31 januari 2011

Stage voor universitaire studenten migratierecht

Wil je de advocatuur van binnenuit meemaken? Wij geven studenten die in de masterfase zijn van hun universitaire studie Rechten graag gelegenheid om stage te lopen op het gebied van migratierecht.

Het aanbod

Luscuere De Jong Wassenaar & Dingenouts Advocaten is een centraal gelegen Rotterdams advocatenkantoor, gespecialiseerd in regulier migratierecht en sociaalrecht. Wij werken met vier advocaten en drie secretaresses. We zoeken enthousiaste student-stagiaires die de advocatuur in al zijn facetten willen ervaren. Bij ons kan dat. We helpen veel particuliere cliënten waarvoor je als advocaat letterlijk een wereld van verschil kan maken. We procederen veel en zijn daar ook goed in. Het bieden van perspectief voor de cliënt is daarbij leidend. We denken dat we tot de beste migratierecht kantoren in Rotterdam behoren, maar willen ons zelf altijd verbeteren. Het goed begeleiden van een stagiaire helpt daarbij. Daarbij past een op maat en naar wensen ingerichte stage: van zeer pragmatisch, concrete zaken doen tot aan het bieden van een inspiratievolle omgeving voor theoretisch onderzoek.

De migratierechtadvocaten hebben samen 30 jaar ervaring in de advocatuur en daarvoor, en daarbij ook ervaring in het onderwijs. Florimond Wassenaar geeft nu cursussen bij de OSR en is lid van de Commissie Vreemdelingenrecht van de Orde van Advocaten. Julien Luscuere publiceert columns in Asiel & Migrantenrecht. Hij en Merijn de Jong begeleiden tenslotte ook de studenten van de Rechtswinkel Rotterdam.

We kunnen een stagevergoeding en een onkostenvergoeding bieden.

Interesse?

Bel ons op en vraag naar een van de migratierechtadvocaten. Of stuur een korte e-mail met een sollicitatie en cv naar Florimond Wassenaar, info@ljwd.nl.Dit e-mail adres is beschermd door spambots, u heeft Javascript nodig om dit onderdeel te kunnen bekijken Probeer in je e-mail concreet te zijn in je plannen en wensen, en geef aan hoe we je hierbij kunnen helpen.

Bron: http://www.ldja.nl/nl/stage-voor-rechtenstudenten-migratierecht-2.html





Law Blogs
Law blog

Cursus: Vreemdelingenpraktijk Module 1: Regulier Vreemdelingenrecht

Cursuscode: 058W#3246
Naam cursus: Vreemdelingenpraktijk Module 1: Regulier Vreemdelingenrecht I
Hoofdgebied: A - Juridisch
Vakgebied: Vreemdelingenrecht
Doelgroep: VSO
PO
Motivering: De focus van deze cursus is de praktijk van een advocaat-stagiaire. De cursus staat dan ook in het teken van de ontwikkeling naar vakbekwaamheid. De cursus richt zich naast theorie met name ook op de toepassing in de praktijk, zodat de advocaat-stagiaire aan het einde van deze cursus de theorie goed kan toepassen in de praktijk en de praktijk (nog) meer zelfstandig kan uitoefenen.


Opleidingsinstituut: OSR Juridische Opleidingen
Telefoonnummer: 030-2315314
Faxnummer: 030-2367298
Website: www.osr.nl

Aanvangsdatum in overleg:
Aanvangsdatum: 28-03-2011
Begintijd: 09:45
Eindtijd: 16:30
Meerdaagse cursus: Ja
04-04-2011
11-04-2011 09:45
09:45 16:30
16:30
Plaatsnaam: Utrecht

Onderwerpen cursus: - Dag 1: Rechtsbronnen, systematiek van de vreemdelingenwet- en regelgeving, rechtmatig verblijf (visa, machtiging tot voorlopig verblijf), verblijfsvergunningen en gezinshereniging
- Dag 2: Rechtmatig verblijf (o.a. arbeid, zelfstandigen); waarin wijkt het verblijfsrecht onder het EU-recht af van het Nederlandse vreemdelingenrecht (summier); uitzetting en ongewenstverklaring (materieel)
- Dag 3: Hoofdlijnen procesrecht in reguliere vreemdelingenzaken
Docent(en): Andel ( mr. G.J.K. van )
Nederveen ( mr. A.C.M. )
Wassenaar ( mr. C.F. )
Niveau: *

Taal: Nederlands
Methodiek: Hoorcollege
Deelnemers (max. aantal): 25

Opleidingspunten
A - Juridisch 15
Totaal: 15

Prijs cursus: 1130 EUR
BTW: Exclusief
VSO Prijs cursus: 1099 EUR
BTW VSO Exclusief



Law Blogs
Law blog

'EU moet kabinetsplan illegalen verhinderen' (+ noot)

BRUSSEL - Europarlementariërs van PvdA, SP, D66, GroenLinks en ChristenUnie willen dat de Europese Commissie druk uitoefent op de regering-Rutte om illegaal verblijf in Nederland niet strafbaar te stellen.

Het kabinet zou zijn plannen hiertoe moeten intrekken.

Volgens de Europarlementariërs zijn de kabinetsplannen ondoordacht, onmenselijk en contraproductief.

''Illegaal verblijf is geen criminaliteit'', stelt Sophie in 't Veld van D66. Illegalen dreigen volgens haar onterecht te worden gestigmatiseerd.


Averechts

Dennis de Jong van de SP denkt dat de maatregel averechts werkt. ''Voor justitie en de arbeidsinspectie wordt het nog veel moeilijker malafide uitzendbureaus, werkgevers of mensenhandelaren aan te pakken.

Illegalen zullen nog minder bereid zijn aangifte te doen.'' Judith Sargentini van GroenLinks noemt het zinloos de gevangenissen te gaan vullen met illegalen die, nadat ze zijn uitgeprocedeerd, ''geen kant op kunnen''.


Bestrijden

Emine Bozkurt van de PvdA en Peter van Dalen van de ChristenUnie onderstrepen dat illegaliteit bestreden dient te worden. Maar volgens Bozkurt moet het kabinet het probleem bij de wortel aanpakken: bij mensenhandelaren en malafide bedrijven.

Van Dalen noemt het absurd dat artsen of kerken die hulp verlenen aan illegalen, strafbaar gesteld zouden kunnen worden wegens medeplichtigheid.

Bron: http://www.nu.nl/politiek/2435457/eu-moet-kabinetsplan-illegalen-verhinderen.html

Law Blogs
Law blog

Veel politici zijn niet echt doorgewinterde vreemdelingenpraktijk mensen. Ook hier zie je weer duidelijke gevallen van klok en klepel.

Ik ben er voor om illegaliteit strafbaar te stellen Laat ik u uitleggen waarom ik zo'n toch impopulair standpunt innneem:

Tot op heden probeert de politiek illegaliteit preventief tegen te gaan door welhaast onmogelijke eisen te stellen aan mensen die naar Nederland willen komen. Het is bijna onmogelijk om een visum te krijgen voor familiebezoek. Juist omdat in het verleden zoveel mensen misbuik hebben gemaakt van de gelegenheid en illegaal in Nederland zijn blijven hangen. Dus ben je nu een Nederlands meisje en krijg je tijdens je stage verkering met een jongen in Indonesië dan kan jet het wel vergeten dat hij ook eens jouw land en jouw ouders kan komen bekijken. Of ben jij getrouwd met een Marokkaanse met een universitaire opleiding maar knalt je baas je er uit en moet je bij een uitzendbureau aan de slag terwijl je bezig was je vrouw naar Nederland te halen en ze al haar inburgeringsexamens heeft gehaald, dan moeten jullie maar gaan wachten tot er weer een arbeidscontract komt terwijl je de afgelopen 15 jaar altijd gewerkt hebt. Dit allemaal omdat er zo'n misbruik werd gemaakt van de gelegenheid. Maak die regelingen eens minder rigide maar zorg dat mensen wiens verblijfsvergunning verloopt of die gewoon altijd illegaal hier zijn geweest worden uitgezet!

En illegaliteit geen misdrijf? Nee maar er wordt wel zwart gewerkt zonder belasting af te dragen en wordt er oook nog oneerlijke concurrentie bedreven, of er wordt wel door Gemeentes uit de OZB-kas illegalen opgevangen. Maar als die illegaal ziek wordt dan meldt hij zich wel bij het ziekenhuis. En wie mag dat allemaal betalen? De mensen die legaal in Nederland zijn. Is dat ook niet een soort stelen?

Het is echt een waandenkbeeld dat illegalen geen kant opkunnen. Voor diegenen waar dat wel voor opgaat is er een speciale verblijfsvergunning genaamd "buiten schuld Nederland niet kunnen verlaten" en voor sommigen een verblijfsvergunning "medisch". Wij Nederlanders denken altijd dat we mensen alleen maar kunnen helpen door ze in Nederland te houden. Dit terwijl ik al jaren een Tanzaniaanse oma onderhoud voor het wereldse bedrag van 30 euro in de maand!!!!!!!!!! (Zie Stichting Dorcas) en wij bij de rechtbank een zelfde collectebus hadden voor een project in Sri Lanka. Dus als die kerken zo graag willen helpen laat ze dan die mensen blijven ondersteunen terwijl ze volgens hun wettelijke plicht zijn teruggegaan naar het land van herkomst. Help mensen een menswaardig bestaan opbouwen in hun  eigen land en in hun eigen cultuur. Doe eens aan `out of the box´denken. Is het voor zo iemand moeilijk in het dorpje waar men vandaan komt, is dan in de stad gaan wonen geen idee? Wat is er daadwerkelijk nodig om in het land van herkomst zijn draai te vinden? Want wordt die illegaal nou zo gelukkig hier in Nederland of is dat puur onze verwaandheid dat we denken dat verblijf hier het beste is?

Stel de grenzen open voor mensen die op een legale manier naar Nederland komen en beloon niet de mensen die lak hebben aan onze wetten en regels! En dan heb ik het nog niet over die mensensmokkelaars die 10.000 dollar per illegaal opstrijken. Want die houden wij 'in business' door illegaliteit mogelijk te maken. En die lui zijn echt harde slechtes. Heeftt u ook die foto's gezien van mensen die ze gewoon laten sterven in de Sahara? Of van die mensen die verdrinken in de Middellandse Zee omdat ze over boord worden gegooid bij de Spaanse kust?

Zaak-Sahar roept vragen op in Kamer

De oppositie in de Tweede Kamer wil van minister Leers voor Immigratie en Asiel weten hoeveel verwesterde Afghaanse meisjes er in Nederland wonen. Aanleiding is de zaak van het 14-jarige meisje Sahar, dat mogelijk wordt uitgezet.

