31 augustus 2015

Te weinig kennismigranten en te veel asielzoekers: Wanneer gaat het bedrijfsleven er op inspelen en redt mensen? VNO-NCW?

Vorige week zei minister Asscher dat de Nederlandse bedrijven klagen dat het voor hen nog moeilijk is om aan gekwalificeerde arbeidskrachten uit het buitenland te komen. Ik kan me zo voorstellen dat de eis dat je als bedrijf een erkende referent moet zijn om iemand als kennismigrant hier naar Nederland te laten komen en dat het salaris conform salarissen normaal in die sector moet zijn daar een rol bij speelt.

In de tussentijd zien we hordes asielzoekers uit met name Syrië door Europa trekken op zoek naar een plek die niet alleen veilig is maar die ook goede kansen op een goede baan biedt. Aan de ene kant vind ik persoonlijk dat doorreizen uit een eerst gevonden veilig land met het oogmerk van een betere financiele positie in strijd met het idee van het Vluchtelingenverdrag. Aan de andere kant kan ik me voorstellen dat als je in staat was om bijvoorbeeld middels spaargeld een poos in Turkije het einde van de burgeroorlog af te wachten en hebt moeten constateren dat het uitzichtloos is je gaat plannen wat er dan een goed alternatief voor jou is. En heb je dan geld en een goede opleiding en spreek je ook nog eens aardig Engels dan kan ik me voorstellen dat je conclusie is dat je het beste tot je recht komt in bijvoorbeeld Engeland. Wat gaan mensen dan doen? Ze laten zich door een mensensmokkelaar inpalmen en eindigen misschien op de bodem van een zee.

Waarom combineren we niet deze twee feiten en gaat de regering bedrijven niet stimuleren om in plaats van een Indiaer een Syriër uit een vluchtelingenkamp in Jordanië aan te nemen en het bedrijf niet aansprakelijk te stellen als deze persoon niet meer terug zou kunnen? Waarom begint er niet een rijk iemand een fonds om Syrische studenten die in Turkije zijn beland de mogelijkheid te geven om met een beurs hier te komen studeren en hier later te blijven werken? Waarom maken we het niet mogelijk om als iemand een plek kan krijgen als wetenschapper die zijn aanvraag vanuit het vluchtelingenkamp kan indienen?

Het zal geen miljoenen helpen maar zoals een Joods spreekwoord zegt "red je 1 iemand dan redt je de hele wereld".

Waarom gebruiken we reguliere procedures niet om mensen met een goede reden om te vluchten een nieuwe kans te geven?

Ik kreeg vorige week een mail van iemand uit Egypte die precies die vraag stelde. En ik heb vele mails gehad van mensen nog in Syrië die zich afvroegen of ze niet als expat ergens konden gaan wonen en werken.

Zou je dat zelf ook niet doen als opeens hier in Nederland de protestanten tegen de katholieken gingen knokken?

Spring eens in dat gat bedrijfsleven! Je hebt honderden kandidaten die je eeuwig dankbaar zouden zijn voor de kans die je ze biedt. Lobby eens bij de regering over een goede deal!





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Meedenker: 2004/38 en verblijf in EU land samen vervangen door verblijf buiten de EU

Casus: Mevrouw A uit Holland gaat in London werken en ontmoet daar een leuke collega die uit een ver land komt. Ze gaan samenwonen en er komen een paar kinderen. Mevrouw wordt ziek en moet stoppen met werken. Het gezin vertrekt naar het verre land zonder eerst in Nederland te hebben gewoond. Na een paar jaar worden de ouders van mevrouw A oud en ziek en komen ze naar Nederland. Ze doen een beroep op Richtlijn 2004/38 maar die IND vindt die niet van toepassing omdat ze niet direct vanuit Londen naar Nederland zijn gekomen.

Maar het idee achter deze Richtlijn is toch dat een EU-onderdaan die in een ander EU land wil gaan werken zich daar niet van af hoeft te laten praten door de vrees dat mocht diegene daar een gezin starten in dat andere land het erg moeilijk of onmogelijk zou worden om ooit gezamelijk terug te keren naar het land van herkomst van de EU-onderdaan?

Ook zie ik nergens in de Richtlijn staan genoemd dat gezinnen rechtstreeks terug moeten keren. In een Britse zaak zie ik daar de rechter noemen dat je niet als land extra belemmeringen mag verzinnen.

Wie heeft een goed argument om te bepleiten dat aan deze meneer uit Verweggistan toch een geslaagd beroep op deze Richtlijn kan doen? (Ik heb een poosje terug in een uitspraak gezien dat iemand naar Marokko was gegaan - daar ging de zaak om een andere reden lek maar het Hof zei nergens iets over het hebben verlaten van de EU).

Het gezin wil in beroep en ik hoop in ieder geval dat als de rechtbank niet direct hen in het gelijk stelt die in ieder geval prejudiciele vragen gaat stellen aan "Europa".







Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Meedenker: Heeft u ooit in bezwaar een interne notitie van de IND boven water zien komen?

Casus: mensen vragen een verblijfsvergunning aan in Nederland en dienen de aanvraag met stukken in. De ambtenaar komt de afwijzing brengen en de referent vraagt of ze niet in de gelegenheid zouden worden gesteld om de aanvraag toe te lichten. De IND-ambtenaar geeft aan dat dat niet gebruikelijk is en dat ze dat maar in hun bezwaar moeten zetten maar gaat vervolgens toch uitgebreid met hen in gesprek. De aanvrager gaat in bezwaar en de IND komt met een interne notitie op de proppen waarin wordt aangegeven wat er in dat "nagesprek" zou zijn besproken en wat eigenlijk een soort aanvullende afwijzing is.

