Ook derde-belanghebbenden (vrouw, kinderen) moeten door de IND worden gehoord in de bezwaarfase als ze dat vragen (uitspraak)
LJN: BK9304,President Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 08/31143
Datum uitspraak: 17-12-2009
Datum publicatie: 20-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Ongewenstverklaring / hoorplicht / artikel 7:2 Awb / 8 EVRM
Verweerder heeft eisers vriendin niet hoeven horen voorafgaand aan de ongewenstverklaring, nu eiser tijdens zijn gehoor op 5 juni 2007 niet kenbaar heeft gemaakt dat hij zulks wenste en verder uit het beroep van eiser niet blijkt dat zij iets in eisers voordeel had kunnen verklaren. Artikel 7:2 van de Awb schrijft voor dat het bestuursorgaan belanghebbenden hoort voordat het op het bezwaar beslist. Eisers beide dochters en zijn vriendin dienen naar het oordeel van de rechtbank te worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb, aangezien ook hun familieleven rechtstreeks wordt geraakt door de ongewenstverklaring van eiser. Nu eiser bovendien bij brief van 23 augustus 2007 had aangegeven dat hij alsmede andere betrokkenen gehoord wensten te worden, had verweerder niet mogen beslissen op het bezwaar zonder ook eisers vriendin, mede als moeder en wettelijke vertegenwoordiger van hun vierjarige dochter, en eisers ex-vriendin, als moeder en wettelijke vertegenwoordiger van hun tweejarige dochter, te horen. Gelet hierop heeft verweerder niet kunnen volstaan met enkel het informeren bij eiser naar de situatie van zijn gezin.
Datum uitspraak: 17-12-2009
Datum publicatie: 20-01-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Ongewenstverklaring / hoorplicht / artikel 7:2 Awb / 8 EVRM
Verweerder heeft eisers vriendin niet hoeven horen voorafgaand aan de ongewenstverklaring, nu eiser tijdens zijn gehoor op 5 juni 2007 niet kenbaar heeft gemaakt dat hij zulks wenste en verder uit het beroep van eiser niet blijkt dat zij iets in eisers voordeel had kunnen verklaren. Artikel 7:2 van de Awb schrijft voor dat het bestuursorgaan belanghebbenden hoort voordat het op het bezwaar beslist. Eisers beide dochters en zijn vriendin dienen naar het oordeel van de rechtbank te worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb, aangezien ook hun familieleven rechtstreeks wordt geraakt door de ongewenstverklaring van eiser. Nu eiser bovendien bij brief van 23 augustus 2007 had aangegeven dat hij alsmede andere betrokkenen gehoord wensten te worden, had verweerder niet mogen beslissen op het bezwaar zonder ook eisers vriendin, mede als moeder en wettelijke vertegenwoordiger van hun vierjarige dochter, en eisers ex-vriendin, als moeder en wettelijke vertegenwoordiger van hun tweejarige dochter, te horen. Gelet hierop heeft verweerder niet kunnen volstaan met enkel het informeren bij eiser naar de situatie van zijn gezin.
Reacties