18 september 2009

Turkse zonder mvv wilde verblijfsvergunning als zelfstandige (uitspraak)

LJN: BJ7426,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-Gravenhage , zittingsplaats Haarlem , AWB 09/19624

Datum uitspraak: 09-09-2009
Datum publicatie: 11-09-2009
Rechtsgebied: Vreemdelingen
Soort procedure: Voorlopige voorziening
Inhoudsindicatie: Arbeid als zelfstandige

Adverteren bij Daisycon


2.17 Blijkens het advies is gemotiveerd ingegaan op en getoetst aan de vraag of met het verblijf en de activiteiten van verzoekster in Nederland een wezenlijk Nederlands economisch belang wordt gediend. De Minister van Economische Zaken heeft voldoende onderbouwd waarop het oordeel is gebaseerd dat met het bedrijf van verzoekster geen wezenlijk Nederlands economische belang is gediend.

2.18 De Minister van Economische Zaken is uitgegaan van de door verzoekster overgelegde stukken: een uittreksel van de Kamer van Koophandel, het ondernemingsplan van verzoeksters bedrijf, een investeringsbegroting en een exploitatiebegroting. Verzoekster heeft niet aangegeven welke stukken niet zouden zijn betrokken door verweerder, noch waarom de door haar overgelegde stukken tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Verzoekster heeft enkel niet onderbouwd gesteld dat een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend. Het is aan verzoekster om aannemelijk te maken dat met haar bedrijf een wezenlijk Nederlands economisch belang is gediend. Uit het advies blijkt dat verzoekster potentiële klanten en concurrenten niet heeft onderbouwd of gestaafd met branchegegevens, de omzetprognose en investeringencontracten niet heeft onderbouwd, noch aangetoond dat haar bedrijf een innovatieve of anderszins toegevoegde waarde heeft voor de Nederlandse markt. Voorts blijkt dat er weinig bekend is over de achtergrond (ondernemerschapservaring) van verzoekster en dat het opleidingsniveau onvoldoende is. De niet onderbouwde stelling van verzoekster dat hier te lande weinig gespecialiseerde bedrijven zoals die van verzoekster zijn, vormt geen aanleiding om te twijfelen aan het oordeel van de Minister van Economische Zaken dat met de bedrijfsactiviteiten van verzoekster geen wezenlijk Nederlands economisch belang wordt gediend.

2.19 Met betrekking tot de grond van verzoekster dat het tegenwerpen van het mvv-vereiste in strijd zou zijn met artikel 41, eerste lid van het Aanvullend Protocol van de Associatieovereenkomst EEG-Turkije overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Verweerder heeft in het bestreden besluit op goede gronden kunnen overwegen dat indien de Turkse onderdaan niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden die behoren bij het verblijfsdoel arbeid als zelfstandige, het mvv-vereiste wel gesteld kan worden. Immers, dat bij de beoordeling van verblijfsaanvragen van Turkse zelfstandigen het mvv-vereiste niet als zelfstandige afwijzingsgrond aan Turkse onderdanen kan worden tegengeworpen, sluit het tegenwerpen van het mvv-vereiste, welke reeds op 1 januari 1973 bestond als een niet zelfstandige afwijzingsgrond, niet uit. In onderhavige zaak is voorts onderzoek gedaan naar en heeft verweerder zich vergewist van de vraag of aan de vereisten voor verlening van de verblijfsvergunning is voldaan. Het tegenwerpen van het mvv-vereiste is in onderhavige zaak niet in strijd met artikel 41, eerste lid van het Aanvullend Protocol van de Associatieovereenkomst EEG-Turkije.




Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...