Het bevreemdt mij dat zo'n notitie niet ter reactie aan de aanvragers is voorgelegd. Nu wordt iemand maanden later met een blaadje geconfronteerd waarvan de teneur heel negatief is en dat wordt gebruikt om aan te geven dat iemand niet zijn bezwaar in Nederland mag afwachten en dit wordt zonder dat de aanvrager er ooit op heeft kunnen reageren naar de rechtbank gestuurd.

Behalve dat dat best karaktermoord is vraag ik me af of dit bestuursrechtelijk wel juist is.

Immers de IND vaart helemaal blind op de ambtenaar in eerste aanleg zonder iemand te horen en in feite dus zonder een totale heroverweging te laten plaatsvinden. Het gaat hier namelijk om iemand die wegens ouderdom niet meer alleen kan wonen in haar land van herkomst net als die Amerikaanse mevrouw. Iemand dan maar vast terugsturen maakt het hele bezwaar zo zinsledig.


Ik vraag me af of zo'n notitie standaard praktijk is bij zaken die media-gevoelig liggen en dat is deze.
Was het dan niet handiger geweest van de IND om deze aanvrager gewoon de bezwaarprocedure in Nederland te laten afwachten? Zeker omdat in een vergelijkbare zaak die in de media was wel  werd aangegeven dat die mevrouw haar bezwaar in Nederland mocht afwachten.

Wat vind u?





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

COA waarom beginnen jullie geen campussen voor erkende (Syrische) vluchtelingen?

Volgens het Vluchtelingenverdrag moet je als land een erkende vluchteling net zo behandelen als de andere burgers.

Op het moment heeft de COA te kampen met heel veel Syrische vluchtelingen die allemaal op een huis wachten.

Als pas afgestudeerde jurist heb ik nog jarenlang in een studentenflat gewoond omdat je als student niet op de wachtlijst mocht voor een woning en pas na een jaar of 6 op die wachtlijst was je aan de beurt. Nu zijn die wachtlijsten nog steeds erg lang en staan mensen jaren ingeschreven. Niet altijd valt het dan goed dat vluchtelingen voor mogen.

Maar moeten we dat wel willen? Zo uit een ver land "drie-hoog-achter" alleen in Rotterdam of als enige buitenlander in een dorp in Twente terwijl je nog geen woord Nederlands verstaat? Helemaal alleen op jezelf zijn aangewezen terwijl je net iets heel ingrijpends hebt beleefd?

Waarom niet die vluchtelingen dezelfde behandeling geven als de studenten in Nederland en de pas afgestudeerden en hen in een campuscomplex laten wonen. Dat kan dus gewoon een asielzoekerscentrum zijn maar dan eentje wat luxer waar de hele dag inburgeringslessen worden gegeven en waar ook andere cursussen als solliciteren (veel Syrische mensen hebben een goede opleiding en kunnen ook Engels), traumaverwerking, eigen ondernemerschap, Engels, computeren en sport worden gegeven. Dan kunnen deze mensen veel beter voorbereid en wellicht al in het bezit van een baan ergens later naar een huis doorstromen. En kunnen ze als ze willen zo bij een buur binnenlopen die ook zit te ploeteren op een sollicitatiebrief of die zich afvraagt waar je hier in Nederland nou aan tabak voor een waterpijp kan komen. Een groep kan steun zijn en kan stimuleren.

Biedt zo'n campus aan als iets speciaals!






Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Prejudiciele vragen gesteld aan Europese Hof over 2004/38 en Zambrano

Pending Case NA (C-115/15): Four Questions For CJEU

Involving a myriad of intriguing issues, the EU law tale of a Pakistani lady called Nazia Ahmed (NA) has been reported as [2013] UKUT 89 (IAC), [2014] EWCA Civ 995 and [2015] EWCA Civ 140. These days her case is simply known as Pending Case NA (C-115/15) and may hold the key to unlocking numerous doors in EU law.

Lees het uitgebreide artikel geschreven door een Brits/Pakistaanse jurist hier:  https://asadakhan.wordpress.com/2015/08/26/pending-case-na-c-11515-four-questions-for-cjeu/

De gestelde vragen zijn:


In this judgment, the Court of Appeal referred the following question to the CJEU:
Must a third country national ex-spouse of an EU citizen be able to show that their former spouse was exercising treaty rights in the host member state at the time of their divorce in order to retain a right of residence under article 13(2) of Directive 2004/38/EC?
 (....)
 
In light of the above issues, Lord Dyson MR, Sullivan and Sharp LJJ referred these three further questions to the CJEU:
(1) Does an EU citizen have a right to reside in a host member state under articles 20 and 21 of the TFEU in circumstances where the only state within the EU in which the citizen is entitled to reside is his state of nationality, but there is a finding of fact by a competent tribunal that the removal of the citizen from the host member state to his state of nationality would breach his rights under article 8 of the ECHR or article 7 of the CFR?
(2) If the EU citizen in (1) (above) is a child, does the parent having sole care of that child have a derived right of residence in the host member state if the child would have to accompany the parent on removal of the parent from the host member state?
(3) Does a child have a right to reside in the host member state pursuant to article 12 of Regulation 1612/68 EEC (now article 10 of Regulation 492/2011/EU) if the child’s EU citizen parent, who has been employed in the host member state, has ceased to reside in the host member state before the child enters education in that state?




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Cursus Middelenvereiste en intrekking verblijfsvergunning in de praktijk


Op maandag 5 oktober 2015 organiseert Stg. Migratierecht Nederland de cursus Middelenvereiste en intrekking verblijfsvergunning in de praktijk
 
Docenten: Marianne Wiersma, advocaat te Rotterdam en Ciara Clerx, stafmedewerker juridische zaken IND 


http://www.stichtingmigratierecht.nl/cursussen/middelenvereiste-intrekking-verblijfsvergunning-de-praktijk



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Migrant crisis: Five obstacles to an EU deal / Austria starts border checks

 Europe is struggling with its biggest migration crisis since World War Two, with unprecedented numbers of refugees and other migrants seeking asylum in the EU.
The 28 EU interior ministers will hold an emergency meeting on the crisis on 14 September. July was a record month, with more than 100,000 reaching the EU's borders.
But it is proving difficult to get agreement on joint action, as migration pressure varies from country to country. What are the biggest obstacles to a solution?

