16 februari 2010

Nieuwe aanknopingspunten nodig bij hernieuwde vreemdelingenbewaring waarbij eerder geen zicht op uitzetting was (uitspraak Raad van State)

LJN: BL3896, Raad van State , 201000074/1/V3

Datum uitspraak: 10-02-2010
Datum publicatie: 15-02-2010
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Hoger beroep
Inhoudsindicatie: Vreemdelingenbewaring / hernieuwde / zicht op uitzetting / geen duidelijkheid over onderzoek naar identiteit en nationaliteit / vreemdeling werkt niet mee / ongewenst verklaard / matiging tot nihil
Nu de staatssecretaris, naar in hoger beroep niet is bestreden, ter zitting van de rechtbank geen andere aanknopingspunten naar voren heeft gebracht op grond waarvan kan worden geoordeeld dat thans sprake is van zicht op uitzetting, heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat ten tijde van de inbewaringstelling sprake was van aanknopingspunten als bedoeld in overweging 2.3.1. Dat, zoals de staatssecretaris in zijn verweerschrift in hoger beroep stelt, ten tijde van de inbewaringstelling ook een laissez passer voor de vreemdeling bij de Libanese autoriteiten was aangevraagd, leidt op zichzelf niet tot een ander oordeel. Nu de vorige bewaring van de vreemdeling is opgeheven wegens het ontbreken van zicht op uitzetting en de Libanese autoriteiten bij herhaling hebben geweigerd de vreemdeling een laissez passer te verstrekken, had de staatssecretaris duidelijk dienen te maken in hoeverre hij met het oog op de hernieuwde aanvraag, die de dag na de inbewaringstelling reeds is afgewezen, onderzoek naar de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling heeft verricht dat nog niet eerder heeft plaatsgevonden. Dat heeft hij echter niet gedaan. De vreemdeling, die sinds 1988 in Nederland heeft verbleven en sindsdien bij herhaling is veroordeeld wegens het plegen van misdrijven, heeft Nederland echter nog immer niet verlaten. Uit de op de zaak betrekking hebbende stukken blijkt dat hij stelselmatig weigert medewerking te verlenen aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit, hetgeen de vreemdeling ter zitting van de rechtbank niet heeft betwist. Hoewel uit een taalanalyse is gebleken dat hij eenduidig is te herleiden tot de spraakgemeenschap binnen Algerije en hij die uitkomst niet met behulp van een contra-expertise of anderszins heeft weerlegd, volhardt de vreemdeling in zijn stelling dat hij een in Libanon geboren Palestijn is en weigert hij nadere gegevens dan wel documenten te verstrekken die tot afgifte van een laissez passer zouden kunnen leiden. Derhalve bestaat aanleiding de schadevergoeding tot nihil te matigen.


Bron: rechtspraak.nl

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...