De rechter bepaalde dat ze voorlopig niet teruggestuurd mag worden, omdat ze zo verwesterd is dat ze in Afghanistan in problemen zou komen. Minister Leers is tegen dat besluit in beroep gegaan.

Verblijfsvergunning
De PvdA, SP, D66, GroenLinks en de ChristenUnie willen weten hoeveel meisjes in een vergelijkbare situaties zitten. Ook wil de oppositie weten hoeveel Afghaanse vrouwen en meisjes er de afgelopen tien jaar zijn uitgezet en hoeveel er zonder verblijfsvergunning in Nederland verblijven.

De oppositie heeft deze vragen schrifelijk aan de minister gesteld.

Bron: http://nos.nl/artikel/215487-zaaksahar-roept-vragen-op-in-kamer.html


Law Blogs
Law blog

27 januari 2011

Leers in beroep in zaak-Sahar

DEN HAAG (ANP) - Minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter in de zaak van het meisje Sahar. Volgens de rechtbank in Den Bosch mogen Sahar Hbrahim Gel uit Sint Annaparochie en haar familie voorlopig niet worden teruggestuurd naar Afghanistan.

Met een hoger beroep wil de minister duidelijkheid krijgen over de vraag of verwestering van een Afghaans meisje door langdurig verblijf in Nederland, reden moet zijn om hier te blijven. Leers heeft dat woensdag geschreven aan de Tweede Kamer. Dat Sahar en haar familie al lang in Nederland zijn is namelijk het gevolg van herhaaldelijk procederen, stelt de minister.

De uitspraak van de rechter is zo algemeen dat deze gevolgen voor het beleid van Leers zou kunnen hebben. Maar het oordeel van de rechter lijkt in tegenspraak met eerdere uitspraken over verwesterde Afghaanse meisjes. Daarom wil Leers in hoger beroep meer duidelijkheid krijgen.

Bron: http://www.brabantsdagblad.nl/algemeen/bdbinnenland/8045461/Leers-in-beroep-in-zaakSahar.ece

en ook:




Law Blogs
Law blog

Wangedrag van de overheid: de Chinees L. en de twee monden van de minister

De vorige minister van Justitie, Ernst Hirsch Ballin (CDA), is door de Nationale Ombudsman alsnog op de vingers getikt. Hij heeft zich onbehoorlijk gedragen tegenover L., een Chinees die in 1999 op 13-jarige leeftijd als alleenstaande minderjarige asielzoeker in Nederland aankwam, zegt Alex Brenninkmeijer. Het relaas van L., die volgens de overheid niet onder het generaal pardon valt en volgens de ombudsman wel.

L., op 1 december 1985 in China geboren, arriveerde op 2 mei 1999 als 14 jarige zonder identiteitspapieren in Nederland. Hij kreeg een verblijfsvergunning voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv). Voordat deze vergunning verstrijkt diende L. een nieuwe verblijfsaanvraag in. Maar toen hij begreep dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst zijn terugkeer naar China aan het voorbereiden was, kwam hij zich niet meer wekelijks melden. De IND boekte hem af met het stempel ‘met onbekende bestemming vertrokken’.

Het gevolg was dat L. geen onderdak of inkomen meer had. Daarop gaat hij ‘om te kunnen overleven’ in een restaurant werken. Later zegt hij dat hij geen andere keus had. Hij wilde liever werken dan te moeten stelen. Bij zijn sollicitatie in het restaurant legitimeert hij zich echter met het paspoort van een vriend. Kort daarna wordt hij al bij een controle in het restaurant opgepakt door de vreemdelingenpolitie. Op 25 januari 2005 veroordeelt de politierechter in Zwolle hem tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 dagen vanwege het gebruik van een reisdocument dat niet van hem is.

Deze dertig dagen celstraf doen hem de das om. Door deze veroordeling krijgt hij geen verblijfsvergunning in het kader van de generaal pardonregeling, die op 15 mei 2007 in werking trad. Vreemdelingen met een gevangenisstraf van dertig dagen of langer werden namelijk beschouwd als een gevaar voor de openbare orde. Daarop dient L. een verzoek tot gratie bij de koningin, waarin hij spijt betuigt en uitlegt hoe hij tot zijn daad was gekomen. Dat verzoek belandt bij de minister van Justitie en wordt ook gehonoreerd. Het staatshoofd laat L. weten dat zijn straf volledig is kwijtgescholden. De rechter die hem had veroordeeld vond achteraf ook dat de straf te zwaar was, nu de omstandigheden bekend zijn. L. was juist tot het strafbare feit gekomen door een situatie die achteraf aanleiding was voor de generaal pardonregeling.

Nu zou L. wél in aanmerking komen voor de generaal pardonregeling, zou je zeggen. Al was het maar omdat Hirsch Ballin als minister én verantwoordelijk was voor het generaal pardon én voor de onvoorwaardelijke gratie die aan L. werd verleend. Toch oordeelde de minister dat de Chinees nog altijd geen aanspraak kon maken op een verblijfsvergunning. “De gratieverlening maakt geen verschil voor de toepassing van de pardonregeling”. Ook de vreemdelingenrechter zou het daarmee eens zijn.

Je reinste kafka, zo kan het oordeel van ombudsman Brenninkmeijer worden getypeerd. Het gratiebesluit wekte immers ‘de stellige indruk’ dat daarmee een obstakel voor de pardonregeling was opgeruimd. Een vreemdelingenrechter heeft bovendien na een verleende gratie niets meer te zeggen over de eventuele beperkte werking ervan. En dat geldt ook voor de reikwijdte van het generaal pardon. In beide beslissingen heeft de minister een eigen ruimte. Je kan niet eerst gratie verlenen en daarna een pardon weigeren, terwijl met de gratie juist is voldaan aan de voorwaarden voor het pardon. En dus was volgens de ombudsman de minister `verantwoordelijk voor twee aan elkaar tegengestelde beslissingen. […] De (voormalige) minister van Justitie heeft met twee monden gesproken en daardoor gehandeld in strijd met het rechtszekerheidsvereiste.’ Brenninkmeijer concludeert: ‘De gedraging van de (voormalige) minister van Justitie is niet behoorlijk.’

De Nationale Ombudsman adviseert de huidige minister van Immigratie en Asiel, Gerd Leers (CDA), om L. alsnog een vergunning te geven. Lees hier http://rapporten.nationaleombudsman.nl/rapporten_db/rapport.asp?rapportnummer=20110014 het volledige rapport

Bron: http://weblogs.nrc.nl/rechtenbestuur/2011/01/26/wangedrag-van-de-overheid-de-chinees-l-en-de-twee-monden-van-de-minister/

Law Blogs
Law blog

Samenwoonperikelen in België

Becq: "Wettelijk samenwonen niet afschaffen"

21/01 Het aantal wettelijke samenwoners is tussen 2004 en einde 2009 bijna verviervoudigd. Het steeg van 9.365 naar 33.781 en dan wel voornamelijk in Vlaanderen. Er is dus geen reden om het af te schaffen, zo meent Kamerlid Sonja Becq (CD&V).

In Vlaanderen gaan steeds meer stemmen op om het wettelijk samenwonen af te schaffen. Het systeem werd ingevoerd omdat de homo's niet konden trouwen en ondertussen kunnen die in het huwelijksbootje stappen, zodat de wettelijke samenwoonst niet meer nodig zou zijn. Bovendien zou het systeem steeds meer worden misbruikt door vreemdelingen die een verblijfsvergunning in België willen krijgen. Onder meer de Antwerpse procureur Herman Dams en de Leuvense feministische advocate Liliane Versluys zijn voor een afschaffing van de wettelijke samenwoonst.

Wat blijkt uit de cijfers van Becq?
* Het aantal samenwoonsten neemt enorm toe, maar het aantal huwelijken blijft stabiel rond de 45.000 per jaar. De samenwoonst vervangt het huwelijk dus niet, maar vult het aan.

* De wettelijke samenwoonst is geen echt succes bij de homo's. Terwijl het aantal samenwoonsten de voorbije vijf jaar bijna verviervoudigde, is het aantal homosamenwoonsten slechts verdubbeld (van 464 in 2004 naar 1.078 in 2009). In 2009 was nog amper 3% van alle wettelijke samenwoonsten een samenwoonst van homo's of lesbiennes. In de periode 2004-2009 bleef het aantal homohuwelijken wel constant rond 1.100 schommelen.

* Ook het aantal ontbindingen verviervoudigde tussen 2004 en 2009, behalve bij de homosamenwoonsten waar het slechts verdubbelde. In 2009 leidde één samenwoonst op de drie tot een ontbinding, maar bij homosamenwoonsten was dat 38%. Maar iets meer dan de helft van de gestopte samenwoonsten wordt ontbonden omdat de partners trouwen. In vergelijking met het huwelijk is dat een goede score: drie op de vier huwelijken worden nl. ontbonden. Volgens Becq is de samenwoonst een goede overgang naar het huwelijk.

* Ook verwanten (broers, zussen, vader en zoon) kunnen een wettelijke samenwoonst aangaan. Maar dat gebeurt amper in 0,1% van de gevallen.

* Een wettelijke samenwoonst duurt gemiddeld 761 dagen, iets minder dan twee jaar. Toch wordt er soms heel vlug gestopt. In 2009 werden liefst 90 samenwoonstcontracten op één en dezelfde dag gesloten én ontbonden.

* Er is - volgens Becq - geen massaal misbruik van de wettelijke samenwoonst door vreemdelingen die een verblijfsvergunning willen krijgen. Weliswaar waren er in 2009 3,3 maal zoveel samenwoonsten tussen een Belg en een vreemdeling als in 2004, maar procentueel gezien tekenen de samenwoonsten tussen vreemdelingen en Belgen voor 15% en dat percentage blijft de hele periode stabiel. Samenwoonsten tussen Belgen en vreemdelingen worden ook niet meer ontbonden dan andere samenwoonsten, nl. één op de drie.


Bron: http://www.gva.be/nieuws/binnenland/aid1010679/becq-wettelijk-samenwonen-niet-afschaffen.aspx

Law Blogs
Law blog

Vreemdelingenbewaring en het BRAX-arrest (uitspraak Raad van State)

In deze zaak gaat het niet (meer) over de vraag of iemand terecht in bewaring is gesteld maar over de vraag of de bewaring moet worden opgeheven omdat zijn Nederlandse partner in Duitsland woont en hij wellicht toegang zou kunnen krijgen tot Duitsland. Immers, vreemdelingenbewaring dient te worden opgeheven zodra iemand toegang heeft tot zijn land van herkomst of een ander land en zal vertrekken.
De vraag die hier eigenlijk voorligt draait om het feit dat deze meneer geen paspoort heeft en sommigen lezen uit het BRAX-arrest dat een paspoort niet noodzakelijk is voor toegang. Het is volgens de Raad van State echteer dan wel noodzakelijk dat iemand zijn identiteit in dat geval op een andere manier aantoont. Onderhavige vreemdeling had alleen een kopie.