 Read more here on the BBC-site: http://www.bbc.com/news/world-europe-34105989


Austria has begun expanding checks on lorries near its eastern borders, after Europe was shocked by the discovery of 71 dead migrants in a lorry near the border with Hungary.
Hundreds more people also drowned in the Mediterranean last week, as they tried to reach Europe from Libya.
A record number of 107,500 migrants reached the EU's borders last month.
Long traffic jams built up on Hungary's major roads leading to the Austrian border, because of the extra Austrian police checks.
Queues of 30km (18 miles) were reported on the main M1 road from Budapest, as security officials searched vehicles over the border in Nickelsdorf. There were also jams further along the border at Klingenbach and Deutschkreutz.

Read more here:  http://www.bbc.com/news/34104714



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Angolese tieners Márcia en Gláucio mogen blijven


Márcia en Gláucio
De Angolese tieners Gláucio (13) en Márcia (18) mogen toch in Nederland blijven. Ze krijgen, samen met hun moeder, een verblijfsvergunning. De vader moet Nederland verlaten. Dat heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie bevestigd nadat Defence for Children het nieuws bekendgemaakt had aan de NOS.
Gláucio en Márcia zijn vanavond vrijgelaten uit het detentiecentrum in Zeist. Daarna worden ze naar een gezinslocatie in Gilze gebracht. Hun vader moet dus terug naar Angola en hij vertrekt vrijdag al.
De twee tieners dreigden te worden uitgezet. Omdat hun vader oorlogsmisdaden zou hebben gepleegd, zou het hele gezin het land uit moeten.

Kinderpardon

Het ministerie zegt dat de tieners, vanwege de verdenkingen tegen hun vader, niet voldeden aan de voorwaarden voor het kinderpardon. "Mensen die terecht zijn gevlucht voor oorlog en ellende moeten hier niet oog in oog komen te staan met de veroorzakers daarvan", zegt het ministerie.
Volgens een woordvoerder heeft het gezin zelf ervoor gekozen om met zijn drieën in Nederland te blijven.
Verblijfsvergunning voor Márcia en Gláucio
Over hun dreigende uitzetting was veel verontwaardiging. Onder anderen kinderombudsman Marc Dullaert vond het onacceptabel dat de kinderen, die volgens hem gewoon Nederlands zijn, naar Angola zouden moeten.
Defence for Children heeft de protestbijeenkomst die voor vanavond gepland stond bij het detentiecentrum in Zeist afgelast en veranderd in een feestje.

Bron: http://nos.nl/artikel/2055221-angolese-tieners-marcia-en-glaucio-mogen-blijven.html





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Boek: Routledge Handbook of Immigration and Refugee Studies (new)



About the Book

The Routledge Handbook of Immigration and Refugee Studies offers a comprehensive and unique study of the multi-disciplinary field of international migration and asylum studies. Utilising contemporary information and analysis, this innovative Handbook provides an in depth examination of legal migration management in the labour market and its affect upon families in relation to wider issues of migrant integration and citizenship.
With a comprehensive collection of essays written by leading contributors from a broad range of disciplines including sociology of migration, human geography, legal studies, political sciences and economics, the Handbook is a truly multi-disciplinary book approaching the critical questions of:
  • Migration and the labour market
  • Integration and citizenship
  • Migration, families and welfare
  • Irregular migration
  • smuggling and trafficking in human beings
  • asylum and forced migration.
Organised into short thematic and geographical chapters the Routledge Handbook of Immigration and Refugee Studies provides a concise overview on the different topics and world regions, as well as useful guidance for both the starting and the more experienced reader. The Handbook’s expansive content and illustrative style will appeal to both students and professionals studying in the field of migration and international organisations.



