Als de overheid laks is met uitzetten levert dat de vreemdeling voordeel op bij de belangenafweging in het kader van artikel 8 EVRM (uistpraak rechtbank)
LJN: BP0973, Rechtbank 's-Gravenhage , Awb 09/35980
Datum uitspraak: 23-11-2010
Datum publicatie: 17-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: reguliere verblijfsvergunning.
Moeder bij kind. verblijf met medeweten autoriteiten. Eiseres beoogt verblijf bij haar in 2003 hier te lande geboren Nederlandse zoon.
Eiseres verblijft sedert 1997 in Nederland. De rechtbank overweegt dat uit Europese jurisprudentie inzake artikel 8 EVRM volgt dat er een "fair balance" moet worden gevonden tussen het belang van eiseres en haar zoon enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Bij die te verrichten belangenafweging moet verweerder alle van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar betrekken. Dat heeft verweerder niet gedaan. Zo kon verweerder, gelet op de leeftijd van eiseres ten tijde van haar komst in 1997 naar Nederland (veertien jaar) en het doel van haar komst (verblijf bij moeder), zich niet zonder nadere motivering op het standpunt stellen dat sprake was van een eigen keuze van eiseres om naar Nederland te komen en dat zij redelijkerwijs rekening had moeten houden met de gevolgen van die keuze. Voorts heeft verweerder bij de belangenafweging niet kenbaar betrokken of en zo ja, welke betekenis toekomt aan de lange verblijfsduur van eiseres hier te lande. Daarbij wijst de rechtbank er nog op dat eiseres na 2003 kennelijk gedurende een lange periode hier te lande heeft verbleven met medeweten van de Nederlandse autoriteiten, waaronder de autoriteiten, belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000. Beroep gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
PS Lees vooral de HELE uitspraak
Law blog
Datum uitspraak: 23-11-2010
Datum publicatie: 17-01-2011
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: reguliere verblijfsvergunning.
Moeder bij kind. verblijf met medeweten autoriteiten. Eiseres beoogt verblijf bij haar in 2003 hier te lande geboren Nederlandse zoon.
Eiseres verblijft sedert 1997 in Nederland. De rechtbank overweegt dat uit Europese jurisprudentie inzake artikel 8 EVRM volgt dat er een "fair balance" moet worden gevonden tussen het belang van eiseres en haar zoon enerzijds en het Nederlands algemeen belang dat is gediend bij het voeren van een restrictief toelatingsbeleid anderzijds. Bij die te verrichten belangenafweging moet verweerder alle van betekenis zijnde feiten en omstandigheden kenbaar betrekken. Dat heeft verweerder niet gedaan. Zo kon verweerder, gelet op de leeftijd van eiseres ten tijde van haar komst in 1997 naar Nederland (veertien jaar) en het doel van haar komst (verblijf bij moeder), zich niet zonder nadere motivering op het standpunt stellen dat sprake was van een eigen keuze van eiseres om naar Nederland te komen en dat zij redelijkerwijs rekening had moeten houden met de gevolgen van die keuze. Voorts heeft verweerder bij de belangenafweging niet kenbaar betrokken of en zo ja, welke betekenis toekomt aan de lange verblijfsduur van eiseres hier te lande. Daarbij wijst de rechtbank er nog op dat eiseres na 2003 kennelijk gedurende een lange periode hier te lande heeft verbleven met medeweten van de Nederlandse autoriteiten, waaronder de autoriteiten, belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000. Beroep gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
PS Lees vooral de HELE uitspraak
Law blog
Reacties