LJN: BP1919, Raad van State , 201009741/1/V3

Datum uitspraak: 18-01-2011
Datum publicatie: 25-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / arrest Brax / kopie niet voldoende voor vaststelling identiteit
In het arrest BRAX heeft het Hof, voor zover thans van belang, het volgende overwogen: 55. [D]e lidstaten [moeten] volgens de gelijkluidende bepalingen van artikel 3, lid 1, van richtlijn 68/360 en artikel 3, lid 1, van richtlijn 73/148, onderdanen van de lidstaten en hun gezinsleden op wie deze richtlijnen van toepassing zijn, op vertoon van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort zonder meer op hun grondgebied toelaten. (…) 57. Aangezien de gemeenschapsregeling niet specificeert welke maatregelen een lidstaat mag nemen wanneer een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een onderdaan van een lidstaat, zonder geldige identiteitskaart of geldig paspoort, of in voorkomend geval zonder visum, het grondgebied van de Gemeenschap wil binnenkomen, is de terugwijzing aan de grens niet uitgesloten (…). 58. Zonder geldige identiteitskaart of zonder geldig paspoort, die de houder ervan in staat moeten stellen zijn identiteit en zijn nationaliteit te bewijzen (…), kan de betrokkene immers in beginsel niet geldig zijn identiteit bewijzen, en dus evenmin zijn gezinsbanden. (…) 62. Op de eerste prejudiciële vraag dient dus te worden geantwoord, dat artikel 3 van richtlijn 68/360, artikel 3 van richtlijn 73/148 en verordening nr. 2317/95, tegen de achtergrond van het evenredigheidsbeginsel, aldus dienen te worden uitgelegd, dat een lidstaat een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een onderdaan van een lidstaat, en die zonder geldige identiteitskaart of geldig paspoort, of in voorkomend geval zonder visum, zijn grondgebied tracht binnen te komen, niet aan de grens mag terugwijzen wanneer deze echtgenoot het bewijs kan leveren van zijn identiteit en huwelijksband, en uit niets blijkt dat hij een gevaar is voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid in de zin van artikel 10 van richtlijn 68/360 en artikel 8 van richtlijn 73/148. Hoewel het arrest BRAX betrekking had op de uitleg van richtlijn 68/360 en 73/148, is het arrest ook van belang voor de uitleg van de Richtlijn, waarbij genoemde richtlijnen zijn ingetrokken. Uit, onder meer, dit arrest is af te leiden dat van een vreemdeling die stelt aanspraken te ontlenen aan het Unierecht in beginsel gevergd kan worden dat hij zijn gestelde identiteit en nationaliteit aantoont aan de hand van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort. Vaststaat dat de vreemdeling geen geldig paspoort heeft overgelegd om zijn beroep op de artikelen 5 en 6 van de Richtlijn te staven. Gelet hierop hoeft Duitsland de vreemdeling niet zonder meer tot haar grondgebied toe te laten. De vreemdeling die zijn identiteit niet op deze wijze kan aantonen, kan in beginsel geen aanspraken ontlenen aan het Unierecht, tenzij hij het gestelde alsnog op andere wijze, aantoont. De stukken waarop de vreemdeling zich heeft beroepen ter onderbouwing van zijn betoog dat zijn identiteit voldoende vaststaat, kunnen niet zonder meer worden aangemerkt als voldoende bewijs van zijn identiteit, zoals bedoeld in het arrest in de zaak BRAX, reeds nu deze slechts in kopie zijn overgelegd en de authenticiteit ervan dus niet vaststaat. Vooralsnog kan aldus niet worden vastgesteld dat de vreemdeling ten tijde van belang, als gesteld begunstigde van de Richtlijn, jegens Duitsland daadwerkelijk aanspraak kan maken op het recht van toegang en verblijf als bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de Richtlijn. Mitsdien heeft de vreemdeling evenmin aannemelijk gemaakt dat hij in de gelegenheid is uit Nederland te vertrekken als bedoeld in artikel 59, derde lid, van de Vw 2000. Reeds hierom faalt de grief.

-----------------


Uitspraak

201009741/1/V3.
Datum uitspraak: 18 januari 2011


AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK



Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],
appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 8 oktober 2010 in zaak nr. 10/32958 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de minister van Justitie.


1. Procesverloop

Bij besluit van 20 september 2010 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 8 oktober 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 8 oktober 2010, hoger beroep ingesteld. De vreemdeling heeft zijn hoger beroep aangevuld bij brief van 15 oktober 2010. Deze brieven zijn aangehecht.

Vervolgens is het onderzoek gesloten.

2. Overwegingen
2.1. De vreemdeling klaagt, voor zover thans van belang, dat de rechtbank ten onrechte niet heeft beslist op basis van het verhandelde ter zitting. Daartoe betoogt hij dat de rechtbank voorbij is gegaan aan de interpretatie die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: het Hof) in het arrest van 25 juli 2002, C 459/99, BRAX (www.curia.europa.eu) heeft gegeven aan bepalingen die thans zijn vervat in artikel 5 van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (hierna: de Richtlijn). Een kopie van zijn paspoort, een brief van de Liberiaanse ambassade en een bij de rechtbank overgelegd 'Travel Certificate' volstaan als bewijs van zijn identiteit als bedoeld in eerdergenoemd arrest in de zaak BRAX, aldus de vreemdeling.
2.1.1. Ingevolge artikel 8:69, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht doet de rechtbank uitspraak op de grondslag van het beroepschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting.
2.1.2. Uit het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank van 30 september 2010 en het faxbericht van 4 oktober 2010 volgt dat de vreemdeling, voor zover thans van belang, in beroep heeft geklaagd dat de bewaring moet worden opgeheven wanneer een vreemdeling Nederland wil verlaten en daartoe voor hem ook de gelegenheid bestaat. In dat verband heeft hij aangevoerd dat hij met zijn partner naar Duitsland wil vertrekken en dat aan hem, hoewel hij niet meer beschikt over een geldig paspoort, de toegang door Duitsland, gelet op eerdergenoemd arrest in de zaak BRAX, niet kan worden geweigerd nu zijn identiteit vast staat.
De rechtbank is ten onrechte niet op deze beroepsgrond ingegaan. De klacht van de vreemdeling is derhalve in zoverre terecht voorgedragen. De grief kan, gelet op het navolgende, evenwel niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden.
2.2. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Richtlijn, voor zover thans van belang, laten de lidstaten, onverminderd het bepaalde met betrekking tot reisdocumenten bij nationale grenscontroles, de burger van de Unie die voorzien is van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort, alsmede familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten en die voorzien zijn van een geldig paspoort, hun grondgebied binnenkomen.
Ingevolge artikel 6, eerste lid, hebben burgers van de Unie het recht gedurende maximaal drie maanden op het grondgebied van de lidstaat te verblijven zonder andere voorwaarden of formaliteiten dan de verplichting in het bezit te zijn van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort.
Ingevolge het tweede lid is het eerste lid eveneens van toepassing ten aanzien van familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten en die de burger van de Unie begeleiden of zich bij hem voegen, en in het bezit zijn van een geldig paspoort.

Ingevolge artikel 59, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000) blijft bewaring van een vreemdeling achterwege, zodra hij te kennen geeft Nederland te willen verlaten en hiertoe voor hem ook gelegenheid bestaat.
2.3. In het arrest BRAX heeft het Hof, voor zover thans van belang, het volgende overwogen:
55. [D]e lidstaten [moeten] volgens de gelijkluidende bepalingen van artikel 3, lid 1, van richtlijn 68/360 en artikel 3, lid 1, van richtlijn 73/148, onderdanen van de lidstaten en hun gezinsleden op wie deze richtlijnen van toepassing zijn, op vertoon van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort zonder meer op hun grondgebied toelaten.
(…)
57. Aangezien de gemeenschapsregeling niet specificeert welke maatregelen een lidstaat mag nemen wanneer een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een onderdaan van een lidstaat, zonder geldige identiteitskaart of geldig paspoort, of in voorkomend geval zonder visum, het grondgebied van de Gemeenschap wil binnenkomen, is de terugwijzing aan de grens niet uitgesloten (…).
58. Zonder geldige identiteitskaart of zonder geldig paspoort, die de houder ervan in staat moeten stellen zijn identiteit en zijn nationaliteit te bewijzen (…), kan de betrokkene immers in beginsel niet geldig zijn identiteit bewijzen, en dus evenmin zijn gezinsbanden.
(…)
62. Op de eerste prejudiciële vraag dient dus te worden geantwoord, dat artikel 3 van richtlijn 68/360, artikel 3 van richtlijn 73/148 en verordening nr. 2317/95, tegen de achtergrond van het evenredigheidsbeginsel, aldus dienen te worden uitgelegd, dat een lidstaat een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een onderdaan van een lidstaat, en die zonder geldige identiteitskaart of geldig paspoort, of in voorkomend geval zonder visum, zijn grondgebied tracht binnen te komen, niet aan de grens mag terugwijzen wanneer deze echtgenoot het bewijs kan leveren van zijn identiteit en huwelijksband, en uit niets blijkt dat hij een gevaar is voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid in de zin van artikel 10 van richtlijn 68/360 en artikel 8 van richtlijn 73/148.
2.4. Hoewel het arrest BRAX betrekking had op de uitleg van richtlijn 68/360 en 73/148, is het arrest ook van belang voor de uitleg van de Richtlijn, waarbij genoemde richtlijnen zijn ingetrokken. Uit, onder meer, dit arrest is af te leiden dat van een vreemdeling die stelt aanspraken te ontlenen aan het Unierecht in beginsel gevergd kan worden dat hij zijn gestelde identiteit en nationaliteit aantoont aan de hand van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort. Vaststaat dat de vreemdeling geen geldig paspoort heeft overgelegd om zijn beroep op de artikelen 5 en 6 van de Richtlijn te staven. Gelet hierop hoeft Duitsland de vreemdeling niet zonder meer tot haar grondgebied toe te laten. De vreemdeling die zijn identiteit niet op deze wijze kan aantonen, kan in beginsel geen aanspraken ontlenen aan het Unierecht, tenzij hij het gestelde alsnog op andere wijze, aantoont.
De stukken waarop de vreemdeling zich heeft beroepen ter onderbouwing van zijn betoog dat zijn identiteit voldoende vaststaat, kunnen niet zonder meer worden aangemerkt als voldoende bewijs van zijn identiteit, zoals bedoeld in het arrest in de zaak BRAX, reeds nu deze slechts in kopie zijn overgelegd en de authenticiteit ervan dus niet vaststaat. Vooralsnog kan aldus niet worden vastgesteld dat de vreemdeling ten tijde van belang, als gesteld begunstigde van de Richtlijn, jegens Duitsland daadwerkelijk aanspraak kan maken op het recht van toegang en verblijf als bedoeld in de artikelen 5 en 6 van de Richtlijn. Mitsdien heeft de vreemdeling evenmin aannemelijk gemaakt dat hij in de gelegenheid is uit Nederland te vertrekken als bedoeld in artikel 59, derde lid, van de Vw 2000. Reeds hierom faalt de grief.
2.5. Hetgeen overigens is aangevoerd, kan evenmin tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000, met dat oordeel volstaan.
2.6. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd met verbetering van de gronden waarop deze rust.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.