Table of Contents

Introduction, Anna Triandafyllidou Part I: Theories and Historical Contextualisation of Migration and Asylum Trends 1. Migration Theories: A critical overview, Karen O’Reilly 2. Evaluating Migration Policy Effectiveness, Mathias Czaika and Hein de Haas 3. Demography and International Migration, Philippe Fargues 4. Migration and Gender, Mirjana Morokvasic 5. Transnational Migration, Ayse Caglar Part II: Migration and the Labour Market 6. Are Migrants Good for the Host Country’s Economy?, Nazmun N. Ratna 7. International Migration and US Innovation: Insights from the US experience, William R. Kerr 8. High-Skilled Migration, S Irudaya Rajan 9. Migrant Entrepreneurship: Alternative paradigms of economic integration, Jan Rath and Veronique Schutjens 10.Temporary, Seasonal, Circular Migration: A critical appraisal, Ronald Skeldon 11. Guest-Worker Schemes Yesterday and Today: Advantages and liabilities, Dimitria Groutsis and Lina Venturas 12.Discrimination Against Immigrants in the Labour Market: An overview and a typology, John Wrench Part III: Migration and the Labour Market 13.Migration, Work and Welfare, Eleonore Kofman 14. Irregular Migration and the Welfare State: Strange allies?, Maurizio Ambrosini 15. Global Care Chains, Helma Lutz and Ewa Palenga-Möllenbeck 16.Transnational Parenthood, Olena Fedyuk 17. Family Migration and Migrant Integration, Saskia Bonjour and Albert Kraler Part IV: Cultural Diversity, Citizenship and Socio-Political Integration Challenges 18. Migration, Citizenship and Post National Membership, Jelena Dzankic 19. Integration Paradigms in Europe and North America, Irina Isaakyan 20. Migration and Cultural Diversity Challenges in the 21st Century, Nasar Meer and Tariq Modood 21. Integration Indicators: The difference between monitoring integration and evaluating policies, Thomas Huddleston 22. Migrant Children and Educational Challenges, Dirk Jacobs and Perrine Devleeshouwer Part V: Migration and Development 23. Migration and Economic Remittances: Impact on development, Saman Kelegama and Bilesha Weeraratne 24. Return Migration and Development: The significance of migration cycles, Jean-Pierre Cassarino 25. Social Remittances: How migrating people drive migrating culture, Peggy Levitt 26. Migration and Diasporas: What role for development?, Piyasiri Wickramasekara 27. Migration and Development: A focus on Africa, Giorgia Giovanetti 28. Migration and Development: A view from Asia, Binod Khadria 29. Asian Migration to the Gulf Statesm, Chinmay Tumbe 30. Migration and Development: The Asian experience, Dilip Ratha, Soonhwa Yi and Seyed Reza Yousefi 31. Migration and Development in Latin America: The emergence of a southern perspective, Raúl Delgado-Wise 32. Migration within Developing Areas: Some African perspectives on mobility, Oliver Bakewell Part VI: Asylum and Refugee Studies Today 33.Unmixing Migrants and Refugees, Liza Schuster 34.Climate Change and Migration: Lessons from Oceania, John R. Campbell and Richard D. Bedford 35. Global Governance and Forced Migration, Alexander Betts 36. Asylum in the 21st Century: Trends and challenges, Georgia Papagianni Part VII: Irregular Migration and Trafficking of Human Beings 37.The Challenge of Irregular Migration, Dita Vogel 38.Transit Migration: A contested concept, Angeliki Dimitriadi 39. Migrant Smuggling, Anna Triandafyllidou 40.Trafficking in Human Beings: Fifteen years after the palermo protocol, Alexandra Ricard-Guay 41. Controlling Irregular Migration: Policy options and unwanted consequences, Camille Schmoll 42. Irregular Migration and Health Challenges, Ioanna Kotsioni



HIER te koop























Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

UITSPRAAK: 15-jarige op zoek naar beter bestaan krijgt geen verblijfsvergunning en moet terug naar weeshuis

ECLI:NL:RBDHA:2015:10153

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 27-08-2015
Datum publicatie 27-08-2015
Zaaknummer 15/15083
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie AA, asielaanvraag ongegrond, elementen relaas geloofwaardig, onvoldoende zwaarwegend. Geen ambtshalve vergunningverlening AMV wegens opvangmogelijkheden in Algerije. Beroep ongegrond. 3EVRN + 3 IVRK+ 31:1 Vw + 32:1 Procedurerichtlijn + geen vluchteling i.k.v. Vluchtelingenverdag
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

Overwegingen

1. Eiser heeft gesteld te zijn geboren op [geboortedag] 2000 en de Algerijnse nationaliteit te bezitten. Op 29 juni 2015 heeft hij een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
2. Verweerder heeft bij het bestreden besluit deze aanvraag afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), zoals dit luidt met ingang van 20 juli 2015.
Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- Eiser werd gepest vanwege zijn kleding en omdat hij geen ouders meer had;
- Eiser ondervond problemen vanwege drugsdealers die op zoek waren naar zijn vader;
- Eiser zag in Algerije geen goed toekomstperspectief voor zichzelf doordat hij niet naar school ging en geen vooruitzicht had op werk.
3. Verweerder heeft de bovenstaande elementen geloofwaardig geacht. Verweerder heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat de geloofwaardig geachte elementen niet te herleiden zijn tot een van de gronden van het Vluchtelingenverdrag. Voorts heeft eiser met zijn individuele relaas niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een reëel risico op schending van artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Eiser komt voorts niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning op grond van het beleid inzake alleenstaande minderjarige vreemdelingen nu opvang voor weeskinderen mogelijk is in Algerije. Eiser heeft hier eerder ook gebruik van gemaakt maar is op eigen gelegenheid vertrokken. Het is niet aannemelijk dat eiser niet opnieuw van deze opvangvoorzieningen gebruik zou kunnen maken, aldus verweerder.
4. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat bescherming van de zijde van de Algerijnse autoriteiten niet geboden kan worden. Er is sprake van corruptie en eiser heeft geld nodig om aangifte te kunnen doen. Gelet op zijn herhaalde en pertinente ontkenning tijdens zijn gehoor dient nader onderzocht te worden of er toch geen sprake is geweest van seksueel misbruik dan wel dient nader onderzoek verricht te worden naar eisers seksuele geaardheid en psychische problematiek. De door eiser genoemde opvanglocatie (het weeshuis in Oran) is niet terug te vinden in openbare bronnen. Zonder nader onderzoek kan onder verwijzing naar een oud ambtsbericht uit 2005 niet aangenomen worden dat er opnieuw een opvangplek voor eiser beschikbaar is. Bij terugkeer is sprake van schending van artikel 3 van het EVRM en artikel 3 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).
De rechtbank overweegt als volgt.
5. Ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Vw wordt een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 afgewezen als ongegrond in de zin van artikel 32, eerste lid, van de Procedurerichtlijn, indien de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen.
In artikel 1A van het Vluchtelingenverdrag is gedefinieerd als vluchteling een persoon die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren

Ingevolge artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden kan niemand worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.

