IND krijgt uitbrander over opzettelijk onjuiste processen verbaal in een bewaringszaak (uitspraak)
LJN: BJ6307,President Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Amsterdam , AWB 09/26284
Datum uitspraak: 13-08-2009
Datum publicatie: 02-09-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Opzettelijk onjuiste processen-verbaal / schending inlichtingenplicht
Eisers strafrechtelijke detentie eindigde op 13 juli 2009. Door een omissie van de strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem, is pas op 15 juli 2009 zijn invrijheidstelling bevolen. Op diezelfde dag is hij in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank constateert dat de processen-verbaal van 15 en 16 juli 2009 in strijd met de waarheid vermelden dat eiser op 13 juli 2009 op grond van artikel 50 tweede of derde lid van de Vw 2000 is opgehouden. De rechtbank acht aannemelijk dat de verbalisant, na kennisneming van de beslissing van het gerechtshof op 15 juli 2009, heeft getracht alsnog een rechtsgrond te creƫren voor de vrijheidsontneming van eiser van 13 tot 15 juli 2009. Dit betekent dat de processen-verbaal opzettelijk in strijd met de waarheid zijn opgemaakt met het doel om een niet bestaande titel voor vrijheidsontne-ming in het leven te roepen. Pas ter zitting en nadat dit punt door de gemachtigde van eiser ter sprake was gebracht heeft verweerder erkend dat de processen-verbaal onjuistheden bevatten. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aldus ernstig is tekortgeschoten in de op hem ingevolge artikel 8:45 van de Awb rustende plicht de rechtbank inlichtingen omtrent de oplegging en voortduring van de maatregel te verschaffen. Zij ziet aanleiding daaraan op grond van artikel 8:31 van de Awb het gevolg te verbinden dat de maatregel van meet af aan onrechtmatig is geweest.
src="http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js">
Datum uitspraak: 13-08-2009
Datum publicatie: 02-09-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Opzettelijk onjuiste processen-verbaal / schending inlichtingenplicht
Eisers strafrechtelijke detentie eindigde op 13 juli 2009. Door een omissie van de strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, zittinghoudende te Arnhem, is pas op 15 juli 2009 zijn invrijheidstelling bevolen. Op diezelfde dag is hij in vreemdelingenbewaring gesteld. De rechtbank constateert dat de processen-verbaal van 15 en 16 juli 2009 in strijd met de waarheid vermelden dat eiser op 13 juli 2009 op grond van artikel 50 tweede of derde lid van de Vw 2000 is opgehouden. De rechtbank acht aannemelijk dat de verbalisant, na kennisneming van de beslissing van het gerechtshof op 15 juli 2009, heeft getracht alsnog een rechtsgrond te creƫren voor de vrijheidsontneming van eiser van 13 tot 15 juli 2009. Dit betekent dat de processen-verbaal opzettelijk in strijd met de waarheid zijn opgemaakt met het doel om een niet bestaande titel voor vrijheidsontne-ming in het leven te roepen. Pas ter zitting en nadat dit punt door de gemachtigde van eiser ter sprake was gebracht heeft verweerder erkend dat de processen-verbaal onjuistheden bevatten. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aldus ernstig is tekortgeschoten in de op hem ingevolge artikel 8:45 van de Awb rustende plicht de rechtbank inlichtingen omtrent de oplegging en voortduring van de maatregel te verschaffen. Zij ziet aanleiding daaraan op grond van artikel 8:31 van de Awb het gevolg te verbinden dat de maatregel van meet af aan onrechtmatig is geweest.
src="http://pagead2.googlesyndication.com/pagead/show_ads.js">
Reacties