Law Blogs
Law blog

Raad van State: WEL zicht op uitzetting naar China (uitspraak)

LJN: BP1950, Raad van State , 201011149/1/V3

Datum uitspraak: 19-01-2011
Datum publicatie: 25-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: De minister heeft ter zitting van de Afdeling betoogd dat hem ondanks het feit dat geen enkele Chinese vreemdeling met één van de 17 verstrekte laissez passer kon worden uitgezet, omdat zij zich aan vreemdelingentoezicht hebben onttrokken, nog enige tijd dient te worden gegund. In dat verband heeft de minister gewezen op de diplomatieke inspanningen die worden verricht teneinde de Chinese autoriteiten te bewegen om op meer regelmatige basis over te gaan tot afgifte van laissez passer. Zo heeft volgens de minister op 16 juli 2010 een bijeenkomst plaatsgevonden waarbij vertegenwoordigers van de DT&V met de secretaris van de Chinese ambassade hebben gesproken over de afgifte van laissez passer. Op 1 september 2010 heeft de toenmalige minister van Justitie met de Chinese ambassadeur gesproken over een nieuwe fase in de samenwerking. Op 28 oktober 2010 heeft de raadadviseur Migratiezaken samen met een medewerker van de DT&V China bezocht waarbij de goede onderlinge relatie werd bevestigd en een aantal aanvragen om een laissez passer onder de aandacht van de Chinese autoriteiten is gebracht. Op 11 november 2010 heeft ten kantore van de DT&V een ambtelijk overleg met de Chinese ambassade plaatsgevonden waarbij is gesproken over het algemene verloop van het laissez passer proces en lopende aanvragen om een laissez passer andermaal onder de aandacht van de Chinese autoriteiten zijn gebracht. Ook toen werden de goede relaties bevestigd.
Voorts heeft de minister ter zitting verklaard dat de afgifte van laissez passer in zijn algemeenheid mede afhankelijk zal zijn van de mate van medewerking van de in bewaring gestelde vreemdeling. Volgens hem is het merendeel van de in bewaring gestelde Chinese vreemdelingen ongedocumenteerd en kan niet voetstoots ervan worden uitgegaan dat zij volledige en juiste persoonsgegevens hebben verstrekt en daarmee voor de Chinese autoriteiten traceerbaar zijn. Volgens de minister zijn sinds juni 2010 circa 105 aanvragen om verlening van een laissez passer ingediend en waren er slechts acht aanvragen van Chinese vreemdelingen die van enige vorm van documentatie waren voorzien. Drie van die acht aanvragen zijn vijf à zes maanden geleden bij de Chinese autoriteiten ingediend. De overige vijf aanvragen zijn twee à drie maanden geleden ingediend, aldus de minister.
Nu de minister, gelet op hetgeen hij ter zitting heeft uiteengezet als weergegeven onder 2.3.1., nog steeds regelmatig en intensief contact met de Chinese autoriteiten onderhoudt teneinde hen te bewegen om op meer regelmatige basis over te gaan tot afgifte van laissez passer, hij afdoende heeft gemotiveerd waardoor de behandeling van de sinds 2010 ingediende laissez passer aanvragen van ongedocumenteerde Chinese vreemdelingen wordt bemoeilijkt en voorts in aanmerking genomen dat het merendeel van de acht laissez passer aanvragen van gedocumenteerde Chinese vreemdelingen nog vrij recent is, bestaat thans geen grond voor het oordeel dat het zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn is komen te ontbreken. Dat, naar de rechtbank heeft overwogen, slechts een beperkt aantal van de 17 destijds verstrekte laissez passer is afgegeven binnen een termijn die in geval van een inbewaringstelling als redelijk kan worden aangemerkt en de afgifte van die 17 laissez passer op hetzelfde moment heeft plaatsgevonden, doet daaraan, mede gelet op de onder 2.1 vermelde uitspraken van de Afdeling van 9 augustus 2010, niet af.
Er bestaat geen aanleiding om aan te nemen dat de Chinese autoriteiten niet bereid zijn een reisdocument te verstrekken indien de vreemdeling volledige en juiste informatie verstrekt en het door hen te verrichten onderzoek niet frustreert. Voor zover de vreemdeling onvoldoende meewerkt aan het onderzoek, komen de vertraging van het onderzoek en de verlenging van de duur van de bewaring in zoverre voor zijn rekening en risico. Voorts heeft de vreemdeling geen, hem persoonlijk betreffende, concrete feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan de minister het op voorhand uitgesloten heeft moeten achten dat het onderzoek door de Chinese autoriteiten binnen een redelijke termijn tot afgifte van een reisdocument kan leiden.
Gelet op het bovenstaande heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat zicht op uitzetting naar China binnen een redelijke termijn thans ontbreekt.


Bron: rechtspaak.nl

Law Blogs
Law blog

23 januari 2011

Zembla: Ziek en uitgezet

Actuele documentaire Medisch specialisten van verschillende Nederlandse ziekenhuizen vinden dat artsen van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) hun werk niet goed doen.


Get Microsoft Silverlight Bekijk de video in andere formaten.

Bron: Uitzending gemist

Als het nu puur om geld gaat: Als iemand in zijn eigen land geen 300 euro heeft om aan medicijnen te komen om te kunnen blijven leven en anders hier voor ruim 1000 euro in een uitkering zou zitten, kan dan niet uit de pot van Ontwikkelingshulp deze mensen worden geholpen in plaats van gewoon een bak geld wordt overgemaakt aan een ziekenhuis in Verweggistan of een waterput worden geslagen?

Law Blogs
Law blog

Zaak rond adoptiekind (uitspraak rechter)

Tja in Nederland kan iedereen vrolijk kinderen op de wereld plempen zolang de voortplantingsfabriek het doet. Of je nu een geschikte ouder bent en of je nu al 45 bent, het maakt allemaal niet uit. Wil je een kind adopteren dan mag je opeens dankzij minister Donner niet meer dan 40 jaar in leeftijd verschillen (na eerst een wachtlijst te hebben doorlopen) en moet je opeens aan allerlei voorwaarden voldoen. Ook zo fijn als je als late dertiger aan de chemo moet in plaats van aan de kinderen. Maar het wordt nog "leuker" als verblijfsvergunningen gaan meespelen. Je mag dan wel de adoptiemoeder zijn volgens buitenlands recht maar dat maakt voor Nederland niet uit. BELACHELIJK.

LJN: BP1452, Rechtbank 's-Gravenhage , 09/43033

Datum uitspraak: 18-11-2010
Datum publicatie: 20-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie: Nederland heeft bezwaar gemaakt tegen de toetreding van Armenië tot het Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie (Haags adoptieverdrag), zodat dit verdrag niet geldt tussen Nederland en Armenië en de adoptie niet ingevolge dit verdrag en de daarop gebaseerde bepalingen kan worden erkend in Nederland. Aan de voorwaarden die de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) stelt voor adoptie kan niet worden voldaan vanwege de leeftijd van eiseres en het leeftijdsverschil tussen eiseres en de minderjarige, zodat erkenning van de adoptie op grond van de Wet conflictenrecht adoptie (Wca) niet mogelijk is. Het beroep van eiseres op artikel 4, eerste lid, aanhef en onder c, van Richtlijn 2003/86/EG (Gezinsherenigingrichtlijn) wordt verworpen. Dit artikel vereist dat de gezinshereniger het gezag over de kinderen/het kind heeft. Nu de adoptie van de minderjarige naar Armeens recht niet in Nederland is erkend, kan naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval niet worden gesteld dat de minderjarige onder gezag staat van eiseres. Geconcludeerd moet dan ook worden dat, ook al heeft eiseres naar Armeens recht het gezag over de minderjarige, artikel 4, eerste lid, aanhef en onder c, van Richtlijn 2003/86/EG in het onderhavige geval niet van toepassing is, omdat het gezag naar Nederlands recht moet worden beoordeeld. Nu Richtlijn 2003/86/EG niet op de minderjarige van toepassing is, komt de rechtbank niet toe aan de vraag of artikel 3.26 van het Vb 2000 in strijd is met artikel 4, eerste lid, aanhef en onder c, van Richtlijn 2003/86/EG. In het kader van het beroep van eiseres op de artikelen 8 en 14 van het EVRM heeft eiseres aangevoerd dat verweerder ten onrechte onderscheid maakt tussen adoptiefkinderen en biologische kinderen door voor wat betreft de toelating van wettige adoptiefkinderen andere voorwaarden te hanteren dan voor de toelating van biologische kinderen. In de door eiseres aangehaalde arresten van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 13 juli 2004 (Pla en Pucernau tegen Andorra, LJN AR3615) en van 13 juni 1979 (Marckx tegen België, LJN AC3090) zijn geen aanknopingspunten te vinden voor verblijfsrechtelijke vraagstukken op het gebied van adoptiefkinderen en biologische kinderen, noch kan hieruit een verplichting worden afgeleid voor de Staat om tot erkenning van een buitenlandse adoptie over te gaan. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat geen sprake is van ongelijke behandeling in de zin van artikel 14 van het EVRM, nu een niet erkend adoptiefkind niet kan worden gelijkgesteld met een biologisch kind. Hierbij wijst de rechtbank erop dat eiseres niet anders wordt behandeld dan andere vreemdelingen en Nederlanders die hier te lande verblijven en die een adoptiefkind willen opnemen, maar niet voldoen aan de voorwaarden van de Wobka.