De vreemdeling die aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt op ernstige schade, bestaande uit een behandeling als bedoeld in voornoemde verdragsbepaling, komt in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, ten tweede, van de Vw.
6. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat de geloofwaardig geachte elementen niet te herleiden zijn tot een van de gronden van het Vluchtelingenverdrag en dat de genoemde redenen van vertrek onvoldoende zwaarwegend zijn voor een geslaagd beroep op artikel 3 van het EVRM. Het feit dat eiser werd gepest is daartoe onvoldoende zwaarwegend. De problemen met de drugsdealers zijn voor eiser geen directe aanleiding voor zijn vertrek uit Algerije geweest en eiser heeft, nadat hij verhuisd was in Algerije, sinds 2012 of 2013 geen problemen meer gehad met deze groep. Voorts heeft eiser geen bescherming gevraagd bij de autoriteiten tegen deze personen en is niet aannemelijk geworden dat dit bij voorbaat geen zin heeft of voor eiser onmogelijk is. Dat eiser een slecht toekomstperspectief heeft in Algerije biedt ook geen grond voor het aannemen van een schending van artikel 3 van het EVRM.
7. Voorts is de rechtbank van oordeel dat verweerder heeft kunnen overwegen dat eiser niet in aanmerking komt voor een ambtshalve verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 3.6a, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000. Niet is gebleken dat van eiser als alleenstaande minderjarige niet verlangd kan worden dat hij terugkeert naar Algerije. Daarbij is van belang dat eiser, nadat eerst zijn moeder en vervolgens zijn oma overleden waren, in Algerije in een opvanglocatie voor weeskinderen heeft verbleven. Niet is gebleken dat eiser niet opnieuw naar deze of een andere opvanglocatie voor weeskinderen kan terugkeren dan wel dat de opvangvoorzieningen in Algerije niet beschikbaar of toereikend zouden zijn. De stelling van eiser dat hij zijn tijd grotendeels op straat heeft doorgebracht is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen.
8. Het beroep op artikel 3 van het IVRK faalt eveneens. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling heeft artikel 3 van het IVRK rechtstreekse werking in zoverre het ertoe strekt dat bij alle maatregelen betreffende kinderen de belangen van het desbetreffende kind dienen te worden betrokken. Wat betreft het gewicht dat aan het belang van een kind in een concreet geval moet worden toegekend, bevat het eerste lid van artikel 3 van het IVRK, gelet op de formulering ervan, geen norm die zonder nadere uitwerking in nationale wet- en regelgeving door de rechter direct toepasbaar is. Wel dient door de bestuursrechter in dit kader te worden getoetst of het bestuursorgaan zich voldoende rekenschap heeft gegeven van de belangen van het kind en aldus bij de uitoefening van zijn bevoegdheden binnen de grenzen van het recht is gebleven. Deze toets heeft een terughoudend karakter.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat voldoende rekening is gehouden met de belangen van eiser. De rechtbank verwijst in dit verband naar hetgeen hiervoor is overwogen over de mogelijkheden voor eiser zich opnieuw tot de opvanglocatie voor weeskinderen te wenden waar hij eerder ook heeft verbleven.
9. Eiser heeft gezien het voorgaande niet aannemelijk gemaakt dat zijn aanvraag is gegrond op omstandigheden die, hetzij op zichzelf, hetzij in samenhang met andere feiten, een rechtsgrond voor verlening vormen. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser daarom terecht afgewezen. Het beroep is ongegrond.
10. Van omstandigheden op grond waarvan één der partijen moet worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte kosten is de rechtbank niet gebleken.

Beslissing


De rechtbank:

- verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W. Ente, rechter, in tegenwoordigheid van S.A.K. Kurvink, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2015.

 Hier staat de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:10153

Zou zo iemand niet voor adoptie door een Nederlander in aanmerking komen?

Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

UITSPRAAK over Somalië, zwaar inreisverbod, intrekking, vertrouwensbeginsel, hoorplicht, wijze van horen, openbare orde, ontbreken gevaar voor recidive

ECLI:NL:RBDHA:2015:10152

Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 27-08-2015
Datum publicatie 28-08-2015
Zaaknummer VK-15_4799 en 15_5202
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken Bodemzaak
Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie Somalië, zwaar inreisverbod, intrekking, vertrouwensbeginsel, hoorplicht, wijze van horen, openbare orde, ontbreken gevaar voor recidive
Vindplaatsen Rechtspraak.nl

