese autoriteiten. Daarmee is sprake van een belangrijke aanwijzing voor het intreden van een structurele verandering in de opstelling van de Chinese autoriteiten. Dat één verstrekte laissez passer betrekking heeft op een aanvraag uit 2007 doet daaraan niet af. Het aantal thans verstrekte laissez passer is in verhouding tot de voorafgaande periode aanzienlijk. Op grond daarvan bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de Chinese autoriteiten niet bereid zijn een reisdocument te verstrekken indien de vreemdeling volledige en juiste informatie verstrekt en het door hen te verrichten onderzoek niet frustreert. Nu de vreemdeling geen, hem persoonlijk betreffende, concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan de minister het op voorhand uitgesloten heeft moeten achten dat het onderzoek door de Chinese autoriteiten binnen een redelijke termijn tot afgifte van een reisdocument kan leiden, heeft de rechtbank terecht overwogen dat zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn niet langer ontbreekt. De grief faalt.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 09-08-2010
Datum publicatie: 16-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / China / zicht op uitzetting / toezegging afgifte achttien lp’s
Thans hebben de Chinese autoriteiten in mei 2010 toezeggingen gedaan voor de afgifte van 18 laissez passer en hebben zij inmiddels op verzoek van de DT&V voor 17 van de desbetreffende vreemdelingen de toegezegde laissez passer verstrekt. Bedoelde toezeggingen waren dermate concreet dat de rechtbank deze, anders dan de vreemdeling betoogt, ook zonder dat de laissez passer al daadwerkelijk waren verstrekt, van betekenis heeft kunnen achten bij de beantwoording van de vraag of zicht op uitzetting bestaat. Voorts bestaat geen grond voor het oordeel dat de Chinese autoriteiten het van belang hebben geacht dat de desbetreffende vreemdelingen niet in bewaring waren gesteld. Voormelde ontwikkeling wijst erop dat concrete vooruitgang is geboekt in het voortgezette overleg tussen de Nederlandse en Chinese autoriteiten. Daarmee is sprake van een belangrijke aanwijzing voor het intreden van een structurele verandering in de opstelling van de Chinese autoriteiten. Dat één verstrekte laissez passer betrekking heeft op een aanvraag uit 2007 doet daaraan niet af. Het aantal thans verstrekte laissez passer is in verhouding tot de voorafgaande periode aanzienlijk. Op grond daarvan bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de Chinese autoriteiten niet bereid zijn een reisdocument te verstrekken indien de vreemdeling volledige en juiste informatie verstrekt en het door hen te verrichten onderzoek niet frustreert. Nu de vreemdeling geen, hem persoonlijk betreffende, concrete feiten en omstandigheden heeft gesteld op grond waarvan de minister het op voorhand uitgesloten heeft moeten achten dat het onderzoek door de Chinese autoriteiten binnen een redelijke termijn tot afgifte van een reisdocument kan leiden, heeft de rechtbank terecht overwogen dat zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn niet langer ontbreekt. De grief faalt.
Bron: rechtspraak.nl
18 augustus 2010
Nieuw advocatenkantoor voor zakelijke migratie
Kroes Advocaten Immigration Lawyers is een nieuw nichekantoor in Amsterdam. Het kantoor richt zich uitsluitend op de markt voor zakelijke migratie. De oprichters zijn Jelle Kroes (links) en Sander Groen, beide afkomstig van Everaert Advocaten. Kroes begon zijn carrière bij De Brauw en zat negen jaar in de maatschap bij Everaert, waar hij een drijvende kracht was achter het internationale netwerk van het kantoor. Kroes is bestuurslid en oprichter van de Specialistenvereniging migratierecht advocaten, en voorzitter van de Vreemdelingenrecht adviescommissie van de Nederlandse Orde van Advocaten. Groen begon op de vreemdelingensectie van Pels Rijcken en Droogleever Fortuijn. Bij Everaert specialiseerde hij zich in europees migratierecht en werkgeverssancties. Hij werkte tevens bij het Openbaar Ministerie.
Bron: http://www.advocatie.nl/page?1,4303/personen/nieuwe_uitdaging_bij_van_diepen_van_der_kroef_dijkstra_voermans
Maar blijkbaar is men toch niet vies van een particuliere client want er wordt speciaal voor geworven op de site. Zie hier: http://www.kroesadvocaten.nl/nl/particulieren
17 augustus 2010
VNO-NCW 'apert' tegen weren kennismigranten
VNO-NCW is 'apert' tegen het voorstel van de PVV om kennismigranten uit moslimlanden te weren.
De werkgeversorganisatie vindt juist dat Nederland een 'royale' kennismigrantenregeling moet houden met het oog op de internationale concurrentiestrijd om kennismigranten. Die neemt volgens VNO-NCW alleen maar toe als de economie weer aantrekt, zo meldt de werkgeverslobby op zijn website. Ook het PVV-voorstel om een opleidingstoets in te voeren wijst VNO-NCW af. Voor toelating van kennismigranten geldt nu een inkomenstoets. Volgens VNO-NCW leidt een opleidingstoets tot grote definitie- en uitvoeringsproblemen, en werkt zo'n vereiste louter belemmerend.
Bron: http://www.fd.nl/artikel/20045632/vno-ncw-apert-tegen-weren-kennismigranten
De werkgeversorganisatie vindt juist dat Nederland een 'royale' kennismigrantenregeling moet houden met het oog op de internationale concurrentiestrijd om kennismigranten. Die neemt volgens VNO-NCW alleen maar toe als de economie weer aantrekt, zo meldt de werkgeverslobby op zijn website. Ook het PVV-voorstel om een opleidingstoets in te voeren wijst VNO-NCW af. Voor toelating van kennismigranten geldt nu een inkomenstoets. Volgens VNO-NCW leidt een opleidingstoets tot grote definitie- en uitvoeringsproblemen, en werkt zo'n vereiste louter belemmerend.
Bron: http://www.fd.nl/artikel/20045632/vno-ncw-apert-tegen-weren-kennismigranten
De nieuwe Europese standaard: een onsamenhangend integratiebeleid
Hoe diep is de trend in de gevestigde Europese politiek om zich aan te passen aan de publieke moraal van strenge repressie tegen migranten. Dat vraagt de Amerikaanse journalist John Vinocur zich af in The New York Times.
Lees hier verder: http://www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3168525.ece/De_nieuwe_Europese_standaard__een_onsamenhangend_integratiebeleid.html
Lees hier verder: http://www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3168525.ece/De_nieuwe_Europese_standaard__een_onsamenhangend_integratiebeleid.html
'Europees parlement hobbel migratieplannen'
Het Europees Parlement kan wel eens het lastigste obstakel zijn voor het rechtse kabinet om strengere regels over immigratie af te dwingen. Dat zei Europarlementariër Derk Jan Eppink zaterdagavond in Nova. Volgens Eppink vindt het Europees Parlement de huidige wetgeving al veel te streng.
Toch denkt Eppink dat het wel mogelijk is de regels aan te scherpen, maar dan wel op langere termijn. “Even snel de zaak veranderen kan niet. Een Europees verdrag openbreken gaat niet. Wat je wel kunt doen is de regelgeving veranderen, de bestaande richtlijnen amenderen. Nederland moet internationaal steun zoeken voor die amendering. De nieuwe premier van Nederland moet een reis maken naar Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Spanje. Die landen zitten met hetzelfde probleem.”
Mocht het Nederland lukken voldoende steun te vinden, dan moet het voorstel eerst langs de Europese Commissie waarna het Europees Parlement volgt. Pikant is dat de Europese liberale fractie waar de VVD deel van uitmaakt bijna ‘fundamentalistisch’ voor de burgerlijke vrijheden is. Volgens Eppink varen de Europese liberalen meer de koers van D66 dan van de VVD en zien de liberalen immigratie absoluut niet als een probleem.
Enkele plannen van VVD en PVV die strijdig zijn met verdragen en richtlijnen.
VVD:
•Wie het inburgeringexamen Nederlandse taal niet aflegt of niet met succes afrondt, verliest zijn verblijfsrecht.