Ik vraag me af of deze uitgebreide motivering inzake artikel 8 EVRM:

 
4.4.2 Ten aanzien van de vraag of de weigering de minderjarige een mvv te verlenen strijd oplevert met artikel 8 van het EVRM, overweegt de rechtbank dat verweerder in het bestreden besluit heeft gesteld dat aangenomen wordt dat sprake is van gezinsleven tussen eiseres en de minderjarige, doch dat geen sprake is van inmenging, nu de weigering de minderjarige hier te lande verblijf toe te staan er niet toe strekt de minderjarige een verblijfs¬titel te ontnemen. Evenmin is naar mening van verweerder sprake van een positieve verplichting de minderjarige hier te lande verblijf toe te staan. Bij de belangenafweging tussen de belangen van de minderjarige enerzijds en het belang van de Nederlandse overheid anderzijds, heeft verweerder in aanmerking genomen dat niet wordt voldaan aan het beleid voor buitenlandse adoptiekinderen, zoals neergelegd in paragraaf B3/2 van de Vc 2000, dat mede gebaseerd is op de wettelijke vereisten voor adoptie en erkenning van adoptie. Voorts is niet gebleken van een objectieve belemmering om familie- of gezinsleven buiten Nederland, met name in Armenië, uit te oefenen. Verweerder heeft daarbij rekening gehouden met het tijdelijk verblijfsrecht van eiseres, de situatie van de zus van eiseres, het verblijf van de minderjarige in het gezin van de tante van eiseres in Armenië en de jonge leeftijd van de minderjarige.
In beroep heeft eiseres geen omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de door verweerder gemaakte belangenafweging anders zou moeten uitvallen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich, gelet op het voorgaande, in redelijkheid op het stand¬punt kunnen stellen dat aan het belang van de Nederlandse overheid meer gewicht toekomt dan aan het persoonlijk belang van de minderjarige. Het niet verlenen van de mvv aan de minderjarige levert naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen strijd op met artikel 8 van het EVRM.

een hint is van de rechter dat eisers meer zich op artikel 8 EVRM zouden moeten richten.

Bron: rechtspraak.nl

 Law Blogs
Law blog

Abonneren op deze site en meer

U kunt zich hier aanmelden voor e-mails (op zijn hoogst 1 per dag) met een overzicht van de nieuw geplaatste berichten op dit weblog.

LET OP: U krijgt dan van Blogger of Feedburner een mailtje dat u moet bevestigen van anders werkt het niet!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Enter your email address:


Delivered by FeedBurner

Bent u lid van LINKEDIN? Wordt dan ook lid van de groep Vreemdelingenrecht en discussieer me over onderwerpen van het weblog en ook onderwerpen die door anderen worden aangedragen.

Law Blogs
Law blog

Lichter middel? Rechtbank meent niet terughoudend meer te hoeven toetsen in bewaringszaken door Terugkeerrichtlijn (uitspraak rechtbank)

LJN: BP1657, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 11 / 273

Datum uitspraak: 13-01-2011
Datum publicatie: 21-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: lichter middel; artikel 15, eerste lid, Terugkeerrichtlijn; artikel 59, tweede lid, Vw 2000 De rechtbank stelt vast dat niet duidelijk uit het dossier is af te leiden of verweerder de mogelijkheid van een lichter middel heeft overwogen. Uit het dossier alsmede het verhandelde ter zitting volgt immers dat eiser, nadat hij op 13 december 2010 had vernomen van de op 12 januari 2011 geplande overdracht aan de Maltese autoriteiten, was begonnen met het treffen van maatregelen om de overdracht naar Malta medisch gezien verantwoord te laten plaatsvinden. Hieruit leidt de rechtbank af dat eiser kennelijk van plan was te voldoen aan de door verweerder voorgestane overdracht aan Malta. In het licht hiervan kan verweerder niet worden gevolgd in diens standpunt dat een lichter middel niet doeltreffend kon worden toegepast. De rechtbank betrekt daarbij dat verweerder aan de bewaring enkel ten grondslag heeft gelegd dat eiser op korte termijn zal worden overgeplaatst naar Malta, zoals bedoeld in artikel 59, tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000. Verweerder heeft niet gesteld dan wel gemotiveerd dat er sprake zou zijn van risico dat die overdracht door een gebrek aan medewerking van eiser niet door gaat.

-----
Motivering

Eiser heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat volstaan kon worden met een lichter middel dan wel dat de bewaring disproportioneel is te achten. Ingevolge artikel 8:69, tweede lid van de Awb, de rechtsgronden ambtshalve aanvullend, overweegt de rechtbank als volgt..

Artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Tri luidt:

Tenzij in een bepaald geval andere afdoende maar minder dwingende maatregelen doeltreffend kunnen worden toegepast, kunnen de lidstaten de onderdaan van een derde land jegens wie een terugkeerprocedure loopt alleen in bewaring houden om zijn terugkeer voor te bereiden en/of om de verwijderingsprocedure uit te voeren, met name indien:
a) er risico op onderduiken bestaat, of
b) de betrokken onderdaan van een derde land de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert.

Naar het oordeel van de rechtbank is artikel 15, eerste lid aanhef en onder a en b, van de Tri voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk zodat de rechtbank direct zal treden in de vraag of eisers bewaring hiermee in overeenstemming is te achten.

De artikelen 6 tot en met 8 van de Terugkeerrichtlijn behelzen een gelaagde aanpak van het doen terugkeren van een illegaal verblijvende vreemdeling. Er dient een terugkeerbesluit te worden uitgevaardigd waarin de vreemdeling wordt aangekondigd dat hij, bij voorkeur vrijwillig binnen een daartoe gestelde termijn, de lidstaat dient te verlaten. Pas daarna kan de lidstaat overgaan tot het binnen de grenzen van proportionaliteit uitoefenen van dwang om de vreemdeling te verwijderen. Uit deze bepalingen, gelezen in samenhang met de aanhef van artikel 15, eerste lid van de Tri, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat alvorens tot bewaring kan worden overgegaan, eerst bekeken dient te worden of een minder dwingende maatregel dan bewaring doeltreffend kan worden toegepast om de verwijdering van een illegaal verblijvende vreemdeling te verzekeren. In overweging 16 van de considerans van de Tri is dit uitgangspunt eveneens verwoord.

Volgens vaste jurisprudentie van het HvJ dienen lidstaten het doel en de strekking van een richtlijn in hun uitvoeringspraktijk zoveel mogelijk te verwezenlijken (onder meer
11juli 2002, C-62/00, Marks & Spencer, r.o. 26 en 27, LJN: AV5152). Dit betekent naar het oordeel van de rechtbank dat verweerder in iedere zaak dient na te gaan of zich de situatie voordoet dat met een minder dwingend middel dan bewaring kan worden volstaan om de illegaal verblijvende vreemdeling te verwijderen. Naast verweerder heeft voorts ook de rechter, als overheidsinstantie en binnen het kader van zijn bevoegdheden, de nakoming van de verplichtingen uit de richtlijn te verzekeren (onder meer 11 juli 2002, C-62/00, Marks & Spencer, r.o. 24, en 8 oktober 1987, C-80/86, Kolpinghuis, Jur. 1987, 3696, r.o. 12). Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit dat ook de rechter, mits aangevoerd, dient na te gaan of zich de situatie voordoet dat met een minder dwingend middel dan bewaring kan worden volstaan. Voor een terughoudende toets met betrekking tot de vraag of een lichter middel geïndiceerd is, is naar het oordeel van de rechtbank met ingang van 25 december 2010 dan ook geen plaats.

De rechtbank stelt vast dat niet duidelijk uit het dossier is af te leiden of verweerder de mogelijkheid van een lichter middel heeft overwogen. De rechtbank ziet voorts niet in waarom in het onderhavige geval niet kon worden volstaan met een lichter middel. Uit het dossier alsmede het verhandelde ter zitting volgt immers dat eiser, nadat hij op 13 december 2010 had vernomen van de op 12 januari 2011 geplande overdracht aan de Maltese autoriteiten, was begonnen met het treffen van maatregelen om de overdracht naar Malta medisch gezien verantwoord te laten plaatsvinden. Zulks is door verweerder ook niet betwist.
Hieruit leidt de rechtbank af dat eiser kennelijk van plan was te voldoen aan de door verweerder voorgestane overdracht aan Malta.

In het licht hiervan kan verweerder niet worden gevolgd in diens standpunt dat een lichter middel niet doeltreffend kon worden toegepast. De rechtbank betrekt daarbij dat verweerder aan de bewaring enkel ten grondslag heeft gelegd dat eiser op korte termijn zal worden overgeplaatst naar Malta, zoals bedoeld in artikel 59, tweede lid van de Vreemdelingenwet 2000. Verweerder heeft niet gesteld dan wel gemotiveerd dat er sprake zou zijn van risico dat die overdracht door een gebrek aan medewerking van eiser niet door gaat.

De rechtbank oordeelt dat de inbewaringstelling derhalve van meet af aan onrechtmatig is te achten.

Bron: rechtspraak.nl

En nog een uitspraak over lichter middel en bewaring


LJN: BP1758, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 11/654 Print uitspraak


Datum uitspraak: 20-01-2011
Datum publicatie: 21-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Bevoegdheid uitvaardigen terugkeerbesluit, artikel 63 Vw 2000, lichter middel "Gelijk verweerder ter zitting heeft gesteld, vloeit uit artikel 63, eerste en tweede lid, van de Vw 2000 voort dat verweerder, alvorens tot uitzetting over te gaan, de bevoegdheid heeft om te constateren dat zich de in het eerste lid bedoelde voorwaarde voordoet. De bevoegdheid van verweerder tot het schriftelijk vastleggen van een dergelijke constatering – het zogenaamde terugkeerbesluit - vloeit naar het oordeel van de rechtbank eveneens uit dit artikel voort. Anders dan eiser heeft betoogd, bestaat er aldus een wettelijke grondslag voor verweerder tot het uitvaardigen van een terugkeerbesluit. Anders dan verweerder, is de rechtbank uit het dossier niet gebleken dat de mogelijkheid van een lichter middel is onderzocht. Uit het 59-gehoor valt zulks in ieder geval niet af te leiden. Voorts blijkt uit het dossier dat eiser woonachtig is met zijn vrouw op een vast adres en dat eiser en zijn vrouw bezig waren om eiser te laten inschrijven in het GBA alsmede een verblijfsvergunning voor eiser aan te vragen. Omdat bij die gelegenheid het paspoort als vals werd aangemerkt, is eiser in bewaring gesteld. Dat eiser een vals paspoort gebruikt zou hebben – de rechtbank begrijpt dat na de oplegging van de bewaring de Nigeriaanse ambassade heeft medegedeeld dat het paspoort echt is -, maakt nog niet dat een lichter middel, zonder dat deze mogelijkheid daadwerkelijk is onderzocht, niet doeltreffend zou kunnen worden toegepast. Voorts overweegt de rechtbank dat eisers echtgenote over middelen van bestaan beschikt in de vorm van een WIA-uitkering en eiser tevens de mogelijkheid heeft om met behulp van de IOM terug te keren naar zijn land van herkomst. De rechtbank vermag dan ook niet in te zien waarom het door eiser niet zelfstandig beschikken over middelen van bestaan in het doeltreffend toepassen van een lichter middel in de weg zou staan. De rechtbank overweegt daarbij ten overvloede dat niet kan worden ingezien waarom verweerder niet zou kunnen overgaan tot het (mede) financieren van een vliegticket vanuit een lichter middel-situatie nu verweerder vanuit bewaring het ticket in ieder geval geheel zal dienen te bekostigen naast de kosten die een inbewaringstelling verder met zich brengt. Beroep gegrond."

Pas ging hadden we het er in de groep Vreemdelingenrecht op LINKEDIN het hier nog over. Waarom direct in bewaring stellen en niet eerst eens echt streng in bromsnor-stijl toespreken en zien wie dan zelf niet maakt dat hij weg komt? Vreemdelingendetentie kost een hoop geld en bij bijvoorbeeld grensoverschrijders of dit soort gevallen kan wellicht worden volstaan met "Hup wegwezen. Je hebt een dag / week om een ticket te kopen". Immers er moet nu toch een Terugkeerbesluit eerst worden opgemaakt. Of is dat omdat het dan meer werk kost voor de politie?

En nog één:

LJN: BP1507, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 10/43061

Datum uitspraak: 30-12-2010
Datum publicatie: 20-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig

Inhoudsindicatie: Lichter middel, wijze van toetsing, grondslag van de bewaring, 'risico op onderduiken', ongegrond. Uit artikel 15, eerste lid en aanhef, gelezen in samenhang met de artikelen 6 tot en met 8, van de Terugkeerrichtlijn volgt dat, alvorens tot een eventuele inbewaringstelling wordt overgegaan, eerst bekeken dient te worden of een minder dwingende maatregel dan bewaring doeltreffend kan worden toegepast om verwijdering van een illegaal verblijvende vreemdeling te verzekeren. Naast verweerder heeft ook de rechter, als overheidsinstantie en binnen het kader van zijn bevoegdheden, de nakoming van de verplichtingen uit de richtlijn te verzekeren (o.m. HvJ C-62/00, Marks & Spencer, r.o. 24, LJN AV5152). Voor een terughoudende toets met betrekking tot de vraag of een lichter middel geïndiceerd is, is met ingang van 25 december 2010 dan ook geen plaats. Verweerder kan de bewaring met ingang van 25 december 2010 niet op ‘risico op onderduiken’ als bedoeld in artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de Terugkeerrichtlijn baseren. De Nederlandse Staat heeft immers niet, zoals artikel 3, zevende lid van de Terugkeerrichtlijn vereist, objectieve criteria op grond waarvan dit risico kan worden aangenomen, in nationale wetgeving vastgesteld. Er is geen mogelijkheid om artikel 59, eerste lid, van de Vw 2000 op dit punt richtlijnconform uit te leggen. Verweerder heeft ter zitting gesteld dat is gekeken naar de vraag of een lichter middel kon worden toegepast maar dat het gevaar dat eiser zich daar niet aan zal houden, te groot is bevonden. Verweerder verwijst daartoe naar de gronden van de bewaring en met name naar het feit dat eiser twee keer niet aan zijn meldplicht heeft voldaan en dat hij heeft gesteld niet aan zijn terugkeer mee te zullen werken. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder terecht tot het oordeel gekomen dat niet kan worden gezegd dat in het onderhavige geval een meldplicht doeltreffend kan worden toegepast teneinde de verwijdering van eiser te verwezenlijken.






Law Blogs
Law blog

Uitreiken terugkeerbesluit moet VOOR inbewaringstelling hebben plaatsgevonden (uitspraak rechtbank)

LJN: BP1676, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 11 / 140

Datum uitspraak: 13-01-2011
Datum publicatie: 21-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen


Inhoudsindicatie: artikel 15, eerste lid, Terugkeerrichtlijn; artikel 6, eerste lid, Terugkeerrichtlijn; terugkeerbesluit te laat uitgevaardigd Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn, kan een vreemdeling enkel in bewaring worden gesteld indien jegens hem of haar een terugkeerprocedure loopt. Uit artikel 6, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn volgt dat, de in lid twee en drie genoemde uitzonderingen daargelaten, een terugkeerprocedure aanvangt met het uitvaardigen van een terugkeerbesluit. De rechtbank constateert dat uit het dossier volgt dat eiser op 30 december 2010 om 22.00 uur in bewaring is gesteld. Op diezelfde dag is om 22.30 uur een terugkeerbesluit tegen eiser uitgevaardigd. Het terugkeerbesluit is dus na het tijdstip van inbewaringstelling uitgevaardigd. De rechtbank constateert dat verweerder aldus niet de mogelijkheid had om eiser in bewaring te stellen nu het terugkeerbesluit in eisers geval als een voorwaarde voor inbewaringstelling dient te worden gezien.

Bron: rechtspraak.nl

Mondelinge utspraak
Law Blogs
Law blog

Zorgen over homo-gezinshereniger

In het Kamerdebat over gezinshereniging heeft de oppositie grote zorgen geuit over de positie van homoseksuele en lesbische asielzoekers.

Zo meldde PvdA-kamerlid Martijn van Dam dat hij erg bezorgd is over hun positie als de kabinetsplannen voor gezinshereniging doorgaan. CDA-minister van Immigratie Gerd Leers (foto) is van plan partners van migranten alleen te laten overkomen indien ze met hun partner gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben.

Van Dam wijst er op dat dit voor veel homo's in derde wereld landen volstrekt onmogelijk is, homoseksualiteit is daar vaak nog strafbaar, laat staan dat er voor hen gelijke relatierechten zijn. Hij spreekt in dat verband van rechtsongelijkheid.

In een reactie liet Leers, lid van de adviesraad van de Stichting Vrienden van de Gay Krant, weten dat hij bereid is om te kijken naar een oplossing. Hij heeft op 31 januari een gesprek met het COC, waarbij hij onder meer hierover zal praten

Bron: http://www.gk.nl/index.php?id=9&a=bericht&bericht=8682

Law Blogs
Law blog

Asielzoekers Leers in cassatie: Soberheid is sleutel tot vertrek

Er komt een nieuw uitzetcentrum voor uitgeprocedeerde asielzoekers met minderjarige kinderen. Want het kan nog soberder.

Minister Leers van Immigratie en Asiel legt zich niet neer bij een uitspraak van het gerechtshof in Den Haag dat heeft bepaald dat de overheid onderdak moet bieden aan een Angolese vrouw. Zij is uitgeprocedeerd, maar wil met haar drie kinderen in Nederland blijven. Leers wil dit gezin en andere uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen geen onderdak bieden en gaat in cassatie bij de Hoge Raad.

Eerder tikte de Raad van Europa Nederland al op de vingers, omdat Nederland uitgeprocedeerde illegale kinderen op straat zette. Toen de overheid daarmee stopte, was het idee om deze kinderen wel op te vangen, maar hun ouders het land uit te zetten. Ook dat kon volgens het hof niet door de beugel. Scheiding van moeder en kinderen is bovendien in strijd met internationale verdragen.

Maar Leers gaat door, want zijn beleid is erop gericht uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten. Of ze nu minderjarige kinderen hebben of niet. Hij laat nu voor deze groep een speciaal vertrekcentrum inrichten ‘waar ouders moeten werken aan hun vertrek’. Waar en wanneer dit centrum gerealiseerd moet worden, is nog onbekend. Wel heeft Leers aangekondigd dat de voorzieningen sober zullen zijn, met beperkingen aan de bewegingsvrijheid. Daarbij kun je denken aan een kantine in plaats van dat de mensen zelf kunnen koken.

Noodopvang

Nederland telt volgens een woordvoerder van Leers nu 1850 uitgeprocedeerde gezinnen. Maar daar zitten ook gezinnen tussen met meerderjarige kinderen, en voor hen is het nieuwe centrum niet bedoeld. Intussen vangen gemeenten en kerkelijke organisaties in noodopvangsituaties illegale kinderen en hun ouders op. Leers is niet van plan hun opnieuw opvang te bieden. En dat zou wel moeten, vindt John van Tilborg, directeur van Inlia. ‘De uitspraak van het hof was heel duidelijk. Alle illegale kinderen hebben recht op opvang, huisvesting en onderwijs.’

Ook vraagt Van Tilborg zich af hoe het nog soberder kan. Hij wijst op een recente uitspraak van de rechtbank in Breda. De gemeente Breda wilde een uitgeprocedeerde vrouw uit Sierra Leone en haar twee jonge kinderen in het centrum in Ter Apel plaatsen, een plek waar veel uitgeprocedeerde gezinnen verblijven. Maar de rechtbank meent dat het centrum het gezin niet de juiste psychische zorg kan bieden. De gemeente moet nu voor andere passende opvang zorgen.

Bron: http://www.depers.nl/binnenland/539277/Soberheid-is-sleutel-tot-vertrek.html


Law Blogs
Law blog

Actie in Hoogeveen tegen uitzetting Angolees gezin

HOOGEVEEN - Actie in Hoogeveen tegen de uitzetting van een Angolees gezin, dat sinds 2001 in Nederland verblijft en sinds vijf jaar in Hoogeveen woont.

Fernando João, vader van het gezin, is een voormalig kindsoldaat uit het Afrikaanse land en lijdt aan een posttraumatische stress-stoornis. Volgens de IND kan het gezin uitgezet worden, maar volgens Gerrit Soldaat van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Hoogeveen hoort het gezin hier thuis.

De ChristenUnie in Hoogeveen maakt zich ook zorgen over de situatie. Dinsdag komt de kwestie aan bod in de Tweede Kamer. De fractie van GroenLinks in de kamer heeft al gezegd dat er afspraken moeten worden gemaakt om debatten over asielzaken breder te trekken. Kamerlid Tofik Dibi van GroenLinks wil bovendien voorkomen dat een zaak als die van de familie João symbool wordt van politieke onenigheid.

(Je kan op de site, zie link hieronder, een interview horen)

Bron: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/56167/actie-in-hoogeveen-tegen-uitzetting-angolees-gezin


Law Blogs
Law blog

Meer migranten verlieten in 2010 Nederland vrijwillig

De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) ziet een stijging van het aantal migranten dat er voor kiest om Nederland te verlaten. In 2010 heeft IOM 3.064 personen begeleid met de terugkeer naar hun land van herkomst of hervestiging naar een derde land waar toelating gewaarborgd is, vergeleken met 2.583 personen vorig jaar. IOM heeft de verwachting dat deze stijging in 2011 zal aanhouden.

Van de 3.064 personen die in 2010 vrijwillig met IOM uit Nederland zijn vertrokken, had 55% een asielachtergrond, had 40% nooit een verblijfsvergunning aangevraagd (irreguliere migranten) en had 5% een reguliere verblijfsprocedure doorlopen.
De belangrijkste landen waarnaar migranten teruggekeerden, zijn Irak, Brazilië, Macedonië, Georgië en China.

De terugkeerders zijn in 2010 verspreid over een groter aantal landen van herkomst dan in 2009. In 2010 is het aantal Irakezen dat vrijwillig terugkeerde gedaald van 719 naar 549 personen, 18% van het totaal aantal vertrekkers. Het aantal terugkeerde personen naar Brazilië is in 2010 licht gedaald. Het toegenomen vertrek onder Macedoniërs en Georgiërs in 2010 hield verband met de gestegen instroom van asielzoekers uit deze landen. Het vrijwillig vertrek met IOM naar China is in 2010 eveneens toegenomen.

De toename in vrijwillig vertrek is het gevolg van de extra inspanningen van de organisatie. De uitbreiding van terugkeer ondersteunende projecten zorgde voor meer herintegratieassistentie aan de doelgroep en kwetsbare migranten. De inzet van IOM op haar diplomatieke relaties resulteerde in meer afgiftes van reisdocumenten en doorverwijzingen naar IOM vanuit diplomatieke vertegenwoordigingen. Spreekuur op ontmoetingsplaatsen voor migranten en in vreemdelingenbewaring en de inzet van medewerkers die uit dezelfde regio afkomstig zijn als migranten waren tevens belangrijke instrumenten.

De begeleiding van IOM omvat advies en informatie over vrijwillige terugkeer of hervestiging in een derde land en feitelijke ondersteuning bij verantwoorde terugkeer. IOM biedt migranten actuele en betrouwbare informatie over herintegratiemogelijkheden in de landen van herkomst. Daarnaast kan IOM met inzet van 460 kantoren wereldwijd individuele ondersteuning bieden bij terugkeer en herintegratie.

De individuele begeleiding en ondersteuning die IOM biedt voorafgaand aan vertrek en na terugkeer in het land van herkomst, speelt een zeer belangrijke rol bij het wegnemen van belemmeringen bij terugkeer en stimuleert vrijwillig vertrek uit Nederland

Bron: IOM

Law Blogs
Law blog

VACATURE: Coördinator Vluchtelingenopvang

Impuls Welzijn zet zich in voor inwoners van Gemert-Bakel zodat iedereen alle kansen krijgt mee te doen aan de samenleving. Impuls stimuleert daarmee de zelfredzaamheid van groepen en individuen.

Impuls werkt op verschillende terreinen, variërend van Jongerenwerk en inzet voor Leefbaarheid, tot Vrijwilligerswerk en Vluchtelingenopvang.

Binnen Impuls Welzijn zet Vluchtelingenopvang Gemert-Bakel zich in voor vluchtelingen en asielzoekers in de gemeente. Als vluchtelingen in Nederland mogen blijven helpt Vluchtelingenopvang ze bij het opbouwen van een nieuw bestaan als ze in onze gemeente komen wonen.

Daarnaast zet Vluchtelingenopvang zich in voor het in stand houden en waar mogelijk vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor vluchtelingen en asielzoekers. Aan het realiseren van deze doelen werkt een aantal vrijwilligers mee.

Wij zoeken wegens vertrek van de huidige functionaris per direct een:
Coördinator Vluchtelingenopvang (m/v)
(voor 19 uur per week)

Werkzaamheden:
• Je coördineert en voert maatschappelijke begeleiding uit
• Je draait het wekelijkse inloop spreekuur
• Je coacht bij huisvesting statushouders
• Je behartigt de belangen van vluchtelingen
• Je ondersteunt en coacht vrijwilligers maatschappelijke begleiding en stagiaires
• Je organiseert deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers
• Je zet integratieactiviteiten op
• Je levert een bijdrage aan beleidsontwikkeling en vernieuwing van het aanbod
• Je onderhoudt en verbreedt de contacten met de netwerkpartners
Als werker ben je:
• Klant en resultaatgericht
• Communicatief vaardig.
• Proactief en oorspronkelijk in je benadering van het werkveld.
• Zelfstandig, planmatig, procesmatig en resultaatgericht.
Kortom je bent een zelfstandige, ervaren, actieve en energieke teamspeler, die kan initiëren en plezier in het werk belangrijk vindt.

Functie-eisen:
• hbo werk- en denkniveau;
• aantoonbare en relevante ervaring in het vluchtelingenwerk
• ervaring in aansturing en begeleiding van vrijwilligers
• projecten en activiteiten kunnen vormgeven en uitvoeren
• resultaatgerichte en planmatige instelling
• zelfstandig kunnen werken vanuit een team
• communicatief vaardig en kunnen netwerken
• goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid

Wat bieden we?
• een uitdagende functie waarin je je ambities kwijt kunt
• salariëring conform niveau CAO Welzijn
• professionele ondersteuning bij de uitvoering
• een leuke organisatie die naar succes voor alle betrokkenen streeft.

Geïnteresseerd? Schrijf dan een brief met daarin werkervaring en beweegredenen o.v.v. Coördinator Vluchtelingenwerk, naar Impuls Welzijn, Postbus 76, 5420 AB Gemert of mail naar Impuls, Henk Frickel hfrickel@stichtingimpuls.nl.

Informatie over de functie is te verkrijgen bij Siska Veldman, de huidige coördinator of bij Henk Frickel, directeur Impuls Welzijn. Beiden zijn bereikbaar via 0492 363026. Je kunt dan ook de uitgebreide functie omschrijving opvragen.

We zien je reactie zo spoedig mogelijk tegemoet. We streven naar aanstelling per maart 2011.

Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/pdf-bibliotheek/Vluchtelingenopvang_Gemert_zoekt_coordinator.pdf

Law Blogs
Law blog

19 januari 2011

GroenLinks: Europa zit Leers in de weg met gezinsherenigingsrichtlijn

DEN HAAG (ANP) - Minister Gerd Leers voor Immigratie en Asiel gaat Europees commissaris Cecilia Malmström vragen of zij wijzigingen van een Europese richtlijn probeert te vertragen. GroenLinks Kamerlid Tofik Dibi  vertelde de minister dinsdag dat in Brussel gehoord te hebben.

Nederland heeft wijziging van de EU richtlijn voor gezinshereniging nodig om strengere eisen te kunnen stellen aan migranten die hun partner ook naar Nederland willen halen. Zo gaat de leeftijd van de partner omhoog naar 24 jaar en wordt er een borgsom gevraagd.

Maar volgens GroenLinks heeft Malmström gezegd met de voorbereiding van een nieuwe richtlijn te wachten, nu Nederland en andere landen een strenger asielbeleid gaan voeren. Leers zei dit zeer onwaarschijnlijk te vinden, maar toch na te gaan vragen wat de eurocommissaris van plan is.

In Europa staat een zogeheten groenboek i op stapel waarin de EU-lidstaten i kunnen aangeven hoe het staat met de uitvoering van de huidige richtlijn voor gezinshereniging. Als dat document klaar is, kan de Europese commissie met voorstellen voor wijzigingen komen.

Ook de regeringspartijen waren bezorgd over de voortgang van het groenboek, maar alleen GroenLinks vermoedt dat commissaris Malmström op vertraging aanstuurt. Dibi zei dat Leers zonder dit groenboek geen poot heeft om op te staan.

Leers schreef de Kamer eind december al dat hij met andere landen overlegt om met een gezamenlijke reactie op het groenboek te komen en voorstellen voor een nieuwe richtlijn te doen. Zo hoopt Nederland een meerderheid achter zijn plannen te krijgen.

Bron: http://www.europa-nu.nl/id/vim0biy8toza/nieuws/leers_wil_in_tegenstelling_tot_europees?ctx=vh1aly4653wh&s0e=vhdubxdwqrzw


Law Blogs
Law blog

Leers wil in tegenstelling tot Europees Hof en Raad van State mobiel toezicht aan grens handhaven

Minister Leers Immigratie en Asiel) wil ervoor zorgen dat de Koninklijke Marechaussee haar werk met mobiel toezicht in het grensgebied met België en Duitsland kan blijven doen. Daarbij moeten illegale vreemdelingen ook gevangen gezet kunnen worden. Daarvoor wil Leers een steviger wettelijke basis scheppen. De Marechaussee levert namelijk een belangrijke rol in de strijd tegen grensoverschrijdende criminaliteit als mensensmokkel, mensenhandel, identiteitsfraude, drugssmokkel en het witwassen van zwart geld.

Dat laat de minister weten in reactie op uitspraken van het Europees Hof van Justitie en de Raad van State (bestuursrechtspraak). Die vonden de mobiele controles in het grensgebied te veel lijken op grenscontroles, terwijl er in de landen van het Schengengebied i geen grenscontroles aan de binnengrenzen meer mogen zijn.

Sinds de uitspraak van de Raad van State (eind december) zet de Marechaussee alleen nog illegale vreemdelingen vast die criminele antecedenten hebben, verdacht worden van strafbare feiten of die tot ongewenst vreemdeling verklaard zijn. Andere illegale vreemdelingen krijgen alleen te maken met het vaststellen van hun identiteit en registratie. Daarna krijgen ze te horen dat ze Nederland moeten verlaten, maar ze worden niet meer vastgezet.

Minister Leers wil dat de Marechaussee al haar taken weer volledig kan uitvoeren, inclusief het gevangen zetten van illegale vreemdelingen.

Bron: http://www.europa-nu.nl/id/vim0biy8toza/nieuws/leers_wil_in_tegenstelling_tot_europees?ctx=vh1aly4653wh&s0e=vhdubxdwqrzw




Law Blogs
Law blog

VACATURE: IND hoor- en beslismedewerker

Functieomschrijving
Betreft administratieve ondersteuning en begeleiden van contacten (Uitgangspunt: Betreft het, na ruggespraak en onder begeleiding, horen van vreemdelingen)

Activiteiten:
• Informeert vreemdelingen over de procedure;
• Hoort vreemdelingen (nader) om inzicht te krijgen in de zaak;
• Stelt in voorkomende gevallen voor om een onderzoek uit te voeren c.q. uit te laten voeren;
• Concipieert een conceptverslag over de bevindingen, laat dit resumpteren en ondertekenen;
• Verstrekt in voorkomende gevallen, na ruggespraak, informatie en advies t.b.v. de zaak;
• Onderhoudt de noodzakelijke functionele contacten, in- en extern;
• Het verwerken van gegevens in de IND-systemen;
• Het administratief verwerken van dossiers die op de locatie worden behandeld

Verantwoordelijkheden / bevoegdheden:
• De gang van zaken tijdens een gehoor en / of onderzoek;
• Het objectief en volledig weergeven van de bevindingen;
• Het correct verwerken van data en inkomende en uitgaande dossierstuken.