1. Eisers hebben gesteld te zijn geboren op respectievelijk [geboortedatum] en [geboortedatum] en de Somalische nationaliteit te bezitten.
2. Bij besluit van 23 oktober 2009 is aan eiser een vergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) met ingang van 30 oktober 2008 tot 30 oktober 2013.
Eiser is bij vonnis van de politierechter te Arnhem van 18 december 2009 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een maand ter zake van artikel 231, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (bezit van een vals of vervalst paspoort). De pleegdatum van het delict is 11 juni 2008. Het vonnis is op 21 februari 2013 onherroepelijk geworden.
Eiseres is bij besluit van 18 februari 2011 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid en onder e, van de Vw 2000, geldig van 14 februari 2011 tot 14 februari 2016.
3. Naar aanleiding van eisers aanvraag tot verlenging van de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd respectievelijk verlening van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, heeft verweerder besloten tot intrekking van eisers verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De intrekking is gebaseerd op artikel 32, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw 2000, te weten gevaar voor de openbare orde.
Op de pleegdatum van het strafbare feit, 11 juni 2008, had eiser nog geen rechtmatig verblijf. Op grond van artikel 3.86 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000), zoals dat gold ten tijde van belang, is bij een verblijfsduur van minder dan een jaar, een gevangenisstraf van een maand voldoende om de verblijfsvergunning in te trekken. Bovendien betreft het delict waarvoor eiser is veroordeeld een misdrijf waartegen een maximale gevangenisstraf van meer dan drie jaren is bedreigd.
Verweerder heeft aan eiser op grond van 66a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw 2000 een inreisverbod opgelegd. Tevens wordt geconcludeerd dat sprake is van de situatie als bedoeld in artikel 66a, zevende lid, onder b, van de Vw 2000.
De intrekking van de verblijfsvergunning van eiseres is gebaseerd op artikel 32, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw 2000, omdat de grond voor verlening van haar vergunning is komen te vervallen.
4. Volgens verweerder komen eisers niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op één van de andere gronden van artikel 29, van de Vw 2000. Verweerder heeft de gestelde herkomst van eiser als ongeloofwaardig aangemerkt omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 1994 van Noord-Somalië is teruggekeerd naar Zuid-Somalië en in [woonplaats] woonachtig is geweest. Volgens verweerder is het asielrelaas van eiseres uitsluitend gebaseerd op hetgeen eiser heeft verklaard. Om die reden komt eiseres evenmin in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op één van de gronden van artikel 29 van de Vw 2000. De intrekking van de vergunningen en het opleggen van een inreisverbod aan eiser leiden niet tot schending van artikel 8 van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), aldus verweerder.
5. Eisers hebben hiertegen het volgende aangevoerd. Zij stellen dat verweerder in strijd met het vertrouwensbeginsel heeft gehandeld door eerst na jaren het enige door eiser gepleegde en bij verweerder reeds bekende strafbare feit tegen te werpen, de vergunningen in te trekken en een inreisverbod op te leggen. Eisers hebben zich in dit kader tevens beroepen op de prejudiciële vragen die de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) op 23 oktober 2013 ( ECLI:NL:RVS:2013:1695) aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof) heeft gesteld met betrekking tot het gevaar voor de openbare orde in de zin van artikel 7, vierde lid van Richtlijn 2008/115/EG. Het Hof heeft in het arrest van 11 juni 2015 (C-554/13) de gestelde vragen beantwoord.
Voorts is van belang dat eiser niet lang na binnenkomst in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning op grond van het categoriaal beschermingsbeleid dat gold voor Somaliërs afkomstig uit Midden- en Zuid-Somalië, waarbij de afkomst van eiser niet in twijfel is getrokken. Eisers hebben in beroep puntsgewijs gereageerd op de stellingen in het bestreden besluit op basis waarvan verweerder de afkomst van eiser betwijfelt.
Ook is, ondanks het door eiser begane strafbare feit, destijds aan eiseres in het kader van nareis een machtiging tot voorlopig verblijf afgegeven en een verblijfsvergunning verleend.
Verweerder heeft vervolgens ten onrechte geen aanleiding gezien om eiseres aanvullend te horen omtrent haar afkomst. Dit had wel plaats dienen te vinden alvorens de conclusie kan worden getrokken dat zij niet uit [woonplaats] afkomstig is. Volgens eisers betekent het voorgaande dat er sprake is van diverse motiveringsgebreken die niet tot intrekking van de verblijfsvergunningen kunnen leiden, zodat er evenmin aanleiding is om een inreisverbod aan eiser op te leggen. Zij wijzen daarbij nog op het belang van hun kinderen en het feit dat [woonplaats] onder controle staat van Al-Shabaab.
6. De rechtbank overweegt, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 9 juli 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:298), dat eiser geen belang heeft bij de beoordeling van zijn beroep tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning zolang het aan hem opgelegde inreisverbod voortduurt. Belang bij toetsing in rechte van een besluit tot intrekking van de verblijfsvergunning is, bij samenloop daarvan met een besluit tot het uitvaardigen van een inreisverbod met de rechtsgevolgen bedoeld in artikel 66a, zevende lid, van de Vw 2000, dan ook eerst aan de orde indien het besluit tot het uitvaardigen van dat inreisverbod wordt ingetrokken, herroepen of vernietigd dan wel dat inreisverbod wordt opgeheven.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling, onder meer de uitspraak van 18 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:638), dient verweerder bij uitvaardiging van een zwaar inreisverbod met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden een afweging te maken tussen het algemeen belang dat wordt gediend met het beschermen van de openbare orde of veiligheid, de nationale veiligheid en de internationale betrekkingen en het individuele belang van een vreemdeling bij verblijfsaanspraken in Nederland, dan wel bescherming tegen uitzetting. Tegen die afweging kan een vreemdeling in het kader van een beroep tegen een zwaar inreisverbod bij de bestuursrechter opkomen. Indien uit de toetsing van die afweging volgt dat de vreemdeling aan de vereisten voor verlening of verlenging van een verblijfsvergunning voldoet, is daarmee in beginsel gegeven dat een tegen hem uitgevaardigd inreisverbod niet in stand kan blijven.
Gezien het voorgaande moet eerst worden beoordeeld of aan eiser een inreisverbod had mogen worden opgelegd. Of verweerder de verblijfsvergunning van de desbetreffende vreemdeling heeft kunnen intrekken, kan ten volle in het kader van de toetsing van dat inreisverbod aan de orde worden gesteld. De rechtbank ziet daarom aanleiding de gronden van eiser gericht tegen de intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in het kader van het beroep tegen het inreisverbod te bespreken.
7. De rechtbank beoordeelt eerst of aan eiser een inreisverbod had mogen worden opgelegd.
8. In artikel 66a, eerste lid, aanhef onder a, van de Vw 2000 is, voor zover hier van belang, bepaald dat verweerder een inreisverbod uitvaardigt tegen de vreemdeling, die geen gemeenschapsonderdaan is en die Nederland onmiddellijk moet verlaten ingevolge artikel 62, tweede lid, van de Vw 2000.
Ingevolge het zevende lid van dit artikel kan de vreemdeling jegens wie een inreisverbod geldt, in afwijking van het zesde lid en artikel 8 en met uitzondering van het rechtmatig verblijf van de vreemdeling die een eerste aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 heeft ingediend zolang op die aanvraag nog niet is beslist, geen rechtmatig verblijf hebben, in geval de vreemdeling:
a. bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis is veroordeeld wegens een misdrijf waartegen een gevangenisstraf van drie jaren of meer is bedreigd dan wel hem ter zake de maatregel als bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht is opgelegd;
b. een gevaar vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid;
c. (---);
d. (---).
In het achtste lid van dit artikel s bepaald dat verweerder in afwijking van het eerste lid om humanitaire of andere redenen kan afzien van het uitvaardigen van een inreisverbod.
Ingevolge artikel 6.5a, derde lid, van het Vb 2000 bedraagt de duur van het inreisverbod ten hoogste drie jaren, indien het betreft een vreemdeling die veroordeeld is tot een vrijheidsstraf korter dan zes maanden.