•Er wordt geen verblijfsvergunning toegekend als de partner jonger is dan 24 jaar, als de partner een neef of nicht is van de aanvrager en als de aanvrager over een inkomen beschikt van minder dan 120 procent van het minimumloon
•Een verblijfsvergunning krijgt de aanvrager alleen als hij te goeder trouw is. Van de aanvrager wordt verwacht dat hij juiste en volledige informatie verstrekt en beschikt over de juiste reis- of Identiteitsdocumenten
•De termijn voor het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning wordt opgerekt naar tien jaar
•Criminele vreemdelingen die in de eerste drie jaar van hun verblijf in Nederland in de fout gaan, worden uitgezet.
PVV
•Niet-Nederlanders die een misdrijf plegen direct uit Nederland verwijderen
•Criminele Antillianen terugsturen.
•Geen nieuwe moskeeën meer en alle islamitische scholen dicht.
•Volledige immigratiestop voor mensen uit islamitische landen
Deze voorstellen zijn strijdig met onderstaande verdragen en richtlijnen.
•Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
•EU gezinsherenigingrichtlijn
•EU-associatieverdrag met Turkije
•EU-richtlijn over de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
•EU-richtlijnen die automatismen als uitzetting van criminele vreemdelingen uitsluiten en bepalen dat elk geval individueel moet worden beoordeeld
•EU-Grondrechtenhandvest
•EU-richtijnen over toelating van mensen van buiten de EU
•VN-Verdrag tegen rassendiscriminatie
•VN-vluchtelingenverdragen
Denemarken, het land dat VVD en PVV als voorbeeld stellen als het over migratie gaat, heeft de beleidsvrijheid zich niets van de migratierichtlijnen aan te trekken. De Denen stemden in 1992 en in 1997 niet volledig in met de Verdragen van Maastricht en Amsterdam waardoor zij een opt out-regeling bedongen. Zo’n opt out is alleen voorafgaand aan ratificatie van een verdrag te regelen, niet achteraf.
Enkele regels waarop Denemarken afwijkt van de EU:
Gezinshereniging:
•Beperkt tot echtgenoten of partners van Deense ingezetenen.
•Een kind mag niet ouder zijn dan 16.
•Beide partners moeten 24 jaar zijn.
•Partner moet bewijzen dat hij voldoende inkomen heeft om zijn gezin te onderhouden.
•Partner krijgt eerste zeven jaar geen permanente verblijfsvergunning. Gaat het in die tijd mis, dan volgt uitzetting.
Asiel
•Geen geld ontwikkelingssamenwerking voor landen die niet meewerken aan terugkeer van afgewezen asielzoekers.
•Asielzoekers die korter dan zeven jaar in Denemarken wonen, moeten terugkeren naar het land van herkomst als de situatie daar voldoende verbeterd.
•Asielzoekers die zijn veroordeeld voor een zwaar vergrijp, krijgen geen verblijfsvergunning.
•Immigranten die een celstraf krijgen van meer dan twee jaar, worden uitgezet.
Al is het via een opt out niet meer mogelijk dezelfde beleidsvrijheid te krijgen als Denemarken, Eppink denkt wel dat het mogelijk is ‘veel voor elkaar te krijgen’ in vier jaar.
Bron: http://www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3166624.ece/_Europees_parlement_hobbel_migratieplannen_.html
Toch denkt Eppink dat het wel mogelijk is de regels aan te scherpen, maar dan wel op langere termijn. “Even snel de zaak veranderen kan niet. Een Europees verdrag openbreken gaat niet. Wat je wel kunt doen is de regelgeving veranderen, de bestaande richtlijnen amenderen. Nederland moet internationaal steun zoeken voor die amendering. De nieuwe premier van Nederland moet een reis maken naar Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Spanje. Die landen zitten met hetzelfde probleem.”
Mocht het Nederland lukken voldoende steun te vinden, dan moet het voorstel eerst langs de Europese Commissie waarna het Europees Parlement volgt. Pikant is dat de Europese liberale fractie waar de VVD deel van uitmaakt bijna ‘fundamentalistisch’ voor de burgerlijke vrijheden is. Volgens Eppink varen de Europese liberalen meer de koers van D66 dan van de VVD en zien de liberalen immigratie absoluut niet als een probleem.
Enkele plannen van VVD en PVV die strijdig zijn met verdragen en richtlijnen.
VVD:
•Wie het inburgeringexamen Nederlandse taal niet aflegt of niet met succes afrondt, verliest zijn verblijfsrecht.
•Er wordt geen verblijfsvergunning toegekend als de partner jonger is dan 24 jaar, als de partner een neef of nicht is van de aanvrager en als de aanvrager over een inkomen beschikt van minder dan 120 procent van het minimumloon
•Een verblijfsvergunning krijgt de aanvrager alleen als hij te goeder trouw is. Van de aanvrager wordt verwacht dat hij juiste en volledige informatie verstrekt en beschikt over de juiste reis- of Identiteitsdocumenten
•De termijn voor het verkrijgen van een permanente verblijfsvergunning wordt opgerekt naar tien jaar
•Criminele vreemdelingen die in de eerste drie jaar van hun verblijf in Nederland in de fout gaan, worden uitgezet.
PVV
•Niet-Nederlanders die een misdrijf plegen direct uit Nederland verwijderen
•Criminele Antillianen terugsturen.
•Geen nieuwe moskeeën meer en alle islamitische scholen dicht.
•Volledige immigratiestop voor mensen uit islamitische landen
Deze voorstellen zijn strijdig met onderstaande verdragen en richtlijnen.
•Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
•EU gezinsherenigingrichtlijn
•EU-associatieverdrag met Turkije
•EU-richtlijn over de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen
•EU-richtlijnen die automatismen als uitzetting van criminele vreemdelingen uitsluiten en bepalen dat elk geval individueel moet worden beoordeeld
•EU-Grondrechtenhandvest
•EU-richtijnen over toelating van mensen van buiten de EU
•VN-Verdrag tegen rassendiscriminatie
•VN-vluchtelingenverdragen
Denemarken, het land dat VVD en PVV als voorbeeld stellen als het over migratie gaat, heeft de beleidsvrijheid zich niets van de migratierichtlijnen aan te trekken. De Denen stemden in 1992 en in 1997 niet volledig in met de Verdragen van Maastricht en Amsterdam waardoor zij een opt out-regeling bedongen. Zo’n opt out is alleen voorafgaand aan ratificatie van een verdrag te regelen, niet achteraf.
Enkele regels waarop Denemarken afwijkt van de EU:
Gezinshereniging:
•Beperkt tot echtgenoten of partners van Deense ingezetenen.
•Een kind mag niet ouder zijn dan 16.
•Beide partners moeten 24 jaar zijn.
•Partner moet bewijzen dat hij voldoende inkomen heeft om zijn gezin te onderhouden.
•Partner krijgt eerste zeven jaar geen permanente verblijfsvergunning. Gaat het in die tijd mis, dan volgt uitzetting.
Asiel
•Geen geld ontwikkelingssamenwerking voor landen die niet meewerken aan terugkeer van afgewezen asielzoekers.
•Asielzoekers die korter dan zeven jaar in Denemarken wonen, moeten terugkeren naar het land van herkomst als de situatie daar voldoende verbeterd.
•Asielzoekers die zijn veroordeeld voor een zwaar vergrijp, krijgen geen verblijfsvergunning.
•Immigranten die een celstraf krijgen van meer dan twee jaar, worden uitgezet.
Al is het via een opt out niet meer mogelijk dezelfde beleidsvrijheid te krijgen als Denemarken, Eppink denkt wel dat het mogelijk is ‘veel voor elkaar te krijgen’ in vier jaar.
Bron: http://www.trouw.nl/nieuws/politiek/article3166624.ece/_Europees_parlement_hobbel_migratieplannen_.html
'Somalische asielzoeker ronselde terroristen in Dronten'
De van terrorisme verdachte Somaliër die in Dronten in een asielzoekerscentrum heeft gezeten, zou tijdens zijn verblijf medebewoners hebben geronseld voor de radicaalislamitische organisatie Al-Shabaab.
