Hoe moet de rechtbank toetsen als de RvS een eerdere uitspraak heeft vernietigd (uitspraak ABRRvS)
LJN: BN4823, Raad van State , 201003996/1/V2
Datum uitspraak: 16-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Omvang van geding / teruggewezen zaak / schending art. 8:78 Awb
De rechtbank heeft niet onderkend dat zij het besluit van 28 augustus 2006 na terugwijzing diende te toetsen in het licht van alle daartegen aangevoerde beroepsgronden. Zij was daarbij niet gebonden aan de in de vernietigde uitspraak van 8 oktober 2007 vervatte overwegingen. Daarbij was evenmin van belang of de staatssecretaris in het hoger beroep van die uitspraak al dan niet tegen bepaalde overwegingen was opgekomen. In rechtsoverweging 2.4. van de uitspraak van de Afdeling van 21 januari 2008 dat de zaak naar de rechtbank wordt teruggewezen met toepassing van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de Raad van State, gezien de niet door haar behandelde beroepsgronden, ligt geen oordeel besloten over de door de rechtbank in de uitspraak van 8 oktober 2007 wél beoordeelde beroepsgronden. Het hoger beroep is reeds hierom kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd.
Www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 16-08-2010
Datum publicatie: 23-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Omvang van geding / teruggewezen zaak / schending art. 8:78 Awb
De rechtbank heeft niet onderkend dat zij het besluit van 28 augustus 2006 na terugwijzing diende te toetsen in het licht van alle daartegen aangevoerde beroepsgronden. Zij was daarbij niet gebonden aan de in de vernietigde uitspraak van 8 oktober 2007 vervatte overwegingen. Daarbij was evenmin van belang of de staatssecretaris in het hoger beroep van die uitspraak al dan niet tegen bepaalde overwegingen was opgekomen. In rechtsoverweging 2.4. van de uitspraak van de Afdeling van 21 januari 2008 dat de zaak naar de rechtbank wordt teruggewezen met toepassing van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet op de Raad van State, gezien de niet door haar behandelde beroepsgronden, ligt geen oordeel besloten over de door de rechtbank in de uitspraak van 8 oktober 2007 wél beoordeelde beroepsgronden. Het hoger beroep is reeds hierom kennelijk gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd.
Www.rechtspraak.nl
Reacties