Contacten:
• Met vreemdelingen: gericht op het verkrijgen van juiste en volledige informatie én gericht op het verschaffen van informatie, na ruggespraak;
• Ketenpartners: het, na ruggespraak, uitwisselen van informatie en / of het verkrijgen van afstemming / draagvlak;
• IND-collega’s: het uitwisselen van informatie over haalbaarheid, uniformiteit, precedentwerking ed..

Bijzonderheden:
• Gehoren vinden plaats in het kader van asielprocedures;
• De onderzoeken waaraan gerefereerd wordt in de module kunnen – onder andere – de volgende onderzoeken zijn: bijzondere onderzoeken, taalanalyses, strafrechtelijke onderzoeken, onderzoek naar opvallende reizen, dactytreffers, onderzoeken n.a.v. klikbrieven, onderzoeken n.a.v. vermoedens met betrekking tot criminele activiteiten etc..
• Goede type-vaardigheid (aantoonbaar)


Aanbod
een fulltime functie op projectbasis
Ervaring
Kandidaten gezocht met MBO+/ HBO diploma aangevuld met >1,5jaar relevante werkervaring op bestuurlijk/juridisch vlak/ vergelijkbare functie.
Zelfverzekerd en stabiel persoon
Communicatief sterk
Aantoonbaar typevaardig

Bedrijfsomschrijving
Een overheidinstantie in Ter Apel


--------------------------------------------------------------------------------
Plaats / Provincie TER APEL
Dienstverband Voltijd
Contract type Tijdelijk dienstverband
Startdatum 10 Februari 2011
Opleidingsniveau HBO, HEAO ..


Contact Naam contactpersoon: Dhr. G. Hazenberg
Vestiging: Start People Stadskanaal
Telefoonnummer: 0599621433
E-mail: 1156@startpeople.nl

Bron: http://www.startpeople.nl/2480/Vacature-details.html?vac_id=58008&utm_source=trovit.nl&utm_medium=vacature&utm_campagn=jobboard


Law Blogs
Law blog

18 januari 2011

Boek "Inburgeren in de praktijk" - (praktijkervaringen van een docente - gratis te downloaden)

Op een onbevooroordeelde en ontwapenende manier beschrijft Roos Friesland positieve en negatieve voorvallen die ze zich herinnert uit haar inmiddels tienjarige loopbaan als docent inburgeren en Nederlands als tweede taal (NT2). Haar naïviteit verruilt ze uiteindelijk in voor ervarenheid en een scherp inzicht in de tekortkomingen van zichzelf, maar vooral van het beleid en de praktijk van inburgeronderwijs én die van veel Nieuwe Nederlanders.

Bij docenten inburgering en NT2 en andere dienstverleners die veel te maken hebben met Nieuwe Nederlanders, roept dit zeer toegankelijke boek waarschijnlijk een groot gevoel van herkenning op, of maakt het – zoals Marja R, coördinator voor- en vroegschoolse educatie, het in het nawoord beschrijft – in ieder geval ‘de diepe kloof tussen de goede bedoelingen van de beleids- en plannen-makers en de weerbarstige realiteit en de onmacht, maar ook de onwil waarmee de mensen in het veld soms te maken krijgen’ zichtbaar.
Zij schrijft ook: “Ik heb vaak geroepen: ‘Ik zou er wel een boek over kunnen schrijven.’ Dat het er nooit van gekomen is dat te doen, heeft vooral te maken met het feit dat het geen gemakkelijke opgave is. Want je gaat je al snel een verrader voelen. Een verrader van je eigen idealen, een verrader van het mooie doel dat je voor ogen stond. Maar ook een verrader van de doelgroep, mensen in een afhankelijke positie die vaak weinig mogelijkheden hebben en vaak weinig kansen krijgen.”

Journalist en schrijver Joost Niemöller, die vanaf de eerste letter die Roos Friesland op papier zette, een stimulans voor haar was om verder te schrijven, omschrijft het boek als volgt: “Een Somaliër riep boos: ‘Ik wil Sinterklaas niet!’ Het was niet grappig bedoeld. De man straalde agressieve ontevredenheid uit.”

Tien jaar was Roos Friesland docent inburgering en Nederlands als tweede taal. Ze schreef haar ervaringen op. Het zijn ontluisterende, ontroerende, grappige verhalen over de onmogelijke opdracht die Nederland zich gesteld heeft: mensen uit achtergebleven gebieden in een cultuur te persen die zichzelf nauwelijks kent.

Ze moest werken met een Turkse imam die vond dat hij vooral die docent iets te leren had. Zag zichzelf tot haar eigen verbazing ‘s ochtends een bord schapenvlees eten, omdat ze niet uit de toon wilde vallen. Zag ook de psychische en fysieke pijn van moslima’s, onder de plak van hun mannen. Ze ging met haar klas naar een voor de inburgering bedoeld theaterstuk dat de zuinigheid en botheid van Nederlanders etaleerde.

Ze had te maken met aardige, intelligente, bazige, agressieve, zielige, goedwillende, luie en gulle allochtonen, die vaak moeite hadden de taal te leren en daarbij ook nog moesten inburgeren. Roos Friesland vergrootte niets uit. Ze schreef het op zoals zij het meemaakte. Helder. Nuchter. En soms een beetje bitter.

"Coach stelde ons allemaal gerust dat ‘zaken op directieniveau willen veranderen’, geen realistisch en dus geen SMART-doel was, dus daar hoefden we ons niet mee bezig te houden.

Ik kreeg geen vat op Zeki, maar voelde veel sympathie voor hem. Hij leek er wel plezier in te hebben een beetje in de contramine te gaan. Regelmatig provoceerde hij, zonder daarbij zijn ietwat hoge stem te verheffen, zijn klasgenoten. Dat deed hij bijvoorbeeld door tijdens de ramadan vrolijk aan te kondigen dat hij in de pauze een broodje shoarma ging halen. Van de Turkse directeur van Zódus mochten de docenten trouwens niet inhoudelijk over de ramadan praten. Dat liet hij de docenten weten in de enige brief die ik in het jaar dat ik er werkte van hem ontving."



Bron: http://www.du21.nl/product_details.php?item_id=3



Law Blogs
Law blog

17 januari 2011

VACATURE: Beleidsmedewerker asiel bij Vluchtelingenwerk (WO jurist)

VluchtelingenWerk Nederland komt op voor de rechten van vluchtelingen en helpt hen bij het
opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland.
Circa 7.000 vrijwilligers en enkele honderden betaalde medewerkers in het land en op het Landelijk
Bureau in Amsterdam zetten zich hier dagelijks vol overgave voor in.
De afdeling Asiel, eenheid Asielprocedure biedt middels een helpdesk en database (VluchtWeb)
gespecialiseerde kennis aan advocaten en de regionale afdelingen van VluchtelingenWerk om een
goede juridische begeleiding mogelijk te maken. Mede op grond van signalen uit de praktijk werkt een
team van beleidsmedewerkers actief aan belangenbehartiging. De afdeling Asiel combineert op deze
wijze uitvoering (levert een actieve bijdrage aan een goed verloop van de asielprocedure) en
belangenbehartiging (zowel collectief als individueel).

VluchtelingenWerk Nederland in Amsterdam zoekt, voorlopig voor de periode van een jaar, per direct een:
Beleidsmedewerker Asiel (m/v)
(36 uur per week, 100%)

Wat worden uw hoofdtaken?
Als deskundig jurist draagt u bij aan het ontwikkelen van het beleid en de strategie van VluchtelingenWerk
Nederland op het gebied van de asielprocedure en rechtsbescherming. Via een uitgebreid netwerk werkt
u aan externe beleidsbeïnvloeding, volgt u ontwikkelingen en deelt u kennis en beleidsstandpunten. U
onderhoudt een actieve werkrelatie met medewerkers van VluchtelingenWerk in de asielzoekerscentra
en ondersteunt hen met het verder ontwikkelen van methodieken. U maakt deel uit van een breed team,
waar ieder in het eigen aandachtsgebied oog heeft voor de verbinding tussen beleid en praktijk.

Wat vragen wij van u?
- WO Nederlands recht bij voorkeur met specialisatie asiel- en vreemdelingenrecht
- Brede inhoudelijke kennis van het gehele werkveld en de organisatie
- Gedegen inhoudelijke kennis van en ervaring met het eigen beleidsterrein
- Beleidservaring
- Kennis van het externe netwerk van politiek, bestuurlijk en maatschappelijk relevante partijen
- Goede communicatieve vaardigheden

Wat bieden wij u?
Een prettige werkplek in een organisatie die idealisme en professionaliteit combineert. VluchtelingenWerk
Nederland kent goede secundaire arbeidsvoorwaarden volgens CAO Welzijn & Maatschappelijke
Dienstverlening. Wij bieden een salaris van maximaal €4.016,- bruto per maand (schaal 10), op basis
van een 36-urige werkweek.

Heeft u belangstelling?
Deze vacature wordt gelijktijdig intern als extern opengesteld. Bij gelijke geschiktheid hebben interne
kandidaten voorrang.

Uw schriftelijke sollicitatie kunt u vóór 7 februari a.s. richten aan VluchtelingenWerk Nederland, eenheid
P&O, t.a.v. Maureen Dijkman, Postbus 2894, 1000 CW Amsterdam, onder vermelding van de functie
waarop u reageert. U kunt uw sollicitatie ook e-mailen naar vacatures@Vluchtelingenwerk.nl.
Informatie over de functie kunt u verkrijgen bij Trees Wijn-Maatman, manager asiel, tel. 020 3467200. Zie
ook de functiebeschrijving en het competentieprofiel

VluchtelingenWerk Nederland streeft ernaar om meer vluchtelingen in dienst te nemen. Daarom
worden vluchtelingen nadrukkelijk uitgenodigd te solliciteren.

Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.

Bron: http://www.vluchtelingenwerk.nl/pdf-bibliotheek/LB_zoekt_beleidsmedewerkers_-_advertentie__func__comp_beidsmedewerker_Asielproc.pdf

Law Blogs
Law blog

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...