Dat meldt het Amerikaanse weekblad Newsweek.
Asielzoeker
Het gaat om Mahamud O., een Somaliër die momenteel in de gevangenis in Vught zit. Hij werd in november 2009 in een asielzoekerscentrum in Dronten opgepakt, omdat hij een beruchte terrorist bleek te zijn.
Zo speelde O. een grote rol in de internationale jihad en ronselde hij in Amerika jongeren voor de islamitische strijd. In dit land werd hij gezocht door de politie, maar hij vertrok naar Nederland.
Ronselpraktijken
Volgens Newsweek komt de informatie over de ronselpraktijken in Dronten van officiële bronnen bij de Nederlandse overheid. ‘We hebben reden om aan te nemen dat hij tijdens zijn verblijf in Flevoland werkzaamheden verrichtte voor Al-Shabaab,’ meldde een Nederlandse bron aan Newsweek. De AIVD ontkent tegenover Trouw de bron van het verhaal te zijn.
O. vroeg vorig jaar asiel aan en kreeg nog toestemming ook. Niemand had in de gaten dat hij een terrorist was. De advocaat van O. wil nu opheldering van het Openbaar Ministerie over het verhaal van Newsweek.
Bron: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/273393/Somalische-asielzoeker-ronselde-terroristen-in-Dronten.htm?utm_source=Nieuwsbrief_dag&utm_medium=email&utm_campaign=Nieuwsbrief
Dat meldt het Amerikaanse weekblad Newsweek.
Asielzoeker
Het gaat om Mahamud O., een Somaliër die momenteel in de gevangenis in Vught zit. Hij werd in november 2009 in een asielzoekerscentrum in Dronten opgepakt, omdat hij een beruchte terrorist bleek te zijn.
Zo speelde O. een grote rol in de internationale jihad en ronselde hij in Amerika jongeren voor de islamitische strijd. In dit land werd hij gezocht door de politie, maar hij vertrok naar Nederland.
Ronselpraktijken
Volgens Newsweek komt de informatie over de ronselpraktijken in Dronten van officiële bronnen bij de Nederlandse overheid. ‘We hebben reden om aan te nemen dat hij tijdens zijn verblijf in Flevoland werkzaamheden verrichtte voor Al-Shabaab,’ meldde een Nederlandse bron aan Newsweek. De AIVD ontkent tegenover Trouw de bron van het verhaal te zijn.
O. vroeg vorig jaar asiel aan en kreeg nog toestemming ook. Niemand had in de gaten dat hij een terrorist was. De advocaat van O. wil nu opheldering van het Openbaar Ministerie over het verhaal van Newsweek.
Bron: http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Nederland/273393/Somalische-asielzoeker-ronselde-terroristen-in-Dronten.htm?utm_source=Nieuwsbrief_dag&utm_medium=email&utm_campaign=Nieuwsbrief
13 augustus 2010
VACATURE: Woonbegeleider Asielzoekers
Functieomschrijving
Woonbegeleider voor 32-36 uur per week.
Je draait mee in de volgende diensten:
- Ochtend/middag (7.00 uur - 15.00 uur)
- Middag/avond (15.00 uur - 23.00 uur)
Dit gedurende 7 dagen per week, dus je dient ook de weekenden beschikbaar te zijn.
ORGANISATIE
De woonbegeleider ressorteert onder de locatiecoördinator.
DOEL VAN DE FUNCTIE
De woonbegeleider is verantwoordelijk voor uitvoering van de basisprocessen. Faciliteert en begeleidt bewoners bij onderhouds- en andere activiteiten en bevordert de leefbaarheid op de locatie.
TAKEN
• Informeert, instrueert en controleert bewoners conform basisprocessen.
• Informeert, instrueert, controleert, faciliteert en werkt mee met de bewoners in de werkzaamheden in en rond het centrum.
• Voert individuele gesprekken met betrekking tot de specifiek aan hem opgedragen processen.
• Is dossier verantwoordelijk voor de processen die hij uitvoert, cq waar hij verantwoordelijk voor is.
• Is verantwoordelijk voor de in- door en uitplaatsing (fysieke plaatsing en registratie).
• Bemenst de informatiebalie.
• Signaleert spanningen, spreekt bewoners aan op ongewenst gedrag en intervenieert.
• Voert sanctionerings- en stimuleringsbeleid uit.
CONTACTPATROON
• Intern: Contacten met collega’s werkzaam op de locatie gericht op realisatie van de basisprocessen
• Extern: Contacten met externen in het kader van de uitvoering van de basis processen.
Aanbod
Ben je per direct full-time beschikbaar en bezit je de gevraagde achtergrond, reageer dan snel! We bieden je een afwisselende werkplek met veel contact met mensen.
Wil je graag mensen helpen wegwijs te worden in ons land, mail dan je CV met motivatie en referentie in een Word bestand naar 1152@startpeople.nl met daarbij in de onderwerpregel "Woonbegeleider COA".
Ervaring
- Een agogische achtergrond, zoals SPW, SPH of maatschappelijk werk
- BHV is een pre
- Agressietraining is een pre
Bedrijfsomschrijving
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor de Nederlandse samenleving dé opvangorganisatie die zorgt voor probleemloze opvang van vreemdelingen. In opdracht van het ministerie van Justitie biedt het COA mensen in een kwetsbare positie veilige huisvesting en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, in Nederland of elders. Het gaat vooral om asielzoekers en vluchtelingen, en om specifieke groepen zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De samenleving doet steeds vaker een ander beroep op de opvang- en huisvestingsexpertise van het COA. Daardoor ontwikkelt het COA zich tot een organisatie met een grote maatschappelijke betrokkenheid en anticipeert het op ontwikkelingen in Nederland en Europa. Het COA is een uitvoeringsorganisatie met opvanglocaties in heel Nederland.
--------------------------------------------------------------------------------
Plaats / Provincie groningen - Groningen
Dienstverband Voltijd
Contract type Tijdelijk dienstverband
Startdatum Per direct
Opleidingsniveau MBO, MEAO ..
Contact Naam contactpersoon: Start People Large Accounts
Vestiging: Start People Groningen
Telefoonnummer: 050-3694310
E-mail: 1152@startpeople.nl
Woonbegeleider voor 32-36 uur per week.
Je draait mee in de volgende diensten:
- Ochtend/middag (7.00 uur - 15.00 uur)
- Middag/avond (15.00 uur - 23.00 uur)
Dit gedurende 7 dagen per week, dus je dient ook de weekenden beschikbaar te zijn.
ORGANISATIE
De woonbegeleider ressorteert onder de locatiecoördinator.
DOEL VAN DE FUNCTIE
De woonbegeleider is verantwoordelijk voor uitvoering van de basisprocessen. Faciliteert en begeleidt bewoners bij onderhouds- en andere activiteiten en bevordert de leefbaarheid op de locatie.
TAKEN
• Informeert, instrueert en controleert bewoners conform basisprocessen.
• Informeert, instrueert, controleert, faciliteert en werkt mee met de bewoners in de werkzaamheden in en rond het centrum.
• Voert individuele gesprekken met betrekking tot de specifiek aan hem opgedragen processen.
• Is dossier verantwoordelijk voor de processen die hij uitvoert, cq waar hij verantwoordelijk voor is.
• Is verantwoordelijk voor de in- door en uitplaatsing (fysieke plaatsing en registratie).
• Bemenst de informatiebalie.
• Signaleert spanningen, spreekt bewoners aan op ongewenst gedrag en intervenieert.
• Voert sanctionerings- en stimuleringsbeleid uit.
CONTACTPATROON
• Intern: Contacten met collega’s werkzaam op de locatie gericht op realisatie van de basisprocessen
• Extern: Contacten met externen in het kader van de uitvoering van de basis processen.
Aanbod
Ben je per direct full-time beschikbaar en bezit je de gevraagde achtergrond, reageer dan snel! We bieden je een afwisselende werkplek met veel contact met mensen.
