UItzetten naar China weer mogelijk (uitspraak rechtbank)
LJN: BN3004, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 10 / 23281
Datum uitspraak: 20-07-2010
Datum publicatie: 02-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: China / zicht op uitzetting Bij uitspraak van 26 november 2008, LJN: BG5708, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) geoordeeld dat de omstandigheid dat in september en oktober 2008 in twee gevallen een laissez passer is verstrekt weliswaar een belangrijke aanwijzing is voor een verandering in de opstelling van de Chinese autoriteiten, maar dat dit aantal nog te beperkt is om reeds op grond daarvan aannemelijk te achten dat thans weer sprake is van zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn. In haar uitspraak van 16 december 2008, LJN:BG9500, heeft de Afdeling dit oordeel herhaald. Ter zitting is door verweerder aangegeven dat zich inmiddels nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan waaruit kan worden afgeleid dat de Chinese autoriteiten thans bereid zijn ten behoeve van hier te lande in bewaring gestelde Chinese onderdanen een laissez passer te verstrekken. Daarbij heeft verweerder er op gewezen dat er intensieve contacten zijn geweest tussen de autoriteiten van Nederland en China welke hebben geleid tot achttien toezeggingen tot verstrekking van een laissez passer in mei 2010 en uiteindelijk 17 verstrekkingen van een laissez passer op 6 juli 2010, waaronder de afgifte van één laissez passer aan een ongedocumenteerde vreemdeling. De intensieve gesprekken met de Chinese autoriteiten blijven intussen onverminderd doorgaan, aldus verweerder. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat thans sprake is van een reëel zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn. Dit geldt in het onderhavige geval te meer nu eiser heeft aangegeven waarschijnlijk nog een kopie van zijn paspoort te hebben. Indien eiser dit document kan overleggen kan de kans op afgifte van een laissez passer mogelijk worden vergroot en kan de afgifte van een laissez passer mogelijk ook worden bespoedigd. De rechtbank ziet geen aanleiding om verweerder op te dragen om aanvullende informatie te verstrekken over de toezeggingen en afgiftes van laissez passers in 2010 en/of de daaraan voorafgaande periode.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 20-07-2010
Datum publicatie: 02-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: China / zicht op uitzetting Bij uitspraak van 26 november 2008, LJN: BG5708, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) geoordeeld dat de omstandigheid dat in september en oktober 2008 in twee gevallen een laissez passer is verstrekt weliswaar een belangrijke aanwijzing is voor een verandering in de opstelling van de Chinese autoriteiten, maar dat dit aantal nog te beperkt is om reeds op grond daarvan aannemelijk te achten dat thans weer sprake is van zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn. In haar uitspraak van 16 december 2008, LJN:BG9500, heeft de Afdeling dit oordeel herhaald. Ter zitting is door verweerder aangegeven dat zich inmiddels nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan waaruit kan worden afgeleid dat de Chinese autoriteiten thans bereid zijn ten behoeve van hier te lande in bewaring gestelde Chinese onderdanen een laissez passer te verstrekken. Daarbij heeft verweerder er op gewezen dat er intensieve contacten zijn geweest tussen de autoriteiten van Nederland en China welke hebben geleid tot achttien toezeggingen tot verstrekking van een laissez passer in mei 2010 en uiteindelijk 17 verstrekkingen van een laissez passer op 6 juli 2010, waaronder de afgifte van één laissez passer aan een ongedocumenteerde vreemdeling. De intensieve gesprekken met de Chinese autoriteiten blijven intussen onverminderd doorgaan, aldus verweerder. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat thans sprake is van een reëel zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn. Dit geldt in het onderhavige geval te meer nu eiser heeft aangegeven waarschijnlijk nog een kopie van zijn paspoort te hebben. Indien eiser dit document kan overleggen kan de kans op afgifte van een laissez passer mogelijk worden vergroot en kan de afgifte van een laissez passer mogelijk ook worden bespoedigd. De rechtbank ziet geen aanleiding om verweerder op te dragen om aanvullende informatie te verstrekken over de toezeggingen en afgiftes van laissez passers in 2010 en/of de daaraan voorafgaande periode.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties