Jeugddetentie is geen gevangenisstraf in het kader van het vreemdelingenrecht (uitspraak raad van State)
LJN: BP0424, Raad van State , 201007119/1/V1
Datum uitspraak: 24-12-2010
Datum publicatie: 11-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Jeugddetentie valt niet onder gevangenisstraf idzv art. 3:77 Vb2000
De straf van jeugddetentie is niet vermeld in artikel 3.77, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vb 2000. In artikel 3.86 van het Vb 2000 is de straf van jeugddetentie vermeld naast de gevangenisstraf. Voorts is in de Nota van Toelichting bij het Besluit van 29 december 2004 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 december 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PbEG L 251) en enkele andere onderwerpen betreffende gezinshereniging, gezinsvorming en openbare orde (Stb. 2004, 496, blz. 15), met betrekking tot het opnemen van onder meer de straf van jeugddetentie in artikel 3.86 het volgende vermeld: "Bij het uitgangspunt dat alle naar aanleiding van een misdrijf opgelegde vrijheidsontnemende straffen en maatregelen worden betrokken bij de beoordeling van de vraag naar verblijfsbeëindiging, past niet dat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden (…), jeugddetentie (…) en de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (…) zonder meer buiten beschouwing blijven". Uit de vermelding in artikel 3.86 van de straf van jeugddetentie naast die van gevangenisstraf moet worden afgeleid dat de materiële wetgever er niet vanuit gegaan is dat de laatstgenoemde straf de eerstgenoemde straf omvat en dat beide straffen gelijkgesteld worden bij de toepassing van het Vb 2000. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de door de minister voorgestane uitleg van de term gevangenisstraf in artikel 3.77 onjuist is en dat hij de vreemdeling ten onrechte heeft tegengeworpen dat deze door de strafrechter is veroordeeld tot jeugddetentie. De uitspraken van de Afdeling van 15 juli 2009, in zaak nr. 200808123/1/V3 en 24 december 2009, in zaak nr. 200906810/1/V1 (www.raadvanstate.nl), waarnaar de minister ter onderbouwing van zijn standpunt heeft verwezen, hebben betrekking op de uitleg van de term gevangenisstraf in het in paragraaf A5/2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 neergelegde openbare orde-beleid inzake ongewenstverklaring en niet op de term gevangenisstraf in het Vb 2000.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog
Datum uitspraak: 24-12-2010
Datum publicatie: 11-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Jeugddetentie valt niet onder gevangenisstraf idzv art. 3:77 Vb2000
De straf van jeugddetentie is niet vermeld in artikel 3.77, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vb 2000. In artikel 3.86 van het Vb 2000 is de straf van jeugddetentie vermeld naast de gevangenisstraf. Voorts is in de Nota van Toelichting bij het Besluit van 29 december 2004 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 december 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PbEG L 251) en enkele andere onderwerpen betreffende gezinshereniging, gezinsvorming en openbare orde (Stb. 2004, 496, blz. 15), met betrekking tot het opnemen van onder meer de straf van jeugddetentie in artikel 3.86 het volgende vermeld: "Bij het uitgangspunt dat alle naar aanleiding van een misdrijf opgelegde vrijheidsontnemende straffen en maatregelen worden betrokken bij de beoordeling van de vraag naar verblijfsbeëindiging, past niet dat de maatregel van plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden (…), jeugddetentie (…) en de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (…) zonder meer buiten beschouwing blijven". Uit de vermelding in artikel 3.86 van de straf van jeugddetentie naast die van gevangenisstraf moet worden afgeleid dat de materiële wetgever er niet vanuit gegaan is dat de laatstgenoemde straf de eerstgenoemde straf omvat en dat beide straffen gelijkgesteld worden bij de toepassing van het Vb 2000. De rechtbank heeft derhalve terecht overwogen dat de door de minister voorgestane uitleg van de term gevangenisstraf in artikel 3.77 onjuist is en dat hij de vreemdeling ten onrechte heeft tegengeworpen dat deze door de strafrechter is veroordeeld tot jeugddetentie. De uitspraken van de Afdeling van 15 juli 2009, in zaak nr. 200808123/1/V3 en 24 december 2009, in zaak nr. 200906810/1/V1 (www.raadvanstate.nl), waarnaar de minister ter onderbouwing van zijn standpunt heeft verwezen, hebben betrekking op de uitleg van de term gevangenisstraf in het in paragraaf A5/2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 neergelegde openbare orde-beleid inzake ongewenstverklaring en niet op de term gevangenisstraf in het Vb 2000.
Bron: rechtspraak.nl
Law blog
Reacties