Wil je graag mensen helpen wegwijs te worden in ons land, mail dan je CV met motivatie en referentie in een Word bestand naar 1152@startpeople.nl met daarbij in de onderwerpregel "Woonbegeleider COA".
Ervaring
- Een agogische achtergrond, zoals SPW, SPH of maatschappelijk werk
- BHV is een pre
- Agressietraining is een pre
Bedrijfsomschrijving
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) is voor de Nederlandse samenleving dé opvangorganisatie die zorgt voor probleemloze opvang van vreemdelingen. In opdracht van het ministerie van Justitie biedt het COA mensen in een kwetsbare positie veilige huisvesting en ondersteunt hen in de voorbereiding op hun toekomst, in Nederland of elders. Het gaat vooral om asielzoekers en vluchtelingen, en om specifieke groepen zoals alleenstaande minderjarige vreemdelingen. De samenleving doet steeds vaker een ander beroep op de opvang- en huisvestingsexpertise van het COA. Daardoor ontwikkelt het COA zich tot een organisatie met een grote maatschappelijke betrokkenheid en anticipeert het op ontwikkelingen in Nederland en Europa. Het COA is een uitvoeringsorganisatie met opvanglocaties in heel Nederland.
--------------------------------------------------------------------------------
Plaats / Provincie groningen - Groningen
Dienstverband Voltijd
Contract type Tijdelijk dienstverband
Startdatum Per direct
Opleidingsniveau MBO, MEAO ..
Contact Naam contactpersoon: Start People Large Accounts
Vestiging: Start People Groningen
Telefoonnummer: 050-3694310
E-mail: 1152@startpeople.nl
12 augustus 2010
Is een WIA-uitkering duurzaam inkomen in het kader van een mvv aanvraag voor gezinshereniging? (uitspraak rechtbank)
LJN: BN3763, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Dordrecht , AWB 09/27049 & 09/47013
Datum uitspraak: 10-08-2010
Datum publicatie: 11-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: mvv-aanvraag / verweerder heeft niet deugdelijk gemotiveerd dat de inkomsten van referent uit een WGA-uitkering niet duurzaam zijn / legesheffing van € 830 in dit geval niet in strijd met Richtlijn 2003/86/EG
"
Eiseres betoogt terecht en onweersproken dat een uitkering als hier aan de orde voor onbepaalde tijd wordt toegekend en bij ongewijzigde omstandigheden wordt voortgezet tot het bereiken van de leeftijd van vijfenzestig jaar. Onder deze omstandigheden wettigt het enkele feit dat in het besluit tot toekenning van deze uitkering geen einddatum is genoemd niet de conclusie dat de inkomsten van eiser uit deze uitkering niet duurzaam zijn. Het standpunt namens verweerder ter zitting dat ten tijde van het besluit van 24 juni 2009 niet zeker was dat eiser de uitkering nog minstens één jaar zou ontvangen, is in zoverre juist dat absolute zekerheid hierover niet kon worden verkregen. Dit zou echter niet anders zijn als eiser bijvoorbeeld inkomsten uit arbeid zou ontvangen op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd. In beide gevallen staat niet vast wat de toekomst brengt. In de praktijk wordt een uitkering zoals eiser die ontvangt vrijwel altijd gedurende minstens één jaar verstrekt, zoals ook in het betoog van eiseres besloten ligt.
"
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 10-08-2010
Datum publicatie: 11-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: mvv-aanvraag / verweerder heeft niet deugdelijk gemotiveerd dat de inkomsten van referent uit een WGA-uitkering niet duurzaam zijn / legesheffing van € 830 in dit geval niet in strijd met Richtlijn 2003/86/EG
"
Eiseres betoogt terecht en onweersproken dat een uitkering als hier aan de orde voor onbepaalde tijd wordt toegekend en bij ongewijzigde omstandigheden wordt voortgezet tot het bereiken van de leeftijd van vijfenzestig jaar. Onder deze omstandigheden wettigt het enkele feit dat in het besluit tot toekenning van deze uitkering geen einddatum is genoemd niet de conclusie dat de inkomsten van eiser uit deze uitkering niet duurzaam zijn. Het standpunt namens verweerder ter zitting dat ten tijde van het besluit van 24 juni 2009 niet zeker was dat eiser de uitkering nog minstens één jaar zou ontvangen, is in zoverre juist dat absolute zekerheid hierover niet kon worden verkregen. Dit zou echter niet anders zijn als eiser bijvoorbeeld inkomsten uit arbeid zou ontvangen op basis van een dienstverband voor onbepaalde tijd. In beide gevallen staat niet vast wat de toekomst brengt. In de praktijk wordt een uitkering zoals eiser die ontvangt vrijwel altijd gedurende minstens één jaar verstrekt, zoals ook in het betoog van eiseres besloten ligt.
"
Bron: rechtspraak.nl
Gezinshereniging van erkende vluchteling: alhoewel artikel 8 EVRM geen zelfstandige rol speelt in een asielprocedure moet het Nederlandse beleid daar wel mee in overeenstemming zijn (uitspraak rechtbank)
LJN: BN3826, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Roermond , Awb 09/47193 en 10/27029
Datum uitspraak: 02-08-2010
Datum publicatie: 12-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Alhoewel aan artikel 8 van het EVRM in het kader van vergunningverlening als gevolg van artikel 29, eerste lid, sub e en f, geen zelfstandige betekenis toekomt, oordeelt de rechtbank dat waar het de uitleg van de term ‘family life’ betreft, deze in harmonie dient te zijn met de uitleg die het EHRM daaraan heeft gegeven in het kader van artikel 8 van het EVRM. Geconcludeerd wordt dat er een te grote discrepantie is tussen de door verweerder in de onderhavige zaak voorgestane uitleg van het begrip ‘feitelijke gezinsband’ in artikel 29, eerste lid, onder e en f, van de Vw 2000 en de door het EHRM daaraan gegeven invulling in de zaak Tuquabo-Tekle versus Nederland van 1 december 2005 (JV 2006, 34). Uitgangspunt dient te zijn dat een feitelijke gezinsband tussen ouders en eigen kinderen verondersteld wordt aanwezig te zijn, tenzij er sprake is van een uitzonderlijke situatie. De rechtbank oordeelt dat verweerders motivering dat er sprake is van een dergelijke situatie onvoldoende draagkrachtig is.
2.10. Kern van het geschil is dan of eiseressen voldoen aan de voorwaarde dat zij feitelijk tot het gezin van referent behoren. Verweerder heeft eiseressen in dit verband tegengeworpen dat de gezinsband tussen referent en eiseressen als verbroken moet worden beschouwd, vanwege (primair) de omstandigheid dat eiseressen volgens de inhoud van het asielrelaas van referent tot het gezin van hun moeder zijn gaan behoren, dan wel (subsidiair) deel uit zijn gaan maken van het gezin van hun grootmoeder, te weten de moeder van referent. In elk geval hebben eiseressen nimmer feitelijk behoort tot het gezin van referent en zijn huidige partner, aldus verweerder.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
2.11. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) eerder heeft overwogen ten aanzien van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f van de Vw 2000 (onder meer in de uitspraak van 13 november 2002, LJN: AF2860), valt uit de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling – Kamerstukken II 1998-1999, 26 732, nr. 29 en Handelingen II 1999-2000, p. 5483 – af te leiden dat is bedoeld om haar in overeenstemming te brengen met de uitleg die uit Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) aan de term ‘family life’ in artikel 8 van het EVRM heeft gegeven. Buiten die bepaling biedt de Vw 2000 -anders dan zijdens eiseressen betoogd- geen grond voor verlening van een verblijfsvergunning asiel ter bescherming van ‘family life’, als bedoeld in artikel 8 van het EVRM. Aan artikel 8 EVRM komt in een asielprocedure in beginsel dan ook geen zelfstandige betekenis toe.
