24 januari 2010

Nog maar 10 landen ontwikkelingshulp. En Haïti dan?


Voorafgaand aan de presentatie van het WRR-rapport 'Minder pretentie, meer ambitie' over de inrichting van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking, interviewde Wereldjournalisten.nl professor dr. Peter van Lieshout, de voorzitter van het team dat het rapport opstelde.
Het Nederlandse ontwikkelingsbeleid concentreren op veel minder landen, je richten op terreinen waar Nederland veel expertise heeft zoals landbouw, waterbeheer, HIV/aids-bestrijding en een goed functionerend overheidsapparaat. Aan de andere kant een verbreding van het ontwikkelingsbeleid met meer aandacht voor klimaat, financiële stabiliteit en besmettelijke ziektes. Dat is heel in het kort waar de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) voor pleit in het ruim 300 pagina’s tellende rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’ waarin voorstellen worden geformuleerd voor veranderingen in het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.

Wat betreft de WRR zou dat in de toekomst niet meer moeten lopen via ambassadepersoneel, dat lang niet altijd is geschoold in ontwikkelingsproblematiek en bovendien om de zoveel jaar de ene diplomatieke post verruilt voor een andere. Volgens de WRR zou het goed zijn om in dit geval wel het Amerikaanse en Engelse voorbeeld te volgen en een professionele organisatie op te tuigen om het Nederlandse ontwikkelingsbeleid ter hand te nemen. De auteurs doen de suggestie om die nieuw op te zetten organisatie ‘NL-Aid’ of eventueel ‘Neth-Aid’ te noemen in navolging van US-Aid en UK-Aid.

Jullie rapport bevat een pleidooi om de Nederlandse ontwikelingsinspanningen nog maar te richten op een beperkt aantal landen (maximaal 10), hebben jullie ook concrete ideeën welke landen dat dan zouden moeten zijn?

Peter van Lieshout: 'Nee, we hebben bewust geen landen genoemd omdat dit toch een politieke afweging is die bij het Parlement thuishoort. We formuleren wel een aantal criteria die bepalend zouden moeten zijn bij de keuze voor die landen. Je zult moeten nagaan waar je met je specifieke Nederlandse expertise een echte toegevoegde waarde kunt zijn. Zo zou Bangladesh een interessant land kunnen zijn omdat daar grote problemen met waterbeheer spelen. Maar ook een land als de Centraal-Afrikaanse Republiek wordt om onduidelijke redenen door veel donorlanden (landen die ontwikkelingshulp geven red.) genegeerd. Wellicht dat Nederland zo’n gat zinvol zou kunnen opvullen. Andere landen worden juist weer overspoeld door donorlanden, in een land als Oeganda zijn ruim 30 donorlanden actief.'

Als minister Koenders of eventueel straks zijn opvolger iets voelt voor de suggestie om een hele nieuwe professionele organisatie op te tuigen, zijn die professionals wel in Nederland te vinden want jullie stellen ook vast dat er in ons land nauwelijks wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar de effecten van ontwikkelingshulp?

'Zelfs als Koenders dit idee direct zou omarmen dan ben je toch al gauw 5 jaar verder voordat zo’n organisatie is opgezet. Die tijd zou je dan ook kunnen aangrijpen om professionals op te leiden.'

In het rapport wordt de constatering gedaan dat de zogenaamde ‘remittances’, het overmaken van geld door migranten naar het herkomstland, gaat om geldstromen die 3 tot 4 keer zo groot zijn als het wereldwijde bedrag aan ontwikkelingshulp en dat die remittances doorgaans een positief effect hebben. Wat is de les die de Nederlandse politiek daaruit moet trekken voor wat betreft het migratiebeleid?

'Het Nederlandse migratiebeleid is er de afgelopen jaren alleen maar op gericht om de migratie beheersbaar te houden, maar je zou ook veel selectiever moeten worden en ook het ontwikkelingspotentieel van migranten moeten benutten. In Sub-Sahara Afrika zijn nauwelijks universiteiten, maar ze zitten daar wel te springen om goed opgeleid kader. Haal die mensen hierheen met behulp van uitwisselingsprogramma’s. Er is wel een regeling voor kennismigranten maar die is louter gericht op de voordelen voor Nederland van het binnenhalen van hoogopgeleiden of bijzondere talenten.'

Jullie duiken ook terug in de geschiedenis en stellen vast dat landen die 50, 60 jaar geleden te boek stonden als ontwikkelingslanden zoals China, Brazilië en Vietnam inmiddels op zijn minst midden-inkomenslanden zijn en waarschijnlijk doorgroeien tot ontwikkelde landen en zelf gaan optreden als donorlanden. Zo koopt China nu al in Afrika grote stukken land aan om de eigen voedselvoorziening veilig te stellen. Hoe waarderen jullie dergelijke ontwikkelingen?

'Natuurlijk is het positief als landen hun ontwikkelingspositie verbeteren, maar het is wel van belang om kritisch te volgen wat bijvoorbeeld China doet in Afrika. Kopen ze die grote stukken grond in landen met een overschot aan landbouwareaal dan is er weinig aan de hand, maar doen ze dat in landen die moeten woekeren met hun landbouwgronden dan kan dat ontwrichtend uitpakken. Laten ze op die gronden alleen maar Chinese arbeiders werken of maken ze ook gebruik van de lokale bevolking? In het geval van een aantal Chinese grondstoffenbedrijven die zijn opgezet in Afrika zie je dat de Afrikaanse regimes nu willen heronderhandelen over de voorwaarden waarop dat gebeurt en bijvoorbeeld iets te zeggen willen hebben over het aantal buitenlandse werknemers dat daar aan de slag is.'

Door de verschrikkelijke aardbeving op Haïti is daar een land ontstaan dat bijna vanaf de eerste steen weer moet worden opgebouwd. Als je nu al die fouten uit het verleden niet meer wilt maken en je gaat daar met jullie inzichten aan de slag hoe zou je de opbouw daar dan het beste kunnen aanpakken?

'In het rapport bepleiten wij om ontwikkelingshulp eigenlijk aan te pakken als een dokter die een diagnose stelt. Dus je kijkt wat er allemaal verkeerd zit en dat is in het geval van Haïti bijna alles omdat er niets meer over is. Dan moet je een goed functionerend overheidsapparaat opbouwen dat basisdiensten kan verlenen en toewerken naar een productief economisch systeem dat is ingebed in internationale handelsrelaties en uiteindelijk ook een politiek systeem dat iedereen kansen op ontplooiing biedt. Maar wij vinden ook dat de patiënt zo snel mogelijk op eigen benen moet kunnen staan, dus idealiter is een ontwikkelingsrelatie niet een relatie die decennia lang duurt.'
Minister Koenders heeft in een eerste voorlopige reactie laten weten dat hij het rapport ziet als een ondersteuning bij zijn streven om tot een modernisering van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid te komen. Ook hij wil het aantal landen dat hulp ontvangt verder terugbrengen maar hij vindt ‘tien’ een tamelijk willekeurig getal.

Op een later tijdstip zal nog een uitgebreide kabinetsreactie op het WRR-rapport volgen. Op zondag 24 januari zal Peter van Lieshout in discussie gaan met onder meer Farah Karimi de voorzitter van Oxfam/Novib over de toekomst van de ontwikkelingshulp.

meer Binnenland »
Bron: Wereldjournalisten http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/01/18/nog_maar_10_landen_ontwikkelingshulp_en_ha_ti_dan/


Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...