9. Eisers hebben zich beroepen op de prejudiciële vragen die de Afdeling op 23 oktober 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:1695) aan het Hof heeft gesteld met betrekking tot het gevaar voor de openbare orde in de zin van artikel 7, vierde lid van Richtlijn 2008/115/EG. Het Hof heeft in het arrest van 11 juni 2015 (C-554/13) de gestelde vragen beantwoord.
10. Ter zitting heeft verweerder zich onder verwijzing naar het bestreden besluit primair op het standpunt gesteld dat het arrest geen betrekking heeft op onderhavig beroep, omdat het geen betrekking heeft op een inreisverbod maar op een terugkeerbesluit. Subsidiair heeft verweerder erkend dat er in dit geval geen sprake is van een actuele bedreiging en dat de opgelegde 0-dagen vertrektermijn bij het terugkeerbesluit niet afdoende is gemotiveerd. Volgens verweerder dient een vertrektermijn van 28 dagen te worden opgelegd. Verweerder heeft de rechtbank verzocht op dit punt zelf in de zaak te voorzien.
11. Naar het oordeel van de rechtbank is in dit geval vanwege het terugkeerbesluit en het inreisverbod de Terugkeerrichtlijn van toepassing en heeft eiser zich terecht op de prejudiciële vragen en het inmiddels gewezen arrest van he Hof beroepen.
In dit arrest is ten aanzien van het gevaar voor de openbare orde het volgende overwogen: “Bijgevolg dient een lidstaat het begrip „gevaar voor de openbare orde” in de zin van artikel 7, lid 4, van richtlijn 2008/115 per geval te beoordelen teneinde na te gaan of de persoonlijke gedragingen van de betrokken derdelander een daadwerkelijk en actueel gevaar voor de openbare orde vormen. Wanneer een lidstaat daarbij steunt op een algemene praktijk of een vermoeden om vast te stellen dat er sprake is van een dergelijk gevaar, zonder dat naar behoren rekening wordt gehouden met de persoonlijke gedragingen van de derdelander en met het gevaar dat van die gedragingen uitgaat voor de openbare orde, gaat die lidstaat voorbij aan de vereisten die voortvloeien uit een individueel onderzoek van het betrokken geval en uit het evenredigheidsbeginsel. Daaruit volgt dat het enkele feit dat een derdelander wordt verdacht van het plegen van een naar nationaal recht als misdrijf strafbaar gesteld feit of daarvoor is veroordeeld, er op zich geen rechtvaardiging voor kan vormen dat deze derdelander wordt beschouwd een gevaar voor de openbare orde te zijn in de zin van artikel 7, lid 4, van richtlijn 2008/115.”
12. Gelet op het voorgaande dient verweerder ook in dit geval voornoemd unierechtelijk openbare orde criterium toe te passen. Immers, ook in dit geval ligt aan het inreisverbod een terugkeerbesluit ten grondslag. In dit geval heeft verweerder bij het opleggen van het inreisverbod ten onrechte uitsluitend gekeken naar het delict dat eiser in het verleden heeft gepleegd en de overige door het Hof aangegeven omstandigheden, zoals het gevaar voor recidive, niet beoordeeld.
13. Het beroep, voor zover gericht tegen het inreisverbod, is derhalve gegrond. Het bestreden besluit van eiser dient daarbij wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel zoals neergelegd in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te worden vernietigd. De rechtbank ziet geen aanleiding om zelf in de zaak te voorzien. De reden hiervoor is dat de Afdeling in afwachting is van een nieuw ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken en om die reden thans in Somalische zaken artikel 8:72, derde lid, van de Awb niet toepast.
14. Nu het inreisverbod is vernietigd, heeft eiser procesbelang bij het beroep voor zover dat is gericht de intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en de afwijzing van de aanvraag van de verblijfsvergunning asiel voor (on)bepaalde tijd.
15. Ter beoordeling staat vervolgens de vraag of verweerder niet in strijd met het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel heeft gehandeld door alsnog tot intrekking van de vergunning(en) over te gaan.
16. De rechtbank overweegt dat verweerder op 23 oktober 2009 aan eiser een asielvergunning heeft verleend en niet de uitkomst van de strafzaak heeft afgewacht, hoewel het op dat moment bij verweerder bekend was zijn dat eiser verdacht werd van het plegen van een strafbaar feit (bij inreis van Nederland gebruik maken van een vals of vervalst paspoort). Ook heeft verweerder, nadat eiser op 18 december 2008 bij verstek was veroordeeld en hij op 17 december 2009 een aanvraag tot afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van eiseres en zijn twee kinderen had ingediend, geen aanleiding gezien om tot intrekking van eisers vergunning over te gaan. Vervolgens zijn eiseres en de kinderen met een mvv in het kader van nareis naar Nederland gekomen en hebben zich bij eiser gevoegd. Verweerder heeft hen bij besluit van 18 februari 2011 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eerst nadat eiser op 3 oktober 2013 een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd had ingediend, heeft verweerder het voornemen tot intrekking kenbaar gemaakt. Op basis van het voorgaande is bij eiser het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat zijn verblijfsvergunning niet zou worden ingetrokken. Dat verweerder niet eerder tot intrekking van de vergunning is overgegaan omdat de veroordeling nog niet onherroepelijk was, doet hieraan niet af. Uit voornoemde handelwijze van verweerder heeft eiser niet kunnen afleiden dat zijn veroordeling op enig moment nog tot intrekking zou kunnen leiden. Het beroep is reeds om deze reden gegrond.
17. De rechtbank ziet vervolgens aanleiding om te beoordelen of verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen aanleiding is voor vergunningverlening op een andere asielgrond. Verweerder heeft op basis van het eerste gehoor, het nader gehoor en het aanvullend gehoor gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 1994 is teruggekeerd naar Zuid-Somalië, dat hij in [woonplaats] woonachtig is geweest en aldaar problemen heeft ondervonden. Verweerder heeft zich daarbij gebaseerd op de antwoorden die eiser heeft gegeven op een aantal vragen omtrent zijn gestelde woonomgeving. Volgens verweerder heeft eiser ten onrechte verklaard dat er geen dorpen liggen tussen [woonplaats] en [plaats 1]. Verder heeft eiser gesteld dat de omgeving vlak is, terwijl er volgens verweerder sprake is van meerdere hoogteverschillen van meer dan 2 meter dan wel 3.5 meter of meer dan 4 meter. Voorts zou eiser ten onrechte hebben verklaard dat de brug over de rivier naar de plaats [plaats 1] een cementen brug is met aan beide zijden een vangrail en niets aan de bovenzijde, terwijl het volgens verweerder een boogbrug betreft. Tot slot heeft eiser volgens verweerder ten onrechte verklaard dat een autorit tussen [woonplaats] en [plaats 2] 20 tot 30 minuten en van [woonplaats] naar [plaats 3] een uur duurt, nu de afstand ongeveer 5.7 respectievelijk 8.2 kilometer bedraagt en het een kaarsrechte weg betreft.
18. De rechtbank overweegt dat niet valt uit te sluiten dat eisers antwoorden op de vragen over de hier bovenstaande punten in dit geval zijn beïnvloed door de wijze van vragen van verweerder en het verschil in perspectief van eiser en de vragensteller. Daardoor is discussie ontstaan over de interpretatie van bepaalde begrippen, welke discussie in beroep is doorgegaan. Gelet hierop en het geringe aantal tegenstrijdigheden dat verweerder heeft tegengeworpen, heeft verweerder zich naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij uit [woonplaats] afkomstig is. Bij het voorgaande is tevens van belang dat verweerder ten onrechte heeft nagelaten om eiseres omtrent hun gestelde gezamenlijke verblijf in [woonplaats] aanvullend te horen.
19. Gelet op de samenhang van de bestreden besluiten van eiser en eiseres worden de beide beroepen gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd wegens strijd met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel en wegens schending van artikel 7:12 van de Awb. De overige beroepsgronden behoeven geen bespreking meer.
20. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte kosten. Deze kosten zijn op voet van het bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op € 980,-- (1 punt voor de beroepschriften, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 490,-- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- bepaalt dat verweerder nieuwe besluiten neemt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten ad € 980,-- (negenhonderdtachtig euro), te betalen aan eisers.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.W. Ente, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. J. Loonstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2015.
Afschrift verzonden aan partijen op:


