12 augustus 2010

Een tewerkstellingsvergunning kan alleen worden aangevraagd met een schriftelijk arbeidscontract en ook deze Roemenen moeten een TWV hebben. (uitspraak Raad van State)

LJN: BN3738, Raad van State , 201002243/1/V6


Datum uitspraak: 11-08-2010
Datum publicatie: 11-08-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Bij besluit van 8 december 2008 heeft de Raad van bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen (hierna: de CWI) aanvragen van [appellante] om verlening van tewerkstellingsvergunningen ten behoeve van [vreemdeling A] en [vreemdeling B] van Roemeense nationaliteit (hierna: de vreemdelingen) afgewezen.

BETREKKING OP NEDERLANDE ARBEIDSMARKT

2.2.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 13 januari 2010 in zaak nr. 200901239/1/V6), heeft Nederland gebruik gemaakt van de mogelijkheid om, conform de in 2.1. weergegeven passage van Bijlage VII, voor zover thans van belang, het vrij verkeer van werknemers, zoals neergelegd in artikel 39 van het EG-Verdrag, thans, na wijziging, artikel 45 van het VWEU, tijdelijk te beperken zodat gedurende de overgangsperiode de uit het gemeenschapsrecht voortvloeiende rechten en verplichtingen inzake het vrij verkeer van werknemers niet ten volle gelding hebben. De vergunningplicht ingevolge de Wav mag dan ook gedurende deze periode worden gehandhaafd.

Niet in geschil is dat de vreemdelingen aan boord van een in de Nederlandse binnenwateren varend en in Nederland geregistreerd schip arbeid hebben verricht. Voorts zijn de vreemdelingen in dienst van een in Nederland gevestigde werkgever die de rechtsvorm heeft van een vennootschap naar Nederlands recht. Gezien de hiervoor genoemde omstandigheden kan het betoog dat de Wav niet van toepassing is omdat de Nederlandse arbeidsmarkt niet in geding zou zijn en dus een tewerkstellingsvergunning niet mag worden geëist, niet worden gevolgd. Ook de verwijzing in dit verband naar artikel 1, eerste lid, sub b, van het Besluit uitvoering Wav treft geen doel, reeds omdat sprake is van een in Nederland geregistreerd schip zodat de in voormeld artikel opgenomen uitzondering op het verbod van artikel 2, eerste lid, van de Wav, niet van toepassing is. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat voor de verrichte werkzaamheden geen tewerkstellingsvergunning was vereist.

Het betoog faalt.


ARBEIDSCONTRACT

2.3. Voorts betoogt [appellante] dat, samengevat weergegeven, de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de gestelde arbeidsvoorwaarden op het wettelijk vereiste niveau liggen dan wel marktconform zijn, aangezien zij geen concept-arbeidsovereenkomsten heeft overgelegd.

2.3.1. Niet in geschil is dat [appellante] geen op naam van de vreemdelingen gestelde schriftelijke concept-arbeidsovereenkomsten heeft overgelegd. Hierdoor is niet aannemelijk gemaakt dat de gestelde arbeidsvoorwaarden op het niveau liggen dat wettelijk is vereist of in de bedrijfstak gebruikelijk is.

Het betoog van [appellante] in dit verband dat ten aanzien van de concept-arbeidsovereenkomsten niet de eis bestaat dat deze schriftelijk zijn en dat op de aanvraagformulieren voor de tewerkstellingsvergunningen de arbeidsvoorwaarden zoals die mondeling zijn overeengekomen reeds zijn vermeld, zodat de arbeidsvoorwaarden vastliggen en aannemelijk zijn gemaakt, faalt. In paragraaf 6 van de Beleidsregels is vermeld dat sprake moet zijn van een op naam van de vreemdeling gestelde concept-arbeidsovereenkomst welke door de werkgever is ondertekend. Hieruit volgt reeds dat het moet gaan om een schriftelijke arbeidsovereenkomst en dat niet met een mondelinge arbeidsovereenkomst kan worden volstaan. Bovendien is in voormelde paragraaf uitdrukkelijk opgenomen dat naast het vermelden van de bruto beloning per maand op het aanvraagformulier, bij de aanvraag ook een op naam van de vreemdeling gestelde arbeidsovereenkomst moet worden overgelegd, zodat uitsluitend een vermelding van de bruto beloning per maand op het aanvraagformulier niet voldoende is.

De rechtbank heeft reeds gelet op het vorenoverwogene met juistheid geconcludeerd dat het UWV bij besluit van 2 maart 2009 de afwijzing van de aanvragen om tewerkstellingsvergunningen terecht heeft gehandhaafd. Voor zover [appellante] heeft betoogd dat de aanvragen ten onrechte zijn afgewezen op grond van het bepaalde in de artikelen 8, eerste lid, aanhef en onder b, en 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wav, behoeven deze betogen derhalve geen bespreking mee

Bron: rechtspraak.nl

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...