UItzettingen naar Irak (uitspraak rechter)
LJN: BL1005, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Dordrecht , AWB 09/10247
Datum uitspraak: 15-09-2009
Datum publicatie: 28-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Samenvatting: Irak, uitzetting, UNCHR-rapport Verzoeker heeft verder gesteld dat zijn uitzetting naar Bagdad in strijd is met artikel 3 EVRM, nu in Centraal Irak sprake is van een gewapend intern conflict. Hieromtrent overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Niet in geschil is dat er thans geen beleid van categoriale bescherming wordt gevoerd ten aanzien van vreemdelingen, afkomstig uit Irak. Verweerder komt bij de uitoefening van zijn uitzettingsbevoegdheid in beginsel keuzevrijheid toe ten aanzien van het deel van het land van herkomst waarnaar zal worden uitgezet. Dat is slechts anders indien aannemelijk is gemaakt dat verzoeker een reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM door de wijze van uitzetting. De bewijslast hieromtrent ligt bij verzoeker. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in overweging dat verzoeker zelf niet afkomstig is uit Centraal-Irak en dat hij door verweerder van middelen wordt voorzien om door te reizen naar zijn plaats van herkomst. Verweerder heeft gesteld dat er ruim twintig uitzettingen hebben plaatsgevonden naar Noord-Irak via Bagdad, en dat de Iraakse autoriteiten hebben bericht dat doorreis heeft plaatsgevonden. Verzoeker heeft zijn stelling dat hij niet kan worden uitgezet naar Bagdad onderbouwd met verwijzing naar de rapportage van de UNCHR van april 2009. De enkele verwijzing naar de rapportage van de UNCHR van april 2009 volstaat echter niet, omdat verzoeker zelf niet afkomstig is uit Bagdad, noch uit één van de regio’s, waarvan de UNCHR in de rapportage van 2009 heeft gesteld dat vreemdelingen uit die regio’s als prima facie vluchteling zouden moeten worden behandeld. Derhalve volstaat ook de verwijzing van verzoeker naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem van 30 juni 2009 niet, omdat het in die uitspraak specifiek ging over een vreemdeling, afkomstig uit Kirkuk. Verzoeker heeft niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat hij niet zal kunnen doorreizen naar [woonplaats] waaruit hij afkomstig is.
www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 15-09-2009
Datum publicatie: 28-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Samenvatting: Irak, uitzetting, UNCHR-rapport Verzoeker heeft verder gesteld dat zijn uitzetting naar Bagdad in strijd is met artikel 3 EVRM, nu in Centraal Irak sprake is van een gewapend intern conflict. Hieromtrent overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Niet in geschil is dat er thans geen beleid van categoriale bescherming wordt gevoerd ten aanzien van vreemdelingen, afkomstig uit Irak. Verweerder komt bij de uitoefening van zijn uitzettingsbevoegdheid in beginsel keuzevrijheid toe ten aanzien van het deel van het land van herkomst waarnaar zal worden uitgezet. Dat is slechts anders indien aannemelijk is gemaakt dat verzoeker een reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM door de wijze van uitzetting. De bewijslast hieromtrent ligt bij verzoeker. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in overweging dat verzoeker zelf niet afkomstig is uit Centraal-Irak en dat hij door verweerder van middelen wordt voorzien om door te reizen naar zijn plaats van herkomst. Verweerder heeft gesteld dat er ruim twintig uitzettingen hebben plaatsgevonden naar Noord-Irak via Bagdad, en dat de Iraakse autoriteiten hebben bericht dat doorreis heeft plaatsgevonden. Verzoeker heeft zijn stelling dat hij niet kan worden uitgezet naar Bagdad onderbouwd met verwijzing naar de rapportage van de UNCHR van april 2009. De enkele verwijzing naar de rapportage van de UNCHR van april 2009 volstaat echter niet, omdat verzoeker zelf niet afkomstig is uit Bagdad, noch uit één van de regio’s, waarvan de UNCHR in de rapportage van 2009 heeft gesteld dat vreemdelingen uit die regio’s als prima facie vluchteling zouden moeten worden behandeld. Derhalve volstaat ook de verwijzing van verzoeker naar de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem van 30 juni 2009 niet, omdat het in die uitspraak specifiek ging over een vreemdeling, afkomstig uit Kirkuk. Verzoeker heeft niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat hij niet zal kunnen doorreizen naar [woonplaats] waaruit hij afkomstig is.
www.rechtspraak.nl
Reacties
Ik heb er geen goed woord voor over ,ik spreek uit ervaring heb ook rechtbanken meegemaakt omtrent een verzoek voor status/verblijfs vergunning dus weet heel goed waar ik het over heb ,alles met elkaar onmenselijk en walgelijk ,en men weet te verkondigen dat wij nederlanders meer open moeten staan voor hulp vragenden ,en steun gevend moeten zijn ,ach waar hebben ze het over ,als je daar in moet geloven staat er alweer een vernietigende wet of regelgeving klaar om die mooie instelling te niet te doe ,ik wordt ziek van al die regelgevingen ,het wordt zo langzamerhand on leef baar gemaakt
Het is jammer dat Nederland geen Nederland meer is ,en we de gastvrijheid hebben moeten inleveren ,voor straf maarregelen
Het kan zo anders ,maar de wetgeven denkt daar anders over ,harteloos en gevoeloos,
Sorry maar ik schaam me voor mn eigen land (ik ben Nederlandse)
Dit is mijn mening afz M.P
AFZ M.P