Gegronde beroep inzake verwesterde Afghaanse vrouwen (uitspraken rechtbank)
LJN: BK8590, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 09/3362 en 09/3364
Datum uitspraak: 15-12-2009
Datum publicatie: 07-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Nu verweerder erkent dat eiseres sub 1 (de moeder) reeds voor haar vertrek uit Afghanistan, tien jaar tevoren, “tot op zekere hoogte een westerse levensstijl had”, kon verweerder in redelijkheid bij de beoordeling of zij thans een risico loopt in de ...Nu verweerder erkent dat eiseres sub 1 (de moeder) reeds voor haar vertrek uit Afghanistan, tien jaar tevoren, “tot op zekere hoogte een westerse levensstijl had”, kon verweerder in redelijkheid bij de beoordeling of zij thans een risico loopt in de zin van artikel 3 EVRM, gelet op de gewijzigde situatie in Afghanistan niet volstaan met de verwijzing naar haar situatie in 1999. Dit vormt een motiveringsgebrek. Daarnaast is verweerder ten onrechte niet ingegaan op de stellingen dat de jongste dochters, die grotendeels in Nederland zijn opgegroeid verwesterd en geen kennis hebben van de religie, taal en cultuur van Afghanistan. Eiseres sub 5 stelt in beroep dat van haar niet kan worden verlangd dat zij zich aanpast aan de Afghaanse levensstijl, omdat dit zo zeer indruist tegen haar persoon, dat dit in strijd zou zijn met artikel 8 EVRM (recht op privé-leven). Gelet op de ruimte die het beleid openlaat om van de regel af te wijken en de onduidelijkheid omtrent de uitzonderingsmogelijkheden, had het op de weg van verweerder gelegen nader in te gaan op de door eiseres sub 5 genoemde bijzondere omstandigheden. Verweerder heeft voorts onvoldoende gemotiveerd dat zich, ten tijde van de bestreden besluiten, in Kabul, geen situatie voordeed als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn. Beroep gegrond.
5. LJN: BK8585, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 09/23206 en 09/23208
Datum uitspraak: 17-12-2009
Datum publicatie: 07-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Mede gelet op de ruimte die het beleid openlaat om af te wijken van de hoofdregel dat vrouwen zich dienen aan te passen aan de levensstijl in Afghanistan, en de onduidelijkheid omtrent de uitzonderingsmogelijkheden, had verweerder, in het kader van het beroep op WBV 2008/25, op de bijzondere, met stukken onderbouwde, (medische/psychische) situatie van eiseres sub 3 (geboren in Nederland, in 2002) dienen in te gaan. Daarnaast heeft verweerder miskend dat eiseres sub 2 niet slechts stelt dat zij in Nederland is verwesterd en dat zij zich in Afghanistan niet op gelijke wijze zal kunnen uiten of ontplooien, maar dat zij in Afghanistan, voor haar vertrek, al niet de levensstijl had die thans aan vrouwen in Afghanistan wordt opgelegd en dat zij zich, gelet op haar psychische toestand, niet zal kunnen accommoderen in Afghanistan. Naast de voormelde motiveringsgebreken heeft verweerder in de bestreden besluiten niet gemotiveerd waarom naar het oordeel van verweerder geen sprake is van een uitzonderlijke situatie in de zin van artikel 15, aanhef en onder c, Definitierichtlijn. Beroep gegrond.
De hele uitspraken zijn te vinden op www.rechtspraak.nl
Datum uitspraak: 15-12-2009
Datum publicatie: 07-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Nu verweerder erkent dat eiseres sub 1 (de moeder) reeds voor haar vertrek uit Afghanistan, tien jaar tevoren, “tot op zekere hoogte een westerse levensstijl had”, kon verweerder in redelijkheid bij de beoordeling of zij thans een risico loopt in de ...Nu verweerder erkent dat eiseres sub 1 (de moeder) reeds voor haar vertrek uit Afghanistan, tien jaar tevoren, “tot op zekere hoogte een westerse levensstijl had”, kon verweerder in redelijkheid bij de beoordeling of zij thans een risico loopt in de zin van artikel 3 EVRM, gelet op de gewijzigde situatie in Afghanistan niet volstaan met de verwijzing naar haar situatie in 1999. Dit vormt een motiveringsgebrek. Daarnaast is verweerder ten onrechte niet ingegaan op de stellingen dat de jongste dochters, die grotendeels in Nederland zijn opgegroeid verwesterd en geen kennis hebben van de religie, taal en cultuur van Afghanistan. Eiseres sub 5 stelt in beroep dat van haar niet kan worden verlangd dat zij zich aanpast aan de Afghaanse levensstijl, omdat dit zo zeer indruist tegen haar persoon, dat dit in strijd zou zijn met artikel 8 EVRM (recht op privé-leven). Gelet op de ruimte die het beleid openlaat om van de regel af te wijken en de onduidelijkheid omtrent de uitzonderingsmogelijkheden, had het op de weg van verweerder gelegen nader in te gaan op de door eiseres sub 5 genoemde bijzondere omstandigheden. Verweerder heeft voorts onvoldoende gemotiveerd dat zich, ten tijde van de bestreden besluiten, in Kabul, geen situatie voordeed als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Definitierichtlijn. Beroep gegrond.
5. LJN: BK8585, Rechtbank 's-Gravenhage , AWB 09/23206 en 09/23208
Datum uitspraak: 17-12-2009
Datum publicatie: 07-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Mede gelet op de ruimte die het beleid openlaat om af te wijken van de hoofdregel dat vrouwen zich dienen aan te passen aan de levensstijl in Afghanistan, en de onduidelijkheid omtrent de uitzonderingsmogelijkheden, had verweerder, in het kader van het beroep op WBV 2008/25, op de bijzondere, met stukken onderbouwde, (medische/psychische) situatie van eiseres sub 3 (geboren in Nederland, in 2002) dienen in te gaan. Daarnaast heeft verweerder miskend dat eiseres sub 2 niet slechts stelt dat zij in Nederland is verwesterd en dat zij zich in Afghanistan niet op gelijke wijze zal kunnen uiten of ontplooien, maar dat zij in Afghanistan, voor haar vertrek, al niet de levensstijl had die thans aan vrouwen in Afghanistan wordt opgelegd en dat zij zich, gelet op haar psychische toestand, niet zal kunnen accommoderen in Afghanistan. Naast de voormelde motiveringsgebreken heeft verweerder in de bestreden besluiten niet gemotiveerd waarom naar het oordeel van verweerder geen sprake is van een uitzonderlijke situatie in de zin van artikel 15, aanhef en onder c, Definitierichtlijn. Beroep gegrond.
De hele uitspraken zijn te vinden op www.rechtspraak.nl
Reacties