17 december 2015

Uitspraak: Nieuwe asielaanvraag met nieuw bewijs van eerder al aangevoerde feiten. Bahadder

ECLI:NL:RBDHA:2015:14489



Instantie Rechtbank Den Haag
Datum uitspraak 08-12-2015
Datum publicatie 15-12-2015
Zaaknummer AWB 15/3096
Rechtsgebieden Vreemdelingenrecht
Bijzondere kenmerken 
Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie Asiel Afghanistan, Bahaddar, echt bevonden kranten
 
 .1
Uit het ne bis in idem beginsel vloeit voort dat, indien na een eerder afwijzend besluit een materieel vergelijkbaar besluit wordt genomen, op voorhand moet worden aangenomen dat laatstgenoemd besluit door de bestuursrechter niet mag worden getoetst als ware het een eerste afwijzing. Slechts indien door de vreemdeling in de bestuurlijke fase nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden (nova) worden aangevoerd, kunnen dat besluit, de motivering ervan en de wijze waarop het tot stand is gekomen door de bestuursrechter worden getoetst. Dat geldt ook indien uit hetgeen de vreemdeling heeft aangevoerd kan worden afgeleid dat zich een voor hem relevante wijziging van het recht voordoet. Dit is slechts anders, indien zich bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende feiten en omstandigheden als bedoeld in overweging 45 van het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 19 februari 1998 (arrest Bahaddar, JV 1998/45) voordoen.
3.2De rechtbank beoordeelt ambtshalve of aan de aanvraag nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag zijn gelegd. Daaronder moeten worden begrepen feiten en omstandigheden die zijn voorgevallen na het nemen van het eerdere besluit of die niet voor het nemen van dat besluit konden worden aangevoerd en bewijsstukken van reeds eerder aangevoerde feiten of omstandigheden die niet voor het nemen van het eerdere besluit konden worden overgelegd. Dergelijke nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden rechtvaardigen echter geen nieuwe rechterlijke beoordeling, indien op voorhand is uitgesloten dat hetgeen alsnog is aangevoerd of overgelegd kan afdoen aan het eerdere besluit.
 (.....)

