MVV-aanvraag kan niet op grond van artikel 3 Vw worden afgewezen (uitspraak rechter)
LJN: BK9964, Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Utrecht , AWB 09/20930 Visum
Datum uitspraak: 05-01-2010
Datum publicatie: 22-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft de aanvraag om een mvv geweigerd op grond artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw en artikel 2.9, eerste lid, van het Vb. De rechtbank stelt vast dat uit de parlementaire behandeling bij artikel 3 van de Vw volgt dat toegang alleen van belang is in het kader van grensbewaking en dat toegang een feitelijk geografisch gegeven is. De begrippen toegang en toelating dienen uitdrukkelijk van elkaar te worden gescheiden (Kamerstukken II, 1998-1999, 26732, nr. 3, p. 17-18). De rechtbank overweegt dat de beslissing tot afgifte van een mvv derhalve dient te worden onderscheiden van de beslissing omtrent toegang gebaseerd op artikel 3 van de Vw. Een mvv kan dus niet op grond van artikel 3 van de Vw en artikel 2.9 van het Vb worden geweigerd. Verweerder heeft de weigering van de mvv dan ook gebaseerd op een onjuiste wettelijke grondslag. De weigeringsgronden van een mvv zijn dezelfde als die van een verblijfsvergunning. Dit betekent dat een mvv wegens een inbreuk op de openbare orde kan worden geweigerd grond van artikel 16, eerste lid, aanhef, onder d, van de Vw en artikel 3.77, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vb. Voor het weigeren van een mvv dient dus sprake te zijn van een veroordeling. De omstandigheid dat tegen eiser een aanhoudingsbevel is uitgevaardigd en hij gesignaleerd staat dan wel heeft gestaan is onvoldoende om aan eiser een mvv te weigeren. De vraag of deze omstandigheden voldoende zijn om eiser aan de grens met Nederland de toegang te weigeren is niet ter beoordeling van deze rechtbank. Het beroep is gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 05-01-2010
Datum publicatie: 22-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft de aanvraag om een mvv geweigerd op grond artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw en artikel 2.9, eerste lid, van het Vb. De rechtbank stelt vast dat uit de parlementaire behandeling bij artikel 3 van de Vw volgt dat toegang alleen van belang is in het kader van grensbewaking en dat toegang een feitelijk geografisch gegeven is. De begrippen toegang en toelating dienen uitdrukkelijk van elkaar te worden gescheiden (Kamerstukken II, 1998-1999, 26732, nr. 3, p. 17-18). De rechtbank overweegt dat de beslissing tot afgifte van een mvv derhalve dient te worden onderscheiden van de beslissing omtrent toegang gebaseerd op artikel 3 van de Vw. Een mvv kan dus niet op grond van artikel 3 van de Vw en artikel 2.9 van het Vb worden geweigerd. Verweerder heeft de weigering van de mvv dan ook gebaseerd op een onjuiste wettelijke grondslag. De weigeringsgronden van een mvv zijn dezelfde als die van een verblijfsvergunning. Dit betekent dat een mvv wegens een inbreuk op de openbare orde kan worden geweigerd grond van artikel 16, eerste lid, aanhef, onder d, van de Vw en artikel 3.77, eerste lid, aanhef en onder c, van het Vb. Voor het weigeren van een mvv dient dus sprake te zijn van een veroordeling. De omstandigheid dat tegen eiser een aanhoudingsbevel is uitgevaardigd en hij gesignaleerd staat dan wel heeft gestaan is onvoldoende om aan eiser een mvv te weigeren. De vraag of deze omstandigheden voldoende zijn om eiser aan de grens met Nederland de toegang te weigeren is niet ter beoordeling van deze rechtbank. Het beroep is gegrond.
Bron: rechtspraak.nl
Reacties