2.12. De rechtbank begrijpt de hierboven weergegeven overweging en dit oordeel van de appelrechter echter aldus dat in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f van de Vw 2000, een implementatie van artikel 8 EVRM in de asielrechtelijke context besloten ligt. De wetgever had kennelijk de bedoeling om artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f van de Vw 2000 zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met artikel 8 van het EVRM. Dit in aanmerking genomen, dient naar het oordeel van de rechtbank het begrip “feitelijke gezinsband” (ook in asielrechtelijke context) zo uitgelegd te worden dat er sprake is van harmonie met de rechtspraak van het EHRM inzake artikel 8 van het EVRM.
2.13. De rechtbank neemt in het kader van de vraag of verweerder in het onderhavige geval een juiste invulling heeft gegeven aan het begrip “feitelijk behoren tot het gezin” naast het voorgaande voorts in aanmerking dat na de uitspraak van het EHRM in de zaak Tuquabo-Tekle tegen Nederland van 1 december 2005 (gepubliceerd in JV 2006, 34), verweerder sedert 8 september 2006 het beleid hanteert om voor de invulling van het begrip feitelijke gezinsband bij de gezinsband tussen de ouder en het minderjarige kind aan te sluiten bij het begrip familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. Dit blijkt uit het Wijzigingsbericht Vreemdelingencirculaire 2006/33A en 33B waarin. Het gezinsleven tussen ouders en kinderen in de zin van artikel 8 van het EVRM eindigt slechts in zeer uitzonderlijke situaties, zoals in het geval dat een kind zelfstandig gaat wonen en in het eigen onderhoud gaat voorzien, het kind een zelfstandig gezin gaat vormen door het aangaan van een huwelijk of een relatie, of indien het kind belast is met de zorg voor buitenhuwelijkse kinderen.
2.14. De rechtbank stelt, onder verwijzing naar hetgeen hierboven onder 2.11 tot en met 2.13 is overwogen, voorop dat de vraag of eiseressen (ooit) hebben behoord tot het gezin van de referent en zijn huidige partner, niet relevant is en niet aan de afwijzing ten grondslag kan worden gelegd. Anders dan verweerder in het bestreden besluit heeft gedaan, dient als uitgangspunt te gelden dat eiseressen als eigen kinderen van referent geacht worden een feitelijke gezinsband met hem te hebben, en ligt ter toetsing voor of er in het onderhavige geval sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat eiseressen feitelijk niet (meer) tot het gezin van referent behoren. In dat kader acht de rechtbank -anders dan verweerder- wel relevant of eiseressen ten tijde van de vlucht van referent zijn achtergebleven bij hun moeder, die -naar onbestreden gebleven is gesteld- met het derde kind van haar en referent met haar nieuwe man Egypte heeft verlaten en is vertrokken naar Saoedi-Arabië, of dat zij bij hun grootmoeder in Egypte zijn achtergebleven.
2.15. Verweerder heeft zich te dien aanzien (primair) op het standpunt gesteld dat op basis van de inhoud van het rapport van nader gehoor van referent (22 en 23 november 2005), is gebleken dat referent heeft verklaard dat eiseressen na zijn vertrek bij hun moeder in Egypte verbleven. Zijdens eiseressen is betoogd dat in het betreffende rapport abusievelijk staat vermeld dat de kinderen bij hun moeder in Egypte verblijven, aangezien referent heeft verklaard dat de kinderen bij zijn moeder, derhalve de moeder van referent, verbleven. Het standpunt van verweerder dat de vreemdeling aan de opgetekende verklaring kan worden gehouden, indien deze niet is gecorrigeerd bij de correcties en aanvullingen, is in zijn algemeenheid juist. Echter, in het onderhavige geval is de rechtbank van oordeel dat aan de inhoud van het asielrelaas op dit punt in de procedure zoals thans aan de orde geen doorslaggevende betekenis toekomt. Bij dit oordeel neemt de rechtbank in aanmerking dat het, gelet op de gebezigde bewoording in de betreffende passage van het rapport van nader gehoor, niet uit te sluiten valt dat het een omissie betreft van de tolk dan wel van de horende ambtenaar. Voorts acht de rechtbank het niet bevreemdend dat aan deze omissie destijds bij de correcties en aanvullingen geen aandacht is besteed, nu dit gegeven geen relatie had met het asielrelaas van referent en over een woordje “hun” of “mijn” al snel kan worden heen gelezen, zeker als de juistheid van (de inhoud van) het verslag gecontroleerd dient te worden met tussenkomst van een tolk en met bijstand van een rechtshulpverlener, wiens focus in eerste instantie voornamelijk gericht zal zijn op de voorliggende procedure, te weten de verlening van een asielgerelateerde verblijfsvergunning voor de persoon wiens belangen hij op dat moment behartigt. Naast het oordeel dat aan de tekst van het nader gehoor in dit geval geen doorslaggevende betekenis toekomt, acht de rechtbank voor de vraag bij wie de kinderen zijn achtergebleven nadat referent is gevlucht voorts van belang dat referent bescheiden heeft overgelegd, te weten een aantal pagina’s van een vonnis van de Sharia rechtbank Than van 2001, gewezen tussen refrent en zijn ex-echtgenote, waarvan deel uitmaakt het dictum en een verklaring van de Egyptische ambassade van 12 december 2007, die zijn betoog ondersteunen.
Uit deze stukken kan worden opgemaakt dat referent na de echtscheiding de voogdij over eiseressen toegewezen heeft gekregen en eiseressen ten tijde van het vonnis bij hun vader en grootmoeder verbleven. Tevens blijkt hieruit dat referent wel is veroordeeld tot betaling van alimentatie voor het bij de moeder verblijvende derde kind. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat aan de inhoud van het desbetreffende vonnis geen waarde kan worden toegekend omdat het vonnis maar ten dele en bovendien in afschrift is overgelegd. Immers uit de stukken blijkt dat het hier een gelegaliseerde document betreft. Dat referent ondanks verzoek daartoe van verweerder (uit kostenoverwegingen) niet de volledige versie van het betreffende vonnis heeft overgelegd, is voor de rechtbank niet dermate zwaarwegend dat aan dit gelegaliseerde gedeelte van het document alle waarde moet worden ontzegd. Zoals zijdens eiseressen naar voren is gebracht, zal het wél overgelegde en gelegaliseerde dictum (ook in Egypte) in overeenstemming dienen te zijn met de overwegingen die eraan vooraf gaan.
2.16. Op grond van bovenstaande overwegingen is de rechtbank van oordeel dat het ervoor gehouden dient te worden dat eiseressen na de vlucht van hun vader bij hun grootmoeder zijn achtergebleven. De vraag is dan of het standpunt van verweerder dat hierdoor de gezinsband tussen referent en eiseressen is verbroken, in rechte stand houdt. De rechtbank is van oordeel dat de motivering die verweerder aan dit standpunt ten grondslag heeft gelegd geen recht doet aan de uitleg die het EHRM aan de term ‘family life’ in artikel 8 van het EVRM heeft gegeven. De rechtbank overweegt hiertoe dat niet in geschil is dat eiseressen in het verleden deel hebben uitgemaakt van het gezin van referent en zijn ex-echtgenote. Tevens heeft referent met het overgelegde (deel van) het vonnis aannemelijk gemaakt dat na de echtscheiding referent de voogdij toegewezen heeft gekregen en de kinderen samen met referent enige tijd bij de moeder van referent hebben verbleven van waaruit referent vanwege de situatie waarin hij zich bevond op de vlucht is geslagen. Het vluchtverhaal van referent is door verweerder geloofwaardig geacht en de gestelde vrees aannemelijk, op grond waarvan hem een verblijfsvergunning asiel is verleend. Het loutere feit dat referent de kinderen, toen de problemen op basis waarvan hem asielrechtelijke bescherming hier te lande is verleend, zich voordeden, noodgedwongen bij zijn moeder heeft achtergelaten, is onvoldoende om te concluderen dat de kinderen zijn overgegaan naar het gezin van de grootmoeder en dat daarom de feitelijke gezinsband met referent zou zijn verbroken. Dat er enige tijd is verstreken alvorens uiteindelijk de procedure voor de feitelijke overkomst van de kinderen in gang kon worden gezet, en het beoogd tijdelijke verblijf bij de grootmoeder langer heeft geduurd, is te wijten aan de lange duur van de asielprocedure en kan referent niet worden tegengeworpen. Toen referent eenmaal over een verblijfsvergunning beschikte, heeft hij immers binnen drie maanden de procedure ten behoeve van de overkomst van de kinderen naar Nederland opgestart. Er is dan ook onvoldoende grondslag voor de conclusie dat de zorg die de grootmoeder noodgedwongen op zich heeft genomen meer dan van slechts tijdelijke aard was (beoogd te zijn). Derhalve is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een uitzonderlijke situatie op grond waarvan eiseressen geacht moeten worden feitelijk niet langer tot het gezin van referent te behoren.
