Staatssecretaris mag naar het beleid van andere Europese landen kijken en beslissen daarom geen categoriaal beschermingsbeleid voor Afghanen in te stellen (uitspraak Raad van State)
LJN: BK9639, Raad van State , 200907080/1/V2
Datum uitspraak: 13-01-2010
Datum publicatie: 18-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: De Afdeling verstaat hetgeen onder 2.4.2. is weergegeven aldus dat de staatssecretaris het in het besluit van 16 april 2008 neergelegde standpunt - dat geen categoriaal beschermingsbeleid behoeft te worden gevoerd voor asielzoekers afkomstig uit Afghanistan - met toepassing van artikel 83, derde lid, van de Vw 2000 handhaaft, en dat hiervoor het beleid van de ons omringende landen van de Europese Unie doorslaggevend is.
Omdat naar vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer uitspraak van 6 april 2005 in zaak nr. 200500646/1, JV 2005/210), niet is voorgeschreven welk relatief gewicht moet worden toegekend aan de indicatoren die in ieder geval worden betrokken in de beoordeling of sprake is van een situatie, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000, en in aanmerking genomen dat, volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 19 augustus 2009 in zaak nr. 200900452/1/V2, www.raadvanstate.nl), aan de staatssecretaris een ruime beoordelingsvrijheid toekomt terzake van de vraag of aanleiding bestaat voor het voeren van een categoriaal beschermingsbeleid, is er geen grond voor het oordeel dat hij bij de handhaving van zijn standpunt niet in redelijkheid aan de afstemming van zijn beleid met het in de ons omringende landen van de Europese Unie gevoerde beleid doorslaggevende betekenis heeft kunnen toekennen.
bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 13-01-2010
Datum publicatie: 18-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: De Afdeling verstaat hetgeen onder 2.4.2. is weergegeven aldus dat de staatssecretaris het in het besluit van 16 april 2008 neergelegde standpunt - dat geen categoriaal beschermingsbeleid behoeft te worden gevoerd voor asielzoekers afkomstig uit Afghanistan - met toepassing van artikel 83, derde lid, van de Vw 2000 handhaaft, en dat hiervoor het beleid van de ons omringende landen van de Europese Unie doorslaggevend is.
Omdat naar vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer uitspraak van 6 april 2005 in zaak nr. 200500646/1, JV 2005/210), niet is voorgeschreven welk relatief gewicht moet worden toegekend aan de indicatoren die in ieder geval worden betrokken in de beoordeling of sprake is van een situatie, als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, van de Vw 2000, en in aanmerking genomen dat, volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 19 augustus 2009 in zaak nr. 200900452/1/V2, www.raadvanstate.nl), aan de staatssecretaris een ruime beoordelingsvrijheid toekomt terzake van de vraag of aanleiding bestaat voor het voeren van een categoriaal beschermingsbeleid, is er geen grond voor het oordeel dat hij bij de handhaving van zijn standpunt niet in redelijkheid aan de afstemming van zijn beleid met het in de ons omringende landen van de Europese Unie gevoerde beleid doorslaggevende betekenis heeft kunnen toekennen.
bron: rechtspraak.nl
Reacties