23 september 2009

Beantwoording kamervragen over de afwikkeling van het Generaal Pardon

Antwoorden van de Staatssecretaris van Justitie op vragen van het lid
Fritsma (PVV) over de gebrekkige afhandeling van het generaal pardon
(Ingezonden 15 juli 2009; nr. 2009Z13989)

Vraag 1
Erkent u dat u zich niet aan uw belofte houdt om voortvarend het vertrek
ter hand te nemen van de vreemdelingen die niet voor de regeling in
aanmerking komen, nu u van duizenden mensen uit deze groep niet eens
weet waar ze zijn?

Antwoord:
Nee. In mijn brief van 13 juli 2009 inzake de stand van zaken uitvoering
afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (TK 2008-2009, 31018, nr. 52)
is uitvoerig ingegaan op de ontwikkelingen ten aanzien van het vertrek van de
zogenaamde ‘afvallers’ van de Regeling. Uit de hierin opgenomen gegevens is
gebleken dat het vertrek van deze groep juist wel voortvarend ter hand genomen
is. Als vermeld zijn van de circa 6.000 afvallers van de Regeling inmiddels circa
5.500 dossiers (bijna 92%) aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)
overgedragen. Dit heeft inmiddels geresulteerd in het vertrek van zo’n 3.260
personen. Voor een deel gaat het hier om personen die zelfstandig zonder
toezicht zijn vertrokken, hetgeen past bij het uitgangspunt van het Nederlandse
terugkeerbeleid dat de vreemdeling zelf verantwoordelijk is voor het vertrek.
In dit kader is van belang te vermelden dat het aantal personen dat zich indertijd
heeft gemeld in het kader van de Regeling slechts een fractie bedraagt van het
aantal vreemdelingen dat onder de oude Vreemdelingenwet ooit asiel heeft
aangevraagd. Derhalve mag worden aangenomen dat, conform eerdergenoemd
uitgangspunt, het overgrote deel van de uitgeprocedeerde asielzoekers Nederland
op enig moment daadwerkelijk verlaat. Ik verwacht dat dit evenzeer geldt voor
de ‘afvallers’ van de Regeling die zonder toezicht zijn vertrokken.

Vraag 2
Wat gaat u eraan doen om er alsnog voor zorg te dragen dat deze
vreemdelingen worden opgespoord en uitgezet?

Antwoord
Indien illegale vreemdelingen in het kader van het vreemdelingentoezicht worden
aangetroffen, wordt het gedwongen vertrek ter hand genomen. Daarbij kan er
aanleiding zijn om de vreemdeling in vreemdelingenbewaring te stellen om te
voorkomen dat hij/zij zich aan de uitzetting onttrekt.

Vraag 3
Hoeveel vreemdelingen hebben tot nu toe bezwaar, beroep en hoger
beroep ingesteld tegen het niet in aanmerking komen voor de regeling?
Binnen welke termijn worden deze procedures afgehandeld?

Antwoord
Tot 1 augustus 2009 zijn er in totaal ongeveer 3.150 bezwaarprocedures gestart.
Hiervan zijn nog ongeveer 230 bezwaarschriften in behandeling. Naar
verwachting zal de IND het merendeel van deze bezwaarschriften voor het einde
van dit jaar hebben afgehandeld. In dezelfde periode zijn er ongeveer 1.820
beroepsprocedures en 60 hoger-beroepsprocedures gestart. Over de verwachte
doorlooptijd van deze zaken kan ik thans geen uitspraak doen.

Vraag 4
Kunt u garanderen dat de vreemdelingen die deze procedures hebben
gestart niet, net als de hierboven bedoelde groep uit beeld verdwijnen en
meteen worden uitgezet wanneer de uitkomst van de procedures is dat
ze inderdaad niet voor de regeling in aanmerking komen?

Antwoord
Er is geen grond om al deze vreemdelingen in bewaring te stellen. Voorts is het,
na ongegrondverklaring van het beroep, de wettelijke plicht en daarmee de eigen
verantwoordelijkheid van de vreemdeling om voor zijn vertrek zorg te dragen.

Vraag 5
Aan hoeveel criminelen is uiteindelijk een verblijfsvergunning verstrekt
in het kader van de pardonregeling?

Antwoord
De registratie bij de IND met betrekking tot de Regeling is gebaseerd op de
voorwaarden die indertijd zijn afgesproken voor de Regeling. Er heeft dan ook
geen registratie plaatsgevonden van personen met antecedenten die geen
beletsel vormden voor toepassing van de Regeling.

Vraag 6
Hoeveel mensen hebben langer op een woning moeten wachten nu
pardonners Voorrang hebben gekregen bij het verkrijgen van een huis?

Zoals reeds is aangegeven in mijn brief van 27 maart 2009 naar aanleiding van
vragen van de vaste commissie voor Justitie over de rapportage
Vreemdelingenketen over de maanden juli tot en met december 2008 (TK 2008-
2009, 19637, nr. 1259), is er geen sprake van signalen - ook niet via de Minister
voor Wonen, Wijken en Integratie - dat er op de sociale woningmarkt structurele
verdringing van andere woningzoekenden plaatsvindt door de extra taakstelling
ten aanzien van de mensen die vallen onder de Regeling.

Vraag 7
Bent u bereid om de pardonregeling onmiddellijk terug te draaien
aangezien deze ondeugdelijk is, niet in het belang van onze samenleving
is en u de aan de regeling gekoppelde beloften als het uitzetten van
mensen die er niet voor in aanmerking komen niet nakomt? Zo neen,
waarom niet?

Antwoord
Nee. Uit bovenstaande antwoorden moge blijken dat er onvoldoende grond
bestaat voor de genoemde conclusies ten aanzien van de Regeling. Deze worden
door mij dan ook niet gedeeld.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...