2.17. Al het voorgaande brengt de rechtbank tot de slotsom dat er een te grote discrepantie is tussen de door verweerder in deze zaak voorgestane uitleg van het begrip feitelijke gezinsband in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e van de Vw 2000 en artikel 8 van het EVRM.
2.18. Derhalve zullen de beroepen gegrond worden verklaard, het bestreden besluit worden vernietigd en bepaald worden dat verweerder een nieuw besluit neemt met inachtneming van deze uitspraak.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 02-08-2010
Datum publicatie: 12-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Alhoewel aan artikel 8 van het EVRM in het kader van vergunningverlening als gevolg van artikel 29, eerste lid, sub e en f, geen zelfstandige betekenis toekomt, oordeelt de rechtbank dat waar het de uitleg van de term ‘family life’ betreft, deze in harmonie dient te zijn met de uitleg die het EHRM daaraan heeft gegeven in het kader van artikel 8 van het EVRM. Geconcludeerd wordt dat er een te grote discrepantie is tussen de door verweerder in de onderhavige zaak voorgestane uitleg van het begrip ‘feitelijke gezinsband’ in artikel 29, eerste lid, onder e en f, van de Vw 2000 en de door het EHRM daaraan gegeven invulling in de zaak Tuquabo-Tekle versus Nederland van 1 december 2005 (JV 2006, 34). Uitgangspunt dient te zijn dat een feitelijke gezinsband tussen ouders en eigen kinderen verondersteld wordt aanwezig te zijn, tenzij er sprake is van een uitzonderlijke situatie. De rechtbank oordeelt dat verweerders motivering dat er sprake is van een dergelijke situatie onvoldoende draagkrachtig is.
2.10. Kern van het geschil is dan of eiseressen voldoen aan de voorwaarde dat zij feitelijk tot het gezin van referent behoren. Verweerder heeft eiseressen in dit verband tegengeworpen dat de gezinsband tussen referent en eiseressen als verbroken moet worden beschouwd, vanwege (primair) de omstandigheid dat eiseressen volgens de inhoud van het asielrelaas van referent tot het gezin van hun moeder zijn gaan behoren, dan wel (subsidiair) deel uit zijn gaan maken van het gezin van hun grootmoeder, te weten de moeder van referent. In elk geval hebben eiseressen nimmer feitelijk behoort tot het gezin van referent en zijn huidige partner, aldus verweerder.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
2.11. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) eerder heeft overwogen ten aanzien van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f van de Vw 2000 (onder meer in de uitspraak van 13 november 2002, LJN: AF2860), valt uit de geschiedenis van de totstandkoming van deze bepaling – Kamerstukken II 1998-1999, 26 732, nr. 29 en Handelingen II 1999-2000, p. 5483 – af te leiden dat is bedoeld om haar in overeenstemming te brengen met de uitleg die uit Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) aan de term ‘family life’ in artikel 8 van het EVRM heeft gegeven. Buiten die bepaling biedt de Vw 2000 -anders dan zijdens eiseressen betoogd- geen grond voor verlening van een verblijfsvergunning asiel ter bescherming van ‘family life’, als bedoeld in artikel 8 van het EVRM. Aan artikel 8 EVRM komt in een asielprocedure in beginsel dan ook geen zelfstandige betekenis toe.
2.12. De rechtbank begrijpt de hierboven weergegeven overweging en dit oordeel van de appelrechter echter aldus dat in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f van de Vw 2000, een implementatie van artikel 8 EVRM in de asielrechtelijke context besloten ligt. De wetgever had kennelijk de bedoeling om artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f van de Vw 2000 zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met artikel 8 van het EVRM. Dit in aanmerking genomen, dient naar het oordeel van de rechtbank het begrip “feitelijke gezinsband” (ook in asielrechtelijke context) zo uitgelegd te worden dat er sprake is van harmonie met de rechtspraak van het EHRM inzake artikel 8 van het EVRM.
2.13. De rechtbank neemt in het kader van de vraag of verweerder in het onderhavige geval een juiste invulling heeft gegeven aan het begrip “feitelijk behoren tot het gezin” naast het voorgaande voorts in aanmerking dat na de uitspraak van het EHRM in de zaak Tuquabo-Tekle tegen Nederland van 1 december 2005 (gepubliceerd in JV 2006, 34), verweerder sedert 8 september 2006 het beleid hanteert om voor de invulling van het begrip feitelijke gezinsband bij de gezinsband tussen de ouder en het minderjarige kind aan te sluiten bij het begrip familie- en gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. Dit blijkt uit het Wijzigingsbericht Vreemdelingencirculaire 2006/33A en 33B waarin. Het gezinsleven tussen ouders en kinderen in de zin van artikel 8 van het EVRM eindigt slechts in zeer uitzonderlijke situaties, zoals in het geval dat een kind zelfstandig gaat wonen en in het eigen onderhoud gaat voorzien, het kind een zelfstandig gezin gaat vormen door het aangaan van een huwelijk of een relatie, of indien het kind belast is met de zorg voor buitenhuwelijkse kinderen.
2.14. De rechtbank stelt, onder verwijzing naar hetgeen hierboven onder 2.11 tot en met 2.13 is overwogen, voorop dat de vraag of eiseressen (ooit) hebben behoord tot het gezin van de referent en zijn huidige partner, niet relevant is en niet aan de afwijzing ten grondslag kan worden gelegd. Anders dan verweerder in het bestreden besluit heeft gedaan, dient als uitgangspunt te gelden dat eiseressen als eigen kinderen van referent geacht worden een feitelijke gezinsband met hem te hebben, en ligt ter toetsing voor of er in het onderhavige geval sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat eiseressen feitelijk niet (meer) tot het gezin van referent behoren. In dat kader acht de rechtbank -anders dan verweerder- wel relevant of eiseressen ten tijde van de vlucht van referent zijn achtergebleven bij hun moeder, die -naar onbestreden gebleven is gesteld- met het derde kind van haar en referent met haar nieuwe man Egypte heeft verlaten en is vertrokken naar Saoedi-Arabië, of dat zij bij hun grootmoeder in Egypte zijn achtergebleven.
2.15. Verweerder heeft zich te dien aanzien (primair) op het standpunt gesteld dat op basis van de inhoud van het rapport van nader gehoor van referent (22 en 23 november 2005), is gebleken dat referent heeft verklaard dat eiseressen na zijn vertrek bij hun moeder in Egypte verbleven. Zijdens eiseressen is betoogd dat in het betreffende rapport abusievelijk staat vermeld dat de kinderen bij hun moeder in Egypte verblijven, aangezien referent heeft verklaard dat de kinderen bij zijn moeder, derhalve de moeder van referent, verbleven. Het standpunt van verweerder dat de vreemdeling aan de opgetekende verklaring kan worden gehouden, indien deze niet is gecorrigeerd bij de correcties en aanvullingen, is in zijn algemeenheid juist. Echter, in het onderhavige geval is de rechtbank van oordeel dat aan de inhoud van het asielrelaas op dit punt in de procedure zoals thans aan de orde geen doorslaggevende betekenis toekomt. Bij dit oordeel neemt de rechtbank in aanmerking dat het, gelet op de gebezigde bewoording in de betreffende passage van het rapport van nader gehoor, niet uit te sluiten valt dat het een omissie betreft van de tolk dan wel van de horende ambtenaar. Voorts acht de rechtbank het niet bevreemdend dat aan deze omissie destijds bij de correcties en aanvullingen geen aandacht is besteed, nu dit gegeven geen relatie had met het asielrelaas van referent en over een woordje “hun” of “mijn” al snel kan worden heen gelezen, zeker als de juistheid van (de inhoud van) het verslag gecontroleerd dient te worden met tussenkomst van een tolk en met bijstand van een rechtshulpverlener, wiens focus in eerste instantie voornamelijk gericht zal zijn op de voorliggende procedure, te weten de verlening van een asielgerelateerde verblijfsvergunning voor de persoon wiens belangen hij op dat moment behartigt. Naast het oordeel dat aan de tekst van het nader gehoor in dit geval geen doorslaggevende betekenis toekomt, acht de rechtbank voor de vraag bij wie de kinderen zijn achtergebleven nadat referent is gevlucht voorts van belang dat referent bescheiden heeft overgelegd, te weten een aantal pagina’s van een vonnis van de Sharia rechtbank Than van 2001, gewezen tussen refrent en zijn ex-echtgenote, waarvan deel uitmaakt het dictum en een verklaring van de Egyptische ambassade van 12 december 2007, die zijn betoog ondersteunen.
