‘Duitse grondwet verbiedt uitzetting Iraakse asielzoekers, Nederlandse niet’
Het Duitse constitutionele Hof heeft begin deze maand de uitzetting van Iraakse asielzoekers naar Griekenland voorlopig geschorst. Het Bundesverfassungsgericht twijfelt aan de rechtmatigheid van de Griekse asielprocedure.
Een Iraakse asielzoeker mag daarom in Duitsland blijven om er de uitkomst van zijn aanvraag af te wachten, terwijl hij via Griekenland de EU binnenkwam.
De Duitse opperrechters vrezen dat het dwingen van vluchtelingen om de asielprocedure in Griekenland te volgen praktisch onmogelijk kan zijn en dakloosheid tot gevolg heeft. In de Duitse grondwet is het recht op asiel gegarandeerd. Binnen de Europese Unie geldt de afspraak dat asielaanvragen moeten worden behandeld in het land waar de vluchteling Europa voor het eerst betreedt. Verder zijn de lidstaten verplicht ‘refoulement’ zowel direct als indirect te voorkomen: het terugzenden van vluchtelingen naar het land van herkomst als zij daar vervolging hebben te vrezen.
Terugsturen naar Griekenland wordt door vluchtelingen gezien als een verkapte vorm van uitwijzing. Uit onderzoek van Amnesty International bleek dat Athene gemiddeld minder dan 1 procent van de Iraakse asielzoekers erkent. In andere EU-lidstaten schommelt dat percentage tussen de 20 en 50 procent. Uit een tekstvergelijking van 300 zaken van de Griekse rechter bleken de bewoordingen letterlijk hetzelfde. Dat suggereert dat de asielaanvragen niet individueel zijn beoordeeld. Op 20 april verbood de bestuursrechter van het arrondissement Parijs ook al de uitzetting van een Iraakse asielzoeker naar Griekenland.
Het Duitse verbod is dan ook een doorbraak voor vluchtelingenorganisaties die al jaren scherpe kritiek op Griekenland hebben. En het zet andere EU-lidstaten, waaronder Nederland, politiek en juridisch onder druk.
Vreemdelingenrechtexpert Hemme Battjes van de Vrije Universiteit zegt dat de Duitse uitspraak waarschijnlijk door alle Iraakse asielzoekers in de Bondsrepubliek kan worden ingeroepen „gezien de brede motivering”. Nederland vertrouwt nog steeds op de Griekse asielprocedures en mag dat ook van de Raad van State, de hoogste rechter in asielzaken. Battjes noemt de Duitse uitspraak politiek ‘vrij explosief’. Als meer hoogste rechters in EU lidstaten de Griekse asielprocedure zouden afkeuren dan is dat volgens hem ‘heel dramatisch’. Bij het Europese Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg groeien volgens hem ook de twijfels. Deze zomer werd Athene in de zaak S.D. tegen Griekenland (nummer 53541/07 hier te vinden in de HUDOC database), door het mensenrechtenhof veroordeeld wegens de vernederende omstandigheden waaronder een Turkse asielzoeker werd opgesloten. Deze zomer wees het Hof vier zogenoemde ‘interim measures’ toe, waarmee uitzettingen uit Nederland naar Griekenland werden geschorst.
Nog op 31 augustus liet de Raad van State echter een uitzetting naar Griekenland toe met als motivering dat er ‘geen concrete aanknopingspunten’ zijn dat Athene alle Iraakse vluchtelingen per definitie terugstuurt. De staatssecretaris mocht erop vertrouwen dat Griekenland zijn verdragsverplichtingen nakomt en derhalve een vluchtelingengezin uit Zwolle uitzetten. De Raad van State acht het waarschijnlijk dat het gezin uit Zwolle in Athene ‘een aantal dagen’ in een gevangenis bij het vliegveld van Athene zal belanden. Maar de Nederlandse bestuursrechter denkt niet dat de omstandigheden daar zo slecht zijn als in de gevangenis die het Straatsburgse Hof afwees. De Raad van State wil wel erkennen dat detentie omstandigheden in Griekenland ‘onwenselijk en in bepaalde opzichten zorgwekkend’ zijn. Maar van een systematische onmenselijke behandeling, verboden door Straatsburg, zou toch geen sprake zijn. Ook met drie minderjarige kinderen vond ‘Den Haag’ uitzetting naar Athene nog binnen de normen vallen.