7.1Eiser stelt zich op het standpunt dat hij niet eerder in het bezit was van de taskera en de twee krantenartikelen en daarover ook niet eerder heeft kunnen beschikken. Eiser was niet direct van het bestaan van de krantenartikelen op de hoogte. De krantenartikelen zijn niet in Nederland gepubliceerd en eiser had met niemand, ook niet met zijn familie, contact die hem erop had kunnen wijzen dat de artikelen in Afghanistan waren verschenen. Eiser heeft eerder vergeefse inspanningen verricht om de documenten te bemachtigen. Zijn kansen stonden en vielen met het leggen van contact met zijn vriend, die eerder niet in staat of bereid was gegevens te gaan zoeken. Deze factor had eiser niet in de hand, zodat hem niet kan worden verweten dat zijn vriend pas later wel bereid was in actie te komen. Ten onrechte wordt de volledige bewijslast van feiten en omstandigheden bij eiser gelegd. Zijn taskera heeft eiser, vanwege de acute vluchtsituatie, destijds niet kunnen meenemen. Omdat hij met niemand in Afghanistan contact had, en later afhankelijk was van de medewerking van een vriend, heeft eiser de taskera niet eerder kunnen overleggen.
7.2De rechtbank is ten aanzien van de in rechtsoverweging 5.1 genoemde documenten van oordeel dat geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden die een nieuwe rechterlijke beoordeling rechtvaardigen. Eiser heeft met het in beroep gestelde noch met hetgeen hij desgevraagd ter zitting heeft verklaard niet aannemelijk kunnen maken dat hij de taskera en de krantenartikelen niet eerder had kunnen overleggen, nu zij dateren van voor de eerste asielaanvraag van 14 februari 2013.
8. De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of sprake is van dusdanig bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende omstandigheden als bedoeld in het arrest Bahaddar.
9.1Eiser heeft het volgende aangevoerd. Er is sprake van bijzondere feiten en omstandigheden in bovenbedoelde zin, omdat de redactionele krantenartikelen dienen ter onderbouwing zijn asielrelaas en echt zijn bevonden. Niets wijst op de betrokkenheid van eiser bij het publiceren van het nieuws rond de dood van [persoon 1] en de veroordeling tot de doodstraf van eiser. De veronderstelling van verweerder is daarom ongefundeerd. De KMar heeft beide kranten in hun geheel in handen gehad, niet slechts beide artikelen. Het is niet waarschijnlijk of aannemelijk dat eiser twee complete kranten zou hebben gepubliceerd. Verder wijst eiser erop dat hij in het nader gehoor de feitelijke gang van zaken heeft beschreven. In de krantenartikelen zijn evenwel de beschouwingen van familie, jirga en overheid opgenomen, door wie hij wordt beschuldigd een seksuele relatie te hebben gehad met [persoon 1] dan wel haar te hebben ontvoerd. Het is de opvatting van haar familie, de jirga en de overheid dat eiser een misdrijf heeft gepleegd. Uit de krantenartikelen blijkt dat het risico dat eiser loopt nog veel groter is geworden nu het oordeel van de jirga bekend is. Tegen deze dreiging is geen bescherming van de Afghaanse autoriteiten te verwachten, omdat de dreiging ook van hen uitgaat, althans door hen gedekt wordt. Ter onderbouwing verwijst eiser naar paragraaf 2.3.8 ‘Buitengerechtelijke executies en moorden’ van het algemeen ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken van 17 september 2014 ter zake van Afghanistan.
9.2Verweerder stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van bijzondere feiten en omstandigheden in bovenbedoelde zin. Hoewel de namen in de artikelen overeenkomen met de naam van eiser, wil dit nog niet zeggen dat het daadwerkelijk om eiser gaat. Bovendien heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat het artikel op initiatief van de krant is geschreven en derhalve ook uit objectieve bron afkomstig is. Bovendien strookt de inhoud van de artikelen niet met de verklaringen van eiser in de vorige procedure. Eiser heeft in de eerste procedure geenszins verklaard dat er sprake was van seksueel contract tussen hem en [persoon 1] en dat hij er van wordt verdacht [persoon 1] te hebben ontvoerd. De weigering van [persoon 1] uitgehuwelijkt te worden en het verzoek om met eiser te trouwen zijn, volgens de verklaringen van eiser tijdens het nader gehoor, aanleiding geweest voor de problemen met de familie van [persoon 1] .
9.3De rechtbank stelt vast dat eiser twee complete kranten heeft overgelegd van verschillende data, die door de KMar echt zijn bevonden. De rechtbank stelt voorts vast dat in de krantenartikelen de naam van eiser is vermeld, terwijl verweerder niet twijfelt aan de door eiser gestelde identiteit en nationaliteit. De rechtbank volgt verweerder niet in zijn standpunt dat de inhoud van de krantenartikelen niet overeenkomt met het relaas van eiser. In het nader gehoor heeft eiser immers verklaard dat hij ervan wordt beschuldigd seksueel contact te hebben gehad met [persoon 1] , maar dat dit onjuist is. Daarmee is een afdoende verklaring gegeven. De krantenartikelen corresponderen ook overigens met het relaas van eiser. Uit het artikel genoemd in rechtsoverweging 5.1 onder b) volgt immers dat de familie van [persoon 1] eiser wil bestraffen met de dood en in het artikel genoemd in rechtsoverweging 5.1 onder c) wordt melding gemaakt van het conflict dat eiser in zijn asielrelaas naar voren heeft gebracht. In het licht van het voorgaande had het op de weg van verweerder gelegen om zijn standpunt te onderbouwen dat eiser de hand heeft gehad in de inhoud van de krantenartikelen.
10. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende omstandigheden die zodanig zwaarwegend zijn dat, om schending van artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) te voorkomen, de noodzaak bestaat om het uit het ne bis in idem-beginsel volgende toetsingskader terzijde te schuiven. In dit licht is het aan verweerder om nader te motiveren waarom eiser geen reëel risico zou lopen op een behandeling welke in strijd is met artikel 3 van het EVRM.
 De hele uitspraak staat hier: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2015:14489



Interessant artikel? Deel het eens met uw netwerk en help mee met het verspreiden van de bekendheid van dit blog. Er staan wellicht nog meer artikelen op dit weblog die u zullen boeien. Kijk gerust eens rond. Zelf graag wat willen plaatsen? Mail dan webmaster@vreemdelingenrecht.com In verband met geldwolven die denken geld te kunnen claimen op krantenartikelen die op een blog als deze worden geplaatst maar na meestal een dag voor de krantenlezers aan leeswaardigheid hebben ingeboet terwijl wij vreemdelingenrecht specialisten ze soms wel nog jaren gebruiken om er een kopie van te maken voor een zaak ga ik over tot het plaatsen van alleen het eerste stukje. Ja ik weet het: de kans dat u doorklikt is geringer dan wanneer het hele artikel hier staat en een kopie van het orgineel maken handig kan zijn voor uw zaak. Wilt u zelf wat overnemen van dit weblog. Dat mag. Zet er alleen even een link bij naar het desbetreffende artikel zodat mensen niet alleen dat wat u knipt en plakt kunnen lezen maar dat ook kunnen doen in de context.

Geen opmerkingen:

Aanbevolen post

Wytzia Raspe over vluchtelingen, AZC’s, cruiseschepen en mensensmokkelaars

Mr. van de week is Wytzia Raspe. Zij is 25 jaar jurist vreemdelingenrecht in allerlei verschillende rollen. Sinds 2005 schrijft en blogt z...