Uit deze stukken kan worden opgemaakt dat referent na de echtscheiding de voogdij over eiseressen toegewezen heeft gekregen en eiseressen ten tijde van het vonnis bij hun vader en grootmoeder verbleven. Tevens blijkt hieruit dat referent wel is veroordeeld tot betaling van alimentatie voor het bij de moeder verblijvende derde kind. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat aan de inhoud van het desbetreffende vonnis geen waarde kan worden toegekend omdat het vonnis maar ten dele en bovendien in afschrift is overgelegd. Immers uit de stukken blijkt dat het hier een gelegaliseerde document betreft. Dat referent ondanks verzoek daartoe van verweerder (uit kostenoverwegingen) niet de volledige versie van het betreffende vonnis heeft overgelegd, is voor de rechtbank niet dermate zwaarwegend dat aan dit gelegaliseerde gedeelte van het document alle waarde moet worden ontzegd. Zoals zijdens eiseressen naar voren is gebracht, zal het wél overgelegde en gelegaliseerde dictum (ook in Egypte) in overeenstemming dienen te zijn met de overwegingen die eraan vooraf gaan.
2.16. Op grond van bovenstaande overwegingen is de rechtbank van oordeel dat het ervoor gehouden dient te worden dat eiseressen na de vlucht van hun vader bij hun grootmoeder zijn achtergebleven. De vraag is dan of het standpunt van verweerder dat hierdoor de gezinsband tussen referent en eiseressen is verbroken, in rechte stand houdt. De rechtbank is van oordeel dat de motivering die verweerder aan dit standpunt ten grondslag heeft gelegd geen recht doet aan de uitleg die het EHRM aan de term ‘family life’ in artikel 8 van het EVRM heeft gegeven. De rechtbank overweegt hiertoe dat niet in geschil is dat eiseressen in het verleden deel hebben uitgemaakt van het gezin van referent en zijn ex-echtgenote. Tevens heeft referent met het overgelegde (deel van) het vonnis aannemelijk gemaakt dat na de echtscheiding referent de voogdij toegewezen heeft gekregen en de kinderen samen met referent enige tijd bij de moeder van referent hebben verbleven van waaruit referent vanwege de situatie waarin hij zich bevond op de vlucht is geslagen. Het vluchtverhaal van referent is door verweerder geloofwaardig geacht en de gestelde vrees aannemelijk, op grond waarvan hem een verblijfsvergunning asiel is verleend. Het loutere feit dat referent de kinderen, toen de problemen op basis waarvan hem asielrechtelijke bescherming hier te lande is verleend, zich voordeden, noodgedwongen bij zijn moeder heeft achtergelaten, is onvoldoende om te concluderen dat de kinderen zijn overgegaan naar het gezin van de grootmoeder en dat daarom de feitelijke gezinsband met referent zou zijn verbroken. Dat er enige tijd is verstreken alvorens uiteindelijk de procedure voor de feitelijke overkomst van de kinderen in gang kon worden gezet, en het beoogd tijdelijke verblijf bij de grootmoeder langer heeft geduurd, is te wijten aan de lange duur van de asielprocedure en kan referent niet worden tegengeworpen. Toen referent eenmaal over een verblijfsvergunning beschikte, heeft hij immers binnen drie maanden de procedure ten behoeve van de overkomst van de kinderen naar Nederland opgestart. Er is dan ook onvoldoende grondslag voor de conclusie dat de zorg die de grootmoeder noodgedwongen op zich heeft genomen meer dan van slechts tijdelijke aard was (beoogd te zijn). Derhalve is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een uitzonderlijke situatie op grond waarvan eiseressen geacht moeten worden feitelijk niet langer tot het gezin van referent te behoren.
2.17. Al het voorgaande brengt de rechtbank tot de slotsom dat er een te grote discrepantie is tussen de door verweerder in deze zaak voorgestane uitleg van het begrip feitelijke gezinsband in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e van de Vw 2000 en artikel 8 van het EVRM.
2.18. Derhalve zullen de beroepen gegrond worden verklaard, het bestreden besluit worden vernietigd en bepaald worden dat verweerder een nieuw besluit neemt met inachtneming van deze uitspraak.
Bron: rechtspraak.nl
Een tewerkstellingsvergunning kan alleen worden aangevraagd met een schriftelijk arbeidscontract en ook deze Roemenen moeten een TWV hebben. (uitspraak Raad van State)
LJN: BN3738, Raad van State , 201002243/1/V6
Datum uitspraak: 11-08-2010
Datum publicatie: 11-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bij besluit van 8 december 2008 heeft de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen (hierna: de CWI) aanvragen van [appellante] om verlening van tewerkstellingsvergunningen ten behoeve van [vreemdeling A] en [vreemdeling B] van Roemeense nationaliteit (hierna: de vreemdelingen) afgewezen.
BETREKKING OP NEDERLANDE ARBEIDSMARKT
2.2.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 13 januari 2010 in zaak nr. 200901239/1/V6), heeft Nederland gebruik gemaakt van de mogelijkheid om, conform de in 2.1. weergegeven passage van Bijlage VII, voor zover thans van belang, het vrij verkeer van werknemers, zoals neergelegd in artikel 39 van het EG-Verdrag, thans, na wijziging, artikel 45 van het VWEU, tijdelijk te beperken zodat gedurende de overgangsperiode de uit het gemeenschapsrecht voortvloeiende rechten en verplichtingen inzake het vrij verkeer van werknemers niet ten volle gelding hebben. De vergunningplicht ingevolge de Wav mag dan ook gedurende deze periode worden gehandhaafd.
Niet in geschil is dat de vreemdelingen aan boord van een in de Nederlandse binnenwateren varend en in Nederland geregistreerd schip arbeid hebben verricht. Voorts zijn de vreemdelingen in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever die de rechtsvorm heeft van een vennootschap naar Nederlands recht. Gezien de hiervoor genoemde omstandigheden kan het betoog dat de Wav niet van toepassing is omdat de Nederlandse arbeidsmarkt niet in geding zou zijn en dus een tewerkstellingsvergunning niet mag worden geëist, niet worden gevolgd. Ook de verwijzing in dit verband naar artikel 1, eerste lid, sub b, van het Besluit uitvoering Wav treft geen doel, reeds omdat sprake is van een in Nederland geregistreerd schip zodat de in voormeld artikel opgenomen uitzondering op het verbod van artikel 2, eerste lid, van de Wav, niet van toepassing is. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat voor de verrichte werkzaamheden geen tewerkstellingsvergunning was vereist.
Het betoog faalt.
ARBEIDSCONTRACT
2.3. Voorts betoogt [appellante] dat, samengevat weergegeven, de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gestelde arbeidsvoorwaarden op het wettelijk vereiste niveau liggen dan wel marktconform zijn, aangezien zij geen concept-arbeidsovereenkomsten heeft overgelegd.