Bron: http://weblogs.nrc.nl/uitspraak/2009/09/14/duitse-grondwet-verbiedt-uitzetting-iraakse-asielzoekers-nederlandse-niet/
Een Iraakse asielzoeker mag daarom in Duitsland blijven om er de uitkomst van zijn aanvraag af te wachten, terwijl hij via Griekenland de EU binnenkwam.
De Duitse opperrechters vrezen dat het dwingen van vluchtelingen om de asielprocedure in Griekenland te volgen praktisch onmogelijk kan zijn en dakloosheid tot gevolg heeft. In de Duitse grondwet is het recht op asiel gegarandeerd. Binnen de Europese Unie geldt de afspraak dat asielaanvragen moeten worden behandeld in het land waar de vluchteling Europa voor het eerst betreedt. Verder zijn de lidstaten verplicht ‘refoulement’ zowel direct als indirect te voorkomen: het terugzenden van vluchtelingen naar het land van herkomst als zij daar vervolging hebben te vrezen.
Terugsturen naar Griekenland wordt door vluchtelingen gezien als een verkapte vorm van uitwijzing. Uit onderzoek van Amnesty International bleek dat Athene gemiddeld minder dan 1 procent van de Iraakse asielzoekers erkent. In andere EU-lidstaten schommelt dat percentage tussen de 20 en 50 procent. Uit een tekstvergelijking van 300 zaken van de Griekse rechter bleken de bewoordingen letterlijk hetzelfde. Dat suggereert dat de asielaanvragen niet individueel zijn beoordeeld. Op 20 april verbood de bestuursrechter van het arrondissement Parijs ook al de uitzetting van een Iraakse asielzoeker naar Griekenland.
Het Duitse verbod is dan ook een doorbraak voor vluchtelingenorganisaties die al jaren scherpe kritiek op Griekenland hebben. En het zet andere EU-lidstaten, waaronder Nederland, politiek en juridisch onder druk.
Vreemdelingenrechtexpert Hemme Battjes van de Vrije Universiteit zegt dat de Duitse uitspraak waarschijnlijk door alle Iraakse asielzoekers in de Bondsrepubliek kan worden ingeroepen „gezien de brede motivering”. Nederland vertrouwt nog steeds op de Griekse asielprocedures en mag dat ook van de Raad van State, de hoogste rechter in asielzaken. Battjes noemt de Duitse uitspraak politiek ‘vrij explosief’. Als meer hoogste rechters in EU lidstaten de Griekse asielprocedure zouden afkeuren dan is dat volgens hem ‘heel dramatisch’. Bij het Europese Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg groeien volgens hem ook de twijfels. Deze zomer werd Athene in de zaak S.D. tegen Griekenland (nummer 53541/07 hier te vinden in de HUDOC database), door het mensenrechtenhof veroordeeld wegens de vernederende omstandigheden waaronder een Turkse asielzoeker werd opgesloten. Deze zomer wees het Hof vier zogenoemde ‘interim measures’ toe, waarmee uitzettingen uit Nederland naar Griekenland werden geschorst.
Nog op 31 augustus liet de Raad van State echter een uitzetting naar Griekenland toe met als motivering dat er ‘geen concrete aanknopingspunten’ zijn dat Athene alle Iraakse vluchtelingen per definitie terugstuurt. De staatssecretaris mocht erop vertrouwen dat Griekenland zijn verdragsverplichtingen nakomt en derhalve een vluchtelingengezin uit Zwolle uitzetten. De Raad van State acht het waarschijnlijk dat het gezin uit Zwolle in Athene ‘een aantal dagen’ in een gevangenis bij het vliegveld van Athene zal belanden. Maar de Nederlandse bestuursrechter denkt niet dat de omstandigheden daar zo slecht zijn als in de gevangenis die het Straatsburgse Hof afwees. De Raad van State wil wel erkennen dat detentie omstandigheden in Griekenland ‘onwenselijk en in bepaalde opzichten zorgwekkend’ zijn. Maar van een systematische onmenselijke behandeling, verboden door Straatsburg, zou toch geen sprake zijn. Ook met drie minderjarige kinderen vond ‘Den Haag’ uitzetting naar Athene nog binnen de normen vallen.
Bron: http://weblogs.nrc.nl/uitspraak/2009/09/14/duitse-grondwet-verbiedt-uitzetting-iraakse-asielzoekers-nederlandse-niet/
Reacties