Hier staat de uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:10152




Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Nog plek op de cursus Actualiteiten Vreemdelingenrecht op 2 oktober door Edulaw


Actualiteiten vreemdelingenrecht (inclusief asielrecht), 2 oktober 2015 te Amsterdam, 6 PO NOvA, €399,- (incl. lunch en lesmateriaal), Prof. Mr. P.R. Rodrigues & Mr. S.G. Kok |meer informatie |aanmelden

http://www.edulawopleidingen.nl/ 






Cursus

‘Actualiteiten vreemdelingenrecht’

Prof. Mr. P.R. Rodrigues
& Mr. S.G. Kok


2 oktober 20156 PO NOvA toplocatie Amsterdam € 399,-incl. lunch en lesmateriaal
Tijdens deze praktijkcursus wordt u volledig bijgepraat over actuele thema’s en ontwikkelingen in wetgeving, jurisprudentie en praktijk van het vreemdelingenrecht. Hierbij wordt zowel aandacht besteed aan het reguliere vreemdelingenrecht als aan het asielrecht. Voor wat betreft het reguliere vreemdelingenrecht wordt onder andere aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen op het terrein van gezinsmigratie en het Kinderpardon. Voor wat betreft het asielrecht wordt onder meer ingegaan op de consequenties van de omzetting in het vreemdelingrecht van de herziene Procedurerichtlijn en de herziene Opvangrichtlijn. De cursus heeft een praktijkgerichte inslag en er bestaat volop gelegenheid voor het stellen van vragen.
Deze cursus is bedoeld voor alle professionals die in de rechtspraktijk van het vreemdelingenrecht werkzaam zijn, d.w.z. advocatuur,  rechtspraak, maar ook procesvertegenwoordigers of beslismedewerkers van de IND en andere personen werkzaam in de uitvoeringspraktijk.
Deze cursus wordt verzorgd door Prof. Mr. P.R. Rodrigues en Mr. S.G. Kok. Prof. Rodrigues is hoogleraar Immigratierecht aan de Universiteit Leiden en voorzitter van het Instituut voor Immigratierecht. Voorts is hij lid van de Commissie Meijers (de permanente commissie van deskundigen m.b.t. het vreemdelingen-, vluchtelingen- en strafrecht).
Mr. Kok is docent immigratie- en asielrecht aan de Universiteit Leiden en redactiesecretaris van het tijdschrift Asiel&Migrantenrecht. Hij is specialist op het gebied van het Internationaal en Europees asielrecht.   
Datum en tijdstip: vrijdag 2 oktober 2015, tussen 10.00-17.30 uur
PO punten: 6 PO NOvA
Cursuslocatie: 4-sterren hotel Holiday Inn Amsterdam (De Boelelaan 2)
Cursusprijs: € 399,- ex. btw bij aanmelding vóór 1 augustus 2015 (incl. lunch en lesmateriaal).
 
Let op: beperkte beschikbaarheid.
Aanmelden/vragen
via de website  www.edulawopleidingen.nl (‘Aanmelden’ in Menu)
of telefonisch  0648865243





Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...