2.3.1. Niet in geschil is dat [appellante] geen op naam van de vreemdelingen gestelde schriftelijke concept-arbeidsovereenkomsten heeft overgelegd. Hierdoor is niet aannemelijk gemaakt dat de gestelde arbeidsvoorwaarden op het niveau liggen dat wettelijk is vereist of in de bedrijfstak gebruikelijk is.
Het betoog van [appellante] in dit verband dat ten aanzien van de concept-arbeidsovereenkomsten niet de eis bestaat dat deze schriftelijk zijn en dat op de aanvraagformulieren voor de tewerkstellingsvergunningen de arbeidsvoorwaarden zoals die mondeling zijn overeengekomen reeds zijn vermeld, zodat de arbeidsvoorwaarden vastliggen en aannemelijk zijn gemaakt, faalt. In paragraaf 6 van de Beleidsregels is vermeld dat sprake moet zijn van een op naam van de vreemdeling gestelde concept-arbeidsovereenkomst welke door de werkgever is ondertekend. Hieruit volgt reeds dat het moet gaan om een schriftelijke arbeidsovereenkomst en dat niet met een mondelinge arbeidsovereenkomst kan worden volstaan. Bovendien is in voormelde paragraaf uitdrukkelijk opgenomen dat naast het vermelden van de bruto beloning per maand op het aanvraagformulier, bij de aanvraag ook een op naam van de vreemdeling gestelde arbeidsovereenkomst moet worden overgelegd, zodat uitsluitend een vermelding van de bruto beloning per maand op het aanvraagformulier niet voldoende is.
De rechtbank heeft reeds gelet op het vorenoverwogene met juistheid geconcludeerd dat het UWV bij besluit van 2 maart 2009 de afwijzing van de aanvragen om tewerkstellingsvergunningen terecht heeft gehandhaafd. Voor zover [appellante] heeft betoogd dat de aanvragen ten onrechte zijn afgewezen op grond van het bepaalde in de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onder b, en 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wav, behoeven deze betogen derhalve geen bespreking mee
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 11-08-2010
Datum publicatie: 11-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bij besluit van 8 december 2008 heeft de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen (hierna: de CWI) aanvragen van [appellante] om verlening van tewerkstellingsvergunningen ten behoeve van [vreemdeling A] en [vreemdeling B] van Roemeense nationaliteit (hierna: de vreemdelingen) afgewezen.
BETREKKING OP NEDERLANDE ARBEIDSMARKT
2.2.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 13 januari 2010 in zaak nr. 200901239/1/V6), heeft Nederland gebruik gemaakt van de mogelijkheid om, conform de in 2.1. weergegeven passage van Bijlage VII, voor zover thans van belang, het vrij verkeer van werknemers, zoals neergelegd in artikel 39 van het EG-Verdrag, thans, na wijziging, artikel 45 van het VWEU, tijdelijk te beperken zodat gedurende de overgangsperiode de uit het gemeenschapsrecht voortvloeiende rechten en verplichtingen inzake het vrij verkeer van werknemers niet ten volle gelding hebben. De vergunningplicht ingevolge de Wav mag dan ook gedurende deze periode worden gehandhaafd.
Niet in geschil is dat de vreemdelingen aan boord van een in de Nederlandse binnenwateren varend en in Nederland geregistreerd schip arbeid hebben verricht. Voorts zijn de vreemdelingen in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever die de rechtsvorm heeft van een vennootschap naar Nederlands recht. Gezien de hiervoor genoemde omstandigheden kan het betoog dat de Wav niet van toepassing is omdat de Nederlandse arbeidsmarkt niet in geding zou zijn en dus een tewerkstellingsvergunning niet mag worden geëist, niet worden gevolgd. Ook de verwijzing in dit verband naar artikel 1, eerste lid, sub b, van het Besluit uitvoering Wav treft geen doel, reeds omdat sprake is van een in Nederland geregistreerd schip zodat de in voormeld artikel opgenomen uitzondering op het verbod van artikel 2, eerste lid, van de Wav, niet van toepassing is. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat voor de verrichte werkzaamheden geen tewerkstellingsvergunning was vereist.
Het betoog faalt.
ARBEIDSCONTRACT
2.3. Voorts betoogt [appellante] dat, samengevat weergegeven, de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gestelde arbeidsvoorwaarden op het wettelijk vereiste niveau liggen dan wel marktconform zijn, aangezien zij geen concept-arbeidsovereenkomsten heeft overgelegd.
2.3.1. Niet in geschil is dat [appellante] geen op naam van de vreemdelingen gestelde schriftelijke concept-arbeidsovereenkomsten heeft overgelegd. Hierdoor is niet aannemelijk gemaakt dat de gestelde arbeidsvoorwaarden op het niveau liggen dat wettelijk is vereist of in de bedrijfstak gebruikelijk is.
Het betoog van [appellante] in dit verband dat ten aanzien van de concept-arbeidsovereenkomsten niet de eis bestaat dat deze schriftelijk zijn en dat op de aanvraagformulieren voor de tewerkstellingsvergunningen de arbeidsvoorwaarden zoals die mondeling zijn overeengekomen reeds zijn vermeld, zodat de arbeidsvoorwaarden vastliggen en aannemelijk zijn gemaakt, faalt. In paragraaf 6 van de Beleidsregels is vermeld dat sprake moet zijn van een op naam van de vreemdeling gestelde concept-arbeidsovereenkomst welke door de werkgever is ondertekend. Hieruit volgt reeds dat het moet gaan om een schriftelijke arbeidsovereenkomst en dat niet met een mondelinge arbeidsovereenkomst kan worden volstaan. Bovendien is in voormelde paragraaf uitdrukkelijk opgenomen dat naast het vermelden van de bruto beloning per maand op het aanvraagformulier, bij de aanvraag ook een op naam van de vreemdeling gestelde arbeidsovereenkomst moet worden overgelegd, zodat uitsluitend een vermelding van de bruto beloning per maand op het aanvraagformulier niet voldoende is.
De rechtbank heeft reeds gelet op het vorenoverwogene met juistheid geconcludeerd dat het UWV bij besluit van 2 maart 2009 de afwijzing van de aanvragen om tewerkstellingsvergunningen terecht heeft gehandhaafd. Voor zover [appellante] heeft betoogd dat de aanvragen ten onrechte zijn afgewezen op grond van het bepaalde in de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onder b, en 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wav, behoeven deze betogen derhalve geen bespreking mee
Bron: rechtspraak.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)
Aanbevolen post
Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars
Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...
-
Amice Advocaten Vacatures Vacatures Amice Advocaten te Utrecht Vacature m/v jurist migratierecht bij Amice Advocaten Utrecht Amice Advocat...
-
RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Amsterdam Bestuursrecht zaaknummer: NL...
-
Op zoek naar interessante jurisprudentie voor op mijn blog moet ik me eerst door lijsten vol uitspraken heen worstelen waar de minister veel...
-
Asiel, Syrië, beleid teruggekeerde Syriërs, onvoldoende blijk van zorgvuldige beoordeling omstandigheden, geslaagd beroep op gelijkheidsbe...
-
Iemand vertelde op de Linkedingroep Vreemdelingenrecht dat hij bij zijn verhuizing naar België daar werd ingeschreven in het Wachtregister. ...
-
Wilt u naturaliseren of een verblijfsvergunning? Dit vraagt u aan bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) . Hebt u voor uw aa...
-
Professor Rodrigues heeft me gevraagd de volgende studiemiddag onder uw aandacht te brengen: Datum 14 juni 2017 Tijd 14:00 - 17:00 ...
-
Leraar Saad in het zonnetje gezet door Maassluise wethouders: 'Voorbeeld voor anderen' Saad Alkassoum uit Maassluis is geëerd vanweg...
-
Een van mijn eerste visa clienten werd tot in bezwaar geweigerd want hij zou natuurlijk niet terugkeren naar #Pakistan en omdat hij de mogel...
-
DIT BELEID IS AFGESCHAFT. Tegenwoordig probeer ik het voor klanten op basis van artikel 8 EVRM of op basis van Richtlijn 2004/28 (in de vol...